Preek na overlijden Rachel van Ginkel 22 mei 2011 – morgendienst

advertisement
Preek na overlijden Rachel van Ginkel
22 mei 2011 – morgendienst
Lezen: Matt 18: 10-14 en Jesaja 65: 17-21
We zongen zojuist een dooplied (Gezang 335:1-3).
Want wij ontvangen onze kinderen uit Gods hand en erkennen via de doop dat ze altijd zijn
kinderen zijn en blijven. Ook op Rachels voorhoofd staat: Gods Eigen Kind.
De Bijbel zegt dat wij geschreven staan in Gods handpalmen – nooit laat Hij ons in de steek!
Dat hebben we donderdag in de kerk in Voorthuizen nog gelezen uit Psalm 139:
“Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar.”
Wij moeten Rachel deze week laten gaan maar ze is toch niet alleen.
Aan de andere kant van dood en graf staat Jezus Zijn kinderen op te wachten.
Dat is een gigantische troost en we baden en bidden om licht in het donker.
Want deze troost neemt niet onze vragen en onze pijn en verslagenheid weg.
Ik kan me voorstellen dat u, dat jullie, hier vandaag zitten met een verward hart vol vragen:
“Hoe kon dit gebeuren?” Zo’n gelovig, sprankelend kind als Rachel, in 14 dagen
weggevaagd?
“Waarom hoorde de Here onze gebeden om nu genezing niet? Hoort en ziet Hij ons wel?”
Het lijkt wellicht haast oneerbiedig zulke vragen hier te stellen vandaag maar ze leven in de
harten en op de lippen van velen van ons – en van anderen die met ons meeleven in onze
omgeving.
We zijn hier vanmorgen niet bijeen om zulke vragen te beantwoorden – als dat al zouden
kunnen.
Er gebeuren dingen in deze gebroken wereld, zelfs wanneer je leeft onder de regering van
God, waar wij geen antwoord op hebben; mysteries die wij als beperkte mensjes niet kunnen
overzien.
In deze dagen willen we vooral, als zwakke, beperkte mensen met al onze vragen en verdriet,
schuilen in de aanwezigheid van de almachtige en Alwetende.
We bevelen Rachels ziel in de zorg van onze hemelse Vader nu wij haar moeten loslaten.
En we bidden of de Here ons wil helpen en dragen – in het bijzonder Erik en Mirjam, hun
gezin en geliefden – in deze tragische en slopende dagen.
Zelfs in de mooiste tuinen, onderhouden door de beste hoveniers, zijn bloemknoppen die
afbreken en nooit tot bloei komen: Een afgebroken bloemknop, een ontkiemend zaadje dat
voortijdig verdort – zo lijkt het bij Rachel. Wat hadden we graag gezien dat ze zou opgroeien
en zich zou ontplooien. Wat een potentieel om op te bloeien tot een prachtige bloem had ze;
ze was eigenlijk al een stralend bloemetje dat nu ineens is geknakt.
Wat gebeurt in de tuin van de natuur gebeurt af en toe ook in de tuin van de mensheid die
door de Here wordt onderhouden. Baby’s worden geboren, prachtig, kostbaar maar bereiken
niet de volle wasdom, komen niet geheel tot ontplooiing, voortijdig afgesneden.
Gelukkig weten we dat onze God de zielen van onze geliefde gestorvenen bewaart.
Hij houdt de wacht over je gaan en je komen van nu aan tot in eeuwigheid, zegt Psalm 121.
En in Zijn aanwezigheid is het goed. Daar mag ook Rachel stralen voor Hem; dansen in Zijn
aanwezigheid waar alle gebrokenheid wordt hersteld, waar mysteries worden onthuld, waar
rouw verandert in eeuwig geluk en vreugde.
Maar wij rouwen om haar. Ons hart huilt, net zoals Jezus zelf huilde bij het graf van zijn
vriend Lazarus. Dit verlies doet pijn en wij zuchten gezamenlijk onder de druk van die
gebrokenheid.
Er is geen uitleg mogelijk voor dit gemis en soms maakt het ons boos en opstandig. Ook Jezus
kende zulke gevoelens wanneer Hij met de dood geconfronteerd werd. Dit is niet alleen voor
ons pijnlijk maar ook voor Hem als er zulke tragische dingen gebeuren. Het verwondt zelfs
het vaderhart van God, die onze wereld zo prachtig geschapen heeft. Zo heeft Hij het nooit
bedoeld.
Zoals Jezus het zelf zegt in Matt 18, “Zo is het ook bij jullie Vader in de hemel. Hij wil niet
dat één van deze geringen verloren gaat.” Jezus heeft het daar juist over onze kinderen.
Een tijdje geleden zijn her bij einde van het feest van genade zaadjes uitgedeeld –
zonnebloemzaadjes. Toen hebben we gezegd: Je bent zelf ook een zaadje in Gods akker; een
zaadje dat mag groeien en bloeien voor Hem.
Nu lijkt het of zo’n ontkiemend plantje ineens door een heftige storm is afgeknakt.
Het zal nooit meer hier op aarde die prachtige zonnebloem worden.
En dat is vreselijk jammer en we begrijpen er niks van dat het zo loopt.
En toch, en toch....is daarmee niet alles gezegd.
Want het Licht van God schijnt juist ook in onze diepste duisternis.
Zelfs het geknakte verbreekt Hij niet af en gooit Hij niet weg.
Al wat beschadigd is, herstelt hij op de duur.
We lazen er al over in Jesaja 65:
Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, vol vreugde en gejuich.
Dan komt er voorgoed een einde aan al ons zuchten, onze tranen en vragen.
Daar geen baby’s meer die maar een paar dagen leven;
Daar geen kinderen zoals Rachel die als knop worden afgesneden;
iedereen leeft meer dan 100 jaar want er zal geen dood en graf meer zijn.
Jesaja zong daar duizenden jaren geleden al over - en nadat Jezus het fundament van die
nieuwe hemel een aarde heeft gelegd, zei Johannes er nog veel meer over in Openbaring 21 en
22.
En daarom, lieve mensen, begraven wij onze doden in hoop.
Het is, zegt de bijbel, ‘zaaien in de dodenakker”.
Ik heb vaak bij een begrafenis wat zaadjes meegenomen en die op de kist gelegd.
Dood en graf zijn voor wie geloven in Jezus Christus, niet het einde.
Met Hem erbij is het einde juist een nieuw en beter begin.
Wij bidden vandaag om het licht van die troost, de wonderlijke vrede van Gods Geest.
Maar tegelijk leven we nu nog in deze aardse gebrokenheid – vol gemis en pijn.
De hemelse heerlijkheid is daarboven en wij leven hier beneden op aarde.
De vreugde van het eeuwige leven ervaren we pas ten volle nadat onze aardse lichamen
afsterven, zoals een bloem pas te voorschijn komt nadat het zaad in de aarde is geplant en
zichzelf verliest.
Wij leven vanuit het geloof en zien nog niet oog in oog.
Ons geloof wordt soms aangevochten door de wrede werkelijkheid waarin we leven.
Soms lijkt de hemel gesloten en zien we geen licht in donkere nachten.
Maar er zijn ook dan wel engelen van God die vanuit de hoogte over ons waken.
Engelen die onophoudelijk pleiten voor de kleinsten op aarde.
Jezus sprak erover in Matt 18 toen Hij zijn discipelen vermaande om voorzichtig te zijn in
hun houding tegenover kinderen. “Waak ervoor ook maar één van deze geringen te verachten,
want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn
hemelse Vader”
Wij hebben veel en vaak voor Rachel gebeden de afgelopen weken.
Maar we waren niet de enige en zijn dat ook vandaag niet.
Er is een speciale plek in Gods Vaderhart en tussen Zijn engelen voor de kleinsten op aarde,
net zoals er vandaag in onze harten een speciale plek voor haar is gegroeid.
Daar, in de armen van de goede Herder is ze veilig.
Hier, onder in dit ondermaanse, huilen we om wat er is gebeurd.
Wij begrijpen het niet en zijn er beurtelings verslagen, verdrietig, boos en teleurgesteld over.
Ons hart huilt en zo is het ook daarboven: de Here God huilt met ons mee.
Hij is meer dan wie ook bewogen met de gebrokenheid en het verdriet hier op aarde.
Juist daarom liet Hij zijn eigen Zoon afdalen, midden in onze werkelijkheid.
Woorden, zelfs bijbelwoorden, wissen onze pijn en verdriet niet uit.
Wat voelen we ons soms zwak? Vaak is het beter te zwijgen en elkaar vast te houden.
Er is ook niet veel dat we kunnen zeggen om de pijn te verlichten.
Wij betonen elkaar meeleven en zorg.
We bieden liefdevolle woorden, zorgzame gebaren – we willen zo graag iets doen om te
helpen.
We beloven voor elkaar te bidden en doen dat ook.
Maar verder staan we machteloos en weten vaak ook niet goed wat te zeggen of te doen.
Het lijden, de vergankelijkheid, de vruchteloosheid en gebrokenheid van ons aardse leven is
iets waar we samen onder zuchten, zelfs als gelovigen in Christus die niet zonder hoop zijn.
En dat maakt ons ten diepste ook machteloos om te helpen.
We weten het niet meer zo goed als er zulke erge dingen gebeuren.
En soms gaan we juist daarom elkaar vermijden – maar dat is een verkeerde reactie.
En is die machteloosheid niet de reden waardoor wij soms de verkeerde dingen gaan zeggen
Sommigen zeggen dat de vroegtijdige dood van Rachel wel de wil van God moet zijn
geweest.
Geloof het niet. De God die wij aanbidden, die over ons waakt, veroorzaakt niet de dood van
baby’s of het diepe verdriet van rouwende ouders.
Er gebeuren heel veel dingen hier op aarde die niet direct de wil van onze God zijn.
Het is ten dele de prijs van de vrijheid die de Here ons gegeven heeft.
Onze wereld is ook nog onderworpen aan boze machten, aan gemene virussen en krachten.
En ook wij als gelovigen delen in die gebrokenheid.
Ziekte, ongeluk, verdriet, zorg en dood treffen ons niet minder dan hen die niet geloven.
Ook hoor je soms het tegenovergestelde: de dood van een gelovig kind mag niet gebeuren.
En als het dan toch gebeurt dan is dat een teken dat we iets fout hebben gedaan: er is niet
genoeg gebeden; we hadden moeten vasten of in Jezus naam de ziekte moeten bezweren; we
hadden…
Je kunt een schuldgevoel overhouden van dit soort opmerkingen. Want ergens voelt het ook
als falen dat na al onze gebeden en meeleven, Rachel ons en de doctoren ontglipte. We
hadden het zo graag anders gezien.
Maar vrienden: wij beschikken niet over dood of leven.
Jezus leert ons bidden: “Uw wil geschiede.” Laat je Zijn vrede dus niet ontnemen door een
verkeerde leer over ons gebed alsof wij daardoor de sleutel van het leven in handen krijgen.
Anderen zullen zeggen dat de Here Rachel liever bij zich in de hemel heeft dan hier op aarde.
Dat klinkt heel mooi. Wij zijn ook heel blij dat Rachel zichzelf Gods Eigen Kind noemde en
we vertrouwen dat ze welkom is in Zijn hemelse koninkrijk.
Maar ik ben er niet zo zeker van of God wel wilde dat ze nu al stierf opdat ze bij Hem zou
zijn.
Om al zo jong te sterven, zo heeft de Here ons leven niet bedoeld.
Hij rouwt evengoed over alles wat knakt en kapot gaat hier op aarde.
Weer anderen zullen troost willen bieden door te zeggen dat je gelukkig nog drie kinderen
over hebt of dat je misschien nog wel weer een ander kind kunt krijgen.
Dat zal misschien ook best allemaal waar zijn - maar andere kinderen vervangen Rachel niet.
Zij was een uniek persoon. De lege plek die ze achterlaat in je hart kan niet zomaar worden
gevuld met iets anders. En dat hoeft ook niet. Ieder kind is uniek en kostbaar.
De pijn die je voelt mag je zelfs koesteren als bewijs van je liefde.
Mensen die verkeerde dingen zeggen doen dat meestal met de beste bedoelingen.
Ze willen dolgraag helpen maar doen het op een misplaatste manier.
Het zit ook in ons, vooral als je jong en radicaal bent, om zwart-witte antwoorden te zoeken.
Maar ons leven is grotendeels een mysterie – het mysterie van leven en dood in een gebroken
wereld – en we er zijn geen gemakkelijke en pasklare antwoorden voor alles.
Wat moeten we hier verder over zeggen, vraagt Paulus in Romeinen 8.
Over dat Bijbelgedeelte wil ik vanavond in de kerk in Voorthuizen met u nadenken en
wellicht wilt u het ook thuis of in uw kring bespreken
Paulus concludeert daar:
“Als God voor ons is, wie kan dan nog tegen ons zijn?”
Anders gezegd, zoals iemand me mailde deze week:
“Als een mens eenmaal is verenigd met de levende God, hoe kan hij dan niet eeuwig leven?”
Paulus gaat verder:
“God heeft zelfs zijn eigen Zoon niet voor ons gespaard maar hem voor ons allen
prijsgegeven.
Zal Hij ons met Hem dan ook niet alles schenken?”
Het is belangrijk om te weten dat God vóór ons is.
De Here doet ons het verlies van Rachel niet aan.
Hij heeft nooit Rachels ziekte en dood of onze pijn en verdriet gewild.
Maar Hij was en is wel mét ons, ook midden in die pijn, in de vertwijfeling en het verdriet.
En Hij zal ons vasthouden, dwars er doorheen.
Want God is vóór ons.
En wat nog belangrijker is: Hij offerde zijn eigen Zoon op voor ons allen.
Tot Erik en Mirjam en al hun geliefden en vrienden zeggen we vandaag:
God begrijpt je pijn, beter dan wie ook.
Want onze hemelse Vader verloor ook Zijn eigen kind.
Zijn Zoon stierf op een vreselijke manier aan het kruis omwille van ons allen.
Nu zou je kunnen denken: “Zeker, maar Jezus stond na drie dagen op weer uit de dood.
Het afscheid dat wij moeten nemen is wel wat definitiever en daarmee bitterder”
Weet dan dat juist de opstanding van Jezus het bewijs vormt van Zijn overwinning.
Omdat Jezus opstond tot een nieuw leven mogen wij vertrouwen dat ook Rachel nieuw Leven
heeft, onvergankelijk Leven dat haar en ons allen nooit meer kan ontglippen.
Dankzij Jezus dood en opstanding zijn we geborgen in leven en sterven.
Wanneer rouw en verdriet je overwelmen – weet dan dat de grote Engel van God, Jezus
Christus, onze levende Heer voor ons pleit in de hemel.
Laat je tranen de pijn van het verlies wegwassen in de dagen en maanden die komen.
En weet dat Hij het ziet - en ons als een goede Herder zal vormen en leiden
Niets kan ons ooit nog scheiden van Zijn liefde.
En onze geliefden die ons voorgaan, zijn voor altijd veilig in Zijn armen.
Amen
Download