(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Griffie
Commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid
Datum commissievergadering
:
-
DIS-stuknummer
:
Behandelend ambtenaar
:
Directie/afdeling
:
Nummer commissiestuk
:
Datum
:
Bijlagen
:
1096723
Roger Heijltjes
Economie & Mobiliteit
EMG-0308
26 april 2005
1
Onderwerp:
PVVP+: Integrale Prioritering van mobiliteitsprojecten
Voorstel van GS aan PS:
X Ter kennisneming
X uitvoerende rol, zie onderdeel C
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Griffier der Staten,
namens deze,
mr. J.W.L.M. Zwepink
Bijlagen:
1. Hoofdstuk 7 uit het Eindrapport Integrale prioritering
Notitie ten behoeve van de commissie voor Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid
PVVP+: methode voor integrale prioritering van mobiliteitsprojecten
1.
Inleiding
Om invulling te geven aan de uitvoeringsstrategie van het PVVP+ wordt een aantal instrumenten ontwikkeld
zoals een nieuwe cofinancieringsregeling en een methodiek om projecten een prioriteitsvolgorde te geven.
Gedurende de afgelopen driekwart jaar is deze prioriteringsmethodiek ontwikkeld. De methodiek is
nadrukkelijk een beslissingsondersteunend middel, met name bedoeld om besluitvorming over de kwaliteit
van projecten te structureren en te objectiveren. Conform de uitvoeringsstrategie van het PVVP+ maakt de
provincie regionale uitvoeringsprogramma’s in samenspraak met de partners (m.n. gemeenten en
Rijkswaterstaat) in de regio. De methodiek wordt dan ook aangeboden aan de GGA-regio’s en aan de B5.
Tijdens een kaderstellende discussie over de uitvoeringsstrategie PVVP+ in uw vergadering van 10 juni a.s.
zal ook op de prioriteringsmethodiek worden teruggekomen.
2.
De prioriteringsmethodiek op hoofdlijnen
De prioriteringsmethodiek PVVP+ maakt onderscheid naar een technisch-inhoudelijke beoordeling van het
probleem en het afwegen van draagvlakaspecten. De technisch-inhoudelijke beoordeling is een min of meer
objectiveerbaar oordeel over de urgentie en de kosteneffectiviteit van een bepaald project of maatregel. Het
gaat dan om de volgende criteria:
1. Ernst van het probleem (t.a.v. bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid, ontsnippering en
instandhouding);
2. Omvang van het probleem (hoeveel mensen hebben er last van?)
3. Oplossend vermogen van de maatregel
4. Kosten van de maatregel
In een formule wordt dat:
Technisch-inhoudelijk oordeel =
Ernst x Omvang x Oplossend vermogen
Kosten
Bij het afwegen van draagvlakaspecten gaat het om het belang dat het bestuur, gemeenten en burgers en
andere belanghebbenden hechten aan de uitvoering van een project. Ook externe randvoorwaarden die de
uitvoering van een project stimuleren of juist tegenwerken, worden daarbij meegewogen.
Het scoren van projecten met behulp van deze prioriteringsmethodiek gebeurd tijdens werksessies waartoe
betrokken experts worden uitgenodig om in dialoog tot objectieve en/of intersubjectieve oordelen te komen.
3.
Aanpak van de pilot
De pilot is grofweg in twee delen uitgevoerd:
1. De ontwikkeling van een set van indicatoren en beslissingstabellen afgeleid van het doelenschema van het
PVVP+;
2. Het daadwerkelijk prioriteren van projecten aan de hand van deze beslissingstabellen.
Ad 1 Ontwikkeling van indicatoren en beslissingstabellen
Technisch-inhoudelijke prioriteit
Om projecten van een prioriteitsscore te kunnen voorzien zijn de belangrijkste doelen van het doelenschema
PVVP+ uitgewerkt in indicatoren. Op basis van deze indicatoren krijgt een project per doelstelling een score
(kental) op een generieke maatlat (vijfpuntsschaal). De meer complexe onderlinge relaties tussen indicatoren
worden niet met rekenkundige methodes geaggregeerd, maar met behulp van beslissingstabellen. Hieronder
is als illustratie de beslissingstabel opgenomen voor het bepalen van het kental voor de ernst van een
bereikbaarheidsprobleem voor wegenprojecten. Te zien is hoe de doelstelling bereikbaarheid aan de hand van
drie indicatoren leidt tot een kental:
-2-
1. Prioriteit wegvak in netwerk
1 of 2
3 of 4
Nee
ja
Nee
5
geen
2. Variatie reistijd in spits is groot
ja
---
---
3. Reistijdverhouding spits/dal
---
> 2,0
< 2,0
> 2,0
< 2,0
> 2,0
< 2,0
---
---
KENTAL ERNST- BEREIKBAARHEID
4
4
3
3
2
2
1
1
0
Beslissingstabel ernst bereikbaarheidsprobleem wegenprojecten
Op deze wijze zijn voor de genoemde PVVP-hoofddoelen de beslissingstabellen ontworpen voor
wegenprojecten, fietsprojecten en openbaar vervoerprojecten. Een project dat op elk van de beschouwde
PVVP-doelen als technisch-inhoudelijk oordeel een kental 4 scoort is dus gericht op het aanpakken van een
ernstig mobiliteitsprobleem. Hoofdstuk 5 van bijgaande Eindrapportage geeft het totaaloverzicht van de
ontwikkelde indicatoren en beslissingstabellen.
De ontwikkelde beslissingstabellen zijn niet statisch, maar blijven onderwerp van discussie, al is het maar
omdat inzichten kunnen veranderen of normen wijzigen. Of veranderingen nodig zijn, zal blijken naar mate
de methodiek in de praktijk wordt gebruikt.
Afwegingen op draagvlak
De afwegingen op draagvlak corrigeren het technisch-inhoudelijk oordeel. De mate van correctie is
afhankelijk van de score op het technisch-inhoudelijk oordeel. Hoe hoger die score – hoe hoger de technisch
inhoudelijke prioriteit – deste groter is het corrigerend effect van de afwegingen op draagvlak. Een positieve
afweging op draagvlak heeft een sterk effect, maar betekent niet automatisch een hoge score op de
uiteindelijke prioriteitslijst. Daarvoor is een hoge score op het technisch-inhoudelijke oordeel voorwaarde.
Ad 2 Resultaten pilots prioritering
Om de bruikbaarheid van de ontwikkelde methodiek in een pilotomgeving uit te proberen zijn in totaal 36
verschillende mobiliteitsprojecten gescoord. Bijgevoegd 2 vindt u hoofdstuk 7 van het opgestelde
eindrapport. Daarin staat een beschrijving van de methodische resultaten van de pilots waarmee u een indruk
krijgt van de werking van de methode. In algemene termen zijn de volgende resultaten van de pilots voor dit
dossier relevant:
1. De methodiek biedt een prima werkvorm waarmee deskundigen in werksessies tot een prioritering
komen;
2. De methodiek levert een prioriteitenlijst met een onderbouwing die de gebruikte argumenten
transparant en reproduceerbaar maakt;
3. Prioriteren is niet programmeren, ofwel, de prioriteitenlijst is ondersteunend bij het uiteindelijke besluit
over wat wel en wat niet uitgevoerd gaat worden;
4. De expliciete aandacht voor de afweging van draagvlakaspecten, zowel maatschappelijk als politiek biedt
een meerwaarde ten opzichte van de puur technisch-inhoudelijke prioriteit;
5. Ingewikkelde berekeningen hoeven bij het gebruik van de methode niet te worden gemaakt. Tijdens de
werksessies biedt een gebruiksvriendelijk computermodel direct inzicht in de gevolgen van bepaalde
oordelen voor de prioriteiten;
6. De hoeveelheid informatie die nodig is om te kunnen prioriteren is op het oog aanzienlijk, maar hangt
mede af van de mate van objectiviteit die wordt nagestreefd;
7. Daar waar informatie ontbreekt gaat de methodiek ervan uit dat deskundigen een expert-oordeel vellen;
8. De methodiek vraagt om de nodige pragmatiek bij de deskundigen om tot overeenstemming te komen
over de expert-oordelen.
4. Prioriteren is niet programmeren
De prioriteringsmethode leidt op grond van inhoudelijk “objectieve” criteria tot een prioriteitenlijst van uit te
voeren projecten. Het is van belang zich te realiseren dat prioriteren niet hetzelfde is als het uiteindelijk
programmeren van projecten in een uitvoeringsprogramma. Bij het programmeren kan de prioriteitenlijst een
herschikking ondergaan op grond van (actuele) bestuurlijke overwegingen – bijvoorbeeld in relatie tot de
regionale en plaatselijke economie -, praktische omstandigheden (werk met werk maken, organisatie) of het
-3-
optimaal benutten van budgetten.
-4-
Download