© NEVI pag.: 1 van 1 code: ORG-VERAM-kre-017-bl versie 1.1 Macht en invloed: indicatoren van macht Een goede diagnose van de machtsverhoudingen tussen personen en partijen in een organisatie kan worden verkregen door te letten op een aantal indicatoren: de machtsbases, consequenties van macht, reputaties, vertegenwoordiging in commissies en adviserende en besluitvormende organen. Wanneer alle indicatoren in dezelfde richting wijzen, is er geen twijfel mogelijk. Soms is het beeld wat complexer en moeten we nog aanvullende informatie zoeken over de relatieve waarde van de diverse indicatoren. Machtsbases Allereerst kunnen we letten op de bronnen van macht waarover individuele personen en groepen beschikken. Er zijn vijf belangrijke machtsbronnen: beloningsmacht, bestraffingsmacht, legitieme macht, deskundigheids- of expertmacht en referentiemacht. Deze vijf machtsbronnen zijn overigens niet onafhankelijk van elkaar. Vooral legitieme macht, beloningsmacht en bestraffingsmacht gaan vaak samen. Consequenties van macht De mensen met meer macht zullen in allerlei besluitvormingsprocessen vaker hun zin krijgen dan minder machtigen. Door te letten op bijvoorbeeld de uitkomst van budgetverdelingen en debatten en het vermogen om uitzonderingen op de regels voor elkaar te krijgen, kunnen we een indicatie krijgen hoeveel macht iemand of een groep heeft. De grootte van iemands kamer, het meubilair, het tapijt, de rangschikking aan tafels (aan het hoofd of in het midden), het zijn allemaal symbolen van macht die we betrekkelijk gemakkelijk kunnen observeren. Reputatie en vertegenwoordiging De formele en de informele machtstructuur kunnen behoorlijk van elkaar afwijken. Informele leiders beschikken soms over aanzienlijk meer macht dan hun chefs. Maar hoe komen we daar achter? Een van de manieren is door het uitvoeren van een soort ‘reputatieanalyse’. Die komt erop neer dat men aan diverse leden van de organisatie vraagt wie er nu in feite over de meeste macht en invloed beschikken. Natuurlijk kunnen mensen zich vergissen, en de feitelijke verhoudingen verkeerd inschatten. Dit is reden te meer om ook te letten op de overige criteria. Belangrijke informatie verkrijgen we door vast te stellen hoe personen en partijen vertegenwoordigd zijn in commissies en in adviserende en besluitvormende organen. Het totale patroon van de indicatoren van macht in organisaties verschaft een redelijk goed beeld van de machtsverhoudingen in een organisatie. Dat stelt veranderkundigen in staat een goede inschatting te maken van de personen en partijen die een grote invloed kunnen uitoefenen op het verloop van veranderingsprocessen. Vaak is het gedrag van personen en groepen rationeel vanuit het gezichtspunt van de belangen van deze personen en de groepen waartoe zij behoren, maar irrationeel vanuit het gezichtspunt van het belang van de organisatie als geheel. Veranderkundigen dienen een goed inzicht te ontwikkelen in de gepercipieerde belangen van de betrokken personen en groepen. Veel schijnbaar irrationeel gedrag is verklaarbaar zodra zulk inzicht is verkregen.