“Alles draait om kwaliteit, niet om kwantiteit” Drie medisch oncologen, een gynaecoloog en een directeur Kwaliteit en Zorginnovatie, samen rond de tafel. Specialisten van drie verschillende ziekenhuizen trouwens. In Roeselare en omstreken kijken ze daar niet van op. Om kwaliteit te leveren, kan je er ook voor kiezen om de krachten en expertise te bundelen. B r. Filip Van Aelst is medisch oncoloog aan het AZ Delta, campus Wilgenstraat. Dr. Marianne Hanssens is een collega in de campus Brugsesteenweg, en zij is ook verbonden aan de Sint Jozelfskliniek in Izegem. Dr. Leen De Backer is hun beider collega uit het Sint Andriesziekenhuis in Tielt en dr. Christian Vandeursen is gynaecoloog in de Sint Jozefskliniek in Izegem. En dan is er ook nog dr. Stefan Vandecandelaere, directeur Kwaliteit en Zorginnovatie van AZ Delta. Zij zorgen er onder andere samen voor dat patiënten met kanker in de regio kwaliteitsvol worden opgevangen en behandeld. “We hadden besloten om de focus op de indicatoren voor borstkanker te leggen, aansluitend bij VIP2 ”, begint dr. Vandecandelaere. “Dat past hier ook erg goed in de regio, waar we met vier verschillende ziekenhuizen (nvdr. Het H.-Hartziekenhuis Roeselare-Menen en het Stedelijk Ziekenhuis Roeselare zijn ondertussen gefusioneerd in AZ Delta) gekozen hebben voor een gezamenlijk Multidisciplinair Oncologisch Handboek (MOH) en een wekelijks Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC). Maar ook het multidisciplinair overleg gebeurt gemeenschappelijk. Met de vier ziekenhuizen vormen wij officieel het Netwerk Oncologie in WestVlaanderen.” kwantitatieve eisen op”, zegt dr. De Backer. “Je moest voldoen aan een minimumaantal operaties. Maar dat zegt, volgens ons, niets over de kwaliteit. Dan zijn wij op zoek gegaan naar een manier om dat naar onze ziekenhuizen en onze regio te vertalen. Wij hebben eigenlijk de term ‘borstkankercentrum’ omgezet in ‘borstkankernetwerk’.” “Wij willen met ons netwerk dat de patiënt niet alleen overal kan behandeld worden, maar dat de kwaliteit ook overal even goed is”, zegt dr. Vandeursen. “Daarvoor is die extern gevalideerde set van indicatoren ook nuttig. Met dat instrument kunnen wij trouwens ook zelf, binnen het netwerk, controleren of die kwaliteit inderdaad overal even goed is.” “Wij hebben voor die indicatoren gekozen, maar op het werkveld zie je soms toch dat er zou kunnen bijgestuurd worden”, zegt dr. Van Aelst. “Neem nu een test voor een specifiek medicatiegebruik in bepaalde voorstadia van borstkanker. Bij invasieve kanker is dat nuttig, bij voorstadia slechts zeldzaam. Wij hebben dan ook als opmerking meegegeven dat het steeds uitvoeren van deze dure test geen bewijs is voor goede kwaliteit, integendeel, en wij hebben toch het gevoel dat er naar ons geluisterd is. Indicatoren zijn onderhevig aan evolutie.” Criteria lieten maar één centrum toe Patiëntenbejegening “Het netwerk is eigenlijk ontstaan bij de erkenning van de borstkliniek”, verduidelijkt dr. Van Aelst. “Daarbij moesten we aan een aantal criteria voldoen waardoor in deze regio eigenlijk maar één ziekenhuis borstkanker had mogen behandelen. Uiteindelijk hebben we met de overheid onderhandeld waardoor alle andere ziekenhuizen in de regio binnen die ene borstkliniek mochten werken. Wij hebben daar kwaliteitsparameters aan verbonden, zoals het handboek en een gezamenlijke bespreking van alle patiënten van alle ziekenhuizen met het hele team. Zo maakt het niet langer uit of een patiënt nu in het ene ziekenhuis wordt behandeld of in het andere. De kwaliteit is overal identiek.” “Het goed functioneren in een netwerk is wel moeten groeien”, geeft dr. Van Aelst toe. “In het begin kijk je wat concurrentieel naar elkaar, maar dat is er snel uitgegroeid. Nu ga je samen voor een doel en het systeem werkt uitstekend.” “De grote kracht van de indicatorenset is dat je voor jezelf en het ziekenhuis kunt toetsen of je het effectief wel zo goed doet als je denkt. Ook de patiënt wil niet alleen weten hoe zijn prognose in een bepaald ziekenhuis is, hij wil ook weten of hij daar goed verzorgd zal worden”, vindt dr. De Backer. “Maar patiëntenbejegening zoals opvang of psychosociale begeleiding is nog niet opgenomen in de indicatorenset en persoonlijk hoop ik ook dat dit element erin zal verwerkt worden.” “De resultaten tonen ons dat we met het netwerk ons kwalitatief doel bereiken”, zegt dr. Vandecandelaere. “Het is ook goed dat we die controle blijven uitvoeren. Ook de transparantie is een goed signaal. We zien toch dat ziekenhuizen die transparant zijn, ook geneigd zijn om nog meer te werken aan kwaliteit.” “Twee jaar geleden ging de discussie over ‘grote’ borstkankercentra. Nu draait de discussie over ‘goede’ borstkankercentra. De kwaliteitsindicatoren zijn een signaal om dingen te veranderen. In en door ons netwerk zijn ze veranderd...” Van borstkankercentrum naar borstkankernetwerk “Als het over borstkanker gaat, legde de wet via de indicatoren vooral INDICATOREN 11