Examenvragen methoden: 2005-2006 Peeters 1. Sedimentatie basisprincipes uitleggen en onderling verband geven tussen de verschillende fysische parameters + de 3 centrifugatie technieken 2. Steriel werken 3. Bespreek fysicohemische eigenschappen van dierlijke celculturen Geef voor – en nadelen van serumvrije en serum media Bespreek groei, onderhoud en manipulatie van cellen in cultuur Leg uit: passage en immortalisatie 4. Geef 3 methoden om de Pr (relatieve molecuulmassa dus) van een proteine te bepalen. 5. Hoe kunnen mutaties in vectoren (of gekloneerde DNA- fragmenten) en hoe kunnen restrictiesites worden toegevoegd? 6. Geef het basisprincipe van elektroforese en de storende effecten hierop. Hoe kan je het Mr van een proteine bepalen en is ook mogelijk DNAfragmenten volgens grootte te scheiden. Bespreek de gebruikte technieken, de verschillende stappen en de facctoren die hier een invloed op hebben. Wat zijn de detectie methoden hiervoor? 7. Hoe gebeurt de synthese van oligonucleotiden? Geef enkele toepassingen waarvoor deze synthetische moleculen gebruikt worden. (+schema met structuren geven) 8. Beschrijf de gecombineerde elektroforesetehcniek om een proteinenmengsel te scheiden en verschillende proteinen met elkaar te vergelijken. Hoe bereid je een mengsel hierop voor? - Wat zijn de beperkingen van deze techniek. - Met welke analyse gaan we de proteinen bekijken? 10. Wat zijn stamcellen? Waar worden ze gemaakt? Welke potentiele toepassing hebben ze? Wat doen we bij immunologische afweer? Waarom zijn er ethische bezwaren tegen deze techniek? 11. Beschrijf de verschillende stappen van PcR en de factoren die hiervoor gebruikt worden. Hoe kunnen we de specificiteit en de kwaliteit van de amplificatie beinvloeden? 12. Capillaire electroforese 13. Chromatografie Alle 5 types uitleggen Met welke combinatie kan je het best proteine opzuiveren? Mengsel van 3 proteinen: uitschrijven van de procedure om deze met een zwakke inonenwisselaar te scheiden 14. Wat zijn DNA en RNA probes? Hoe worden ze gemaakt? Hoe kan je ze radioactief labelen? Hoe niet radio- actief? Hoe kan je ze detecteren? hoe kan je complementaire seq.s in ongekende DNA/RNA fragmenten opsporen met die probes 15. Micro- organismen; celkweek. 16. Hoe kan een celcultuur gestart worden, grafiek van evolutie van cellijn, aanmaak van CCL (das zoiets met senescence) 17. Geef 3 methoden om Mr van een proteïne te bepalen (SDS-PAGE, gelfiltratie chromatografie en massaspectrometrie dus) 18. Electroforese: Het basisprincipe bij proteïnen Bij DNA Moleculair gewicht bepaling de storende effecten 19. Chemische peptidensynthese 20. In vitro translatie : de voordelen en de toepassingen 21. Wat zijn de controle-elementen van een kloneringsvector. Wat zijn de elementen van een bacteriële en eukaryote expressievector + hun werking 22. PCR Schematisch voorstellen van de verschillende stappen in PCR. Wat zijn de componenten die nodig zijn? Welke factoren kunnen hier een invloed op de specificiteit en de kwaliteit van de test hebben? 23. Bespreek centrifuges en rotoren en de formules t= k/S en t1/t2=k1/k2 24. Real time PCR, wat is het, hoe kun je gekwantificeerde resultaten hebben? En geef een paar toepassingen. De Smedt: 1a: Geef voorbeelden van chemische Ca2+ indicatoren. Welke zijn de chemische kenmerken van deze indicatoren? 1b: Welke zijn de technische problemen met Ca2+ indicatoren en voor welke problemen bieden ratiometrische indicatoren een oplossing? 1c: Wat is het iso-excitatief punt bij deze ratiometrische indicatoren? 2: Geef aan wat de voorwaarden zijn voor geleidbaarheid in een stroomspanningsdiagram voor ionenkanalen (of zoiet, verstond de vraag niet zo goed) 3: Geef enkele toepassingen van het chemiluminescente luciferase Van Veldhoven: Wat zijn de parameters voor binding van een analyt met een affiniteitskolom? (loopvloeistof, korrel en eventuele andere parameters) Goed/fout-vraagjes: -Hexa- en heptapeptiden geven een goede scheiding door een Pirkle fase kolom -Stoffen met een groot verschil in partitiecoëfficiënt voor water/diethylester fase kan je best scheiden met argentatiechromatografie. -Een guard kolom dient om (een bepaalde stof, weet al niet meer welke) tegen te houden bij HPLC ivm fluorescentiedetectie Desmedt: Was megavriendelijk! Moet ge zkr gn stress voor hebben... 1) leg de verschillende configuraties uit van patch clamp. En dan gaf hij enkele voorbeelden waarbij ge moest zeggen welke configuratie van patch clamp ge zou gebruiken (bv testen van een farmaca) 2) schets een FACS en uitleg 3) Waarom zijn excitatiespectra en emissiespectra elkaars spiegelbeeld? Leg uit Stoke's shift en verklaar waarom dit optreedt. Vanveldhoven: Geef parameters voor binding aan een anionenwisselaar. Parameters als loopvloeistof, korrel, oplosmiddel, ... Desmet: patch clamp vgl met intracellulaire elektrode plus rol van een elektrode vgl spectrofotometrie (single en double beam) met spectrofluorimetrie cell sorter werking toepassen op apoptose en rol van intracellulaire c² Veldhoven: alle parameters die invloed hebben op de binding van een gesilaneerd hormoon bij reversed phase chr. juist/ onjust iets over resolutie, dat retentie tij en piekbreedte invloed hebben iets van de van deemter vgl De Smedt: 1a: Geef voorbeelden van chemische Ca2+ indicatoren. Welke zijn de chemische kenmerken van deze indicatoren? 1b: Welke zijn de technische problemen met Ca2+ indicatoren en voor welke problemen bieden ratiometrische indicatoren een oplossing? 1c: Wat is het iso-excitatief punt bij deze ratiometrische indicatoren? 2: Geef aan wat de voorwaarden zijn voor geleidbaarheid in een stroomspanningsdiagram voor ionenkanalen (of zoiet, verstond de vraag niet zo goed) 3: Geef enkele toepassingen van het chemiluminescente luciferase Van Veldhoven: Wat zijn de parameters voor binding van een analyt met een affiniteitskolom? (loopvloeistof, korrel en eventuele andere parameters) Goed/fout-vraagjes: -Hexa- en heptapeptiden geven een goede scheiding door een Pirkle fase kolom -Stoffen met een groot verschil in partitiecoëfficiënt voor water/diethylester fase kan je best scheiden met argentatiechromatografie. -Een guard kolom dient om plasticizers tegen te houden bij HPLC ivm fluorescentiedetectie - het dode volume (door injector, leidingen, verbindingen,...) heeft een invloed op de piekbreedte - solventsterkte is een maat voor oplosbaarheid van het analyt in het solvent Desmedt: Bespreek FRET en toepassingen (protease ca en camp) verklaar stokes shift en waarom is excitatiespect'rum spiegelbeeld van emissiespectrum vergleijk single channel na stroom met macroscopische natriumstroom Vanveldhoven WCOT kolom bij gaschromatografie de stationaire fase bespreken ge kunt albumine gebruiken om enantiomeren te scheiden 1.5M NaCl zorgt ervoor dat proteinen nie meer binden aan hydroxylapaptiet e andere j/f vragen: - normale fase is voor scheiding polaire, wateroplosbare stoffen - indien a sneller dan b migreert in normale fase zal het dat ook doen in reversed fase met hetzelfde solvent (90% ethanol) - iets van als je een apolaire stof wil doen migreren van serum naar een apolair solvent, dat je dat serum moet aanzuren Desmedt: - geef schema van single beam + leg het werkingsmechanisme uit + nog een berekening van concentratie maken - compartimentalisatie van ca indicatoren - hoe kan je met patch clamp vesikel exocytose aantonen Van veldhoven: hoofdvraag: parameters van magneetchromatografie juist/fout vragen: - verkleinen van diameter van capillair verkleint de eddy diffusie - iets van silanering van GC dat dit zorgt voor constante respons bij FID - ionenpaar komt voor bij HIC a) door de kleine diameter van cappilairen bij gaschrom. is eddy diffusie van anlayt te verwaarlozen. b)keuze van het solvent om het analyt op te lossen en in te spuiten bij omgekeerde fase chr. is afhankelijke van de fase van de kolom. c) ionenparing is een techniek die gebruikt wordt bij hydrofobe interactie d)apolaire enantiomeren kunnen met normale fase gescheiden worden als poriegroootte van korrel groter is dan die van de enantiomeren. e) silylatie van analyt bij gc zorgt ervoor dat alle analyten een gelijke respons geven bij