Artikel 27 lid 1 sub e WOR Aanstellingsbeleid, ontslagbeleid en bevorderingsbeleid : de OR heeft hier een instemmingsrecht. Een aspect dat hierbij de aandacht verdient is gelijke behandeling Artikel 27 WOR Artikel 27 lid 1 sub j WOR Klachtenregeling : de OR heeft instemmingsrecht voor het vaststellen, wijzigen of intrekken van een klachtenregeling. Individuele werknemers die tijdens het werk onheus worden behandeld, moeten hiertegen in verweer kunnen komen, door bijvoorbeeld een klacht in te dienen. Daarvoor kan een formele klachtenregeling in het leven worden geroepen Het bevorderen van het werkoverleg Arbeidsvoorwaarden De OR heeft een stimulerend taak bij enkele andere onderwerpen die raken aan het onderwerp 'gelijke behandeling' Lid 1 Het bevorderen van de naleving van de binnen de onderneming geldende voorschriften op het gebied van: Arbeidsomstandigheden Arbeidstijden Rusttijden Lid 2 De OR moet zich bewust zijn van zijn stimulerende taak Het volgen van trainingen (bijv. bij het College voor de Rechten van de Mens) Voorlichting aan de medewerkers n.a.v. de gevolgde trainingen Door het creëren van een ( eventueel anonieme) meldingsmogelijkheid Stereotypering verkleinen door: De OR moet de aanpak van discriminatie expliciet aandacht geven In samenwerking met de leiding een workshop (laten) geven De OR kan bijvoorbeeld op basis van artikel 9 lid 4 WOR kiesgroepen instellen of bepalen dat op de kandidatenlijsten de verschillende groepen werknemers van de onderneming vertegenwoordigd moeten zijn Door specifiek werknemers uit minderheidsgroepen actief te interesseren voor de medezeggenschap Zie bijvoorbeeld de Bijlagen A en D bij het SERVoorbeelreglement Bevorderen diversiteit binnen het medezeggenschapsorgaan: meer een afspiegeling van de diversiteit binnen de onderneming Zie bijvoorbeeld Handreiking arbomaatregelen Zwangerschap & Werk van de Stichting van de Arbeid Dit betreft de stimulerende taak van de OR. De OR heeft een stimulerende taak om de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de inschakeling van gehandicapten en minderheden te bevorderen en om te waken tegen discriminatie in het algemeen Lid 3 Andere rollen Gebruik maken van bestaande handreikingen van de SER: het SER-Voorbeeldreglement Ondernemingsraden en de SER-Leidraad PVT, en ander voorlichtingsmateriaal van vakorganisaties, werkgeversorganisaties en de SER-Commissie Bevordering Medezeggenschap Rollen en bevoegdheden medezeggenschap bij (voorkomen van) discriminatie HOE? De OR moet op de hoogte zijn van aandachtspunten rond de positie van specifieke groepen De OR moet zich bewust zijn van de stand van de diversiteit in de organisatie Rollen en bevoegdheden De OR moet initiatieven nemen om de diversiteit (verder) te bevorderen Eventueel kunnen de afspraken worden vastgelegd in een ondernemingsovereenkomst (artikelen 32 lid 2 WOR) Via scholing Via trainingen Door aandacht in het OR-spreekuur met zonodig een doorverwijzende rol voor de OR Door anti-discriminatie onderdeel van de OR-training te maken Artikel 28 WOR Door specifieke voorzieningen te treffen zijn het ORreglement en/of in een preambule bij het OR-reglement Door invloed op de benoeming van een vertrouwenspersoon Samen met leiding van de organisatie optrekken om gelijke behandeling en diversiteit te bevorderen Verzamel informatie (o.a. o.g.v. artikelen 31, 31b en 31d WOR) Verzamel informatie (o.a. o.b.v. artikelen 31 en 31b WOR) Diversiteit binnen de organisatie als geheel Diversiteit binnen het medezeggenschapsorgaan zelf De OR kan netwerken stimuleren Ondersteuning vragen aan vakbonden om discriminatie op de werkvloer bespreekbaar te maken Samen met werkgever, HR, etc. voorlichting geven De PVT kan de stimulerende taak die de OR op basis van artikel 28 WOR heeft wel verkrijgen via de ondernemingsovereenkomst van artikel 32 lid 2 WOR Afspraken maken met arbeidsorganisaties, management, caopartijen en vakbonden De PVT heeft de wettelijke stimulerende taak niet Bevorderen dat meer expliciete aandacht in cao's en arbocatalogi is voor het tegengaan van discriminatie en het bevorderen van diversiteit Artikel 23 lid 3 WOR De PVT komen o.g.v. o.a. de Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet ook al rechten toe op basis waarvan de PVT net zoals de OR gelijke behandeling op deze terreinen kan bevorderen: Overlegrecht, initiatiefrecht en instemmingsrecht bij ondernemingsregelingen van arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden Dit betreft het initiatiefrecht van de OR. Dat houdt in dat de OR alle onderwerpen die de onderneming aangaan - dus ook onderwerpen die betrekking hebben op discriminatie binnen de onderneming - aan de orde kan stellen en daarover voorstellen kan doen. Dat kan zowel binnen als buiten de overlegvergadering. De PVT heeft niet het initiatiefrecht, maar kan dat via de ondernemingsovereenkomst van artikel 32 lid 2 WOR wel krijgen Artikel 31 WOR: de OR kan de ondernemer om informatie vragen over alle relevante zaken van de onderneming Artikelen 31, 31b en 31d WOR Artikel 31b WOR: de ondernemer moet tenminste eenmaal per jaar informatie aan de OR verstrekken over het gevoerde sociale beleid Deze informatie kan dus o.m. betrekking hebben op de stand van de diversiteit in de organisatie, de beloningsverhoudingen, aandachtspunten en beleid m.b.t. de specifieke positie van groepen in de organisatie Artikel 31d WOR: de OR van een onderneming, waar ten minste 100 werknemers in dienst zijn, heeft de mogelijkheid inzicht te krijgen in de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaarden van personeel dat niet onder een cao valt. Andere rechten De OR kan - in overleg met de bestuurder en de achterban - aan het College voor de Rechten van de Mens vragen te onderzoeken of binnen de onderneming verboden onderscheid is of wordt gemaakt (artikel 10 lid 2 sub d Wet College voor de rechten van de Mens)