Jezus en Zacheus 1. Proloog We kunnen Jezus ontmoeten in het evangelie. Daarom noemen we het evangelie ook “goed nieuws”. In elk verhaal wil Jezus ons een stukje van zichzelf laten zien, zodat we hem als vriend beter leren kennen. Zo weten we ook beter hoe we als zijn vriend kunnen leven. Vandaag luisteren we op een bijzondere manier naar een evangelieverhaal. We spelen samen een biblioloog. Een gesprek met en in dat evangelieverhaal. We kruipen langs een rol in het verhaal en iedereen, die dat wil, antwoordt op de vragen, die ik je stel, in de rol. De spelregels zijn heel eenvoudig. Ik lees het verhaal voor en op sommige plaatsen stop ik. Dan vraag ik je je voor te stellen dat je een persoon uit het verhaal bent. Ik stel je een vraag en als figuur uit het evangelieverhaal antwoord je op mijn vraag in de ik-vorm. - Als je wil in die rol iets zeggen, steek je je hand op. Ik kom dan tot bij je en jij doet jouw inbreng. Ik probeer dan in mijn woorden weer te geven wat je gezegd hebt. Misschien stel ik je zelfs nog een vraag, als dat onze biblioloog rijker kan maken. -Niemand is verplicht te antwoorden, ieder mag antwoorden, op zijn beurt. -Al wat er gezegd wordt door jou is welkom en waardevol en juist. - Als je in die rol iets wil zeggen, is het ook oké. Als er niemand in geen enkele rol iets wil zeggen, wordt het natuurlijk vervelend 2. Inleiding We steken een kaarsje aan en we bidden in stilte dat Jezus ons hart opent voor zijn woorden. “Jezus, wij willen graag naar jouw woorden luisteren. Wij willen daardoor heel dicht bij jou komen, zodat we voelen en zien wat jij van ons verlangt.” We gaan nu op reis naar het Heilig Land, naar Palestina. Niet ver van Jeruzalem ligt de stad Jericho, een heel oude stad. Daar leidt een zekere Zacheüs bij de stadspoort een douanekantoor van de Romeinen. Laten we luisteren naar wat er in Jericho gebeurt als Jezus in die stad aankomt. 3. BIBLIOLOOG Jezus roept Zacheüs (Tekst naar Lucas 19:1-10 uit de kinderbijbel: Jezus. Mijn bijbel-prentenboek. Averbode 2001) 1. Zacheüs is een heel kleine man. Als hij tussen grote mensen staat, zie je hem niet meer. Zacheüs moet bij de mensen geld ophalen om aan de keizer te geven. Een soort belasting is dat. Soms geeft hij niet alles aan de keizer. Hij houdt wat voor zichzelf. Of hij vraagt meer geld aan de mensen dan hij mag. Zo wordt hij zelf rijk. Dat is niet eerlijk. 1ste rolgesprek: Jij bent Zacheüs? Waarom doe je dat? Heb je soms spijt ervan? Waarom blijf je het doen? Dankjewel. 2. Als Jezus in de stad Jericho komt, wil iedereen hem zien en met hem praten. Ook Zacheüs. Maar er zijn te veel mensen en hij kan niets zien. Zacheüs heeft een idee. Om toch maar iets van Jezus te zien klimt hij in een hoge boom. 2de rolgesprek: Jij bent een vrouw, een man, die Zacheüs kent. Je ziet Zacheüs in de boom klimmen. Wat gaat er door je heen? Wat vind je van Zacheüs gedrag? Dankjewel. 3. Jezus ziet Zacheüs zitten in de boom. “Kom maar vlug naar beneden!” lacht hij tegen Zacheüs. “Ik wil vandaag nog bij jou in je huis komen!” Zacheüs is blij. Wat zei Jezus? Hij? In zijn huis? Hij klimt uit de boom en rent naar huis. Jezus komt bij Zacheüs eten. Ze zitten samen aan tafel. Zacheüs voelt zich heel gelukkig. Dit is een echt feest. Maar de buren van Zacheüs zijn een beetje boos. 3de rolgesprek: Jij bent een buurvrouw, buurman van Zacheüs. Op wie ben je boos? Waarom ben je boos? Dankjewel. 4. Ze vinden dat Jezus niet bij Zacheüs mag eten, omdat hij niet eerlijk omgaat met hun geld. Als Jezus weer weggaat, zegt Zacheüs: “Ik ben zo blij dat je in mijn huis op bezoek kwam. Ik zal aan iedereen alles teruggeven wat ik afgepakt heb, en ik zal de helft van alles wat ik heb, aan de arme mensen geven.” 4de rolgesprek: Jij bent de vrouw van Zacheüs. Wat vond je ervan dat Jezus bij jullie kwam eten? Is je man veranderd? Hoe zijn de mensen nu tegenover jullie? Dankjewel. ONTROLLEN 4. Jezus op de open stoel. We zetten een lege stoel in het midden. We proberen ons voor te stellen dat Jezus nu tussen ons zit, op die stoel. We gaan met hem praten alsof hij bij ons is. Je kan aan Jezus alles vragen over wat hij met Zacheüs heeft meegemaakt: dus vragen stellen rond de ontmoeting met Zacheüs, die we zojuist samen gespeeld hebben. Wat wil je van Jezus te weten komen? Als je denkt op een van de vragen, die aan Jezus gesteld worden, te kunnen antwoorden, dan ga je achter de stoel staan en probeer je als Jezus te antwoorden. Je zegt: “Ik ben Jezus. Ik heb iemand dat horen vragen en dat wil ik er op antwoorden.” Dan ga je weer op je plaats en geef je iemand anders de kans om Jezus te zijn. STOEL ONTROLLEN. 5. Schrijfronde: Wat ga ik nu zelf doen, na wat ik hier vandaag gehoord en gezien heb? 6. Eventueel: enkele nota’s voorlezen (wie wil) Bedankt allemaal voor het meespelen. Karel Vanspringel