Integratiebeleidsplan Stad Landen Integratiebeleidsplan Stad Landen 2 Integratiebeleidsplan Stad Landen VOORWOORD Beste lezer, Integratie. Een thema dat mensen beroert. Een beladen woord met soms een negatieve bijklank. Er bestaat geen toverformule om een multiculturele samenleving te vrijwaren van botsingen, wrijvingen en uitdagingen. Maar deze hoeven er niet noodzakelijk te zijn indien de overheid en het stadsbestuur kort op de bal spelen. De aanwezigheid van mensen met verschillende herkomst is een voortdurend leerproces van interactie, waarin ruimte is voor uitwisseling en onderhandeling. Integratie is de sleutel tot meer solidariteit, dialoog en respect tussen "nieuwe" en "oude" Landenaren. Het stadsbestuur wil een warm Landen. Een aangename leefbare stad waarin mensen van verschillende origine in harmonie samenleven. Een stad is pas aangenaam om wonen indien elke burger er zich thuis voelt. Dat is niet enkel ons doel, het is ook de verantwoordelijkheid van ons allemaal. De verschillende achtergronden van Landenaren mogen gelijke kansen niet in de weg staan. Elke inwoner moet zich in de eerste plaats kunnen thuis voelen. Wie zich gerespecteerd weet, voelt zich goed. Maar daarnaast moeten we ook mensen dichter bij elkaar brengen om vervreemding tegen te gaan. Daarom is ontmoeting tussen mensen cruciaal. Zo vormen we de cement tussen de verschillende culturen. De integratiedienst speelt hierin een belangrijke rol als brug tussen de verschillende gemeenschappen in Landen. Elkaar beter leren kennen en leren verstaan is nodig, want onbekend is onbemind. In ons integratiebeleid is het dan ook erg belangrijk dat we hiervoor oog hebben en zoveel mogelijk inzetten op taalpromotie en het creëren van oefenkansen Nederlands voor anderstalige Landenaren. We ondersteunen ons personeel bij de omgang met inwoners van diverse herkomst binnen een duidelijk taalbeleid dat ook bekend gemaakt wordt bij de Landense bevolking. We zorgen voor leefbare woonwijken waar kansengroepen en burgers van diverse herkomst mee participeren aan een toegankelijk activiteitenaanbod en het sociale leven. We willen de bevolking sensibiliseren over het omgaan met diversiteit in de samenleving en zorgen zelf voor een diversiteitsbeleid op de werkvloer. Een goede opleiding, een job, een inkomen zijn dingen die een zekere toekomst bieden. Daarom willen we aandacht hebben voor een goede onderwijsondersteuning door extra kansen te bieden aan zij die dit het hardst nodig hebben. Als stad willen we dat iedereen actief kan deelnemen aan het lokaal beleid en stimuleren we de deelname aan adviesraden en inspraakkanalen. Met dit integratiebeleidsplan springt Landen mee op de kar van Vlaams minister Bourgeois die de Vlaamse gemeenten ondersteunt bij het voeren van een integratiebeleid. Ten slotte wil ik de stuurgroep en medewerkers van verschillende gemeentediensten en OCMW bedanken voor de kleurrijke input en feedback bij de opmaak van dit plan. Vanermen Greta Schepen Integratie Landen 3 Integratiebeleidsplan Stad Landen 4 Integratiebeleidsplan Stad Landen INHOUDSTAFEL Inleiding 1. Hoe dit plan tot stand kwam… 2. Het integratiedecreet en de integratiedienst Deel 1 Omgevingsanalyse 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. Geografische situering Bevolking, bevolkingsgroei en bevolkingsdichtheid Migratie Niet-Belgen versus personen van vreemde herkomst Anderstaligen Onderwijs o Mobiliteit o Nationaliteit o Thuistaal Niet-Nederlands o GOK-leerlingen o Schoolse vertraging o Analyse bevragingen Nieuwkomers en inburgeraars o Algemeen o Analyse bevragingen Meldingen bij het Huis van het Nederlands Werkloosheid volgens origine Sociale woningen Kansarme gezinnen Leefloon Woonwagenbewoners Deel 2 Het Landense netwerk 1. 2. 3. 4. LOI Wijkwerking Praatavond voor anderstaligen en Nederlandstaligen. Adviesraden o Vrije tijd: jeugd, sport en cultuur o Sociale adviesraden o Analyse bevragingen 5. Onthaaldag voor nieuwe inwoners 6. Samen Inburgeren 7. Taalbeleid 5 Integratiebeleidsplan Stad Landen 8. Ondersteunende organisaties die een ruimer grondgebied bedienen o Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) o Centrum voor Basiseducatie (CBE) o Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) o Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) o Huis van het Nederlands o Kind & Gezin o Kruispunt Migratie-Integratie o Lokale Politie o Meldpunt Discriminatie o Onthaalbureau o Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) o Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) Deel 3 Doelstellingennota 1. Taalbeleid 2. Samenleven in diversiteit 3. Regierol in interculturalisering o Interne regierol o Externe regierol 4. Beleidsparticipatie Deel 4 Financiële nota Bijlagen 1. Lijst van o Tabellen o Kaarten o Grafieken 2. Vragenlijst o Scholen o Adviesraden o Doelgroep 3. Samenwerkingsovereenkomst met het Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) 4. Afsprakennota met het Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) 5. Kwaliteitshandboek en -planning 6. Interne organisatiestructuur 7. Advies o Doelgroep o Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) 8. Goedkeuring o OCMW-raad o College van Burgemeester en schepenen o Gemeenteraad 6 Integratiebeleidsplan Stad Landen INLEIDING HOE DIT PLAN TOT STAND KWAM… Naar aanleiding van het minderhedendecreet van 28 april 1998 (gewijzigd door het integratiedecreet van 30 april 2009) en het uitvoeringsbesluit van 12 november 2010 diende de stad Landen in het najaar van 2012 een aanvraag in bij het Agentschap Binnenlands Bestuur voor de oprichting van een integratiedienst. Eind 2012 sloot de Vlaamse Regering met de stad Landen een overeenkomst af voor de oprichting van een integratiedienst. Hiervoor werd een subsidie van 25.023 euro toegekend. Op 13 februari 2013 werd een opdrachthouder aangesteld voor het opstellen van het integratiebeleidsplan. Om dit te verwezenlijken, werd een stuurgroep bijeengeroepen, samengesteld uit volgende personen: - Schepen van Integratie, Greta Vanermen - OCMW-voorzitter, Jean Vanrijkel - Stadssecretaris, Renaat Kamers - OCMW-secretaris, Kitty Bottu - Stafmedewerker Lokaal Diversiteitsbeleid Provincie Vlaams Brabant (PRIC), Chris Caubergs - Diensthoofd Welzijn, Jasmien Degreef - Diensthoofd Burgerzaken, Liesbeth Heyns - Stafmedewerker Communicatie OCMW, Laure Roussel - Buurtwerker, Elien van Hombrouck - Opdrachthouder integratiebeleidsplan, Katrien Cloots Volgende diensten en organisaties werden actief bij de omgevingsanalyse betrokken: - Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO Leuven-Landen) - De Landense scholen - De Landense Vrije Tijds- en Welzijnsraden - De Landense Vrije Tijdsorganisaties - Dienst Burgerzaken en Bevolking - Dienst Vrije Tijd, afdelingen Jeugd, Cultuur en Sport. - Dienst Welzijn - Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant - OCMW - Onthaalbureau Vlaams-Brabant - Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) De doelgroep anderstaligen en etnisch-culturele minderheden werd bevraagd met medewerking van ‘toeleiders in diversiteit’ van het PRIC. 7 Integratiebeleidsplan Stad Landen Volgende beleidsplannen werden geraadpleegd en het integratiebeleidsplan werd hierop afgestemd: - Algemeen beleidsplan 2013-2018 - Bibliotheekbeleidsplan 2007-2013 - Cultuurbeleidsplan 2009-2013 - Jeugdbeleidsplan 2011-2013 - Lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 - Sportbeleidsplan 2008-2013 Volgende bronnen werden geraadpleegd: Gedrukte bronnen - Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Asiel en inburgering, Brussel, 2009. - Decreet van 30 april 2009 betreffende het Vlaamse integratiebeleid. - Decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (Minderhedendecreet). - Kruispunt Migratie-Integratie vzw, Kapstokken voor een lokaal integratiebeleid. Inspirerende praktijken en hete hangijzers. Ondersteuning, cijfers en subsidies, Brussel, 2013. - Kruispunt Migratie-Integratie vzw, Voorstellingsbrochure 2012 (onuitgegeven). - OCMW Landen, Infogids Lokaal Opvanginitiatief (onuitgegeven). - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Armoede in Vlaams-Brabant, Leuven, 2011. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Kinderen en jongeren in VlaamsBrabant, Leuven, 2009. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Minderheden in Vlaams-Brabant, Leuven, 2010. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Wonen in Vlaams-Brabant, Leuven, 2013. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Investeren in welzijn: Een analyse van het welzijnsaanbod, Leuven, 2009. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het lokaal sociaal beleid. Regio ‘Tienen’, Leuven, 2006. - Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Nota: Ouderen in Vlaams-Brabant bevraagd, Leuven, 2012. - Studiedienst van de Vlaamse Regering, Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor Landen. Editie 2012 (onuitgegeven). Online bronnen - CAW Hageland, s.d. (http://www.cawhageland.be/default.htm). - CVO Landen, 2013 (http://www.cvolanden.be/site/category.php?id=32). - Het Provinciaal Integratiecentrum – Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/ welzijn-gezondheid/minderheden/etnisch-culturele-minderheden/provinciaal-integratiecentrum/). - Huizenvanhetnederlands.be, 2008 (http://www.huizenvanhetnederlands.be/Default.aspx?base). - Inburgering.be, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.inburgering.be). - Inspiratievoorintegratie.be, 2013 (http://www.inspiratievoorintegratie.be). 8 Integratiebeleidsplan Stad Landen - Integratiebeleid. Integratiebeleid van de Vlaamse overheid, s.d. (http://www.integratiebeleid.be/ integratiebeleid/integratiebeleid). - Kansarmoede toelichting – Kind en Gezin, s.d. (www.kindengezin.be/img/kansarmoederegistratietoelichting. doc). - Kind & Gezin Kennismakingsfolder, s.d. (http://www.kindengezin.be/brochures/Kennismakings foldersectorpartners/index.html). - Kruispunt M-I, 2013 (http://www.kruispuntmi.be). - Lokale Politie – LAN (Landen-Linter -Zoutleeuw), 2013 (http://www.lokalepolitie.be/5390/home. html). - Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor 2012, 2012 (http://aps.vlaanderen.be/ lokaal/integratiemonitor.html). - Lokale Statistieken, s.d. (http://aps.vlaanderen.be/lokaal/lokale_statistieken.htm). - Non-discriminatie > Het beleid > Gelijke Kansen, s.d. (http://www.gelijkekansen.be/ Hetbeleid/Nondiscriminatiebeleid.aspx). - POD Maatschappelijke Integratie, 2013 (http://www.mi-is.be/be-nl/start). - Startpagina Centra voor Leerlingenbegeleiding, s.d. (http://www.ond.vlaanderen.be/clb/). - Startpagina statistieken, s.d. (http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/). - Statistische databank Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/over-deprovincie/info-voor-lokale-besturen/statistische-databank/index.jsp). - Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, s.d. (http://www.steunpunt.be/onderwerpen/detentie/ justitieel_welzijnswerk). - Steunpunt sociale planning Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/welzijngezondheid/voor-organisaties-en-professionelen/sociale-planning-en-overleg/steunpunt-sociale planning/index.jsp). - Tabellen, grafieken en Kaarten – doclijst – Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/over-de-provincie/info-voor-lokale-besturen/statistische-databank/ tabellen-grafieken-kaarten-doclijst/index.jsp). - Toeleiders | vzw Pin, s.d. (http://vzwpin.be/toeleiders/). - VDAB: Over VDAB, 2013 (http://www.vdab.be/vdab/). - VVSG - Integratiebeleid, s.d. (www.vvsg.be/sociaal_beleid/Etnisch-culturele_diversiteit/integratie beleid/Documents/Integratiebeleid%20verankerd/erkenning%20en%20subsidi%C3%ABring%20van% 20de%20werking%20van%20de%20integratie dienst.pdf). 9 Integratiebeleidsplan Stad Landen 10 Integratiebeleidsplan Stad Landen HET INTEGRATIEDECREET EN DE INTEGRATIEDIENST Op 30 april 2009 keurde het Vlaams Parlement het nieuwe integratiedecreet goed.1 Het vervangt het minderhedendecreet van 1998.2 Het integratiedecreet vormt het minderhedenbeleid om tot een integratiebeleid. Het eerste uitvoeringsbesluit werd op 12 november 2010 goedgekeurd. Het decreet vormt de basis van het Vlaams integratiebeleid. Het regelt de erkenning en subsidiëring van onder andere integratiecentra en -diensten. Het Vlaams integratiebeleid richt zich tot iedereen, ongeacht herkomst of achtergrond. Iedereen wordt geacht mee te werken aan “een samenleving waar individuen met diverse achtergronden met en door elkaar kunnen leven.” Het is een soort van driesporenbeleid met volgende kerngedachten: ‘emancipatie’, ‘toegankelijkheid’ en ’samenleven in diversiteit’. Eerst en vooral moeten ‘bijzondere doelgroepen’ op een evenredige manier participeren aan de samenleving. Daarnaast moeten reguliere voorzieningen toegankelijk zijn voor alle burgers en hebben alle burgers recht op een kwaliteitsvolle dienstverlening. Tot slot wil de overheid een ruimer draagvlak creëren voor een diverse samenleving. Volgens het integratiedecreet wordt een integratiedienst pas erkend als de gemeente voldoet aan volgende erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden. De gemeente moet:3 - Een ambtenaar aanstellen, verantwoordelijk voor het minderhedenbeleid. - Een beleidsverantwoordelijke (schepen of burgemeester) aanwijzen, bevoegd voor het minderhedenbeleid. - Een gemeentelijk beleidsplan voor lokaal minderhedenbeleid opstellen. - Overleg organiseren binnen de diensten van de gemeentelijke administratie en met de betrokken externe actoren. - Een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met het provinciaal of lokaal integratiecentrum, met onder meer de samenwerkingsafspraken en taakverdeling tussen de integratiedienst en het -centrum. - De participatie van de doelgroepen organiseren. - Een financiële inbreng hebben in de kosten van de werking van de integratiedienst. - Aan de bevolking en aan de doelgroepen informatie verstrekken over het gevoerde beleid. - Een overleg organiseren, waarbij de betrokken doelgroepen een advies uitbrengen over het lokaal minderhedenbeleid. 1 Het decreet van 30 april 2009 betreffende het Vlaamse integratiebeleid. Het decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (Minderhedendecreet). 3 VVSG - Integratiebeleid, s.d. (www.vvsg.be/sociaal_beleid/Etnisch-culturele_diversiteit/integratie beleid/Documents/Integratiebeleid%20verankerd/erkenning%20en%20subsidi%C3%ABring%20van%20de%20 werking%20van%20de%20integratie dienst.pdf). Het besluit van 15 juli 2002 van de Vlaamse regering betreffende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid. 2 11 Integratiebeleidsplan Stad Landen Vlaams minister van Inburgering, Geert Bourgeois, schreef een toelichting bij de richtlijnen voor het opmaken en indienen van een integratiebeleidsplan.4 Daarin worden prioritaire opdrachten en doelstellingen geformuleerd die hij verwacht binnen de beleidsplannen. Er wordt onder meer een opsomming gegeven van de beleidsprioriteiten van de Vlaamse overheid. De gemeenten mogen de verdere concrete invulling van deze prioriteiten zelf bepalen. Het gaat om volgende punten: 1. Bevorderen van ontmoetingsmogelijkheden tussen alle inwoners. Hierbij kunnen ‘inburgeringscoaches’ een rol spelen. 2. Detecteren van en bespreekbaar maken van samenlevingsproblemen, oplossingen formuleren en probleempreventie. 3. Een positief en stimulerend klimaat ten aanzien van het Nederlands creëren: dit betekent aandacht hebben voor oefenkansen, voor laagdrempelig taalgebruik en voor het verhogen van de kennis van het Nederlands. 4. Bevorderen van de interlevensbeschouwelijke dialoog. 5. Hoewel huwen met iemand uit een ander land moet kunnen, mogen we niet blind zijn voor de negatieve aspecten waarmee structurele huwelijksmigratie vaak gepaard gaat. Daarom is het sensibiliseren rond en het ontraden van huwelijksmigratie op het lokale niveau een prioriteit. 6. Initiatieven die er moeten toe leiden dat de gemeentelijke en OCMW-voorzieningen en diensten de nieuwe Vlamingen bereiken en een kwaliteitsvolle dienstverlening bieden aan alle burgers, ongeacht hun herkomst. 7. Initiatieven die de slaagkansen van nieuwe Vlamingen in het onderwijs moeten vergroten. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar acties die de betrokkenheid van de ouders bij het schoolgebeuren van hun kinderen verhogen. 8. Aanleggen, beheren en regulariseren van woonwagenterreinen, rekening houdend met de ruimtelijke structuur- en uitvoeringsplannen en de woonwagenbevolking in de gemeente. 9. Initiatieven om nieuwe Vlamingen op een actieve manier bij het erfgoedbeleid te betrekken. 10. Opzetten van een secundair inburgeringsbeleid, in bijzonder de toeleiding van inburgeraars naar het verenigingsleven. 11. Zorgen voor een weerspiegeling van de lokale samenleving in de communicatiekanalen van de gemeente. 12. Deelname van nieuwe Vlamingen aan adviesorganen en gemeentelijke werkgroepen verhogen. 13. Participatie en overleg organiseren met nieuwe Vlamingen en hun organisaties. In het kader van de planlastvermindering moeten de gemeenten vanaf 1 januari 2014 geen afzonderlijk integratiebeleidsplan meer opstellen. Vanaf dan moet het integratiebeleid opgenomen en uitgewerkt worden in het strategisch meerjarenplan. Voor de resterende maanden van 2013 moet wel nog een afzonderlijk integratiebeleidsplan worden opgesteld. Er werd geprobeerd om de doelstellingen en acties zodanig te kaderen dat ze vanaf 2014 eenvoudig kunnen worden opgenomen in het strategisch meerjarenplan van de stad. 4 Omzendbrief van 14 februari 2011 van het kabinet van minister Bourgeois betreft ‘toelichting bij de richtlijnen voor het opmaken en indienen van een beleidsplan 2012-2014 voor het aanvragen van een subsidie voor een lokale integratiedienst in het kader van het decreet betreffende het Vlaamse integratiebeleid. 12 Integratiebeleidsplan Stad Landen DEEL 1 - OMGEVINGSANALYSE Voor onderstaande omgevingsanalyse werd gebruik gemaakt van zeer uiteenlopende gegevens. De belangrijkste bron is het Steunpunt Sociale Planning van de Provincie Vlaams-Brabant.5 Daarnaast werden er ook cijfergegevens gehaald uit de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor van het Agentschap Binnenlands Bestuur en bij de dienst Bevolking en Burgerzaken.6 1. Geografische situering Landen is een levendige, kleine stad gesitueerd in het uiterste zuidoosten van de provincie Vlaams-Brabant. De stad heeft een oppervlakte van 5.405 hectaren en omvat 14 deelgemeenten, namelijk Attenhoven, Eliksem, Ezemaal, Laar, Landen, Neerlanden, Neerwinden, Overwinden, Rumsdorp, Waasmont, Walsbets, Walshoutem, Wange en Wezeren. Kaarten 1 & 2: Ligging van Landen. Bronnen: Wikipedia en Google Maps. 5 Steunpunt sociale planning Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/welzijngezondheid/voor-organisaties-en-professionelen/sociale-planning-en-overleg/steunpunt-socialeplanning/ index.jsp). 6 Lokale Inburgeringsen Integratiemonitor 2012, 2012 (http://aps.vlaanderen.be/lokaal/ integratiemonitor.html). 13 Integratiebeleidsplan Stad Landen Landen ligt aan de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië en grenst aan de provincies Limburg, Luik en Waals-Brabant. De 43 kilometer lange grenzen worden afgeboord door de gemeenten Linter en Zoutleeuw in het noorden, Gingelom en Sint-Truiden in het oosten, Lincent en Hannuit in het zuiden en Hélécine en Tienen in het westen. Landen is een kleine centrumstad in het landelijke Haspengouw. Ze is het vertrekpunt van heel wat wandel- en fietstochten. Op het platteland ontdek je de typische structuur van kleine dorpen die nog vaak omringd worden door weiden en boomgaarden. De dorpen worden omgeven door weidse akkers. 2. Bevolking , bevolkingsdichtheid en bevolkingsgroei De laatste jaren gaat de verstedelijking van Vlaanderen aan een vrij hoog tempo verder waardoor de bevolkingsdichtheid en de bevolkingsaantallen almaar toenemen.7 Sinds 2011 telt België meer dan 11 miljoen inwoners. Vlaams-Brabant overschreed de kaap van een miljoen inwoners in 1997. De snelle stijging van het bevolkingsaantal vormt een uitdaging op zeer uiteenlopende vlakken zoals kinderopvang, scholen, welzijn en mobiliteit. Grafiek 1: Evolutie bevolkingsaantal Landen (1997-2012). Bron: Dienst bevolking, eigen bewerking. 7 Bevolkingscijfers zijn gebaseerd op de gegevens uit het rijksregister, een databank van de FOD Binnenlandse Zaken. Het rijksregister bestaat uit 3 delen: Bevolkingsregister: bevat Belgen en gevestigde vreemdelingen. Vreemdelingenregister: bevat erkende vluchtelingen, geregulariseerden en ontheemden. Wachtregister: bevat kandidaat vluchtelingen 14 Integratiebeleidsplan Stad Landen Net als de bevolking van België, Vlaanderen en Vlaams-Brabant, groeit ook de bevolking van Landen verder aan. Het bevolkingsaantal steeg van 14.198 inwoners in 1992 naar 14.317 in 2002 en naar 15.546 in 2012. Vanaf 2002 is er duidelijk een exponentiële groei merkbaar. Aangezien het bevolkingsaantal op zich niet veel zegt, maar sterk mee bepaald wordt door de oppervlakte waarover een gemeente zich uitstrekt, kijken we ook naar de bevolkingsdichtheid. De bevolkingsdichtheid van Landen steeg van 262 in 1992 naar 265 in 2002 en naar 288 inwoners per km2 in 2012. Deze cijfers lijken zeer laag in vergelijking met het arrondissement Leuven8, met een bevolkingsdichtheid in 2012 van 422 inwoners per km2. Het nabijgelegen Tienen had in 2012 zelfs een bevolkingsdichtheid van 460 inwoners per km2. De bevolkingsdichtheid van Zoutleeuw, een andere aangrenzende stad, bedroeg in 2012 daarentegen maar een kleine 177 inwoners per km2. 9 Tabel1: Evolutie bevolkingsaantal, bevolkingsaangroei en bevolkingsdichtheid (1992-2012). Bron: Steunpunt Sociale Planning, eigen bewerking. Kaart 3: Bevolkingsdichtheid Vlaams-Brabant (2012). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 8 Het arrondissement Leuven bestaat uit volgende gemeenten: Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Boutersem, Diest, Geetbets, Glabbeek, Haacht, Herent, Hoegaarden, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenaken, Kortenberg, Landen, Leuven, Linter, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tervuren, Tielt-Winge, Tienen, Tremelo en Zoutleeuw. 9 Tabellen, grafieken en Kaarten – doclijst – Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/over-de-provincie/info-voor-lokale-besturen/statistische-databank/tabellengrafieken-kaarten-doclijst/index.jsp). 15 Integratiebeleidsplan Stad Landen De stijgende bevolkingsaantallen kunnen verklaard worden door verschillende factoren. Een eerste factor is de natuurlijke aangroei. Dit is het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal overlijdens. In 2011 werden er in Landen slechts 13 kinderen meer geboren dan dat er mensen stierven. Het stijgende bevolkingsaantal moet dus nog een andere reden hebben. Hiervoor kijken we naar de migratiecijfers. Tabel 2: Geboorten, overlijdens en natuurlijke aangroei (2011). Bron: Steunpunt Sociale Planning, eigen bewerking. 3. Migratie Uit de migratiecijfers blijkt dat Landen de laatste jaren te maken kreeg met een stijgend migratiesaldo. Het migratiesaldo is het verschil tussen het aantal mensen dat in de loop van het jaar in de gemeente is komen wonen (de inwijkelingen) en het aantal mensen dat uit de gemeente vertrokken is om in een andere gemeente te gaan wonen (de uitwijkelingen). Het migratiesaldo houdt zowel rekening met migratiestromen binnen België als met stromen van België naar het buitenland en omgekeerd.10 De afgelopen jaren werden er in onze stad overwegend meer inwijkelingen dan uitwijkelingen geregistreerd, met een hoogtepunt in 2009 met een positief saldo van 234 personen. In 2011 daalde het totaal migratiesaldo naar 94. Hierbij moet zeker worden vermeld dat het aantal interne migraties tijdens dat jaar gigantisch daalde, terwijl het aantal externe of internationale migraties bleef stijgen. Dit betekent dus dat er in 2011, in vergelijking met de voorgaande jaren, minder mensen uit andere Belgische gemeenten in Landen kwamen wonen, maar dat er wel steeds meer buitenlanders hun weg naar Landen vonden. Het is opmerkelijk dat vooral Tienen en Landen veel migratie vanuit het buitenland kennen. In de rest van de regio Oost-Brabant blijft de stijging van migraties vanuit het buitenland relatief bescheiden, terwijl daar vooral de interne migraties opvallen. De interne migranten in de gemeenten uit onze regio komen vooral uit de dichtstbijzijnde centrumstad, Leuven. 10 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Kinderen en jongeren in Vlaams-Brabant, Leuven, 2009, p.9. 16 Integratiebeleidsplan Stad Landen Tabel 3: Evolutie migraties in Landen (1999-2011).11 Bron: Lokale Statistieken, eigen bewerking. 4. Niet-Belgen versus personen van vreemde herkomst Nationaliteit is slechts een indicatie voor de aanwezigheid van allochtonen, aangezien er door de jaren heen al zeer veel naturalisaties hebben plaatsgevonden. Bovendien verwerft de derde generatie bij de geboorte automatisch de Belgische nationaliteit. Hoe langer immigratie heeft plaats gevonden, hoe meer mensen de Belgische nationaliteit hebben verworven en hoe minder de cijfers de werkelijke situatie weerspiegelen. We moeten dus voorzichtig omspringen met de absolute cijfers van niet-Belgen.12 11 - Interne migraties = gemeenteoverschrijdende in- en uitwijkingen binnen België. - Internationale migraties = externe migratiebeweging = in- en uitwijkingen van en naar het buitenland + aanvullende correcties. - Veranderd van register (binnen): cijfers beschikbaar vanaf het jaar 1998. Sinds 1 februari 1995 worden asielzoekers die zijn ingeschreven in het wachtregister niet meer opgenomen in de residerende bevolking. Zij worden pas opgenomen in de statistieken van de loop van de bevolking wanneer zij het statuut van vluchteling krijgen of op een andere basis geregulariseerd worden, en wel in de categorie ‘veranderd van register (binnen)’. - Veranderd van register (buiten): cijfers beschikbaar vanaf het jaar 2010. - Buitenlandse inwijking = inwijkingen externe migratiebeweging + veranderd van register (binnen-buiten) + heringeschrevenen na schrapping. - Buitenlandse uitwijking = uitwijkingen externe migratiebewegingen + ambtshalve geschrapten. - Saldo internationale migraties = Buitenlandse inwijkeling – Buitenlandse uitwijkeling. - Totaal migratiesaldo = saldo interne migraties + saldo internationale migraties. 12 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Kinderen en jongeren in Vlaams-Brabant, Leuven, 2009, p.36. 17 Integratiebeleidsplan Stad Landen In die context is het belangrijk om een duidelijk onderscheid te maken tussen niet-Belgen en personen met een vreemde herkomst. Niet-Belgen of vreemdelingen zijn personen die op dit moment niet de Belgische nationaliteit hebben.13 Vreemde herkomst verwijst naar de oudste nietBelgische nationaliteit van de persoon. Bij diegenen die nog thuis wonen, verwijst het naar de oudste niet-Belgische nationaliteit van de moeder, of de vader bij alleenstaande vaders. Kaart 4: Personen met een niet-Belgische origine in Vlaams-Brabant (2010). Bron: Steunpunt sociale planning. Kaart 5: Personen met een niet-Belgische origine, op het niveau van de deelgemeenten in Vlaams-Brabant (2010). Bron: Steunpunt sociale planning. 13 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Minderheden in Vlaams-Brabant, Leuven, 2010, p. 12. 18 Integratiebeleidsplan Stad Landen Tabel 4: Personen met een niet-Belgische origine, op het niveau van Landense deelgemeenten (2010). Bron: Steunpunt Sociale Planning, eigen bewerking. In 2010 was 4,7 procent van de Landense bevolking van niet-Belgische origine. Dit percentage ligt veel lager dan in het arrondissement Leuven en de provincie Vlaams-Brabant, met respectievelijk 9 en 12 procent personen van vreemde origine. Gezien de beperkte inwonersaantallen van de meeste Landense deelgemeenten, is het aangewezen om eerder te focussen op de absolute aantallen personen van vreemde origine dan op de percentages. 4,7 procent van de Landense bevolking komt overeen met ongeveer 726 Landenaren van vreemde herkomst. Hiervan kwamen er 336, iets minder dan de helft, uit Europa.14 Tabel 5: Top 5 nationaliteiten bij personen van vreemde herkomst in Landen (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. Grafiek 3: Leeftijdscategorieën bij personen van vreemde herkomst in Landen (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. 14 Studiedienst van de Vlaamse Regering, Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor Landen. Editie 2012 (onuitgegeven). 19 Integratiebeleidsplan Stad Landen De top 5 van nationaliteiten bij personen van vreemde herkomst vertelt ons dat de Marokkanen de grootste groep vormen, gevolgd door de Congolezen en de Nederlanders. In 2011 behoorde de meeste personen van vreemde herkomst tot de lagere leeftijdscategorieën, vooral dan die van 25 tot 49 jaar. Ook de groepen 0- tot 5- en 6- tot 11-jaren zijn vrij groot. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de diversiteit in kinderopvang en basisscholen. De 65-plussers vormen de kleinste groep. Tabel 6: Personen met niet de Belgische nationaliteit (2010). Bron: Steunpunt Sociale Planning, eigen bewerking. In 2010 had ongeveer 2 procent van de Landense bevolking niet de Belgische nationaliteit, wat neerkomt op ongeveer 300 personen. Meer dan de helft van deze personen hadden een andere Europese nationaliteit, terwijl de overige personen uit een niet-EU-land kwamen. Deze cijfers zijn vrij laag in vergelijking met de cijfers van het arrondissement Leuven, de provincie Vlaams-Brabant, het Vlaams Gewest en heel België. Tabel 7: Top 5 nationaliteiten bij niet-Belgen in Landen (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. Grafiek 2: Leeftijdscategorieën bij Niet-Belgen in Landen (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. De top 5 van nationaliteiten bij niet-Belgen wordt aangevoerd door de Nederlands, gevolgd door Roemenen, Marokkanen, Fransen en Congolezen. Het aantal mannen en vrouwen ligt ongeveer gelijk. In 2011 behoorde het merendeel van de niet-Belgen tot de leeftijdscategorie van 25 tot 49 jaar: de arbeidsactieve bevolking dus. 20 Integratiebeleidsplan Stad Landen 5. Anderstaligen Thuistaal is de opvoedingstaal waarin een kind in zijn thuismilieu hoofdzakelijk wordt grootgebracht.15 Volgens de cijfergegevens van de Provinciale dienst Sociale Planning had in Landen bijna 74 procent van de 162 geborenen in 2011 Nederlands als thuistaal. Bij 15 procent was de thuistaal Frans en bij bijna 2 procent Duits of Engels. Iets minder dan 10 procent had een andere thuistaal. In totaal had meer dan een vierde van de borelingen een ander thuistaal dan het Nederlands, wat toch opvallend veel is. In vergelijking met de buurgemeenten Linter, Tienen en Zoutleeuw lag het aantal geboorten met Frans als thuistaal in 2011 veel hoger in Landen. Dat betekent dan ook dat het aantal geboorten met Nederlands als thuistaal lager lag dan in deze buurgemeenten. In Landen had bijna 74 procent van de geborenen Nederlands als thuistaal tegenover ongeveer 90, 76 en 93 procent in respectievelijk Linter, Tienen en Zoutleeuw. Tabel 8: Thuistaal bij geboorte (2011). Bron: Steunpunt Sociale Planning, eigen bewerking. Grafiek 4: Thuistaal bij geboorte in Landen (2011) Bron: Steunpunt sociale planning, eigen bewerking. Naast de anderstalige personen uit Landen zelf, wordt de stad ook geconfronteerd met vele anderstalige jongeren uit de wijde omgeving die in Landen school lopen. Dat gegeven bespreken we in het volgende onderdeel. 15 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Kinderen en jongeren in Vlaams-Brabant, Leuven, 2009, p. 26. 21 Integratiebeleidsplan Stad Landen 6. Onderwijs Landen telt vijf kleuter- en basisscholen, twee secundaire scholen, één afdeling van het Centrum voor Volwassenenonderwijs en één afdeling van de Haspengouwse Kunstacademie. Hieronder volgt een overzicht. Kleuter- en basisscholen: Gemeentelijke Basisschool Neerwinden Gemeentelijke Basisschool Walshoutem Gemeentelijke Kleuterschool Waasmont Gemeenschapsonderwijs Hof Pepijn (+ Wijkschool Sint-Norbertus) Katholiek Onderwijs Sint-Gertrudis Secundaire scholen Gemeenschapsonderwijs Koninklijk Atheneum D’Hek Katholiek Onderwijs Sint-Gertrudis Volwassenenonderwijs CVO Landen Kunstonderwijs Academie Haspengouw Op de komende pagina’s worden achtereenvolgens volgende aspecten besproken: mobiliteit van de leerlingen, nationaliteit, thuistaal niet-Nederlands, GOK-leerlingen en schoolse vertraging. Tot slot volgt er een analyse van de bevragingen van de Landense scholen. 22 Integratiebeleidsplan Stad Landen Mobiliteit Tabel 9: Top 5 van gemeenten waar leerlingen uit het basisonderwijs school lopen, wonende te Landen (2011-2012). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Tabel 10: Top 5 van gemeenten waar leerlingen uit het secundair onderwijs school lopen, wonende te Landen (2011-2012). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Van alle jongeren uit het basisonderwijs die in Landen wonen, gaat 78 procent naar een Landense school. Voor de leerlingen uit het secundair onderwijs daalt dat aantal tot slechts 56 procent. Naast Landen zelf, zijn de meest populaire gemeenten om school te lopen voor de Landenaren SintTruiden, Tienen, Zoutleeuw, Leuven en Hasselt. De populariteit van Sint-Truiden en Tienen bij leerlingen secundair onderwijs is waarschijnlijk te wijten aan het uitgebreidere aanbod studierichtingen in deze grotere steden. Tabel 11: Top 10 van woonplaatsen van leerlingen uit het basisonderwijs die school lopen in Landen (2011-2012). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Tabel12: Top 10 van woonplaatsen van leerlingen uit het secundair onderwijs die school lopen in Landen (2011-2012). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Vervolgens bestuderen we de leerlingen die in Landen schoollopen. 78 Procent van de leerlingen basisonderwijs woont in Landen zelf, tegenover 61 procent van de leerlingen in het secundair onderwijs. Een groot aandeel van de leerlingen in Landense scholen wordt gevormd door Waalse jongeren uit onder andere Hannuit, Lincent en Hélécine. Tijdens het schooljaar 2011-2012 gingen er 333 in Landen wonende leerlingen uit het basisonderwijs naar scholen in andere gemeenten. 341 Leerlingen uit andere gemeenten liepen dan weer school in een Landense basisschool. Voor wat betreft het secundair onderwijs trokken er tijdens datzelfde schooljaar 410 Landenaren naar scholen in andere gemeenten, terwijl 332 leerlingen uit andere 23 Integratiebeleidsplan Stad Landen gemeenten naar een Landense school kwamen. In het basisonderwijs is het mobiliteitssaldo dus licht positief, terwijl voor het secundair onderwijs het saldo onder nul zakt. We kunnen dus concluderen dat de Landense jeugd overwegend voor een Vlaamse gemeente kiest om school te lopen, terwijl steeds meer Waalse jongeren voor een Landense school kiezen. Dit betekent dan ook dat veel leerlingen die in Landen school lopen, een andere thuistaal dan het Nederlands hebben. Nationaliteit Van de in Landen wonende leerlingen basis- en secundair onderwijs heeft de overgrote meerderheid de Belgische nationaliteit. Dit zegt, zoals reeds aangehaald, natuurlijk niets over de herkomst van deze personen. Tabel 13: Aantal leerlingen wonende te Landen in het Nederlandstalig basis- en secundair onderwijs naar nationaliteit (2011-2012). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Thuistaal niet Nederlands Tabel 14: Aantal leerlingen die in Landen school lopen met thuistaal niet-Nederlands per graad (2010-2011). Bron: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, eigen bewerking. Uit cijfers van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming blijkt dat 17 procent van de kleuters die naar een Landense school gaan thuis een andere taal dan Nederlands spreken.16 Voor wat betreft de leerlingen secundair onderwijs heeft 18 procent als thuistaal niet Nederlands en in het lager onderwijs is dat zelfs bijna 21 procent. GOK-leerlingen GOK staat voor ‘gelijke onderwijskansen’. Een GOK-leerling is een leerling op wie minstens één GOKindicator van toepassing is: - Thuistaal niet-Nederlands - De ouders behoren tot de trekkende bevolking - De moeder heeft geen diploma of getuigschrift hoger secundair onderwijs - Het kind verblijft tijdelijk of permanent buiten het eigen gezin - Het gezin leeft van een vervangingsinkomen 16 Startpagina statistieken, s.d. (http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/). 24 Integratiebeleidsplan Stad Landen Uit onderstaande kaart kunnen we afleiden dat de Landense basisscholen vrij veel GOK-leerlingen tellen. 23 tot 30 procent, wat neerkomt op ongeveer een vierde van alle leerlingen voldoet aan minstens één GOK-indicator. Gok-leerlingen dreigen minder kansen te krijgen op school. Het Vlaams onderwijs zet al jaren in om deze leerlingen extra te begeleiding. Vlaamse scholen ontvangen extra geld om taal- of leerachterstanden weg te werken. Kaart 6: GOK-leerlingen in het basisonderwijs in Vlaams-Brabant (2010). Bron: Steunpunt sociale planning. Hieronder gaan we bekijken welke invloed dit gegeven heeft op de schoolse vorderingen van de leerlingen. Schoolse vertraging Schoolse vertraging is het aantal leerjaren vertraging dat een leerling oploopt ten aanzien van het leerjaar waarin hij zich zou bevinden als hij normaal zou vorderen. Dit wordt berekend op basis van een vergelijking tussen het leerjaar waarin de leerling is ingeschreven en het leerjaar waarin de leerling op grond van zijn geboortejaar en bij normale studievordering ingeschreven zou moeten zijn. We mogen er niet automatisch vanuit gaan dat schoolse vertraging een gevolg is van zittenblijven. Het kan bijvoorbeeld ook veroorzaakt worden door ziekte of verlate instap in het lager onderwijs. Tabel 15: Aantal leerlingen woonachtig in Landen met minstens 1 jaar schoolse vertraging (2010) Bron: Lokale statistieken, eigen bewerking. 25 Integratiebeleidsplan Stad Landen In het kader van schoolse vertraging beschikken we niet over cijfers betreffende alle leerlingen die in Landen school lopen, maar enkel over cijfers betreffende de leerlingen die in Landen wonen. Uit die cijfers kunnen verschillende conclusies worden getrokken. Eerst kijken we naar het lager onderwijs. Bij het aantal leerlingen met Nederlands als thuistaal, zien we dat ongeveer één op 10 een schoolse vertraging heeft opgelopen. Bij de leerlingen met een andere thuistaal is dat één op 3. In het secundair onderwijs heeft meer dan één op 4 leerlingen met thuistaal Nederlands een schoolse vertraging. Bij de leerlingen met een andere thuistaal dan Nederlands is dat zelfs bijna één op 2! Dat betekent dus dat van de secundaire leerlingen die in Landen wonen en als thuistaal niet-Nederlands spreken, bijna 50 procent minstens één jaar schoolse vertraging heeft opgelopen. We mogen ook niet vergeten dat die achterstand een negatieve invloed kan hebben op andere ontwikkelingsaspecten zoals het aanleren van sociale vaardigheden, motorische ontwikkeling en het taalontwikkelingsniveau. We benadrukken dat deze cijfers betrekking hebben op de leerlingen die in Landen wonen, wat niet betekent dat zij ook in Landen school lopen. Kaart 7: Leerlingen in het gewoon lager onderwijs met een schoolse vertraging naar woongemeente in Vlaams-Brabant (2004-2005). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 26 Integratiebeleidsplan Stad Landen Analyse bevragingen De Landense onderwijsinstellingen werden gehoord via een bevraging, die in bijlage terug te vinden is. De belangrijkste resultaten van die bevragingen zullen hieronder worden overlopen. De Landense scholen doen verschillende inspanningen naar kinderen en ouders toe waar de thuistaal niet-Nederlands is. Dat gebeurt meestal op drie vlakken: didactische initiatieven, omgangsregels onder de kinderen op school en omgangsregels met de ouders. Wat betreft de didactische initiatieven werkt men in de basisscholen vaak met afbeeldingen en pictogrammen om woordjes duidelijk te maken. In de secundaire scholen biedt men vooral extra ondersteuningslessen aan. Qua omgangsregels staan de scholen erop dat de kinderen onder elkaar Nederlands spreken. De scholen proberen ook met de ouders Nederlands te spreken en doen daarvoor eventueel beroep op een tolk of vertaling via de kinderen. Toch geven sommige scholen aan dat informele contacten soms in andere talen gebeuren om de communicatie vlotter te laten verlopen. Het valt op dat de scholen diversiteit elk op hun eigen manier ervaren. Sommigen zien diversiteit als een uitdaging of een meerwaarde voor de kinderen zelf en voor de andere kinderen op school. Daarnaast zijn er ook scholen die diversiteit ervaren als een onwennigheid en een onzekerheid door te weinig ondersteuning hiervoor. 27 Integratiebeleidsplan Stad Landen 7. Nieuwkomers en inburgeraars Algemeen Nieuwkomers zijn vreemdelingen die zich recent, voor het eerst en voor lange tijd, namelijk meer dan 3 maanden, in Vlaanderen komen vestigen. Vreemdelingen die zich tijdelijk komen vestigen, zoals seizoenarbeiders in de fruitpluk, worden niet als nieuwkomers gezien. Tabel 16: Aantal meerderjarige nieuwkomers in Landen (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. In 2011 meldden 40 meerderjarige nieuwkomers zich aan in de stad Landen. Allen waren tussen de 18 en 65 jaar, waarvan 25 mannen en 15 vrouwen. 10 van hen waren derdelanders, wat betekent dat ze afkomstig zijn uit een land dat niet tot de Europese Unie behoort, en moesten verplicht een inburgeringstraject volgen. De overige 30 personen kwamen wel uit de Europese Unie en waren dus rechthebbend. Rechthebbend zijn betekent dat je niet wordt verplicht om een inburgeringstraject te volgen, maar er wel recht op hebt. Kaart 8: Nieuwkomers in Vlaams-Brabant (2009). Bron: Steunpunt sociale planning. 28 Integratiebeleidsplan Stad Landen Wie inburgeringsplichtig is, moet aan de volgende 2 voorwaarden voldoen: Zich bij het onthaalbureau aanmelden binnen een termijn van maximaal 3 maanden vanaf het moment waarop zijn inburgeringsplicht is ontstaan. Met regelmaat (minstens 80%) deelnemen aan het vormingsprogramma. Het primaire inburgeringstraject, dat door het onthaalbureau georganiseerd wordt, bestaat uit een algemeen vormingsprogramma, ondersteund door een individuele begeleiding op maat van de inburgeraar. Het vormingsprogramma wordt samengesteld uit lessen Nederlands, maatschappelijke oriëntatie en loopbaanoriëntatie.17 Tabel 17: Aantal meerderjarige personen uit Landen dat zich voor het eerst aanmeldde bij een onthaalbureau, een inburgeringscontract tekende en een attest behaalde (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking In 2011 meldden 19 Landenaren zich voor het eerst aan bij een inburgeringsbureau. Zoals gezegd, zijn niet alle nieuwkomers verplicht om een inburgeringstraject te volgen. Dit komt duidelijk tot uiting in de cijfers. De 10 personen die in 2011 een inburgeringsattest hebben behaald, volgden de inburgeringscursus verplicht. Uitgebreidere informatie over de werking van het Onthaalbureau is te vinden onder ‘Deel 2: Het Landense Netwerk’. Analyse bevragingen De bevraging van de doelgroep gebeurde met behulp van de ‘toeleiders in diversiteit’. Een ‘toeleider in de diversiteit’ vormt een brugfiguur tussen de doelgroep en organisaties uit verschillende sectoren. Toeleiders in de diversiteit kunnen organisaties helpen om de eerste drempels in het contact met etnisch-culturele minderheden weg te werken en hun toegankelijkheid te verhogen. Hiervoor worden etnisch-culturele minderheden zelf ingezet om contacten te leggen met de doelgroep, hen te motiveren, basisinformatie te geven en hen toe te leiden naar diensten, instanties of projecten. Het is een project van de dienst Diversiteit en Gelijke Kansen van de provincie VlaamsBrabant.18 17 18 Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Asiel en inburgering, Brussel, 2009. Toeleiders | vzw Pin, s.d. (http://vzwpin.be/toeleiders/). 29 Integratiebeleidsplan Stad Landen De opgestelde vragenlijst, die als bijlage bij dit plan is gevoegd, werd ingevuld door nieuwkomers van diverse herkomst. Het merendeel van de overvraagde personen zijn tussen de 8 maanden en 2,5 jaar geleden aangekomen in België. Ze kwamen naar België om te huwen of als gezinsherenigers en hebben in de meeste gevallen nog geen kinderen. De beroepen van de bevraagden variëren van seizoenarbeider tot huisman- of vrouw, terwijl anderen op het moment van de bevraging nog op zoek waren naar werk. Eén persoon geeft aan dat hij bij het solliciteren geregeld te maken krijgt met racisme. Alle bevraagden hebben Nederlandse les gevolgd of willen dat binnenkort doen en weten waar ze daarvoor terecht kunnen. Als ze bepaalde documenten niet begrijpen, kunnen ze rekenen op de hulp van hun familie. De nieuwkomers hebben wel hobby’s, maar beoefenen die meestal niet in een vereniging. De overgrote meerderheid geeft aan geen verenigingen in Landen te kennen waar ze hun hobby zouden kunnen uitoefenen. Hetzelfde geldt voor de deelname aan activiteiten die door de stad worden georganiseerd: ze weten vaak niet wat er te doen is. Daarnaast zijn er ook nieuwkomers die geen interesse of geen tijd hebben. Toch zijn er ook personen die wel deelnemen, maar ook aangeven dat het aanbod aan activiteiten niet uitgebreid genoeg is. De bevraagde nieuwkomers kennen het stadhuis van Landen, maar zijn tot nu toe over het algemeen enkel in contact gekomen met de dienst Bevolking en Burgerzaken. Daar vonden ze de dienstverlening vriendelijk en kregen ze een duidelijk antwoord op hun vragen. 30 Integratiebeleidsplan Stad Landen 8. Meldingen bij het Huis van het Nederlands Informatie over de werking van de Huizen van het Nederlands is te vinden onder ‘Deel 2: Het Landense Netwerk’. In 2012 meldden 74 personen met adres in Landen zich aan bij het Huis van het Nederlands. Naast diegenen met de Belgische nationaliteit, kwamen de meeste mensen uit Roemenië, Rwanda, Congo, Georgië en Marokko. Tabel 18: Top 10 van nationaliteiten van aanmeldingen bij het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant (2012). Bron: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant, eigen bewerking. In datzelfde jaar werden er 88 Landenaren ingeschreven voor een cursus. De meeste cursisten werden doorverwezen naar het Centrum voor Volwassenenonderwijs Leuven/Landen, maar ook bij CVO De Nobel, Groep T en het Centrum voor Basiseducatie Leuven/Hageland werden er Landense cursisten ingeschreven. De standaardcursus bij het CBE is gericht op ‘traaglerenden’ en duurt 240 uur. De overige instellingen bieden een standaardcursus aan van 120 uur, gericht op ‘snellerenden’. Het merendeel van de personen volgde de basiscursus Nederlands, namelijk 1.1. Tabel 19: Aantal inschrijvingen van Landenaren per school (2012). Bron: Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant, eigen bewerking. 31 Integratiebeleidsplan Stad Landen 9. Werkloosheid volgens origine In 2012 telde Landen 482 niet-werkende werkzoekenden. De overgrote meerderheid was afkomstig uit een EU-land, waaronder 435 Belgen. 33 Werkzoekenden kwamen uit een land buiten de Europese Unie, waarvan 21 Afrikanen en 9 Aziaten. Deze werkloosheidscijfers vertonen een lichte stijging ten opzichte van het jaar 2011. Tabel 20: Aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in Landen naar nationaliteit (2012) Bron: VDAB-Arvastat, eigen bewerking. Kaart 9: Werkloosheid in Vlaams-Brabant binnen de groep van niet-Belgische origine (2010). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 32 Integratiebeleidsplan Stad Landen Binnen de groep werklozen van niet-Belgische origine is meer dan 80 procent afkomstig van buiten de EU. De kaart van 2010 leert ons eveneens dat in datzelfde jaar in Landen meer dan 12 procent van de personen van vreemde herkomst werkloos was. Dat geldt eveneens voor de buurgemeenten zoals Zoutleeuw, Tienen en Linter. Dit betekent dat het zuidoosten van Vlaams-Brabant het over het algemeen veel slechter doet dan de rest van de provincie. Gemeenten zoals Zaventem, Tervuren, Leuven en Aarschot blijven onder de grens van 10 procent. Enkel een vijftal gemeenten aan de westkant van Brussel doen het even slecht. Voorgaande cijfers willen echter niet automatisch zeggen dat Landen over het algemeen meer werkzoekenden heeft dan andere Vlaams-Brabantse gemeenten. Uit kaart 10 kan bovendien worden afgeleid dat het aandeel van de personen van vreemde herkomst bij het totale aantal werkzoekenden veel hoger ligt in de rand rond Brussel dan in zuidoost-Brabant. Kaart 10: Werkzoekenden van niet-Belgische origine in Vlaams-Brabant (2009). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 33 Integratiebeleidsplan Stad Landen 10. Sociale woningen Kaart 11: Aantal sociale woningen naar woningtype in Vlaams-Brabant (2012) Bron: Steunpunt Sociale Planning Zoals op de kaart van het Steunpunt Sociale Planning zichtbaar is, is het aanbod aan sociale woningen zeer ongelijk gespreid over het grondgebied van Vlaams-Brabant. In Landen is er een aanbod van 6,4 sociale woningen per 100 gezinnen, wat ver boven het provinciale gemiddelde van 3,5 procent ligt. Vooral de omliggende gemeenten, zoals Linter, Zoutleeuw, Hoegaarden, Geetbets, Kortenaken en Glabbeek doen het slecht qua aanbod sociale woningen. Wanneer er wordt ingezoomd op de deelgemeenten, zien we dat vooral Neerwinden en Landen zelf een groot percentage sociale woningen hebben. In beide deelgemeenten is er een concentratie van meer dan 10 sociale woningen per 100 huishoudens: 11,5 procent in Landen en zelfs 14,3 procent in Neerwinden.19 Dat betekent dan ook dat er in de meeste andere deelgemeenten weinig of geen sociale woningen te vinden zijn. Tot slot moet ook nog worden gezegd dat er in de Stad Landen ongeveer evenveel sociale appartementen als eengezinswoningen zijn. 19 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Wonen in Vlaams-Brabant, Leuven, 2013, pp. 44-45. 34 Integratiebeleidsplan Stad Landen 11. Kansarme gezinnen “Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hoog gewaarde goederen zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële.”20 Kinderen die worden geboren in kansarme gezinnen, krijgen vaak niet de kans om zich op een gelijkwaardige manier te ontplooien. Kinderen die in armoede opgroeien, lopen bovendien een verhoogd risico om als volwassene zelf in een kwetsbare situatie te belanden. Kansarme geboorten zijn, net als werkloosheid, een stedelijk fenomeen. Volgens de cijfers van het Agentschap Binnenlands Bestuur werd in 2011 bijna 8 procent van de Landense kinderen geboren in een kansarm gezin. Dit cijfer schommelt tussen de cijfers van Linter, Tienen en Zoutleeuw, met respectievelijk 4,3, 14,5 en 3,6 procent geboorten in kansarme gezinnen. Volgens de kaart van het Steunpunt Sociale Planning lag het procentueel aantal kansarme geboorten in de periode 2006-2008 lager, namelijk onder de 7 procent. Wanneer we dit vergelijken met de rest van Vlaams-Brabant, zien we dat dat nog steeds een zeer hoog cijfer is dat niet mag worden genegeerd. Tabel 21: Procentueel aantal kansarme geboorten in Landen, Linter, Tienen en Zoutleeuw (2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. Kaart 12: Geboorten in kansarme gezinnen in Vlaams-Brabant (2006-2008). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 20 Kansarmoede toelichting – Kind en Gezin, s.d. (www.kindengezin.be/img/kansarmoederegistratietoelichting.doc). Kind en Gezin hanteert volgende 6 criteria: beschikbaar maandinkomen, opleiding van de ouders, arbeidssituatie van de ouders, laag stimulatieniveau, huisvesting en gezondheid. 35 Integratiebeleidsplan Stad Landen 12. Leefloon Het leefloon is een minimuminkomen dat kan worden aangevraagd als men niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt of kan beschikken. Het is een recht dat niet automatisch wordt toegekend. Personen die aan alle voorwaarden voldoen voor het verkrijgen van een leefloon (zoals meerderjarigheid, verblijf in België, inkomens- en nationaliteitsvoorwaarden), maar dit niet hebben aangevraagd, ontvangen dus geen leefloon.21 Tabel 22: Aantal personen dat in Landen een leefloon ontvang naar nationaliteitsgroep (2010-2011). Bron: Lokale inburgerings- en integratiemonitor 2012, eigen bewerking. In vergelijking met de buurgemeenten, zijn er in Landen relatief veel leefloners. Minder dan 5 procent van de leefloners is niet-Belg. Opgelet: dit betekent dat 95 procent van de leefloners de Belgische nationaliteit heeft, maar dit cijfer zegt niets over het aantal personen van vreemde herkomst dat een leefloon ontvangt. In 2009 ontving minder dan 2 procent van de Landenaren van niet-Belgische nationaliteit een leefloon. Het aantal personen met niet de Belgische nationaliteit dat niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt, ligt ongetwijfeld hoger. Het is namelijk zo dat enkel Belgen, EUonderdanen met een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden, vreemdelingen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister, erkende vluchtelingen en straatlozen recht hebben op een leefloon. Andere vreemdelingen die in België verblijven, worden in het vreemdelingenregister opgenomen en komen dus niet in aanmerking. Kaart 13: Leefloners en equivalent leefloners in Vlaams-Brabant jonger dan 65 jaar (2010). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 21 Steunpunt Sociale Planning Provincie Vlaams-Brabant, Dossier: Minderheden in Vlaams-Brabant, Leuven, 2010, pp. 67 en 117. 36 Integratiebeleidsplan Stad Landen Kaart 14: Aantal leefloners met niet-Belgische nationaliteit in Vlaams-Brabant (2009). Bron: Steunpunt Sociale Planning. 13. Woonwagenbewoners Volgens de beschikbare gegevens zijn er in Landen minder dan een handvol woonwagenbewoners. Daarom zullen er ook geen doelstellingen en acties betreffende deze doelgroep worden opgenomen in dit plan. 37 Integratiebeleidsplan Stad Landen DEEL 2: HET LANDENSE NETWERK Op de volgende bladzijden bespreken we het bestaande netwerk van organisaties, verenigingen en initiatieven die passen in het kader van het integratiebeleid. Eerst en vooral volgt er een overzicht van de Landense initiatieven en organisaties. Daarna kijken we ook naar enkele diensten en organisaties die een ruimer grondgebied bedienen. 1. Lokaal Opvanginitiatief (LOI) De afkorting LOI staat voor ‘Lokaal Opvanginitiatief’. Het betreft een individueel opvanginitiatief van het OCMW voor personen die in een asielprocedure zitten. De asielzoekers worden tijdens de procedure gehuisvest in een woning van het OCMW. Fedasil, het federaal agentschap voor opvang van asielzoekers, coördineert en subsidieert het geheel. In Landen startte men in 2002 met een LOI van 6 opvangplaatsen. Sinds 2010 is de opvangcapaciteit uitgebreid naar 16 plaatsen: 10 plaatsen voor alleenstaande asielzoekers en 6 plaatsen voor 2 families. Het OCMW van Landen stelt 4 woningen ter beschikking: Tiensestraat 1, Landen: woning voor 7 alleenstaande asielzoekers Stationsstraat 8 bus 1, Landen: appartement voor 2 alleenstaande asielzoekers Jonker Janlaan 2 bus 1, Attenhoven: studio voor 1 asielzoeker Steenweg op Sint-Truiden 372, Walshoutem: 2 appartementen, waarvan 1 voor een familie van 2 personen en 1 voor een familie van 4 personen De opgevangen asielzoekers krijgen in het LOI enkel materiële hulp en een wekelijks leefgeld om in hun basisbehoeften te voorzien. Het OCMW zorgt bovendien ook voor psychosociale begeleiding. Asielzoekers zijn niet verplicht om lessen Nederlands te volgen. Toch proberen de maatschappelijke assistenten hen te motiveren om dit wel te doen. Omdat de circulatie van asielzoekers binnen het LOI zeer groot is, beschikken we niet over exact cijfermateriaal. Het merendeel van de opgevangen personen verblijft zo’n 3 tot 6 maanden in de aangeboden woning. Als hun asielprocedure is afgelopen, moeten ze de woning binnen een bepaalde termijn verlaten. De overgrote meerderheid van de asielzoekers zijn alleenstaande mannen. 38 Integratiebeleidsplan Stad Landen 2. Wijkwerking De Wijkwerking van Landen probeert mensen samen te brengen. Dat doet men op verschillende manieren. Eerst en vooral kunnen alle inwoners van Landen van maandag tot vrijdag aan een democratische prijs lunchen in een wijkrestaurant. Daaropvolgend organiseert men één keer per maand een namiddagactiviteit, gaande van workshops rond gezonde voeding tot huiswerkbegeleiding. Deze activiteiten gaan afwisselend door op volgende locaties: Sociaal Huis Landen Tiendenschuur Laar Parochiezaaltje Waasmont Pastorijzaaltje Attenhoven De Wijkwerking staat voor iedereen open, maar trekt vooral gepensioneerden aan. Personen van vreemde herkomst ziet men hier nauwelijks. 3. Praatavond voor anderstaligen en Nederlandstaligen Op 23 april 2013 werd er in Landen voor de tweede keer een conversatietafel voor cursisten NT2 georganiseerd door het CVO Landen. Deze avond had tot doel dat de cursisten hun drempelvrees om Nederlands te spreken, zouden overwinnen door middel van dialogen met de Landense bevolking. Dit initiatief kan gezien worden als een soort van Café Combinne. Café Combinne is een interculturele praatgroep waar Nederlands gesproken wordt. Anderstaligen ontmoeten er Nederlandstaligen om over heel uiteenlopende zaken te praten. Het is niet alleen een kans om Nederlands te oefenen, maar ook om veel nieuwe mensen te leren kennen en in contact te komen met andere culturen. Zoals de naam het zegt, is iedereen welkom. Vanaf nu wordt er maandelijks een praatavond voor anderstaligen en Nederlandstaligen georganiseerd. Men kan bovendien ook terecht in enkele omliggende gemeenten, zoals Tienen, Diest, Kortenaken en Leuven. 39 Integratiebeleidsplan Stad Landen 4. Adviesraden Vrije tijd: jeugd, sport en cultuur Voor de vrije tijdssector kan Landen beroep doen op 3 adviesraden. Zij vertegenwoordigen het grootste deel van het zeer brede Landense verenigingsleven. We hebben het hier over volgende adviesraden: De cultuurraad De jeugdraad De sportraad De cultuurraad is samengesteld uit een 70-tal socio-culturele verenigingen en adviseert het stadsbestuur inzake culturele materies. Daarnaast kan de raad ook eigen initiatieven ontwikkelen en verdedigt men de belangen van het brede culturele werkveld. De jeugdraad heeft tot doel overleg en samenwerking tot stand te brengen tussen al diegenen die zich met het jeugdbeleid in de ruimste zin bezighouden. Hij stimuleert hun activiteiten in de breedste betekenis en verschaft informatie die voor jongeren van nut kunnen zijn. Hij adviseert de stedelijke overheid inzake het jeugdbeleid. Met jeugdbeleid wordt bedoeld het jeugdwerkbeleid en het jeugdwelzijnsbeleid. De sportraad wil de lichamelijke opvoeding en het openluchtleven van alle inwoners bevorderen. De raad coördineert ook activiteiten door het tot stand brengen van overleg en samenwerking tussen verengingen, diensten en instellingen die actief zijn in de sportsector. Daarnaast geeft men ook advies aan de beleidsmakers en organiseert men activiteiten ter bevordering van de sportbeoefening. De sportraad bestaat uit afgevaardigden van alle bestaande vormen van sportbeoefening, van recreatie- tot competitiesport. De beleidsplannen van jeugd-, sport- en cultuurdienst bevatten verschillende acties die de doelgroep van dit integratiebeleidsplan ten goede komen. Eerst er vooral is er de financiële tussenkomst voor vrijetijdsbesteding van kansarme jongeren. Alle Landense kansarme kinderen tot en met 18 jaar kunnen een tussenkomst vragen in het lidgeld van erkende organisaties die buitenschoolse activiteiten voor jongeren organiseren. Daarnaast richt de jeugddienst cyberlokalen in in plaatselijke gemeentescholen. 10- tot 16-jarigen kunnen gebruik maken van de pc’s, met als doel kansarme jongeren niet uit te sluiten en hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen.22 Ook de sportdienst en de bibliotheek proberen laagdrempelig te werken en de participatie van bijzondere doelgroepen te verhogen.23 De cultuurdienst gaat hierin nog een stap verder. Ten eerste wil men een gevarieerd cultureel aanbod uitbouwen waar zoveel mogelijk inwoners van op de 22 23 Jeugdbeleidsplan Landen 2011-2013. Bibliotheekbeleidsplan Landen 2007-2013 en Sportbeleidsplan Landen 2008-2013. 40 Integratiebeleidsplan Stad Landen hoogte zijn en waarin verschillende doelgroepen hun gading vinden. Men wil zoveel mogelijk inwoners laten deelnemen aan het culturele leven, met als doel betrokkenheid, ontplooiing en samenhorigheid te bevorderen. Hierbij gaat speciale aandacht uit naar moeilijk bereikbare maatschappelijke doelgroepen.24 Sociale adviesraden Wat betreft sociale aangelegenheden heeft Landen 4 adviesraden. Zij hebben een uiteenlopend takenpakket, maar de belangrijkste taak is het verlenen van advies aan de beleidsmakers. Daarnaast organiseren de raden ook activiteiten en acties om het welzijn van de inwoners te bevorderen. Het gaat hier om de volgende adviesraden: De ouderenadviesraad (OAR) De gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS) De preventieraad De welzijnsraad (LWR) De OAR is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Landense seniorenverenigingen en enkele individuele leden. De raad signaleert lokale problemen aan het stadsbestuur en het OCMW en probeert op die manier het seniorenbeleid in de gemeente te beïnvloeden en het leven van de Landense senioren zo aangenaam mogelijk te maken. In de GROS zetelen vertegenwoordigers van in Landen werkzame verenigingen die actief zijn op vlak van ontwikkelingssamenwerking. De GROS heeft 4 belangrijke doelstellingen: ten eerste wil men coördinatie, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen alle Landense Derde Wereldorganisaties en andere geïnteresseerden. Daarnaast stelt men tot doel om in samenwerking met het stadsbestuur de bevolking te informeren over, sensibiliseren en motiveren voor de NoordZuidthematiek. Een derde aandachtspunt is het verstrekken van advies aan het stadsbestuur bij de voorbereiding, bepaling, realisatie, uitvoering en evaluatie van initiatieven in het kader van het stedelijk Noord-Zuidbeleid. Tot slot wil de GROS ook steun bieden aan projecten in de Derde Wereld die gedragen en opgevolgd worden door Landense organisaties of individuen. De raad organiseert ook elk jaar een wereldmarkt. De preventieraad bestaat onder andere uit vertegenwoordigers van het onderwijs, de stad, het OCMW, de politie, de brandweer en andere preventiedeskundigen zoals het JAC en het CAW. Zij werken rond thema’s zoals drugs en alcohol, gezondheid en veiligheid in het algemeen. De preventieraad organiseert regelmatig infosessies en acties zoals MEGA en Rotarock. De Landense welzijnsraad, ten slotte, is samengesteld uit vertegenwoordigers van lokale welzijnsorganisaties en -diensten. Men biedt de leden een paar keer per jaar een forum aan waar zij de kans krijgen om informatie uit te wisselen en nieuwe initiatieven voor te stellen. 24 Cultuurbeleidsplan 2009-2013 41 Integratiebeleidsplan Stad Landen Het lokaal sociaal beleidsplan voor de periode 2008-2013 bevat heel wat doelstellingen gericht naar kansengroepen. Zo heeft men onder meer oog voor tewerkstelling, gezondheid, gezinssituatie en huisvesting, met bijzondere aandacht voor kwetsbare personen.25 Analyse bevragingen Uit bevragingen blijkt dat personen van vreemde herkomst en niet-Nederlandstaligen nauwelijks of niet zetelen in de verschillende vrije tijds- en sociale adviesraden. De raden doen momenteel geen specifieke inspanningen om etnisch-culturele minderheden aan te trekken. Toch geven de meeste raden aan dat om representatief te zijn de samenstelling van de raad ongeveer zou moeten overeenkomen met de samenstelling van de bevolking. Dit is momenteel echter niet het geval. Daarnaast blijkt ook dat, ondanks het brede aanbod, personen van vreemde herkomst en personen met thuistaal niet-Nederlands nauwelijks deelnemen aan het verenigingsleven. Een kleine uitzondering zijn jeugd- en sportverenigingen, maar ook daar is er een ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden. Vele verenigingen menen dat er nog te veel drempels zijn zoals het financiële aspect, waarden en normen en vooral de taal. Sommige verenigingen met Franstalige leden, merken wel dat verschillende mensen lid worden van een vereniging om hun Nederlands te oefenen. Anderen menen dat het belangrijkste struikelblok is dat vele mensen het Landense verenigingsleven niet kennen en dat er vooral moet worden ingezet op laagdrempeligheid en toegankelijkheid. 5. Onthaaldag voor nieuwe inwoners De stad Landen organiseert jaarlijks op de eerste zaterdag van september, tijdens de septemberbraderie, een onthaaldag voor nieuwe inwoners. Vanuit Bezoekerscentrum Rufferdinge vertrekken de nieuwe inwoners met de bus voor een rondrit in Landen en haar deelgemeenten. De laatste jaren gebeurt deze onthaaldag in samenwerking met het Sociaal Huis. Nieuwe inwoners uit andere landen verzorgden de receptie met een exotisch buffet. Daarnaast kon men kennismaken met verschillende stadsdiensten en organisaties via infostanden. De deelnemers ontvangen een welkomstpakket met allerlei nuttige informatie over de Stad Landen en haar aanbod. Daarnaast bevat het pakket onder andere een paar vuilzakken en een bibliotheekkaart. Ook de Landense handelaars werken hieraan mee en zorgen voor voordeelbonnen. De organisatie merkt een jaarlijks terugkerend struikelblok: anderstaligen die weinig of niets van de aangeboden informatie verstaan. Bovendien is deze dag niet verplicht, waardoor slechts een klein deel van de nieuwe inwoners deelneemt. Een aandachtspunt voor de komende jaren is de verstaanbaarheid van de uitnodiging verhogen. Doordat de onthaaldag slechts één keer per jaar plaatsvindt en de inschrijvingen al in de zomervakantie worden afgesloten, moeten sommige nieuwkomers meer dan een jaar wachten op informatie over het leven in hun stad. 25 Lokaal sociaal beleidsplan Landen 2008-2013. 42 Integratiebeleidsplan Stad Landen 6. Samen Inburgeren ‘Samen Inburgeren’ is een initiatief waarbij vrijwilligers die zich ‘thuis voelen’ en goed Nederlands praten zich tijdens een periode van minstens 6 maanden engageren om tweewekelijks een inburgeraar te ontmoeten. De inburgeraars voelen zich vaak nog niet thuis, stappen vrijwillig in dit project en praten minstens al een beetje Nederlands. ‘Nieuwe inwoners’, maar ook ‘oude inwoners’ krijgen op die manier de kans om elkaars leefwereld te leren kennen. De duo’s kiezen zelf wat ze doen. Ze praten in het Nederlands over wat hen interesseert en bouwen zo een vriendschappelijk informele relatie op. De vrijwilligers nemen de rol op van inburgeringscoach, ondersteunen de inburgeraar bij zijn inburgeringsproces door te praten over dagdagelijkse dingen en door hem een kans te geven om Nederlands te oefenen. Het is de bedoeling dat de ‘nieuwe inwoners’ zelfredzamer worden, Nederlands leren, zich thuis voelen, mensen leren kennen, een eerlijk beeld krijgen van onze cultuur en gewoontes en actief betrokken worden. Landen startte op 1 januari 2012 met dit project, dat nog loopt tot 31 december 2014. In mei 2013 waren er in totaal nog maar 8 duo’s gevormd. Uit gesprekken met de dienst bevolking blijkt dat veel gezinsherenigers dit niet nodig vinden. Zij leren vaak alles van hun partner. Bovendien is ook de drempel voor coaches groot, omdat zij alle activiteiten uit hun eigen zak moeten betalen. De doelstelling is om tegen het einde van dit project 30 duo’s te vormen. 7. Taalbeleid Begin 2013 werd er door de Stad Landen een intentieverklaring opgesteld betreffende het project ‘Taalbeleid in lokale besturen’. De intentieverklaring ziet er als volgt uit: “ Deze verklaring impliceert een bereidwilligheid tot samenwerking met de Provinciale Dienst Diversiteit en Gelijke Kansen (PRIC) en Het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant bij het uitwerken en implementeren van een gedragen taalbeleid in de gemeente. Het Huis van het Nederlands ondersteunt de gemeente hierbij als externe procesbegeleider. Tijdens de realisatiefase van het project wordt de invulling van het project geconcretiseerd op maat van de deelnemende organisatie. De inhoud van de procesbegeleiding wordt in bijgevoegde nota verder toegelicht. Het bestuur verbindt zich ertoe een interne trekker te voorzien die de taalwerkgroep regelmatig bijeenbrengt en de inhoudelijke aanpak van binnenuit mee vormgeeft. De uitwerking van een taalbeleid ligt in de lijn van de waarde die het PRIC en het Huis van het Nederlands uitdraagt: Taal is een middel om kansen te creëren voor alle burgers, niet tot uitsluiting ervan. De samenwerking is onder voorbehoud van beschikbaar personeel bij het Huis. Voor de deelnemende besturen is de procesbegeleiding gratis. “ 43 Integratiebeleidsplan Stad Landen Begin juni 2013 organiseerde de stad in samenwerking met het Huis van het Nederlands enkele vormingsmomenten ‘Communiceren met anderstaligen in de gemeente’. Er werden handvaten aangereikt om te communiceren met anderstaligen die het Nederlands nog niet heel machtig zijn. Er werden thema’s besproken zoals het verkleinen van spreekangst bij mensen, de toegankelijkheid van schriftelijke documenten, het omzetten van die documenten in eenvoudig Nederlands, eenvoudig communiceren, anderstaligen kansen geven om hun Nederlands te oefenen en zo verder. Eveneens in juni 2013 kwam er voor het eerst een taalwerkgroep samen. De werkgroep bestaat uit personeelsleden van de verschillende stads- en OCMW-diensten, iemand van het Huis van het Nederlands en schepen van integratie en Vlaams karakter, Greta Vanermen. Zij zullen ongeveer maandelijks samenkomen om het plaatselijke taalbeleid vorm te geven. 44 Integratiebeleidsplan Stad Landen 8. Ondersteunende organisaties die een ruimer grondgebied bedienen Hieronder volgt een overzicht van allerlei diensten en organisaties die actief zijn op een ruimer grondgebied, maar waarop ook inwoners van Landen beroep kunnen doen. Sommige van deze diensten en organisaties, zoals het CAW en Kind & Gezin, hebben een zetel in Landen zelf, terwijl het merendeel elders in Vlaams-Brabant of Limburg is gevestigd. Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Het Centrum Algemeen Welzijnswerk, afgekort CAW, staat open voor iedereen met vragen en problemen. Men richt zich vooral op mensen die kwetsbaarder zijn door kansarmoede, thuisloosheid, scholing, leeftijd of afkomst. Aan de hand van gesprekken wordt er geprobeerd om een antwoord of oplossing te zoeken. Indien het CAW zelf niet kan helpen, gaat men op zoek naar een andere dienst of instantie die dat wel kan. Het CAW bestaat uit verschillende werkingen met elk hun eigen doelgroep:26 CLR, Centrum voor Levensvragen en Relatieproblemen, richt zich tot volwassenen. JAC, Jongeren Advies Centrum, richt zich tot jongeren. Wetswinkel, geeft juridisch advies. BZW, Begeleid Zelfstandig Wonen, richt zich tot jongeren tussen 18 en 25 jaar. BWO, Begeleid Wonen met Opvoedingsondersteuning, biedt ondersteuning aan huis in het alleen wonen en de opvoeding van kinderen. MGO, Mobiele Gezinsondersteuning, ondersteunt gezinnen met opvoedingsproblemen aan huis. Amerant, inloopcentrum en sociaal restaurant Tienen. Vluchthuis, voorziet opvang voor mishandelde vrouwen. De hulpverlening van het CAW is vrijwillig, anoniem, vertrouwelijk en in de meeste gevallen gratis. Enkel in het Vluchthuis worden er verblijfskosten aangerekend en in Amerant kan men tegen een kleine prijs een warme maaltijd nuttigen. Een bijzonder onderdeel van het CAW is het JWW of Justitieel Welzijnswerk. Het JWW richt zich naar verdachten en daders van strafbare feiten – in het bijzonder gedetineerden – en naar hun directe omgeving. Professionelen en vrijwilligers worden zowel binnen als buiten de gevangenismuren ingezet. Men gaat uit van het principe dat ieder lid van de samenleving beschikt over gelijke basisrechten en die moet kunnen waarmaken. Het JWW heeft een eigen aanbod op maat van haar doelgroep, maar kan ook worden beschouwd als het voorportaal naar het volledige aanbod van het CAW.27 In onze regio is CAW Hageland actief, met zetels in Aarschot, Diest, Tienen en Landen. Het CAW van Landen is gehuisvest in het Sociaal Huis en is enkel raadpleegbaar na afspraak. 26 CAW Hageland, s.d. (http://www.cawhageland.be/default.htm). Steunpunt Algemeen Welzijnswerk, s.d. (http://www.steunpunt.be/onderwerpen/detentie/ justitieel_welzijnswerk). 27 45 Integratiebeleidsplan Stad Landen Centrum voor Basiseducatie (CBE) Bij het Centrum voor Basiseducatie, afgekort CBE, kunnen volwassenen met een beperkte of onafgewerkte schoolloopbaan hun basisvaardigheden opfrissen en versterken. Wanneer volwassenen in hun dagelijkse leven of tijdens hun werksituatie moeite ondervinden met basisvaardigheden op vlak van taal, rekenen, computer of maatschappijoriëntatie, dan kan het opleidingsaanbod van het CBE hen kansen bieden. Het opleidingsaanbod wordt ingedeeld in 7 leerdomeinen: Taal: Nederlands voor Nederlandstaligen Taal: Nederlands voor anderstaligen Taal: alfabetisering in het Nederlands als tweede taal Rekenen / wiskunde Maatschappijoriëntatie ICT Opstap Frans en Engels Iedereen die behoefte heeft aan bijscholing op het niveau van lager onderwijs en eerste graad secundair onderwijs kan bij het CBE terecht. In theorie staan de cursussen dus open voor iedereen, maar in praktijk blijkt dat vooral volwassenen met een beperkte of onafgewerkte schoolloopbaan hier terecht komen. Bij de Nederlandstalige cursisten behoren onder andere kort opgeleide Vlamingen, 2e- en 3egeneratie migranten, jonge schoolverlaters, ouderen en huisvrouwen tot de doelgroep. Zij kunnen zich rechtstreeks aanmelden bij het CBE. Bij de anderstaligen behoren vooral migranten, vluchtelingen, nieuwkomers maar ook oudkomers tot de doelgroep. Anderstalige volwassenen die Nederlands willen leren, moeten zich eerst aanmelden bij het Huis van het Nederlands, waar bepaald wordt of de kandidaat terecht kan bij een CBE of CVO. In de regio Leuven-Hageland heet het Centrum voor Basiseducatie ‘Open School’, met campussen in Leuven, Aarschot, Diest, Haacht en Tienen. Alle cursussen zijn gratis. Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) CLB staat voor Centrum voor Leerlingenbegeleiding. Elke school in Vlaanderen werkt samen met zo’n centrum. Niet alleen leerlingen maar ook ouders, leraren en directies kunnen hier terecht voor gratis informatie, hulp en begeleiding. Een team van artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, psychologen en pedagogen zorgt ervoor dat elk kind op school zijn kennis, talenten en vaardigheden zo goed mogelijk kan ontwikkelen. De introductiebrochure van het CLB is in 21 talen raadpleegbaar. Net als het CAW probeert het CLB eerst zelf de gestelde vragen op te lossen, maar als dat niet lukt, stuurt men door naar gespecialiseerdere organisaties zoals het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. 46 Integratiebeleidsplan Stad Landen De Landense scholen zijn aangewezen op 2 centra in Tienen, namelijk: GO! Centrum voor leerlingenbegeleiding, Oude Vestenstraat 14 Vrij Centrum voor leerlingenbegeleiding, Veldbornstraat 18 Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) Het CVO of Centrum voor Volwassenenonderwijs is een onderwijsinstantie die toegankelijk is voor alle geïnteresseerden vanaf 15 jaar. Iedereen die een behoorlijke basiskennis Nederlands heeft, wordt ondersteund bij het afleggen van zijn individuele leerweg. Het CVO heeft een uitgebreid aanbod opleidingen, gaande van boekhouden en computercursussen tot vreemde talen en Nederlands voor anderstaligen. Het CVO werkt samen met andere onderwijspartners zoals VDAB, Syntra, CBE en het Huis van het Nederlands. CVO afdeling Landen-Leuven heeft, zoals de naam het zegt, ook een campus in Landen, namelijk in de gebouwen van Gemeenschapsonderwijs Koninklijk Atheneum D’Hek in de Tiensestraat. Hier kan men momenteel onderstaande cursussen volgen:2829 Bedrijfsbeheer Computercursussen (Word, Powerpoint, Excel, Internet, …) Grafische opleidingen (Fotografie, Photoshop, …) Vreemde talen (Frans, Spaans, Italiaans, Engels, Arabisch, Duits, …) Nederlands voor anderstaligen, NT2 Nederlands voor anderstaligen, ofwel Nederlands als tweede taal, kan in Leuven zowel overdag als ’s avonds gevolgd worden. In Landen biedt men enkel avondonderwijs aan, namelijk in cursussen met een frequentie van 1 of 2 keer per week. Daarnaast biedt ook CVO De Nobel uit Tienen NT2cursussen aan, zowel in avond- als dagonderwijs. De exacte uurroosters zijn afhankelijk van het taalniveau. Huis van het Nederlands De Huizen van het Nederlands, in totaal 8 in Vlaanderen en Brussel, zijn vzw’s die anderstaligen die Nederlandse taalles willen volgen, op weg helpen. De Huizen organiseren zelf geen cursussen, maar geven een overzicht van de mogelijke cursussen NT2 in de regio. Alle volwassen anderstaligen vanaf 16 jaar met een verblijfsvergunning kunnen bij het Huis van het Nederlands terecht. Inburgeraars vormen een belangrijk deel van de doelgroep, maar de Huizen staan ook open voor anderstaligen die al langer in België wonen.30 28 Startpagina Centra voor Leerlingenbegeleiding, s.d. (http://www.ond.vlaanderen.be/clb/). CVO Landen, 2013 (http://www.cvolanden.be/site/category.php?id=32). 30 Huizen van het Nederlands. Wat doen we?, 2008 (http://www.huizenvanhetnederlands.be/Watdoenwe/Voorwie/tabid/361/Default.aspx). 29 47 Integratiebeleidsplan Stad Landen Kind & Gezin Kind en Gezin is een agentschap van de Vlaamse overheid met als opdracht actief bij te dragen tot het welzijn van jonge kinderen en hun gezinnen. Men werkt op 3 domeinen, namelijk gezinsondersteuning, kinderopvang en adoptie. Door preventief en toekomstgericht te handelen, streeft Kind en Gezin naar de volledige ontplooiing van het kind op lichamelijk, geestelijk, emotioneel en sociaal vlak. 31 Men wil voor elk kind, waar en hoe het ook is geboren en opgroeit, zo veel mogelijk kansen creëren, en biedt daartoe een ruime waaier van gratis diensten aan voor aanstaande ouders en ouders van jonge kinderen. De organisatie is verantwoordelijk voor: De erkenning van kwaliteitsvolle kinderopvang Een optimale ondersteuning van aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen De criteria waaraan adoptiediensten moeten voldoen In Landen is er een consultatiebureau van Kind en Gezin, namelijk in de Oscar Huysecomlaan 2, naast woonzorgcentrum Oleyck. Na afspraak kan je hier met al je vragen terecht. Kruispunt Migratie-Integratie Het Kruispunt Migratie-Integratie vzw is de opvolger van het Vlaams Minderhedencentrum, gehuisvest in de Brusselse Vooruitgangstraat. Het is een onafhankelijk expertisecentrum voor Vlaanderen en Brussel dat erkend en gesubsidieerd wordt door de Vlaams overheid. Het kruispunt ontwikkelt kennis en expertise over migratie en integratie en wisselt die uit met diensten, organisaties en overheden, met als doel ‘de samenleving te helpen omgaan met migratie en met de gevolgen ervan’. Iedereen die in het kader van zijn werk te maken heeft met migratie, integratie en etnisch-culturele diversiteit kan terecht bij het Kruispunt. Voorbeelden zijn lokale en provinciale besturen, Vlaamse en federale overheid, diensten, instellingen en organisaties, integratiecentra en onthaalbureau’s. Het Kruispunt Migratie-Integratie biedt onder andere informatie aan via publicaties en websites, maar men kan er ook terecht voor specifieke vormingen en studiedagen. Verder geeft men ook begeleiding op maat bij vragen over omgaan met diversiteit in je organisatie en werkt men aan constructieve beleidsvoorstellen. Het Kruispunt brengt experts uit verschillende sectoren samen en kan op die manier problemen vanuit meerdere standpunten bekijken en bruggen slaan tussen organisaties en mensen. Naar eigen zeggen werkt het Kruispunt Migratie-Integratie aan een samenleving ‘die verantwoord omgaat met migratie, die constructief omgaat met diversiteit, waaraan iedereen evenwaardig deelneemt’.32 31 Kind & Gezin Kennismakingsfolder, s.d. (http://www.kindengezin.be/brochures/Kennismakingsfoldersector partners/ index.html). 32 Kruispunt M-I, 2013 (http://www.kruispuntmi.be/detail.aspx?id=142). 48 Integratiebeleidsplan Stad Landen Lokale Politie De lokale politie houdt zich onder andere bezig met volgende 7 functionaliteiten:33 1. Onthaal 2. Wijkwerking 3. Interventie 4. Verkeer 5. Lokale recherche 6. Slachtofferbejegening 7. Openbare orde Het onthaal bestaat erin burgers te woord te staan en indien nodig door te verwijzen naar andere diensten. In een meergemeentenzone, zoals Landen-Linter-Zoutleeuw beschikt elke gemeente over een politiepost, waardoor niet elke post de klok rond bereikbaar is. Toch kunnen mensen die in nood verkeren ook buiten de diensturen terecht bij het hoofdcommissariaat in Landen op het Gendarmerieplein. Daar hangt namelijk aan de buitenmuur een telefoon waarmee men rechtstreeks met de hulpcentrale wordt verbonden. Bij de functie interventie probeert men een antwoord te bieden op elke oproep waarbij een interventie ter plaatse noodzakelijk is. Afhankelijk van de omstandigheden gebeurt dit onmiddellijk of met uitstel, maar elke politiezone is hier de klok rond mee bezig. Volgens een Koninklijk Besluit van 2009 moet een politiekorps minstens 8 procent van de totale tijd besteden aan verkeersopdrachten. Deze taak omvat meer dan enkel het regelen van het verkeer of de naleving van de verkeersregels controleren. Men stelt ook verkeersongevallen vast en adviseert overheden over mobiliteit en verkeersveiligheid. De vierde functie van de lokale politie is lokale recherche. Dit bestaat onder ander uit opsporingen en onderzoeken van criminaliteit. Ongeveer 10 procent van het korps houdt zich hiermee bezig. Daarnaast doet de politie aan slachtofferbejegening, namelijk het verschaffen van adequate opvang, informatie en bijstand aan slachtoffers. Elke politieman of –vrouw moet hiertoe bekwaam zijn, maar bij ernstige gevallen kan men beroep doen op een gespecialiseerde hulpverlener. De lokale politie heeft ook tot taak de openbare orde te handhaven. Zij houden zich niet enkel bezig met de openbare rust, maar ook met de openbare veiligheid en gezondheid. De buurtwerking, ten slotte, is de hoeksteen van een politiedienst. Men biedt een zichtbare en aanspreekbare dienst aan die maximaal georiënteerd is op de behoeften en verwachtingen van haar omgeving. De buurtwerking steunt op wijkinspecteurs. Hun taak bestaat erin om zo goed mogelijk te weten wat er reilt en zeilt binnen de betreffende wijken. Zij moeten niet alleen de bewoners, maar ook eventuele problemen en overlast leren kennen. De wijkinspecteur biedt een luisterend oor en probeert waar mogelijk de problemen op te lossen. Er is minstens één wijkagent per 4000 inwoners actief. Hieronder vindt u een beknopte opsomming van de belangrijkste taken van een wijkinspecteur: Lokaal onthaal (klachten, aangiften, informatieverstrekking, ...) Contact onderhouden met de wijkbewoners Uitvoeren van niet-dringende politietussenkomsten (burengeschillen, inbreuken, ...) Onderzoeken van kleine milieudelicten (sluikstorten, verbranden van afval, ...) Opdrachten van de procureur des Konings (kantschriften) 33 Lokale Politie – LAN (Landen-Linter -Zoutleeuw), 2013 (http://www.lokalepolitie.be/5390/home.html). 49 Integratiebeleidsplan Stad Landen Domicilie- en moraliteitsonderzoeken Oorzaken van onveiligheid opsporen Schooltoezicht Afwezigheidstoezicht op woningen Contacten met zowel interne als externe partners (andere politiediensten, OCMW, ...) Deelnemen aan wijkvergaderingen Aanwezigheid bij openbare gebeurtenissen (carnavalstoet, processie, stratenloop, ...) Bijstand verlenen aan deurwaarders Meldpunt Discriminatie In het kader van het decreet houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid van 2008 werd er een netwerk van 13 lokale meldpunten discriminatie opgericht. De Vlaamse overheid ziet het principe van gelijke behandeling als één van de grondslagen van onze democratische samenleving, maar stelt vast dat discriminaties nog te vaak tot de dagelijkse realiteit van minderheidsgroepen behoren. Men wil niet enkel repressief maar ook preventief optreden en zo een tolerante samenleving creëren waar iedereen volwaardig en gelijkwaardig aan kan deelnemen.34 In Vlaanderen kunnen burgers in 13 centrumsteden terecht met een klacht over ongelijke behandeling. Landen behoort tot het grondgebied van het meldpunt te Hasselt op het Groenplein. De meldpunten verlenen bijstand aan slachtoffers en kunnen bemiddelen tussen partijen opdat het discriminerende gedrag wordt stopgezet. Daarnaast kunnen de steunpunten ook louter informatie verlenen. De meldpunten doen daarnaast ook aan preventie, bijvoorbeeld in de vorm van infoavonden of de organisatie van bijzondere acties tijdens de internationale dag tegen homofobie. Slachtoffers van discriminatie kunnen ook bij het ‘Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding’ en het ‘Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen’ een klacht indienen. Zij volgen de klacht op, verstrekken informatie, verlenen bijstand, verwijzen naar bestaande diensten en organiseren bemiddelingen. Indien nodig wordt er in samenspraak met het slachtoffer naar de rechter gestapt. 34 Non-discriminatie > Het beleid > Gelijke Kansen, s.d. (http://www.gelijkekansen.be/Hetbeleid/Nondiscriminatiebeleid.aspx). 50 Integratiebeleidsplan Stad Landen Kaart 15: Vlaanderen ingedeeld in gemeenten en opgesplitst naar werkingsgebieden van de Meldpunten Discriminatie (2013). Bron: Vlaams Overheid: Gelijke kansen in Vlaanderen. Onthaalbureau Volgens het Onthaalbureau biedt inburgering mensen uit alle hoeken van de wereld die in ons land wonen een eerste opstap om hun plaats in de samenleving te definiëren. Het onthaalbureau organiseert dan ook een inburgeringstraject, dat is opgebouwd uit 2 delen: een vormingsprogramma en een individuele begeleiding op maat van de inburgeraar. Het vormingsprogramma bestaat zelf uit 3 delen: Maatschappelijke oriëntatie Lessen Nederlands Loopbaanoriëntatie In de lessen Maatschappelijke oriëntatie maakt men kennis met de Belgische samenleving en praat men over dagdagelijkse dingen zoals openbaar vervoer, medische hulp en onderwijs. De lessen NT2, Nederlands als tweede taal, worden georganiseerd in samenwerking met het Huis van het Nederlands en andere onderwijsinstellingen zoals het CBE en CVO. Sommige personen moeten het traject verplicht volgen, terwijl anderen rechthebbend zijn. Rechthebbend zijn, betekent dat je niet wordt verplicht om een inburgeringstraject te volgen, maar er wel recht op hebt. Het inburgeringstraject is gratis voor alle deelnemers: de Vlaamse overheid neemt de kosten op zich. 51 Integratiebeleidsplan Stad Landen Maandelijks vertrekken er vanuit het Onthaalbureau brieven naar personen die nieuw zijn ingeschreven in de gemeenten en behoren tot de doelgroep voor inburgering. Het is de bedoeling dat ook de gemeente, vooral dan de dienst Bevolking en Burgerzaken, en het OCMW een foldertje meegeven aan nieuwkomers. In Vlaanderen en Brussel zijn er in totaal 8 onthaalbureau’s waar inburgeraars terecht kunnen. Onthaalbureau Vlaams-Brabant heeft afdelingen in Asse, Diest, Halle, Leuven, Tienen en Vilvoorde. Provinciaal Integratiecentrum (PRIC) Het PRIC, voluit het Provinciaal Integratiecentrum, ondersteunt de deelname van etnisch-culturele minderheden aan het beleid en de samenleving.35 Dit doet men door onder meer: Waar nodig allochtone leden van adviesraden te ondersteunen Infosessies over verkiezingen en andere actuele thema's te organiseren Mensen door te verwijzen voor juridisch advies Het allochtoon verenigingsleven te ondersteunen via informatie, vorming, ontmoeting en uitwisseling De hoofdzetel van PRIC Vlaams-Brabant is het provinciehuis van Leuven. Daarnaast zijn er ook nog 4 steunpunten in Asse, Diest, Halle en Vilvoorde. Vlaams-Brabanders kunnen bij het PRIC terecht voor onder andere informatie over de situatie van minderheden in de provincie, een intercultureel vormingsaanbod, samenwerking met organisaties met etnisch-culturele minderheden, een tolk, doorverwijzingen naar instanties voor gespecialiseerde juridische bijstand over vreemdelingenrecht, … Ook allochtonen, vluchtelingen, woonwagenbewoners en mensen zonder papieren kunnen bij het PRIC aankloppen. Zij kunnen bij het PRIC terecht voor bijvoorbeeld ondersteuning om een organisatie op te richten, vorming over mogelijkheden voor tewerkstelling, ondersteuning bij contacten met een school, een tolk, bemiddeling of hulp bij het neerleggen van een klacht betreffende discriminatie, … Het PRIC bood ook intensieve ondersteuning bij het opstellen van dit integratiebeleidsplan. 35 Het Provinciaal Integratiecentrum – Provincie Vlaams-Brabant, s.d. (http://www.vlaamsbrabant.be/welzijngezondheid/minderheden/etnisch-culturele-minderheden/provinciaal-integratiecentrum/). 52 Integratiebeleidsplan Stad Landen Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) De VDAB oftewel Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding is een Vlaamse overheidsdienst die vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samenbrengt en als hoofdtaak heeft werkzoekenden te begeleiden naar werk. Indien nodig worden de competenties van de werkzoekenden verhoogd in de competentiecentra van de VDAB. VDAB heeft een dubbele functie, namelijk als loopbaanregisseur en dienstverlener.36 Als loopbaanregisseur schept men voor alle Vlaamse burgers de ruimte om maximaal zelf hun loopbaan te ontwikkelen. Als dienstverlener helpt men burgers bij het ontwikkelen van hun loopbaan in wisselwerking met de marktvraag. Daarvoor werkt men samen met andere organisaties. Het dienstenpakket van de organisatie ziet er als volgt uit: Arbeidsbemiddeling Competentieontwikkeling Loopbaandienstverlening Faciliteren van de arbeidsmarktwerking VDAB heeft speciale aandacht voor burgers uit kansengroepen, zoals 50-plussers, personen met een arbeidshandicap, gedetineerden en anderstaligen. VDAB weet dat het niet zo gemakkelijk is om werk te vinden als je niet goed Nederlands spreekt. Om anderstaligen te helpen, biedt VDAB 3 specifieke opleidingen aan: Inwerkingstraject Opleiding Nederlands Sollicitatietraining. Het inwerkingstraject kan onder meer bestaan uit een opleiding over de Vlaamse arbeidsmarkt, over de Belgische maatschappij en eventueel een beroepsopleiding. Hiervoor werkt men samen met het onthaalbureau. Het tweede deel, de opleiding Nederlands, kan je pas volgen als je al een basis Nederlands hebt. Indien dit niet zo is, moet je eerst die basis leren bij een CVO of CBE. Deze opleiding is geen doel op zich, maar een middel om de drempel naar werk te verlagen. Tijdens de sollicitatietraining, ten slotte, oefen je samen met andere anderstalige werkzoekenden sollicitatietechnieken in. 36 VDAB: Over VDAB, 2013 (http://www.vdab.be/vdab/). 53 Integratiebeleidsplan Stad Landen 54 Integratiebeleidsplan Stad Landen DEEL 3: DOELSTELLINGSNOTA 1. TAALBELEID De stad en het OCMW voeren een taalbeleid om gelijke kansen en Nederlandstalige participatie aan de samenleving te verhogen. De stad Landen en het OCMW zetten actief in op taalpromotie om zoveel mogelijk mensen toe te leiden naar de lessen NT2. Acties Resultaatsindicatoren De integratiedienst onderzoekt in Resultaat: samenwerking met het Huis van het Nederlands Er is zicht of het aanbod aan Nederlandse lessen of het aanbod aan Nederlandse lessen voldoet voldoet aan de vraag. aan de vraag. Wanneer het aanbod Indicator: onvoldoende blijkt, wordt er gezocht naar Resultaat van het onderzoek: aantal mogelijkheden tot uitbreiding van het aanbod. aanmeldingen bij het Huis van het Nederlands, het advies dat wordt gegeven, het aantal mensen die effectief NT2 volgen en het aantal Landenaren dat door gebrek aan aanbod in eigen stad elders NT2 volgt. Timing: 2013: Opstellen van overzicht van het huidige aanbod Nederlandse lessen in Landen. 2014: Onderzoek naar vraag en aanbod via het Huis van het Nederlands en naburige opleidingscentra. Budget: / Partners: Integratiedienst + Huis van het Nederlands + CVO Landen. De integratiedienst informeert personeelsleden Resultaat: van de stad en het OCMW die in contact komen De personeelsleden van de stad Landen en het met anderstalige inwoners over de werking van OCMW zijn op de hoogte van de werking van het Huis van het Nederlands en stimuleert ze het Huis van het Nederlands zodat zij om hen door te verwijzen naar het Huis. anderstalige burgers op een correcte wijze kunnen doorverwijzen. Indicator: Overzicht van de wijze van bekendmaking naar het personeel. Timing: 2014: Informatiemoment en overzicht voor de betrokken diensten opstellen. Budget: / Partners: Integratiedienst + Huis van het Nederlands. 55 Integratiebeleidsplan Stad Landen De stad Landen informeert anderstalige nieuwkomers over het taalbeleid in de stad en helpt nieuwe inwoners de weg te vinden naar taallessen en oefenkansen Nederlands. Resultaat: Meer anderstalige nieuwkomers worden op de hoogte gebracht van het taalbeleid van de stad en over de mogelijkheden om Nederlands te leren. Indicator: Publicatie via website en infoblad. Timing: 2013: Opstellen aanbodsoverzicht Nederlandse lessen en informatieve publicatie over taalbeleid. 2014-2015: Verspreiden aanbodsoverzicht en publicatie over taalbeleid via gemeentelijke website en infoblad. Budget: / Partners: Integratiedienst + Dienst Communicatie. Resultaat: De stad en het OCMW werken een duidelijk taalbeleid uit om de werking van hun diensten te vergemakkelijken en de klantvriendelijkheid te garanderen in contact met anderstalige burgers, met respect voor de taalwetgeving. Indicator: Verslag van de werkgroep ‘taalbeleid’ en het taalactieplan. Timing: 2013: Oprichten van een werkgroep ‘taalbeleid’, opstart procesbegeleiding van het Huis van het Nederlands en opstellen van het taalactieplan. 2014-2015: Toepassen en continue evaluatie van het taalactieplan. Budget: / Partners: Dienst Welzijn + Werkgroep ‘taalbeleid’ + Huis van het Nederlands. De stad en het OCMW gaan verder met de ontwikkeling en toepassing van een lokaal taalbeleid in samenwerking met het Huis van het Nederlands door middel van een procesbegeleiding. Het integratie- en taalbeleid van de stad wordt bekend gemaakt bij de Landense bevolking. Acties De stadsdiensten en het OCMW brengen de bevolking op de hoogte van het taal- en integratiebeleid van de stad landen via alle mogelijke informatiekanalen zoals het infoblad, de website, infoborden en lokale pers. Resultaatsindicatoren Resultaat: De Landense inwoners zijn beter op de hoogte van het taal- en integratiebeleid van de stad. Indicator: Overzicht van de initiatieven genomen om de bevolking beter te informeren. Timing: 2014-2015: Initiatieven om de bevolking te 56 Integratiebeleidsplan Stad Landen informeren over taal- en integratiebeleid. Budget: / Partners: Stad + OCMW. De lokale verenigingen die vertegenwoordigd Resultaat: zijn in de stedelijke adviesraden worden op de Relevante acties kunnen via de hoogte gebracht van het integratiebeleid. vertegenwoordigers van de verschillende adviesraden doorstromen naar de leden van socio-culturele verenigingen en kansengroepen. Indicator: Verslag algemene vergaderingen adviesraden. Timing: 2014-2015: Informatiemomenten voor adviesraden en lokale verenigingen. Budget: / Partners: Integratiedienst + Stedelijke adviesraden + Lokale verenigingen. De stad Landen en het OCMW zetten actief in op het creëren van oefenkansen Nederlands voor anderstalige inwoners. Acties Resultaatsindicatoren De stad gaat verder met het project ‘Samen Resultaat: Inburgeren’. De integratiedienst en de dienst Anderstalige inwoners worden gestimuleerd Burgerzaken staan in voor de bekendmaking Nederlands te oefenen via het project ‘Samen van het project, de inschrijvingen, de matching Inburgeren’. Er worden verder duo’s gevormd en de opvolging van de duo’s. Minstens twee die samen op stap gaan. keer per jaar wordt er een gezamenlijke Indicator: activiteit voor alle duo’s georganiseerd. Overzicht van de vrijwilligers en activiteiten. Timing: 2013-2014: Er worden verder duo’s gevormd. 2014: Evaluatie van het project. Budget: € 750 (promotie van de actie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten). Partners: Integratiedienst + Dienst Burgerzaken. De stad en het OCMW ondernemen stappen om Resultaat: een soort van Café Combinne op te richten. Er wordt een soort van Café Combinne Stad en OCMW financieren de werkingskosten opgericht. Door Nederlands te oefenen wordt van het op te richten initiatief. Nieuwe de integratie van nieuwe Vlamingen bevorderd Vlamingen krijgen op geregelde basis de kans en wordt de sociale cohesie tussen om hun Nederlands te oefenen met “oude verschillende culturen versterk. Vlamingen”. Indicator: Verslag van de activiteiten en het aantal deelnemers. Timing: 2013: Verkennende gesprekken met mogelijke 57 Integratiebeleidsplan Stad Landen partners. 2014: Opzetten van een soort Café Combinne. 2014-2015: Organisatie van een soort Café Combinne op geregelde tijdstippen. Budget: 2014-2015: € 1000 (werkingskosten). Partners: Integratiedienst. Resultaat: Er wordt een voorstel uitgewerkt om anderstalige kinderen met een leerachterstand te stimuleren in de zomervakantie Nederlands te oefenen. Indicator: Concreet voorstel in verband met oefenkansen voor anderstalige kinderen tijdens de zomervakantie. Timing: 2014: Onderzoek naar mogelijke oefenkansen. 2015: Formuleren, voorstellen en uitwerken concreet voorstel voor oefenkansen. Budget: / Partners: Integratiedienst + Landense scholen (Lokaal Overleg Platform). De integratiedienst onderzoekt de mogelijkheid om anderstalige kinderen uit het basisonderwijs met een leerachterstand tijdens de zomervakantie te stimuleren samen met hun ouders Nederlands te oefenen. Dit project kan worden uitgebreid naar andere leeftijdsgroepen. 58 Integratiebeleidsplan Stad Landen 2. SAMENLEVEN IN DIVERSITEIT De stad versterkt sociale samenhang door wederzijdse kennis, openheid en respect tussen mensen te bevorderen via gemeenschapsvorming in de brede betekenis. De stad stimuleert cultuurparticipatie, ondersteunt ontmoeting en samenwerking tussen personen van diverse herkomst en diverse levensbeschouwingen. Discriminatie en racisme worden consequent aangepakt. Het stadsbestuur en het OCMW zorgen voor leefbare woonwijken door een proactief beleid. Acties Resultaatsindicatoren Het stadsbestuur en het OCMW brengen een Resultaat: overleg tot stand met de lokale politie, De Landense woonwijken kunnen bij wijkagenten, gemeenschapswachten en andere probleemsituaties terugvallen op een partners, met het oog op een open gecoördineerd opvangnet. communicatie en nauwe samenwerking. Indicator: Verslag van gesprekken met partners en van het overleg. Timing: 2014: Verkennende gesprekken met partners. 2014-2015: Regelmatig overleg. Budget: / Partners: Stad + OCMW + Politie + Wijkagenten + Gemeenschapswachten. De stad en/of het OCMW vragen ‘subsidies ter Resultaat: bevordering van sociale cohesie’ aan bij de De stad en/of het OCMW nemen een concreet Provincie Vlaams-Brabant. initiatief om ontmoeting en samenwerking van Landenaren te bevorderen en samenlevingsproblemen aan te pakken. Voor de financiering roepen zij de hulp in van de Provincie Vlaams-Brabant. Indicator: Projectaanvraag en evaluatie van het uitgevoerde project (onder voorbehoud). Timing: 2014: Uitwerking concreet voorstel en indienen projectaanvraag. 2015: Uitvoer goedgekeurd project (onder voorbehoud). Budget: / Partners: Stad + OCMW + Provincie Vlaams-Brabant. De integratiedienst informeert de Resultaat: gemeenschapswachten over en begeleidt hen De gemeenschapswachten volgen vormingen en bij het zoeken naar geschikte vormingen over leren beter omgaan met conflictsituaties het omgaan met conflictsituaties waarbij waarbij kansengroepen betrokken zijn. kansengroepen zijn betrokken. Indicator: Verslag van de voorgestelde en gevolgde vormingen. Timing: 2013-2015: Informeren en begeleiden van de 59 Integratiebeleidsplan Stad Landen gemeenschapswachten. Budget: / Partners: Integratiedienst + Gemeenschapswachten. Het stadsbestuur geeft impulsen om de sociale cohesie en de interlevensbeschouwelijke dialoog te bevorderen. Acties Resultaatsindicatoren De integratiedienst legt contacten met Resultaat: zelforganisaties en religieuze verenigingen zoals Er is zicht op de aanwezigheid van de Evangelische en de Rooms-Katholieke kerk zelforganisaties en religieuze verenigingen en de en onderzoekt op welke manier samenwerking samenwerkingsmogelijkheden. mogelijk is teneinde de levensbeschouwelijke Er worden concrete samenwerkingsacties dialoog te bevorderen. uitgewerkt, uitgevoerd en geëvalueerd. Indicator: Lijst van zelforganisaties en religieuze verenigingen. Beschrijving uitgewerkte acties en evaluaties. Timing: 2014: Oplijsting van zelforganisaties en religieuze verenigingen. Onderzoek naar mogelijkheden tot samenwerking. 2015: Samenwerkingsacties. Budget: / Partners: Integratiedienst + Zelforganisaties + Religieuze verenigingen. De integratiedienst probeert een netwerk van Resultaat: contactpersonen binnen de etnisch-culturele De stad doet inspanningen om contacten op te gemeenschap op te bouwen. Dit kan onder bouwen met contactpersonen binnen de meer gebeuren via etnisch-culturele gemeenschap. - Huisbezoeken bij mensen van andere Indicator: origine en anderstalige mensen. Overzicht van contactpersonen uit de etnisch- Raadpleging van scholen om zo in culturele gemeenschap. Overzicht en verslag contact te komen met ouders van van contactmomenten met personen van andere originele of anderstalige ouders. diverse herkomst. - … Timing: 2013: Zoeken naar contactpersonen. 2014-2015: Organisatie van enkele contactmomenten met personen van diverse herkomst. Budget: / Partners: Integratiedienst. 60 Integratiebeleidsplan Stad Landen Het stadsbestuur neemt initiatieven om kansengroepen en burgers van diverse herkomst mee te laten participeren aan een toegankelijk activiteitenaanbod. Acties Resultaatsindicatoren De integratiedienst ondersteunt de Resultaat: bekendmaking bij en toeleiding van Anderstalige inwoners en etnisch culturele anderstaligen en etnisch culturele minderheden minderheden zijn aanwezig op evenementen. naar laagdrempelige evenementen in Door de participatie aan sportieve en sociosamenwerking met de Dienst Vrije Tijd en culturele evenementen wordt de integratie van organisaties die contact hebben met de anderstaligen en etnisch-culturele minderheden doelgroep. en de sociale cohesie tussen verschillende bevolkingsgroepen bevorderd. Indicator: Oplijsting van bekendmakingsen toeleidingsacties. Timing: 2014: Overleg met Dienst Vrije Tijd en andere partners. 2014-2015: Ondersteuning van toeleidings- en bekendmakingsacties. Budget: / Partners: Integratiedienst + Dienst Vrije Tijd. De integratiedienst en jeugddienst stimuleren Resultaat: en ondersteunen jeugdwerkingen om Anderstalige ouders zijn beter op de hoogte van informatie over hun werking te verschaffen aan de jeugdwerkingen. ouders, met extra aandacht voor anderstalige Indicator: ouders. Wijze van informatieverspreiding jeugdwerkingen en verslag aanwezige ouders. Timing: 2014: Opnemen van contact met jeugdwerkingen. 2014-2015: Ondersteunen van jeugdwerkingen bij het verschaffen van informatie aan ouders. Budget: / Partners: Integratiedienst + Jeugddienst + Jeugdwerkingen. De integratiedienst ondersteunt de sport- en Resultaat: jeugddienst bij de toeleiding van kinderen en Meer kinderen en jongeren van diverse afkomst jongeren van diverse herkomst naar worden toegeleid naar activiteiten jeugdwerkingen en andere activiteiten. georganiseerd door de diensten Sport en Jeugd. Indicator: Oplijsting van de toeleidingsacties. Timing: 2014-2015: Ondersteuning van de sport- en jeugddienst. Budget: / Partners: 61 Integratiebeleidsplan Stad Landen Integratiedienst + Sportdienst + Jeugddienst. Resultaat: Meer mensen van diverse herkomst worden toegeleid naar culturele activiteiten in Landen. Indicator: Oplijsting van de toeleidingsacties. Timing: 2014-2015: Ondersteuning van de Cultuurdienst. Budget: / Partners: Integratiedienst + Cultuurdienst. Resultaat: Activiteiten, publicaties en website van stad en OCMW zijn toegankelijk voor kansengroepen. Indicator: Mensen uit kansengroepen kunnen overweg met de Landense website, begrijpen publicaties en ondervinden geen drempel bij de aangeboden activiteiten. Timing: 2014-2015: Screening van de aangeboden activiteiten, publicaties en website. Budget: / Partners: Stad + OCMW + Platform Armoede + Huis van het Nederlands. De integratiedienst ondersteunt de Cultuurdienst voor het bereiken van mensen van diverse herkomst om deel te nemen aan activiteiten uit het cultuurprogramma zoals filmvoorstellingen, lezingen en cursussen. De stad en het OCMW screenen hun activiteiten, publicaties en website op toegankelijkheid voor kansengroepen. Het Platform Armoede of het Huis van het Nederlands kunnen hierbij als adviesorgaan optreden. De stad heeft een doorverwijsfunctie bij meldingen van discriminatie. Acties Wanneer de stadsdiensten of het OCMW signalen van discriminatie opvangen, kunnen deze worden gemeld of de slachtoffers kunnen worden doorverwezen naar het Meldpunt Discriminatie te Hasselt. Resultaatsindicatoren Resultaat: Alle Landense burgers die getroffen worden door discriminatie kunnen terecht bij het Meldpunt Discriminatie te Hasselt. Indicator: Aantal doorverwijzingen naar het Meldpunt Discriminatie. Timing: 2014-2015: Doorverwijzen naar het Meldpunt en opvolgen van de klachten. Budget: / Partners: Stad + OCMW. De stadsdiensten en het OCMW maken het Resultaat: Meldpunt Discriminatie bekend bij de bevolking Het Meldpunt Discriminatie is bekend bij de via het infoblad en de stedelijke website. Landense bevolking. Indicator: 62 Integratiebeleidsplan Stad Landen Aantal Landense meldingen bij het Meldpunt Discriminatie. Timing: 2014-2015: Initiatieven ter bekendmaking. Budget: / Partners: Stad + OCMW. 63 Integratiebeleidsplan Stad Landen 3. DE STAD HEEFT EEN REGIEROL IN INTERCULTURALISERING INTERNE REGIEROL De stad en het OCMW voeren een diversiteitsbeleid bij hun eigen diensten en voorzieningen. Er wordt aandacht besteed aan een divers personeelsbeleid en aan het informatie- en communicatiebeleid. Men heeft oog voor een correcte beeldvorming en een divers en toegankelijk aanbod. De stad en het OCMW proberen een kwaliteitsvolle dienstverlening voor alle burgers te garanderen. Het stadsbestuur zorgt voor een klantvriendelijk en laagdrempelig onthaal van alle nieuwe inwoners. Acties Resultaatsindicatoren De integratiedienst adviseert bij de Resultaat: ontwikkeling van een nieuw onthaalpakket om Nieuwe inwoners zijn beter op de hoogte van nieuwe inwoners wegwijs te maken in de de Landense dienstverlening en over de Landense dienstverlening. stappen die ze kunnen ondernemen om gemakkelijker te integreren. Indicator: Onthaalpakket. Timing: 2014: Evaluatie huidig en samenstelling nieuw onthaalpakket. 2015: Evaluatie van het nieuw onthaalpakket. Budget: / Partners: Integratiedienst + Dienst Burgerzaken + Communicatiedienst. De integratiedienst adviseert bij de organisatie Resultaat: van de onthaaldag voor nieuwe inwoners met Meer anderstalige inwoners en etnisch als doel een groter en meer divers publiek aan culturele minderheden nemen deel aan de te trekken. De integratiedienst ondersteunt de onthaaldag voor nieuwe inwoners. bekendmaking van de onthaaldag bij Indicator: anderstalige nieuwkomers. Overzicht van het aantal deelnemers en hun afkomst. Beschrijving van het nieuwe concept. Timing: 2013: Evaluatie huidig concept. 2014: Uitwerking nieuw concept. 2015: Evaluatie nieuw concept. Budget: / Partners: Integratiedienst + Dienst Burgerzaken + Communicatiedienst. 64 Integratiebeleidsplan Stad Landen Het stadsbestuur en het OCMW ondersteunen hun personeelsleden bij de omgang met inwoners van diverse herkomst binnen een duidelijk taalbeleid. Acties Resultaatsindicatoren Personeelsleden van stadsdiensten en OCMW Resultaat: die in contact komen met anderstalige inwoners Personeelsleden die in contact komen met krijgen een vorming “Duidelijke Taal” van het anderstalige inwoners nemen deel aan deze Huis van het Nederlands. vorming en kunnen beter communiceren met anderstalige inwoners Indicator: Verslag en evaluatie van de vorming. Timing: 2014-2015: Organisatie vorming. Budget: € 300 (vorming). Partners: Stad + OCMW + Huis van het Nederlands. Het stadsbestuur sensibiliseert de bevolking, diversiteit in de samenleving. Acties De stad en het OCMW zetten regelmatig etnisch-culturele diversiteit in de kijker via publicaties in het stedelijk infoblad. Bij de opmaak van een nieuwe informatiebrochure over Landen bekijkt de integratiedienst of er voldoende rekening wordt gehouden met diversiteit en gebruik van eenvoudig Nederlands. 65 ongeacht herkomst, over het omgaan met Resultaatsindicatoren Resultaat: Diversiteit in de Landense samenleving wordt vanuit de stad op een positieve manier belicht. Indicator: Overzicht publicaties met betrekking tot etnisch culturele diversiteit. Timing: 2013-2015: Publicatie van artikels met betrekking tot diversiteit. Budget: / Partners: Stad + OCMW. Resultaat: De stad heeft in de externe communicatie aandacht voor diversiteit en het gebruik van eenvoudig Nederlands. Indicator: Overzicht van aanpassingen rond diversiteit en anderstaligheid aan de algemene informatiebrochure. Timing: 2014: Screenen van de opmaak van stedelijke informatiebrochures op de aandacht voor diversiteit en anderstaligheid. Budget: / Partners: Integratiedienst + Communicatiedienst. Integratiebeleidsplan Stad Landen De stad en het OCMW screenen een steekproef van de externe communicatie om na te gaan of deze voldoende rekening houdt met de diversiteit bij de Landense bevolking. Resultaat: Er is zicht op het feit dat de diversiteit bij de Landense bevolking wordt weergegeven in het algemeen beeld van de bevolking via de verschillende communicatiekanalen. De stedelijke communicatie naar de burgers toe gebeurt op een toegankelijke manier met oog voor diversiteit. Indicator: Steekproef van de externe communicatie. Timing: 2014-2015: Het screenen van extern communicatiemateriaal op aandacht voor diversiteit en anderstaligheid aan de hand van een steekproef. Budget: / Partners: Stad + OCMW. Resultaat: Jongeren van etnisch-culturele minderheden zijn zich meer bewust van de voor- en nadelen van huwelijksmigratie. De Landense bevolking krijgt de kans om meer te weten te komen over het onderwerp. Indicator: Aankoopbewijzen DVD en boeken en brieven ter promotie. Timing: 2013: Aankoop DVD en boeken. 2014: Beschikbaar stellen in de bibliotheek. 2014: Brieven ter promotie. Budget: 250 € (aankoop DVD en boeken). Partners: Integratiedienst + bibliotheek. Resultaat: Het cliënteel van de thuisdiensten wordt tijdens het kennismakingsgesprek op de hoogte gebracht van de mogelijke diversiteit in de personeelsformatie. Indicator: Diversiteit wordt als een vast gesprekspunt aangehaald in kennismakingsgesprekken. Timing: 2014-2015: Ondersteunen van OCMW bij het informeren en sensibiliseren van cliënteel. Budget: / Partners: Integratiedienst + OCMW. De integratiedienst koopt de DVD ‘Verliefd, verloofd, getrouwd’ rond huwelijksmigratie aan bij vzw Ella en stelt deze onder andere via de bibliotheek ter beschikking voor lokale actoren zoals scholen, jeugdverenigingen en het CVO. Ook het aanbod boeken over huwelijksmigratie in de bibliotheek wordt verruimd. De integratiedienst ondersteunt het OCMW bij het informeren en sensibiliseren van het cliënteel van de thuisdiensten over het omgaan met diversiteit in de personeelsformatie. 66 Integratiebeleidsplan Stad Landen De stad en het OCMW zetten een initiatief op om het Lokaal Opvanginitiatief op een positieve manier meer bekend te maken bij het stadspersoneel en bij de Landense bevolking. Resultaat: Het stadspersoneel en de Landense bevolking zijn op de hoogte van de werking van het Lokaal Opvanginitiatief. Indicator: Verslagen van overlegmomenten en van het initiatief zelf. Timing: 2014: Overleg over mogelijke bekendmakingsinitiatieven. 2014-2015: Organisatie initiatieven. Budget: € 500 (bekendmakingsinitiatief). Partners: Stad + OCMW. Het stadsbestuur en het OCMW voeren een diversiteitsbeleid op de werkvloer. Acties De stad en het OCMW onderzoeken de mogelijkheid om een diversiteitsplan in te dienen. Het diversiteitsbeleid van de gemeente wordt uitgewerkt door een stuurgroep in samenwerking met externe partners zoals het Centrum Basiseducatie en het Huis van het Nederlands. Resultaatsindicatoren Resultaat: De stad en het OCMW hebben oog voor diversiteit in het personeelsen aanwervingsbeleid. Indicator: Beslissing over het al dan niet indienen van een diversiteitsplan en ontwerp diversiteitsplan (onder voorbehoud). Timing: 2013: Onderzoek van de mogelijkheid om een diversiteitsplan in te dienen. 2014: Uitwerking diversiteitsplan (onder voorbehoud). 2015: Uitvoer diversiteitsplan (onder voorbehoud). Budget: / Partners: Stad (Personeelsdienst) + OCMW. De stad en het OCMW onderzoeken de Resultaat: noodzaak en mogelijkheid om een vorming Er is een beter zicht op de noodzaak en ‘Nederlands op de werkvloer’ aan te bieden in mogelijkheid om stadsdiensten met samenwerking met de VDAB. anderstalige werknemers gebruik te laten maken van het aanbod ‘Nederlands op de werkvloer’. Indicator: Beslissing over het al dan niet aanbieden van een vorming. Timing: 2015: Onderzoek naar noodzaak en mogelijkheid. 67 Integratiebeleidsplan Stad Landen Budget: / Partners: Stad + OCMW + Huis van het Nederlands. Verschillende diensten en bestuursniveaus van de stad en het OCMW worden betrokken bij het verloop van het integratiebeleidsplan. Acties Resultaatsindicatoren Met de stuurgroep Integratie wordt er 2 tot 3 Resultaat: keer per jaar samengekomen om het De stuurgroep Integratie is op de hoogte van de jaarverslag te overlopen, doelstellingen en werking en de acties van de Integratiedienst. De acties aan te passen en toekomstplannen te leden van de stuurgroep dragen deze kennis bespreken. over aan andere diensten waarmee zij in contact staan. Indicator: Verslag van de stuurgroepvergaderingen. Timing: 2013-2015: Regelmatige bijeenkomsten van de stuurgroep Integratie. Budget: / Partners: Integratiedienst + ‘Stuurgroep Integratie’. Inwoners en personeel van stad en OCMW Resultaat: worden op de hoogte gehouden van de acties Inwoners en personeel zijn op de hoogte van de en de werking van de integratiedienst via de acties en de werking van de integratiedienst. stedelijke infogids en website. Indicator: Weergave van de webpagina. Timing: 2013-2015: Publicatie van artikels over acties en werking van de integratiedienst in infogids en website. Budget: / Partners: Integratiedienst + Communicatiedienst. 68 Integratiebeleidsplan Stad Landen EXTERNE REGIEROL De stad versterkt en/of stimuleert de niet-stedelijke organisaties en voorzieningen in de verschillende relevante domeinen. Dit gebeurt in functie van het bereiken van de bijzondere doelgroepen van het integratiedecreet. De organisaties en voorzieningen worden ook gestimuleerd in het vergroten van hun betrokkenheid met het oog op gelijke kansen voor alle burgers. Het stadsbestuur biedt ondersteuning aan nieuwkomers en etnisch-culturele minderheden. Acties De stad organiseert een lokaal overlegplatform (LOP) voor de Landense scholen. De integratiedienst informeert de scholen over mogelijke ondersteuningsvormen en bespreekt initiatieven betreffende onder andere taalbeleid, ouderparticipatie en positieve beeldvorming met de scholen. De integratiedienst onderzoekt in samenwerking met de scholen waar ondersteuning nodig is ter bevordering van leerkansen voor anderstalige kinderen en ouderparticipatie. Scholen die ondersteuning willen, worden door de integratiedienst op de hoogte gebracht van mogelijke ondersteuningsvormen zoals trajectbegeleiding, oefenkansen Nederlands en tolken. 69 scholen bij het contact met anderstalige Resultaatsindicatoren Resultaat: De scholen zijn op de hoogte van het taal- en integratiebeleid van de stad en krijgen de kans om bestaande initiatieven te evalueren. Indicator: Verslag overleg met de scholen. Timing: 2014: Verkennende gesprekken met de Landense scholen. 2014-2015: Organisatie LOP op regelmatige tijdstippen. Budget: / Partners: Stad + Landense scholen (LOP). Resultaat: De knelpunten met betrekking tot taal- en integratiebeleid in de Landense scholen zijn gekend. Indicator: Overzicht van de knelpunten. Timing: 2014: Oplijsten van de knelpunten en formuleren van oplossingen. Budget: / Partners: Integratiedienst + Landense scholen (LOP). Resultaat: Via directievergaderingen en persoonlijke contacten krijgen de scholen de nodige info. Indicator: Verslag van de aangeboden ondersteuningsvormen. Timing: 2014: Oplijsten aan te bieden ondersteuningsvormen. 2014-2015: De Landense scholen worden op de hoogte gebracht van de aangeboden ondersteuning. Integratiebeleidsplan Stad Landen Budget: / Partners: Integratiedienst + Landense scholen (LOP). Resultaat: De integratiedienst ondersteunt de scholen in hun ouderbetrokkenheid. Door het project van ‘inburgeringscoaches’ op school worden ouders van diverse origine meer betrokken bij het schoolgebeuren. Anderstalige ouders worden gestimuleerd om hierbij Nederlands te spreken. Indicator: Verslag van overleg met de deelnemende scholen en overzicht van de activiteiten (onder voorbehoud). Meer en meer ouders proberen om Nederlands te spreken op school. Timing: 2014: Overleg met de Landense scholen. 2014-2015: Uitvoer project ‘inburgeringscoaches’ (onder voorbehoud). Budget: € 1000 (kosten activiteiten en promotiemateriaal, onder voorbehoud). Partners: Integratiedienst + Landense scholen (LOP). Resultaat: De naschoolse begeleiding gaat door op geregelde tijdstippen op vaste locaties. Indicator: Jaarlijks verslag van het aantal leerlingen en het aantal begeleiders. Timing: 2014: Overleg met scholen en zoeken van vrijwilligers. 2014-2015: Uitvoer naschoolse huiswerkbegeleiding. Budget: € 300 (Promotiemateriaal). Partners: Dienst Welzijn + OCMW + wijkwerking + Landense scholen (LOP). De integratiedienst bekijkt de mogelijkheid tot het inzetten van ‘inburgeringscoaches’ in enkele scholen. Via een systeem van peter- en meterschap worden nieuwe ouders betrokken bij het schoolgebeuren. Ze kunnen ook met hun vragen bij peter of meter terecht. Via het verhogen van de ouderbetrokkenheid in de scholen zet men in op indirecte taalstimulering. Het stadsbestuur en OCMW ondersteunen naschoolse huiswerkbegeleiding, georganiseerd door de wijkwerking in samenwerking met vrijwilligers en met de scholen. De ouders worden hier zoveel mogelijk bij betrokken. 70 Integratiebeleidsplan Stad Landen Het stadsbestuur creëert een breed draagvlak voor haar participatiebeleid om kansen groepen meer te laten participeren aan het sociale leven. Acties Resultaatsindicatoren Het stadsbestuur promoot en werkt samen met Resultaat: de lokale handelaars en marktkramers voor Er wordt een project wordt uitgewerkt in initiatieven zoals ‘Oefen hier je Nederlands bij samenwerking met lokale handelszaken. handelaren’, in samenwerking met plaatselijke Anderstaligen krijgen op alternatieve manieren handelaarsverenigingen. de mogelijkheid om Nederlands te oefenen. Nederlandstalige inwoners worden gesensibiliseerd tot het gebruik van Nederlands in contact met anderstaligen. Indicator: Overzicht van de deelnemende handelszaken. Timing: 2014: Verkennende gesprekken met de handelaren. 2015: Uitvoeren van het project. Budget: / Partners: Stad + Handelaars + Marktkramers. De integratiedienst stimuleert en ondersteunt Resultaat: externe vrijetijdsorganisaties die de De integratiedienst ondersteunt en begeleidt interculturele dialoog stimuleren en die acties activiteiten die de interculturele dialoog rond diversiteit op touw zetten. De acties bevorderen en onderzoekt de mogelijkheid van worden ondersteund door de integratiedienst een financiële stimulans. en worden vanuit de stad bekend gemaakt. Indicator: Overzicht van de initiatieven. Timing: 2014: Verenigingen op de hoogte brengen van de ondersteuning van de gemeente. 2014-2015: Ondersteunen van de organisaties. Budget: / Partners: Integratiedienst. 71 Integratiebeleidsplan Stad Landen 4. BELEIDSPARTICIPATIE De stad wil iedereen actief laten deelnemen aan het lokaal beleid, met extra aandacht voor bijzondere doelgroepen. Initiatieven voor kansengroepen worden bekend gemaakt en geëvalueerd door deelnemers van de activiteiten. Acties Resultaatsindicatoren De leerkrachten NT2 brengen hun cursisten op Resultaat: de hoogte van initiatieven voor anderstaligen, Meer cursisten zijn op de hoogte van evalueren de activiteiten regelmatig en initiatieven voor anderstaligen en krijgen zo de koppelen dit terug naar de integratiedienst. De kans om meer inspraak te krijgen in het initiatieven worden door de integratiedienst integratiebeleid van de gemeente. opgevolgd, geëvalueerd en bijgestuurd waar Indicator: nodig. Overzicht en evaluatieverslagen van initiatieven voor anderstaligen. Timing: 2013-2015: Opstellen en verspreiden van overzicht van initiatieven voor anderstaligen. 2014-2015: Evaluatie en bijsturing van initiatieven. Budget: / Partners: Integratiedienst + CVO. De integratiedienst houdt de vinger aan de pols Resultaat: bij deelnemers van initiatieven voor De integratiedienst is op de hoogte van de anderstaligen. De deelnemers krijgen de kans ervaringen die deelnemers hebben met hun ervaringen te delen. initiatieven voor anderstaligen en van hun noden en behoeften. Indicator: Oplijsting van noden en behoeften van deelnemers. Timing: 2013-2015: Opvolgen van initiatieven voor anderstaligen en polsen naar reacties van deelnemers. Budget: / Partners: Integratiedienst. 72 Integratiebeleidsplan Stad Landen Het stadsbestuur stimuleert de deelname van personen van diverse afkomst aan adviesraden en inspraakkanalen. Acties Resultaatsindicatoren De integratiedienst voert een screening uit van Resultaat: alle advies- en inspraakorganen op deelname Men heeft zicht op de deelname van inwoners van mensen van diverse herkomst. van diverse herkomst aan de adviesorganen en stimuleert hen hier deel van uit te maken. Indicator: Meting van het aantal mensen van diverse herkomst in de adviesraden. Timing: 2013: Screening van en terugkoppeling naar alle adviesraden. Budget: / Partners: Integratiedienst + Adviesraden. De stad overlegt met de stedelijke adviesraden Resultaat: rond de mogelijkheden en valkuilen betreffende Meer mensen van diverse herkomst nemen het bereiken van mensen van diverse afkomst. deel aan activiteiten van de adviesraden. De integratiedienst stimuleert de adviesraden Indicator: om initiatieven te nemen om hun werking open Meting van het aantal mensen van diverse te stellen voor mensen van diverse herkomst. herkomst dat deelneemt aan de activiteiten van de adviesraden. Timing: 2014-2015: Regelmatig overleg met de stedelijke adviesraden en uitwerken van mogelijke initiatieven. Budget: / Partners: Integratiedienst + Adviesraden. De stad organiseert overleg met nieuwe Vlamingen en hun organisaties. Acties Er wordt een ‘Werkgroep Integratie’ opgericht vanuit de Welzijnsraad. De werkgroep bestaat uit medewerkers van het stadsbestuur, sleutelfiguren uit organisaties die contact hebben met diverse doelgroepen en burgers van vreemde herkomst. Resultaatsindicatoren Resultaat: Mensen uit diverse kansengroepen krijgen de kans om te participeren aan het beleid van de stad. Indicator: Verslag samenstelling werkgroep. Timing: 2014: Samenstelling werkgroep. 2014-2015: Overleg werkgroep op regelmatige tijdstippen. Budget: / Partners: Welzijnsraad. 73 Integratiebeleidsplan Stad Landen De integratiedienst stimuleert initiatieven zoals Café Combinne om beleidsthema’s te bespreken. De noden die hier aan de oppervlakte komen, zullen worden overgemaakt aan de beleidsmakers. Resultaat: Het stedelijk beleid komt aan bod tijdens praatgroepen zoals Café Combinne. Indicator: Oplijsting van de besproken thema’s en noden met betrekking tot het beleid van de gemeente. Timing: 2013-2015: Bespreken van beleidsthema’s in Café Combinne en oplijsting van noden. Budget: / Partners: Integratiedienst + Café Combinne. 74 Integratiebeleidsplan Stad Landen DEEL 4: FINANCIËLE NOTA Vanaf het moment dat het integratiebeleidsplan wordt goedgekeurd, zal de stad Landen kunnen rekenen op een basissubsidie van ongeveer € 50.000 per jaar. Dit geldt voor 2013 na goedkeuring van het beleidsplan en vanaf 2014 onder voorwaarde dat wordt voldaan aan alle inhoudelijke en vormelijke vereisten die gekoppeld worden aan het verkrijgen van een integratiesubsidie binnen de meerjarenplanning. De startovereenkomst met de Vlaamse overheid loopt nog tot 31 oktober 2013, waardoor de erkenning en de nieuwe overeenkomst pas kan ingaan vanaf 01 november 2013. Dat betekent dat de stad voor 2013 nog twee twaalfden krijgt van het jaarlijkse subsidiebedrag, zijnde ongeveer € 11.000. De stad engageert zich om, indien het plan wordt goedgekeurd, de helft van het toegekende bedrag en dus een derde van de totale middelen die expliciet worden ingezet voor de uitvoering van de afgesloten overeenkomst te cofinancieren. Voor 2013 zal de cofinanciering van de stad Landen dus bestaan uit ongeveer € 5.500; vanaf 2014 is deze cofinanciering niet meer vereist. De stad engageert zich om met bovenstaande subsidie binnen de zes maanden na het afsluiten van de overeenkomst met de Vlaamse overheid een voltijds personeelslid aan te stellen dat belast is met de uitvoering van het integratiebeleidsplan van de stad Landen. Met het geld van de cofinanciering moet er normaal gezien een deeltijdse kracht worden aangeworven. Aangezien de cofinanciering vanaf 2014 weg valt, vervalt ook de verplichting om dit deeltijds personeelslid in dienst te nemen. De notulen van de beslissing door het College van Burgemeester en Schepenen zijn in de bijlagen terug te vinden. De begroting voor de uitvoering van de vooropgestelde doelstellingen bedraagt € 4.100, wat betekent dat er van de jaarlijkse subsidies nog ongeveer € 45.900 overblijft voor personeels- en werkingskosten. ______ 75