H4 Les 15 Grieken en Romeinen K. De leerling kan opschrijven op welke manieren de Pax Romana gehandhaafd werd. I. De leerling kan uitleggen hoe de confrontatie tussen de Romeinse en de Germaanse cultuur verliep. V. De leerling kan voorbeelden van romanisering herkennen in een bron. 1. Terugkoppeling (5 min.) Vragen stellen over stof vorige les. 2. Uitleg (15 min.) Het was een heikele klus om het Romeinse Rijk te verdedigen. Tijdens het hoogtepunt van zijn geschiedenis, begin 2de eeuw, besloeg zijn grens ruim 9000 km. Alleen met een sterke organisatie en degelijke infrastructuur konden de Romeinen hun rijk in stand houden. In 106 voegde keizer Trajanus Dacië (het huidige Roemenië) aan het rijk toe, waarmee het Imperium Romanum in het westen op zijn grootst was. vanaf het midden van de 1e eeuw waren de Romeinen begonnen met het aanleggen van de limes, een verdedigingssysteem van legioenskampen, kleinere kampen (castella) en wachttorens langs de Rijn en de Donau. De limes kon geen grote Germaanse invasie tegenhouden, maar wel bescherming bieden tegen Germaanse plundertochten. Het was een open grenssysteem. Handelaren, ook Germanen, konden hun koopwaar aan beide zijden van de grens verhandelen. Als de Romeinen een gebied hadden veroverd, dan veranderden ze niet meteen de bestaande machtstructuur van de lokale bevolking. Edelen konden gewoon leiders blijven van de stam, tenzij ze echt in opstand kwamen. De Romeinen schonken leiders die meewerkten allerlei luxe producten en voorrechten, zoals het Romeins burgerrecht. Als Romeins burger kon je niet zomaar worden veroordeeld en kon je belangrijke functies krijgen [verhaal uit Bijbel: Paulus die als Romeins burger niet gegeseld mag worden!]. Doordat de overwonnen volken bestuurd bleven door de eigen leiders, hadden de Romeinen relatief weinig eigen mensen nodig om hun grote imperium in stand te houden en te besturen. Voor de bevolking veranderde er weinig en de stamleiders deden wat de Romeinen wilden, want er waren altijd Romeinse legioenen in de buurt die konden ingrijpen. Het Nederlandse deel van de Limes besloeg 120 km. Om een overzichtelijke en te verdedigen zone te creëren, rooiden de Romeinen er massaal de bossen en sloegen de soldaten op strategische plekken een kamp op. Eerst logeerden ze in tenten, maar na de langdurige gevechten van de Bataafse opstand in het jaar 70 ontstond een complete infrastructuur met gemiddeld om de 7 km een castellum of fort. Aanvankelijk werden de versterkingen van hout gemaakt, maar later bouwden de Romeinen ook forten in steen. Restanten zijn bijvoorbeeld onder het Domplein in Utrecht te zien. Tussen de forten bouwden ze goede wegen, waarnaast ze wachttorens optrokken. Sommige Gallische stadjes werden tot hoofdstad gemaakt van een al bestaand district (civitas), maar er werden ook nieuwe hoofdsteden en districten (civitates) opgezet. Zo’n stad had altijd een forum (het centrale plein van een Romeinse stad) tempels, bestuursgebouwen en een handelsbeurs. En er waren theaters, amfitheaters, badhuizenalles wat een Romeinse stad had. Alles werd versierd met beeldhouwwerk, schilderingen en mozaïeken. Zo werden de Grieks- Romeinse cultuur en kunst over het veroverde gebied verspreid (romanisering). De Romeinse legers hadden een uitgebreid wegennet aangelegd om de steden te verbinden. De Keltische stamleiders in Gallië waren opvallend snel geromantiseerd. Als Romeins burger konden ze ook in het leger of in de nieuwe steden hoge functies krijgen. Al een eeuw na de verovering van Gallië door Caesar zaten er geromantiseerde Gallische edelen in de senaat in Rome. In onze streken verliep de romantisering langzamer. Als de bevolking met de Romeinen te maken kreeg, was het bijna altijd negatief: de mensen moesten belasting betalen of jonge mannen leveren voor de hulptroepen van het leger. + Bataven. - Batavenopstand. - religieuze uitwisseling Romeinen en Germanen. 3. Histoclip (15 min.) Kijkvraag: schrijf zoveel mogelijk zaken op van de Romanisering van Nederland. 4. Bespreken kijkvraag (5 min.) Aanneming Romeinse namen, Spreken + schrijven in het Latijn, Romeins recht i.p.v. tribale wetten, Geld als betaalmiddel, Verharde wegen, Openbare baden, villa’s, Keizercultus, Etenswaren als kip en perziken, Mode: de toga, Schrijfgerei, spiegels, glas, aardewerk, Gladiatorengevechten. ---> H4E: onderzoekje 5 minuten. 5. Afsluiting (5 min.) Wat heb je geleerd? Huiswerk [voor 12 okt.!]: maak een samenvatting van par. 2.3.