HOOFDSTUK 3 – EEN GOUDEN EEUW VOOR DE REPUBLIEK Intropagina’s (pagina 40-41) 1 Noem vier dingen die getuigen van de ‘koninklijke allure’ die Frederik Hendrik zich liet aanmeten. - Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia lieten prachtige paleizen en buitenverblijven bouwen. - Ze lieten beroemde kunstenaars voor zich werken en kochten een overvloed aan andere luxe goederen. - Ze breidden hun hofhouding uit van 100 naar 250 bedienden en gaven steeds grotere feesten en partijen. - Frederik Hendrik liet zich na 1637 niet meer aanspreken als ‘excellentie’ maar als ‘hoogheid’, zoals andere vorsten dat deden. 2 Waarom weerspiegelde het huwelijk van Willem II met Mary Stuart het succes van de Republiek? Kennelijk was een prins uit het Oranjehuis nu een voldoende aantrekkelijke huwelijkspartner voor de dochter van de koning van Engeland. Het liet zien dat de Republiek op voet van gelijkheid stond en omging met de grote landen om zich heen. Oriëntatiekennis (pagina 42-43) 1 Leg uit dat de positie van Fredrik Hendrik heel anders was dan die van de koningen van Engeland, Frankrijk en Spanje. De koningen van Engeland, Spanje en Frankrijk probeerden te regeren zonder inmenging van vertegenwoordigende organen zoals een parlement (in Engeland mislukte dat: het parlement won de strijd met de koning). Frederik Hendrik was geen alleenheerser, hij was in dienst van de Staten en moest voor van alles en nog wat met de regenten overleggen. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 1 2 In 1609 sloot Spanje een wapenstilstand met de Republiek. Noem een belangrijke oorzaak voor dat besluit. De Spaanse economie was (mede door de aanhoudende reeks oorlogen die de Spaanse koning had gevoerd) te zwak om de strijd met de Republiek te blijven bekostigen. (Je kunt ook zeggen: de Spaanse koning gaf voorrang aan behoud van andere gebieden.) 3 Beschrijf in drie zinnen het karakter van de Dertigjarige Oorlog. De Dertigjarige Oorlog was een ingewikkeld mengsel van strijd tussen katholieken en protestanten, tussen Duitse vorsten onderling en tussen de grote Europese mogendheden, terwijl daar doorheen ook allerlei krijgsheren met eigen legers actief waren. De strijd werd vooral op Duits grondgebied gevoerd en verwoestte grote delen van het land en zijn bevolking door honger, ziekte en geweld. 4 Welk gevolg had de vrede van 1648 voor het Duitse rijk? De Duitse staten waaruit dat rijk bestond, werden vrijwel zelfstandig, de Republiek en Zwitserland werden volledig zelfstandig. Op papier bestond het Duitse rijk nog wel, maar in werkelijkheid stelde het weinig meer voor. 3.1 Burgeroorlog in Engeland, godsdienstvrede in Frankrijk (pagina 44-45) Burgeroorlog in Engeland 1 Wat hield het Drievoudig Verbond in (en wat was het doel ervan?) Het Drievoudig Verbond was een bondgenootschap tussen Engeland, Frankrijk en de Republiek, bedoeld om Spanje af te schrikken. 2 Welke twee oorzaken worden genoemd van de spanningen tussen koning Jacobus enerzijds en parlement en puriteinen anderzijds? Jacobus vond dat hij zijn macht van God had gekregen en dus geen goedkeuring door het parlement nodig had, en hij weigerde de Anglicaanse kerk strenger protestants te maken (zoals de puriteinen eisten). © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 2 3 Waarom liet koning Karel I in 1610, na elf jaar, het parlement weer bijeenroepen? Karel I had geld nodig om een opstand in Schotland te onderdrukken en alleen het parlement kon toestemming geven om nieuwe belastingen te heffen. 4 Wat was de aanleiding voor de Engelse burgeroorlog? Karel I ging het parlement binnen om zijn tegenstanders te arresteren. Dat werd opgevat als een ‘oorlogsverklaring’ aan het parlement: de koning dacht kennelijk te kunnen doen wat hij wilde. 5 Beschrijf in twee zinnen de afloop van de Engelse burgeroorlog. Karel werd verslagen door het leger van het parlement en de puriteinen. Eerst mocht hij koning blijven, maar toen de spanningen opliepen besloot het parlement hem ter dood te veroordelen. Godsdienstvrede in Frankrijk 6 Wat bedoelde de protestantse koning Hendrik IV met de uitspraak ‘Parijs is wel een mis waard’? Als protestant was zijn positie als koning omstreden; door zich te bekeren tot het katholieke geloof (een mis is een katholieke dienst) werd hij geaccepteerd en kon hij Frankrijk besturen vanuit Parijs (dat in katholieke handen was). Eenvoudiger gezegd: Hij bedoelde dat hij het koningschap belangrijker vond dan zijn geloof. 7 Wat hield het Edict van Nantes in? Daarin werd vastgelegd dat Frankrijk een katholiek land was waar hugenoten (protestanten) vrijheid van godsdienst hadden in de steden die zij in handen hadden; in die steden mochten zij ook soldaten in dienst nemen om zich te verdedigen. 8 In 1610 verkeerde Frankrijk (na een periode van relatieve rust) in crisis. Hoe ontstond die crisis en hoe werd zij bedwongen? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 3 De crisis ontstond door de moord op koning Hendrik IV door een fanatieke katholiek. Opstandige edelen gebruikten deze mogelijkheid om een bijeenkomst van de StatenGeneraal te eisen (iets wat eigenlijk alleen de koning zelf mocht doen). De crisis werd bezworen doordat de nieuwe koning (Lodewijk XIII) de regering overliet aan de gematigde kardinaal Richelieu, die de rust herstelde door een opstand van hugenoten neer te slaan en door hoge edelen hun legers en forten af te nemen. 9 Waarom liet de katholiek Richelieu Frankrijk (in de Dertigjarige Oorlog) meevechten aan protestantse zijde? Hij was bang dat Frankrijk omsingeld werd door Spanje (dat ook in de Zuidelijke Nederlanden en in Noord-Italië de baas was); Spanje vocht in de Dertigjarige oorlog onder meer in Duitsland om de katholieken te helpen. 3.2 De eerste twintig jaar van de Republiek (pagina 46-47) De Republiek gered 1 Waarom betekende de ondergang van de Spaanse Armada (1588) de redding van de Republiek? Door de ondergang van de Armada gaf Filips II zijn plan op om (vanuit Engeland) de Noordelijke Nederlanden te veroveren; hij verlegde zijn aandacht naar de strijd tegen de hugenoten in Frankrijk. Dat gaf de Republiek de tijd om zich te herstellen en versterken. 2 Wat was een belangrijke oorzaak van het militaire succes van de Republiek na 1588? Door haar rijkdom kon de Republiek een groot leger op de been brengen (veel groter dan je op basis van inwonertal of oppervlakte zou verwachten). 3 Leg uit waarom de Republiek en Spanje wel tot een wapenstilstand kwamen maar niet tot een echte vrede. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 4 Ze werden het niet eens over de godsdienst: Spanje eiste geloofsvrijheid voor de katholieken die in de Republiek woonden, de Republiek eiste hetzelfde voor de protestanten in de zuidelijke Nederlanden. Maurits en Van Oldenbarnevelt 4 Wat was de boodschap van de ‘Deductie’ die de Goudse regent Francois Vrancken in 1587 schreef? Het hoogste gezag ligt bij de Staten (het bestuur van een gewest). Deze soevereiniteit is lange tijd aan de graaf gegeven, maar Holland heeft het recht om die soevereiniteit weer terug te nemen (in andere gewesten was dat hetzelfde). 5 De Republiek was een statenbond. Wat hield dat in? De gewesten waren zelfstandige staatjes, maar er waren ook centrale (federale – alle gewesten omspannende) bestuursinstellingen. Deze namen besluiten over buitenlandse politiek en de defensie (leger) van de republiek als geheel. 6 Waardoor was Holland met afstand het machtigste gewest in de Republiek? Het was veruit het rijkste gewest, waar meer dan de helft van de inwoners van de Republiek woonde; Holland betaalde meer dan de helt helft van de gemeenschappelijke uitgaven van de Republiek (‘wie betaalt, bepaalt’). 7 Beschrijf de machtspositie van de stadhouder in de Republiek. De stadhouder was enerzijds een ‘ambtenaar’, in dienst van de Staten van de gewesten, maar tegelijk had hij in veel steden het recht om bestuurders te benoemen, en hij was opperbevelhebber van leger en vloot van de Republiek. 8 Beschrijf de machtspositie van de raadpensionaris van Holland (vooral Van Oldenbarnevelt) in de Republiek. De raadpensionaris was een ambtenaar, in dienst van het gewest Holland, maar als woordvoerder van Holland in de Staten-Generaal (dat met afstand het machtigste gewest was) was hij tegelijk een soort regeringsleider van de Republiek. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 5 9 Hoe stelde Van Oldenbarnevelt zich op tegenover de stadhouders Willem van Oranje en Maurits? Hij steunde hen en werkte goed met hen samen; Van Oldenbarnevelt regelde de politieke zaken, de stadhouder(s) leidden het leger. 3.3 Van Twaalfjarig Bestand naar Vrede van Münster (pagina 48-49) Onthoofding Van Oldenvarnevelt 1 Waarover verschilden Arminius en Gomarus van mening? Over de (uitleg van de) leer van Calvijn: volgens Arminius had de mens invloed op het terecht komen in hemel of hel, volgens Gomarus niet. 2 Het religieuze conflict tussen arminianen en gomaristen werd ook een politiek conflict. Noem daar twee redenen voor. - Overal kozen de regenten partij voor één van de twee standpunten, waarbij in Holland de arminianen in de meerderheid waren en in andere gewesten de gomaristen. Ook de twee machtigste mannen in de Republiek, Maurits en Van Oldenbarnevelt, kwamen op deze manier tegenover elkaar te staan. - Holland vond dat de Staten-Generaal zich niet met godsdienst moest bemoeien, de andere gewesten vonden juist van wel en wilden een nationale synode. 3 Wat hield de ‘Scherpe Resolutie’ in die Holland in 1617 aannam? Deze resolutie stelde dat besluiten over godsdienst onderdeel waren van de soevereiniteit van de gewesten – dus een nationale synode was onwettig. Steden kregen toestemming om zelf soldaten in dienst te nemen om de onrust te bezweren (deze soldaten moesten de Staten van Holland gehoorzamen en niet Maurits). 4 Hoe reageerde Maurits op de ‘Scherpe Resolutie’? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 6 Hij liet Van Oldenbarnevelt (de leider van Holland) arresteren en trok daarna met zijn leger langs de steden om de arminianen uit de stadbesturen te zetten. De laatste oorlogsjaren 5 Hoe verliepen de eerste oorlogsjaren na afloop van het Twaalfjarig Bestand? Slecht: de Spanjaarden drongen de Republiek in de verdediging en veroverden onder meer Breda. 6 Wat bracht de Spaanse koning tot het besluit om vrede te sluiten met de Republiek? Spanje had, mede door de oorlog tegen Frankrijk die in 1635 hervat werd, geen geld meer; het had de handen vol aan opstanden (in Catalonië en Portugal) die uitbraken tegen de hoge belastingen om het oorlogvoeren te kunnen betalen. 7 Hoe reageerde de Republiek in eerste instantie op de Spaanse wens om vrede te sluiten? Verdeeld. Doordat de Republiek er internationaal goed voor stond, gingen er stemmen op om door te gaan met de oorlog, vooral om zo de zuidelijke Nederlanden te veroveren. (Anderen wilden liever vrede.) 8 Welke afspraken werden gemaakt in het vredesverdrag van Münster dat Spanje en de Republiek in 1648 sloten? De Republiek werd losgemaakt van het Duitse rijk en erkend als onafhankelijke staat; het hield de veroverde gebieden in Brabant, Limburg en Vlaanderen, de rest van die gewesten bleef onder Spaans gezag. 9 Waarom zou je kunnen stellen dat het tweede deel van de Tachtigjarige Oorlog ‘voor niets’ was geweest? Omdat de situatie in 1648 nauwelijks verschilde van die in 1621: de protestanten in de Spaanse Nederlanden en de katholieken in de Republiek kregen geen godsdienstvrijheid – terwijl dat voor beide partijen een belangrijk strijdpunt was geweest. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 7 3.4 De Gouden Eeuw (pagina 50-51) Centrum van handelskapitalisme 1 Noem drie dingen die ondersteunen dat de Republiek internationaal ‘aan de top stond’ als handelsnatie. Drie van de volgende dingen: - De lonen in de republiek waren hoger dan waar ook. - De handelsvloot van de Republiek was veruit de grootste van de wereld. - De handel met Europa bleef groeien, terwijl ondertussen handel met andere continenten werd begonnen. - Amsterdam werd het centrum van het handelskapitalisme, kooplieden uit heel Europa kwamen daarheen om zaken te doen. 2 Wat was de functie van de nieuw opgerichte Wisselbank en Beurs in Amsterdam? Bij de Wisselbank konden kooplieden hun geld in bewaring geven, verschillende geldsoorten omwisselen en geld aan elkaar overboeken. Op de beurs werd gehandeld in alles wat er maar te verhandelen viel; vraag en aanbod bepaalden de beursprijzen. 3 Waar kwamen in de Gouden Eeuw de meeste nieuwe Amsterdammers vandaan? Uit de armere delen van de Republiek en uit Duitsland, de Zuidelijke Nederlanden en Scandinavië. 4 Welke gevolgen had de Tachtigjarige Oorlog voor de economie van de Republiek? Holland, Zeeland en Friesland hadden er weinig last van (handel, nijverheid en landbouw bloeiden); de oostelijke en zuidelijke gewesten zakten als gevolg van het oorlogsgeweld economisch ver weg. 5 Welke factoren worden onderscheiden in de verklaring voor het economische succes van de Republiek? © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 8 - In Engeland en Frankrijk groeide het volume van de handel minder sterk, omdat handelaren daar zich bleven richten op traditionele, kostbare producten. - De Franse en Engelse economie werd gehinderd door oorlogen en burgeroorlogen. - In de relatief kleine Republiek waren er nauwe contacten tussen de regenten en ondernemers. Dat maakte het mogelijk om slagvaardig te handelen. VOC en WIC 6 Waarom lieten de Staten-Generaal alle bestaande compagnieën van verre opgaan in één nieuwe organisatie? De concurrentie tussen die losse compagnieën was zo sterk dat de prijzen en daarmee de winsten sterk daalden. Door ze samen te voegen in één bedrijf werd dat probleem omzeild; sterker nog, de VOC had een monopolie en kon zelf de prijs bepalen. 7 Waaruit blijkt dat de VOC een publiekprivate organisatie was? De VOC mocht in Azië allerlei dingen doen die normaal alleen regeringen mochten doen: forten bouwen, soldaten in dienst nemen, oorlog voeren, verdragen en bondgenootschappen sluiten en gebieden besturen. 8 Hoe ging de VOC te werk? Java en Ambon werden op de Portugezen veroverd en door de VOC bestuurd. Daarnaast stichtte de VOC in heel Azië handelsnederzettingen van waaruit, in samenwerking met de plaatselijke machthebbers, fijne specerijen en later ook koffie en katoen naar Europa werd verscheept. 9 Hoe ging de WIC te werk? Net als de VOC stichtte de WIC handelsnederzettingen en koloniën. De handel verliep in een driehoek: vanuit Europa gingen wapens en andere koopwaar naar West-Afrika, van West-Afrika gingen er mensen (als slaven) naar Amerika, en van Amerika ging de door deze slaven verbouwde suiker, tabak en koffie naar Europa. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 9 10 De WIC was minder succesvol dan de VOC. Welke twee oorzaken worden daarvoor genoemd? - De WIC had in Amerika veel sterkere concurrentie dan de VOC in Azië had. - De WIC moest ook aan kaapvaart doen. Dat ging ten koste van de inspanningen om een groot handelsbedrijf te worden. © Noordhoff Uitgevers B.V. Geschiedeniswerkplaats / De Republiek in een tijd van vorsten / vwo / antwoorden op de hulpvragen / hoofdstuk 3 10