3.4 Islam en Europa

advertisement
opdracht 1
a. Missionarissen en lokale vorsten die de nieuwe godsdienst en kerk wilden
gebruiken om hun eigen macht te versterken.
b. Voorbeeld van een goed antwoord: De eerste verspreiding vond vooral
plaats in het zuiden van Europa en rondom de grote steden. Pas later werden
de rest van Europa en het platteland gekerstend.
c. De rooms-katholieke kerk verspreidde een algemeen gedachtegoed door
heel Europa. Kerken en kloosters waren bewaarplaatsen en
doorgeefluiken van christelijke en klassieke cultuur.
1
opdracht 3
a. Geloof: de monniken leerden de mensen wat het christendom inhield en hoe de kerk werkte.
Kennis: in kloosterbibliotheken werd kennis opgeslagen, monniken brachten kennis van de
bijbel en het schrift in de gemeenschap. Spil: kloosters functioneerden als religieus centrum,
mensen konden er terecht voor geestelijke steun en in geval van armoede of ziekte.
b. Een klooster moest functioneren als een autarkische eenheid en kon niet vervallen tot
anarchie. Er ging ook een voorbeeldfunctie van uit.
c.
Eigen antwoord.
2
opdracht 4
a.Uit bron 20 blijkt dat sommige missionarissen hun werk met hun
leven moesten bekopen. ‘De kroon van het martelaarschap’,
Radboud weigerde op het laatste moment om gedoopt te worden.
b.De bevolking volgde de adel. Alleen wanneer de adel zich
bekeerde, zou het volk dat ook doen.
c.Zij konden de goedkeuring van God en de kerk claimen voor hun
daden.
3
opdracht 5
a.Voorbeeld van een goed antwoord: betrouwbare tekst van de
Bijbel samenstellen, leerplan van zeven vakken, kopiëren van
oude handschriften, ontwikkeling van een nieuw lettertype.
b.Eigen antwoord. Bedenk dat met de term 'Renaissance' een
wedergeboorte van de cultuur van de Klassieke Oudheid
wordt bedoeld.
c.Eigen antwoord. Maak een afweging tussen het idee van een
wedergeboorte van de klassieke cultuur en de activiteiten van
Karel de Grote.
d.Volgens Karel de Grote draagt geletterdheid bij aan een
beter geloof: ‘U zult ... veroordeeld’.
4
3.4 Islam en Europa
• Wortels Islam: Mekka
• Rond 570 geboorte van Mohammed
• 610 openbaring van Allah: Koran
• 622: Mohammed en zijn volgelingen moeten
vluchten uit Mekka
– Hedsjra: begin islamitische jaartelling
• 632: dood Mohammed
Islamitische wereld = geen eenheid
– Diverse stromingen en gebieden
– Meest bekende voorbeeld = soennieten en
sji’ieten.
• Soennieten: start bij schoonvader
Mohammed – dus idee is dat leider niet
persé een directe afstammeling van
Mohammed hoeft te zijn
• Sji’ieten: start bij neef Ali
– Leider moest wel directe afstammeling zijn.
• Jihad = heilige plicht om geloof te
verspreiden
• 711: verovering van Spanje (Al-Andalus)
• 732 Slag bij Poitiers: grens islam en
christendom
• Arabisch-Islamitische cultuur: op
hoogstaand niveau
• Vanaf de 11e eeuw Reconquista:
herovering van Spanje.
Wetenschap en cultuur:
islam: niet alleen plicht om geloof te verspreiden,
ook het verkrijgen van kennis was belangrijk.
De werken van de Grieken werden gebruikt.
Medische wetenschap was op hoog niveau.
Sevilla
Alcazar
• Vragen werkboek: 1, 2, 5, 6
opdracht 1
• Deel van Europa blijft Islamitisch: Uitbreiding
van
het islamitische rijk in Europa, tot aan Poitiers;
Spanje blijft nog lange tijd islamitisch. Via
handel blijft er contact tussen beide culturen.
• Architectuur, bepaalde woorden in onze taal.
19
opdracht 2
a. Volgens de christenen is Jezus de zoon van God, vandaar dat zijn geboorte op
aarde voor hen belangrijk is. Volgens de moslims is Mohammed de profeet van
Allah, voor hen zijn zijn activiteiten als profeet het belangrijkst.
b. Dit was het moment waarop de islam zich voor het eerst duidelijk
manifesteerde als een religie en dus ook weerstand opriep.
20
opdracht 5
Religieuze veroveringsdrift (jihad), 2. aantrekkingskracht van de islam, 3.
relatieve tolerantie (= acceptatie).
•
1.
•
Frankische veroveraars pasten zich voor een groot deel aan aan de al
bestaande cultuur. De islamitische nieuwe heersers bleven meer bij hun
eigen cultuur.
21
opdracht 6
• Arabische geleerden hadden de Griekse teksten in het Arabisch
vertaald en bewaard. Door deze teksten weer in het Latijn te
vertalen, kwamen ze ter beschikking van Europese
wetenschappers.
• Astronomie, geneeskunst, anatomie.
• In bron 26 wordt verslag gedaan van de verschillende soorten
polsslag en hoe daaruit valt op te maken of iemand gezond is.
• Bron 27 laat zien dat de christelijke geneeskunde sterk op bijgeloof
en religie steunde, terwijl de islamitische arts meer kennis had van
de oorzaken van ziekte.
22
Download