Toelating behandeling en vergoeding kosten artikel 15 BZa In de brief van 3 mei 2010 van het ministerie van VWS aan de NZa (zie bijlage) schept het ministerie van VWS duidelijkheid over de vergoeding van de kosten die vallen onder artikel 15 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (BZa): Cliënten met een ZZP LG 1 en2, VG 1 en 2, ZG visueel 1 en 2 die verblijven in een instelling die volgens de Wet toelating zorginstellingen is toegelaten voor de AWBZ functies Verblijf en Behandeling hebben geen recht op artikel 8 Behandeling en dientengevolge ook geen recht op de daaraan gekoppelde ‘aanvullende zorg’ ex artikel 15 van het BZa. Deze kosten kunnen door instellingen niet gedeclareerd worden ten laste van de AWBZ. VWS heeft deze onduidelijkheid in de praktijk die zij in de brief van 3 mei 2010 aanhaalt, zelf in het leven geroepen. In een brief aan de Tweede Kamer (29 april 2008 DLZjSFI-U2844628) schreef VWS namelijk nog dat “in 2008 en 2009 de bestaande regels ten aanzien van de bekostiging voor behandeling en medische hulpmiddelen in stand blijven Dat betekent concreet dat voor cliënten die verblijven in zorginstellingen die zijn toegelaten voor de functie behandeling de kosten van de behandeling geneesmiddelen en medische hulpmiddelen worden betaald uit de AWBZ”. Feitelijk heeft VWS bij de invoering van de ZZP’s de keuze gemaakt om de cliëntvolgendheid van het systeem te doorbreken en uit te gaan van de plaats waar de cliënt zit: intramuraal is met behandeling en GVT is zonder behandeling. De zorg ex artikel 15 BZa omvat: a. Geneeskundige zorg van algemeen medische aard, niet zijnde paramedische zorg b. Behandeling van een psychiatrische aandoening indien de behandeling onderdeel uitmaakt van de behandeling van een van de in artikel 8 genoemde aandoenignen of handicaps c. Farmaceutische zorg d. Hulpmiddelen, noodzakelijk in verband emt de in de instelling gegeven zorg e. Tandheelkundige zorg f. Kleding, verband houdend met het karakter en de doelstelling van de instelling g. Het individueel gebruik van een rolstoel Deze zorg omvat niet het verkrijgen van onderwijs, kleedgeld en zakgeld. De zorg ex artikel 8 BZa omvat: Behandeling omvat door een instelling te leveren behandeling van specifiek gedragswetenschappelijk of specifiek paramedische aard gericht op herstel of voorkoming van verergering van een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking van een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, waaronder voorkoming van verergering van gedragsproblemen in verband met een zodanige aandoening beperking of handicap. Gevolgen voor uw instelling en de cliënten met een ZZP zonder behandeling. Indien uw instelling is toegelaten voor verblijf en behandeling en cliënten heeft met een ZZP zonder behandeling kunt u eventuele zorg ex artikel 8 en artikel 15 AWBZ niet ten laste van de AWBZ declareren. Cliënten die onder het ‘oude’ intramurale regime die zorg wel op grond van de AWBZ aanspraken ontvingen, moeten hun eventuele aanspraken op behandeling en de andere zorgvormen (ex artikel 15) voortaan tot gelding brengen op grond van de Zorgverzekeringswet. Dit kan voor hen een verandering inhouden zowel wat betreft de (omvang) van de aanspraken als voor wat betreft hun eigen bijdragen, respectievelijk eigen risico of wijze waarop zij aanvullend verzekerd zijn (bijvoorbeeld voor tandheelkunde). Uw instelling krijgt deze vormen van zorg voor hen ook niet meer bekostigd ten laste van de AWBZ. Wij adviseren u om contact op te nemen met de zorgverzekeraars (vaak wel, maar niet altijd is uw zorgkantoor ook de zorgverzekeraar van deze cliënten) om uw mogelijkheden te verkennen om voor deze cliënten de desbetreffende zorg te kunnen verlenen of te doen verlenen.