Notitie Datum 4 november 2008 Status ter kennisgeving Contact mw. drs. M. (Monique) van der Meulen Pakketmaatregelen VWS nieuwe functie begeleiding vanaf 2009 Achtergrond De staatssecretaris heeft in de brief ‘Zeker van zorg, nu en straks’ van juni dit jaar aangekondigd dat zij in 2009 pakketmaatregelen in de AWBZ wil nemen. Zo wil ze een nieuwe functie begeleiding invoeren. Hierbij valt een deel van de huidige functie Activerende Begeleiding (AB) onder Behandeling. Het deel dat overblijft, vormt samen met de huidige Ondersteunende Begeleiding (OB) de nieuwe functie begeleiding. Deze functie heeft als doelstelling: zelfredzaamheid met als doel zelfstandig te willen (gaan of blijven) wonen (dus om een opname te voorkomen). Hiermee vervalt de participatiedoelstelling. Daarnaast komen cliënten alleen in aanmerking voor begeleiding als er sprake is van ‘ernstig regieverlies’ en een ‘ernstige, invaliderende aandoening of beperking’. Deze zomer is onderzoek gedaan naar de verdere invulling van de nieuwe functie begeleiding. De staatssecretaris wil in totaal 1,1 miljard bezuinigen met de nieuwe functie door: - een beperking op de toegang (verwachte besparing 700 miljoen) - een beperking in de omvang en activiteiten (verwachte besparing 300 miljoen) - invoering van een eigen bijdrage (verwachte opbrengsten 100 miljoen) De plannen zijn op Prinsjesdag in een brief aan de Tweede Kamer gepresenteerd, gevolgd door een verdere uitwerking eind oktober. Bij deze laatste brief is het onderzoek van het onderzoeksbureau HHM en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vrijgegeven. De plannen zijn besproken in een Algemeen Overleg op 30 oktober en staan op de agenda voor de begrotingsbehandeling begin november. Hieronder worden de huidige plannen van de staatssecretaris verder toegelicht. Functie begeleiding Definitie Vanaf 1 januari 2009 ziet de definitie van de functie begeleiding er als volgt uit: “Begeleiding omvat door een instelling te verlenen ondersteunende en activerende activiteiten, niet zijnde persoonlijke verzorging, gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van de verzekerde met ernstig regieverlies of met een ernstige invaliderende aandoening of beperking”. Het doel van de nieuwe functie begeleiding is nadrukkelijk zelfredzaamheid, dit betekent dat de huidige participatiedoelstelling komt te vervallen. Voor het leveren van deze begeleiding moet specifieke, zorginhoudelijke deskundigheid nodig zijn. pagina 2 Beperking toegang nieuwe functie begeleiding Alleen cliënten met een AWBZ-grondslag hebben toegang tot de nieuwe functie begeleiding. Dit betekent dat de grondslag somatiek weer toegang krijgt tot begeleiding en de grondslag psychosociaal verdwijnt. Vervolgens komt een cliënt alleen in aanmerking voor de functie begeleiding als er sprake is van matige en/of zware beperkingen op één van de volgende probleemgebieden: sociale redzaamheid (mogelijkheid hebben om sociale contacten aan te gaan, eigen leven vorm te geven en te regisseren, inclusief financieren regelen); bewegen en verplaatsen (zelfstandig voortbewegen binnen- en buitenshuis); psychisch functioneren (stoornissen in denken, concentratie en waarneming); probleemgedrag (destructief, grensoverschrijdend, agressief, dwangmatig gedrag); geheugen- en oriëntatiestoornissen (problemen met oriëntatie in tijd, plaats en persoon). Het is voor het eerst dat een aantal probleemgebieden eruit getild worden, in combinatie met een bepaalde ernst van de beperking, om de toegang tot een functie te bepalen. De definities die gehanteerd worden voor ‘licht’, ‘matige’ en ‘zware’ beperkingen zijn, in tegenstelling tot eerdere beloftes, nog steeds niet openbaar gemaakt. Beperking omvang en invulling Naast bovenstaande beperking op de toegang, worden de omvang en invulling van de functie begeleiding beperkt. Voor dagbesteding (oude OB/AB dag) blijft de huidige omvang in dagdelen bestaan, met een maximum van 9 dagdelen. De overige begeleiding (oude OB/AB alg) omvat straks drie activiteiten: 1. het ondersteunen bij het aanbrengen van structuur, c.q. het voeren van regie; 2. ondersteunen bij vaardigheden/handelingen ten behoeve van zelfredzaamheid (algemene dagelijkse handelingen); 3. overnemen van toezicht. Het totaal aan uren voor activiteit 1 en 2 is maximaal 10 uur (huidige klasse 4). Aanvullend is ruimte voor maximaal 3 uren ‘oefenen’. Deze ‘oefenuren’ kunnen maximaal een jaar geïndiceerd worden. Voor activiteit 3 geldt een algemeen maximum van 4 uren individuele begeleiding per week. Wanneer alle drie de activiteiten nodig zijn, geldt een maximum van 12,9 uur (huidige klasse 5) aangevuld met maximaal 3 oefenuren. De staatssecretaris maakt in de omvang een uitzondering voor: - ernstige (gedrags)problematiek: maximum van 19,9 uur (inclusief oefenuren); - palliatieve zorg: maximum van 56 uur; Begeleid zelfstandig wonen en dagbesteding blijven onder de nieuwe functie begeleiding vallen. Implementatie De nieuwe maatregelen gelden voorlopig eerst alleen voor de extramurale cliënten. Voor nieuwe cliënten gaat de maatregel in per 1 januari 2009 van kracht. Voor bestaande cliënten geldt een overgangsregeling waarin men recht houdt op de huidige OB/AB aanspraak tot uiterlijk 31 december 2009, of zoveel eerder als de bestaande indicatie afloopt. Daarnaast hanteert de staatssecretaris een zogenaamde ‘gewenningsperiode’. De ingangstermijn van 1 januari blijft, maar cliënten verliezen niet meteen hun oude OB/AB. pagina 3 Afhankelijk van het moment waarop cliënten ge(her)indiceerd worden, geldt een kortere of langere gewenningsperiode: - voor 1 juli 2009: 6 maanden - tussen 1 juli en 30 september: 3 maanden - tussen 1 oktober en 31 december: tot uiterlijk 1 januari 2010 De gewenningsperiode is bedoeld om te kijken naar andere mogelijkheden voor een cliënt om invulling te geven aan de ondersteuningsbehoefte. De MEE organisaties kunnen worden ingezet om voor zo’n zachte landing te zorgen. Daarnaast kunnen cliënten die hun recht op begeleiding verliezen een maximaal aantal uren ondersteuning van MEE krijgen voor: - leren zelfstandig functioneren - het zelfstandig organiseren van ondersteuning Per 1 januari 2010 moet elke cliënt beschikken over een indicatie voor de nieuwe functie begeleiding. In 2010 wordt vervolgens gekeken hoe de beleidsregels intramuraal in dezelfde lijn kunnen worden aangepast. Effecten van de maatregelen Met deze extra beperking op de toegang verwacht VWS dat 27%-30% minder cliënten in aanmerking komen voor de nieuwe functie begeleiding. Dit geldt met name voor cliënten met een grondslag somatiek en psychiatrie. Waarschijnlijk hebben de maatregelen weinig invloed op de toelating van cliënten uit de gehandicaptenzorg, hoewel uit onderzoek van het onderzoeksbureau HHM toch vier groepen uit de gehandicaptenzorg nadrukkelijk worden genoemd die hun recht op begeleiding zouden verliezen: - Volwassenen die als gevolg van chronische invaliderende aandoeningen licht beperkt zijn in hun psychisch functioneren (grondslag LG); - Mensen met lichte verstandelijke beperkingen die zelfstandig (of thuis bij de ouders) wonen; - Jongeren en jongvolwassenen met lichte gedragsproblemen als gevolg van een lichte verstandelijke beperking, die buiten andere sectoren (zoals psychiatrie, jeugdzorg of justitie) vallen; - Volwassenen met een zintuiglijke beperking die met diverse hulpmiddelen redelijk tot goed zelfstandig kunnen wonen. De staatssecretaris blijft benadrukken dat deze groepen hun recht behouden bij een matige/zware beperking. Het grote probleem is dat VWS de definities van licht, matig en zwaar niet openbaar maakt, waardoor de precieze effecten voor de gehandicaptenzorg moeilijk te bepalen zijn. De VGN blijft hier aandacht voor vragen en blijft inzetten op het behoud van begeleiding voor de gehandicaptenzorg. Wat betreft de omvang van de nieuwe functie begeleiding, schat VWS dat de maatregel leidt tot een halvering van het huidige aantal uren OB/AB. Leden geven aan dat met name bij gezinsondersteuning (nu AB) en ambulante crisisinterventie (nu AB) een maximum van 10 uur per week problemen oplevert. In dit kader is het ook belangrijk welke onderdelen van AB naar de nieuwe functie behandeling overgaan. Als beide producten onder BH komen te vallen, zal het effect van de begeleidingsmaatregelen voor de gehandicaptenzorg mogelijk aanzienlijk minder pagina 4 zijn. De VGN heeft bij VWS, CIZ en CVZ gepleit voor opname van deze producten in de functie behandeling. Ook hier geldt dat VWS lang wacht met het openbaar maken van de invulling van de nieuwe functie behandeling, waardoor we de precieze effecten voor de gehandicaptenzorg niet precies kunnen inschatten. Wat betreft de jeugd verwacht VWS dat 50% van de jeugd GGZ die nu OB/AB ontvangen via bureau Jeugdzorg straks niet meer in aanmerking komt voor de nieuwe functie begeleiding. Voor de jeugd die een indicatie krijgt via het CIZ geldt een verwachte beperking van 27-30%. Voor de LVG wordt een specifiek indicatieprotocol ontwikkeld, die moet uitwijzen of een jongere of volwassene valt onder de grondslag LVG en daarmee in aanmerking komt voor AWBZ-zorg. De Taskforce Linschoten is ingesteld om ervoor te zorgen dat dit protocol 1 januari 2009 klaar is voor invoering. Daarnaast heeft de Taskforce de opdracht de indicatiestelling door de Bureaus Jeugdzorg zoveel mogelijk uniform met de CIZ-praktijk te laten lopen en uitsluitsel te geven welke psychiatrische problematiek bij jeugd wel/niet onder de AWBZ valt. VWS zal de effecten van de maatregelen goed monitoren om te voorkomen dat groepen cliënten onterecht getroffen worden en bijvoorbeeld niet meer zelfstandig kunnen wonen. De cliëntorganisaties worden hier expliciet bij betrokken, maar de VGN zal zich ook nadrukkelijk inzetten om deze signalen door te geven. Hierbij zullen we extra aandacht besteden aan de participatiedoelstelling. De VGN heeft steeds gepleit voor het behoud hiervan binnen de AWBZ. Ten eerste, omdat participatie en sociale redzaamheid niet eenduidig te scheiden zijn en daarnaast omdat het een verzekerd recht moet blijven. Kwetsbare burgers die niet goed voor zichzelf op kunnen komen, horen niet afhankelijk te zijn van het individuele beleid van gemeenten om volwaardig onderdeel te kunnen uitmaken van de samenleving. Relatie aanpalende domeinen Tot slot heeft VWS nogmaals benadrukt dat er sprake is van een bezuiniging en er geen geld of taken expliciet overgeheveld worden naar andere domeinen. De Wmo heeft in de visie van de staatssecretaris de taak om (kwetsbare) burgers te laten participeren in de maatschappij. Een aantal van de huidige OB activiteiten vormen een onderdeel van die taakstelling. Het onderzoeksbureau HHM doet onderzoek in welke gevallen bij uitval in de AWBZ een rechtmatig beroep gedaan kan worden op andere domeinen (Wmo, Jeugdzorg, Onderwijs, Arbeidsparticipatie) of dat burgers zelf verantwoordelijk zijn voor een oplossing. Er is een extra budget van 150 miljoen beschikbaar gekomen om die terechte opvang in andere domeinen mogelijk te maken. De VGN maakt zich zorgen over de zachte landing bij uitval in andere domeinen en heeft gepleit voor continuering van overgangsmaatregel ook na 2009 tot opvang in andere domeinen is gewaarborgd. We zullen dit als expliciet onderdeel in de monitoring meenemen.