Griffie Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering :- DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : Directie/afdeling : Nummer commissiestuk : Datum : Bijlagen : 1119968 H. v. Dijke/I. d. Vries Sociale & Culturele Ontwikkeling ZWC 0264 28 juni 2005 1 Onderwerp: Subsidie-aanvraag project Paljas+ bij ministerie van VWS Voorstel van GS aan PS: X Ter kennisneming Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier der Staten, namens deze, mw.dr.D.G.F.M. Gorgels Bijlage: 1. Brief aan VWS met bijlagen X Uitvoerende rol, zie onderdeel C Notitie t.b.v. de commissie voor Zorg, Welzijn en Cultuur Korte Inhoud: Een subsidie-aanvraag voor de financiering van een experiment gesloten opvang van jeugdigen met een machtiging gesloten plaatsing binnen de jeugdzorg. Het betreft jeugdigen met een kinderbeschermingsmaatregel (OTS) die ernstige gedragsproblemen vertonen: deze jeugdigen worden nu opgevangen in justitiële jeugdinrichtingen samen met jeugdigen die daar in het kader van het strafrecht zijn geplaatst. Over die samenplaatsing is maatschappelijk veel commotie ontstaan.Voor het experiment zijn door VWS middelen beschikbaar gesteld. Twee brabantse instellingen (BJ-Brabant en Tender) hebben een project ontwikkeld en zijn door VWS uitverkozen om aan het experiment mee te doen. VWS ziet graag dat de middelen via de provincie worden verdeeld. Daartoe moet de provincie formeel bij VWS een subsidieaanvraag indienen. De VWS-gelden worden door de provincie direct doorgesluisd naar de uitvoerende instellingen. Tezijnertijd bij definitieve toekenning van de rijksmiddelen wordt de progammabegroting gewijzigd en vervolgens wordt de wijziging van de productraming door GS vastgesteld. De inhoudelijke informatie van de subsidie-aanvraag komt van de twee deelnemende instellingen. Aanvullende informatie Inleiding Sinds april 2004 is er veel maatschappelijke en politieke aandacht voor de civielrechtelijke plaatsingen in justitiële jeugdinrichtingen (jji’s). De discussie betreft het verblijf van jeugdigen met een ondertoezichtstelling in een gesloten opvang- of behandelinrichting en de samenplaatsing daarbij met jeugdigen die vanwege een (ernstig) strafbaar feit geplaatst zijn. Inmiddels heeft het kabinet besloten over de overheveling van de verantwoordelijkheid voor de opvang en behandeling van de civiel geplaatste jeugdigen in de jji’s van Justitie naar VWS. Tevens wordt er een wetswijziging op gang gebracht, waardoor gesloten opvang en behandeling in de jeugdzorg mogelijk wordt. Logisch gevolg is dan dat de verantwoordelijkheid voor de financiering van de voorzieningen bij de provincies komt te liggen aangezien VWS geen structurele subsidierelatie aan kan gaan met jeugdzorgaanbieders. Vooruitlopend op de ontwikkelingen is VWS gestart met het inzetten van middelen voor experimenten op het terrein van alternatief intersectoraal zorgaanbod. Paljas en Paljas+ De provincie Noord-Brabant houdt zich al langer bezig met de problematiek van civielrechtelijk geplaatsten in een jji. Van 2002 tot en met 2004 heeft de provincie het PALJAS-project gesubsidieerd, te weten 50% van de coördinatiekosten. Het PALJAS-project is erop gericht dat opvang en behandeling van OTS-jongeren (jongeren die onder toezicht zijn gesteld – gezinsvoogdij) met forse gedragsproblemen in een jji wordt voorkomen of zo snel mogelijk wordt beëindigd middels doorplaatsing naar een open behandelsetting in de jeugdzorg. Dit wordt gerealiseerd door een samenwerking tussen verschillende instellingen, waaronder de jeugdzorgaanbieders Tender en BJBrabant. In maart hebben GS besloten dat de financiering van Paljas voor 2005 verlengd wordt op voorwaarde dat Paljas+ de experimentstatus van VWS krijgt toegekend (zie verder). De samenwerkingspartners van Paljas hebben met een tweetal GGZ-organisaties een voorstel gedaan, genaamd Paljas+. Het gaat dan om de besloten opvang van jongeren binnen de jeugdzorg, waarbij ook de andere partners hun expertise en aanbod leveren. Paljas+ heeft geprobeerd de experimentstatus van het Ministerie van VWS te krijgen en met deze middelen het aanbod te ontwikkelen. Op 21 april hebben wij van VWS vernomen dat het Paljas+-initiatief (deels) wordt gehonoreerd. Belangrijke argumenten hiervoor zijn de opzet en inhoud van het voorstel, de goede ervaringen met het bestaande project Paljas en de dringende behoefte aan zorgaanbod voor de doelgroep in de provincie Noord-Brabant. Aanvankelijk is sprake geweest van een honorering van 20 plaatsen voor Zuid-Nederland, terwijl de aanvraag 40 plaatsen voor de provincie Noord-Brabant betrof. Na overleg is besloten tot honorering van 30 plaatsen voor Zuid nederland (provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland). Subsidieaanvraag Op 18 mei is er een ambtelijk gesprek gevoerd tussen VWS, BJBrabant en Tender en de provincie NoordBrabant over de verdere praktische uitwerking van het experiment Paljas+. Tijdens dit gesprek bleek dat -2- VWS de constructie voorstelde dat de provincie Noord-Brabant bij VWS een subsidieaanvraag zou indienen voor Paljas+, waar overigens ook jongeren uit Limburg en Zeeland geplaatst kunnen worden. Dit voorstel staat haaks op het IPO-standpunt in deze discussie. Het IPO is het niet eens met de kabinetbesluiten. Met name de kwestie wie nu voor welke doelgroep aansprakelijk is, is onduidelijk. Op korte termijn zal er een notitie komen van de rijksoverheid naar het IPO waarin wordt uitgewerkt wie er nu op dit moment waarvoor verantwoordelijk, aansprakelijk en/of de directe financier is, hoe dat zal worden in de overgangsperiode tot de wetswijziging en hoe na invoering van de wetswijziging. Het IPO wil dat er tijdig een overeenkomst wordt bereikt over de rol en randvoorwaarden waaronder de provincies en grootstedelijke regio’s de extra verantwoordelijkheden waar kunnen maken. Vooralsnog verleent het IPO geen medewerking aan de uitvoering van de besluiten. Het IPO heeft vanaf het begin van de discussie de houding aangenomen dat er duidelijkheid moet zijn voor zaken in gang worden gezet. Dit is terecht aangezien de provincies het risico lopen opgescheept te worden met een nieuwe verantwoordelijkheid zonder afdoende (financiële) randvoorwaarden. Echter, de praktijk noopt tot snelle actie en dat geldt zeker in Noord-Brabant omdat ruim 14% van de doelgroep (104 van de 727 jongeren) uit deze provincie afkomstig zijn. Daarbij is Paljas+ ook bedoeld voor Limburgse en Zeeuwse jongeren, die respectievelijk ruim 6% (47) en 3% (22) van de doelgroep behelsen. Gedeputeerde heeft vanaf de aanvang een pragmatische houding aangenomen en het Paljas+-initiatief ondersteund. Wel werd er van uitgegaan dat het een kwestie was van maatschappelijk ondernemerschap van de aanbieders en dat de provincie zich ondersteunend zou opstellen. Het recente gegeven dat de provincie de subsidie-aanvraag bij VWS indient gaat dus een stuk verder dan aanvankelijk gedacht en brengt enkele risico’s met zich mee. Hierover is op 23 mei kort overlegd met gedeputeerde en hij heeft aangegeven dat we akkoord gaan om pragmatische redenen maar hiermee geen voorschot nemen op de nog te maken afspraken tussen Rijk en IPO. GS zijn hiermee akkoord gegaan. In de brief aan VWS wordt dit verder uitgewerkt. Daarbij wordt een aantal voorwaarden gesteld om het risico’s die aan de constructie kleven in te perken. Tevens wordt aangegeven dat we een aantal afspraken willen maken. Bijvoorbeeld de verhouding van plaatsingen tussen Brabantse, Limburgse en Zeeuwse jongeren in Paljas+. Belangrijk is dat duidelijk wordt aangegeven dat het feit dat de provincie deze subsidieaanvraag indient geen precedentwerking heeft voor de definitieve afspraken tussen Rijk en IPO. ’s-Hertogenbosch, 28 juni 2005 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant -3-