Veranderingen in de langdurige ondersteuning en zorg. Januari 2014 “Van een klassieke verzorgingsstaat naar een participerende samenleving” klonk het vanaf de troon op Prinsjesdag. Dat klinkt best mooi, dacht u misschien, maar wat betekent dat voor mij? Hoe kan ik als verwant of vrijwilliger participeren? Hoe gaan we om met minder budget/uren? En wat betekent dat voor de samenwerking met Sprank? Doel van vandaag -Informeren over de veranderingen -Bespreking van ideeën en aandachtspunten AWBZ In 1968: 275 miljoen gulden per jaar. In 2013: 27 miljard euro per jaar Regeerakkoord ‘naar een waardevolle toekomst’: Hervorming is noodzakelijk vanwege de financiële houdbaarheid van de langdurige zorg Van een klassieke verzorgingsstaat naar een participerende samenleving De cliënt wordt meer de regisseur: wat heeft hij/zij nodig om zich te kunnen ontwikkelen? Verandering in de samenleving Oude samenleving Nieuwe samenleving Oude verticale instituties lopen op hun einde: vakbond, milieuorganisatie, politieke partij Nieuwe horizontale verbanden ontstaan: gemeenschappen, coöperaties, sociale en fysieke netwerken Verticaal Horizontaal Centraal Decentraal Top-down Bottum-up Pamperen Empoweren Verandering in de samenleving Gespecialiseerde zorg Sociale teams Eigen kracht Gemeenten worden gestimuleerd om sociale wijkteams op te richten. Het kabinet stelt hiervoor € 50 miljoen beschikbaar Veranderingen per 1 januari 2015 De AWBZ wordt de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en is onderdeel van de herinrichting van de AWBZ. Een deel van de AWBZ (6 miljard euro) gaat naar de Wmo (gemeente). Dat gaat over begeleiding, ondersteuning en jeugdzorg. Nog een deel (2,5 miljard euro) gaat van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (langdurige ggz, extramurale verpleging, persoonlijke verzorging en behandeling). Intensieve zorg met 24-uurs toezicht zal onder de Wlz vallen. De nieuwe Wet Langdurige Zorg (Wlz) gaat de huidige AWBZ vervangen Indicatiestelling blijft in handen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) CIZ neemt alleen een toegangsbesluit (tot de Wlz) en doet geen uitspraken over de zorgzwaarte van de zorgvrager Het toegangsbesluit is voor onbepaalde tijd geldig, er zullen geen herindicaties plaatsvinden. Het zorgplan wordt belangrijker Binnen de Wlz zijn drie leveringsvormen mogelijk: - Zorg met verblijf - Zorg zonder verblijf: volledig pakket thuis (VPT) - Zorg zonder verblijf: persoonsgebonden budget (pgb) De huidige ZZP’s worden vervangen door drie zwaarteklassen: licht, middel en zwaar. De Wlz uitvoerder (zorgverzekeraar) bepaalt op basis van het zorgplan tot welke zwaarteklasse de cliënt hoort. het zorgplan is wettelijk verankerd in de Wlz meer ruimte voor op de cliënt gericht maatwerk, doordat er niet meer in ZZP’s wordt geïndiceerd Veranderingen binnen de zorg Huidige cliënten: vooralsnog zijn de cliënten die reeds een indicatie VG1 en 2 hebben veiliggesteld (hebben=houden). Zij blijven dus binnen de AWBZ. Ook bij een her-indicatie houden deze cliënten recht op verblijfszorg. Wel is er een ontmoedigingsbeleid, je krijgt steeds minder geld voor deze zorg. Nieuwe zorgvragers VG 1 t/m VG 3 (50%) naar de Wmo (gemeente) per 1 januari 2015 Veranderingen binnen Sprank Verschuiving wonen (indicatie verblijf) naar VG 3½ en hoger in woonvormen en/of gescheiden wonen en zorg. Samenwerken met: • gemeenten door sectormanager, begeleiders, verwanten en cliënten (waar mogelijk) • andere zorgorganisaties (eigen belang ondergeschikt maken aan cliëntbelang) Verandering rollen (begeleider en netwerk van cliënt) Veranderingen binnen de zorg en Sprank Bezuinigingen op de kern AWBZ (VG 4 t/m 8) en huidige VG cliënten 1 t/m 3. per 1 januari 2014: ongeveer 5% minder budget per jaar, 15% bezuiniging in 3 jaar aangedragen oplossing is: het tekort opvangen door meer samen te werken Samenwerken netwerk met als grens: lijfgebondenzorg. Verandering in inhoud functie begeleider: Van begeleider naar netwerker, bruggenbouwer In dialoog met elkaar In de top wordt de cliënt in de (gelijkzijdige!) driehoek geplaatst en vormen de professional en de verwanten/netwerk: ‘de basis’. Een goede samenwerking komt dus direct ten goede aan het welzijn van de cliënt. Vragen ( in groepjes) Wat vindt u van deze presentatie en de oproep tot meer samenwerking? Wat is nodig voor een goede samenwerking? Waar ziet u kansen? Waar maakt u zich zorgen over? Hoe zou u of mensen in uw netwerk kunnen bijdragen? Wat kan het de bewoners opleveren? Hoe kunnen we meer samenwerken met de kerkelijke gemeente? Hoe kijkt u aan tegen samenwerking in de wijk? Hoe nu verder? Vervolgoverleg in welke vorm? Gesprek: pb-er, cliënt en familie eventueel gecombineerd met zorgplanbespreking Voor meer informatie en deze presentatie: www.stichtingsprank.nl/veranderingenindezorg