(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
revitalisering landelijk gebied
Datum commissievergadering :
DIS-stuknummer
:
Secretaris
:
Doorkiesnummer
:
Behandelend ambtenaar
:
Dienst/afdeling
:
Nummer commissiestuk
:
878348
V.A.M. Smulders
073 6812292
M. Buuron
REW/RLG
RLG-0175
Status
:
ter advisering
:
ter bespreking
:
ter kennisneming
:
:
ter vaststelling
Datum
Bijlagen
3 december 2002
: --
Onderwerp:
Behoud projectvolume RLG 2002 en administratieve verwerking voorgefinancierde kosten
Voorstel aan commissie:
Kennisnemen van bijgaande notitie
Eventuele nadere opmerkingen:
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
V.A.M. Smulders, secretaris
Commissie voor revitalisering landelijk gebied
Notitie ten behoeve van de commissie voor Revitalisering van het Landelijk Gebied
inzake behoud project-volume RLG 2002 en administratieve verwerking
voorgefinancierde kosten
Per 1 september 2000 is het majeur project Revitalisering van het Landelijk Gebied gestart met als
hoofddoelstellingen:
 Het verbeteren van de ruimtelijke inrichting;
 Het verbeteren van de milieu- en waterkwaliteit;
 Het waarborgen van economische (veer)kracht;
 Het verbeteren van de bedrijfsstructuur in de veehouderij;
 Het waarborgen van de leefbaarheid, inclusief zorg, welzijn en sociale aspecten;
 De totstandkoming van robuuste natuur.
Concreet betekent dit:
 uitvoeringsgerichte plannen maken;
 uitvoeringsprojecten starten, aansluitend op of anticiperend op de plannen;
 zelfstandig geëmancipeerde reconstructiecommissies en draagvlak organiseren voor de uitvoering in de
gebieden.
Bij de start van het project RLG in 2000 is een projectplan opgesteld met bijbehorende projectbegroting
Bij de Voorjaarsnota 2000 is de financiële dekking voor de gehele projectduur geregeld van zowel de interne
(provinciale) organisatie als de programmatische budgetten. Daarbij is slechts een beperkt deel van het budget
in het jaar 2003 geraamd. De bij de Voorjaarsnota 2000 toegekende middelen (voor 2000-2004) zijn als
totaalbedrag voor de revitalisering toegekend en op een stelpost geplaatst. Begin 2001 heeft een nadere
onderverdeling plaatsgevonden van dit totaalbedrag op basis van de inzichten die er op dat moment waren
voor de organisatie en de uitvoering van het revitaliseringsproces. Dit heeft geleid tot de huidige
begrotingsstructuur.
Bij volgende (integrale) afweegmomenten (Voorjaarsnota 2001, Voorjaarsnota 2002 en Najaarsnota 2002)
zijn capaciteitsuitbreiding & verlenging van de projectduur gehonoreerd en aanvullende programmatische
budgetten toegekend.
In het algemeen geldt dat aan projecten specifieke resultaten/prestaties zijn gekoppeld die binnen een bepaald
tijdsbestek moeten worden gerealiseerd. Aan deze resultaten is een bepaald budget gekoppeld. De
projectomgeving kenmerkt zich veelal door een grote mate van dynamiek.
De afgelopen RLG-periode heeft geleerd dat een projectplan op hoofdlijnen te maken is. Door de hoge mate
van politiek-bestuurlijke gevoeligheid en externe invloeden van o.a. belangen-organisaties/partners en Rijk,
loopt het traject per definitie anders dan voorzien. Dit vraagt een grote mate van flexibiliteit; van mensen
maar ook van (financiële) middelen. De dynamiek in het RLG-proces zorgt ervoor dat koppeling van
financiële middelen aan een bepaalde tijdsperiode (bijvoorbeeld jaarschijf) lastig is. O.a. door de MKZ-crisis
is bijvoorbeeld geheel onvoorzien een enorme vertraging in de tijd opgetreden. Van de uitgestippelde
marsroute (conform project-statuut/projectplan) is echter niet wezenlijk afgeweken.
Komend jaar (2003) is een belangrijk jaar voor RLG: de eerste ontwerp reconstructieplannen zullen worden
opgesteld. Aan de hand van een nader uitgewerkt procesplan (draaiboek) zal het komende jaar het
revitaliseringsproces (zoveel mogelijk) worden beheerst. Voor deze laatste fase van het project is bij de
Najaarsnota 2002 reeds aangegeven dat geen extra programmatische budgetten benodigd waren, echter
uitgaande van de veronderstelling dat financiële middelen gereserveerd voor de revitalisering van het landelijk
gebied, beschikbaar blijven voor de revitalisering. In de concernmarap 2-2002 (blz. 30)/de Najaarsnota 2002
is dan ook al aangegeven dat:
-1-
‘In 2000 is het project Revitalisering van het Landelijk Gebied van start gegaan, waarbij het project door de
Directieraad is aangemerkt als majeur project met een totaal toegekend programmabudget. Vanwege deze
projectstatus en met het oog op een mogelijke (inmiddels feitelijke) verlenging van de projectunit wordt
voorgesteld om via een afzonderlijk dossier alle in december 2002 nog resterende programmamiddelen over
te hevelen naar 2003’.
De tekst in het jaarplan/begroting 2003 ondersteunt nogmaals de dynamiek in het revitaliserings-proces:
‘Een substantieel deel van de RLG-middelen zijn beschikbaar gesteld bij de integrale afweeg-momenten vanaf
1999. Het is lastig gebleken om de middelen op voorhand nauwgezet over de jaren te verdelen. Dit gezien
het projectmatige karakter van de revitalisering (van globaal naar concreet) en daarmee samenhangende vele
incidentele, qua moment moeilijk te voorspellen uitgaven. Daardoor ontstaat er in de begroting een
fluctuerend beeld. Enerzijds doordat middelen op een post in alleen bijvoorbeeld 2002 worden geraamd en
waarvan in de loop van het jaar duidelijk wordt welk deel daarvan naar 2003 kan worden doorgeschoven.
Anderzijds door de incidentele posten waardoor er in 2002 een al dan niet substantieel bedrag wordt geraamd
en vervolgens in 2003 niets’.
Voor het jaar 2003 zijn nauwelijks middelen beschikbaar omdat er altijd van uitgegaan is dat de projectfase op
1 september 2002 zou zijn afgerond. Hoe het proces er na 1 september uit zou gaan zien, moest nog worden
bekeken. Zoals gezegd is inmiddels besloten tot verlenging van de project-fase van RLG tot 1 januari 2004. In
de doelstellingen en de daaraan gekoppelde (nog) te leveren prestaties is in de tussentijd geen wijziging
aangebracht. De verlenging van RLG heeft met name betrekking op en gevolgen voor het tijdsaspect. Daarom
stellen wij u voor de restant budgetten 2002 van RLG over te hevelen naar 2003 zodat RLG haar prestaties
(conform het projectstatuut) kan waarmaken en het reeds met succes in gang gezette reconstructieproces (de
‘buitenwacht’) niet hoeft te worden onderbroken.
Tevens zeggen wij toe dat begin 2003 op basis van de huidige inzichten in het revitaliseringsproces (o.a. aan
de hand van het draaiboek) een ‘vernieuwde’ onderverdeling in de projectbegroting voor 2003 (herijking)
wordt opgesteld. Dit betekent dat de aan de revitalisering reeds toegekende financiële middelen ‘opnieuw’
worden toegewezen aan een bepaald product/te leveren prestatie in 2003.
Administratieve verwerking voorgefinancierde kosten
Taxatiekosten eerste tranche Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV):
De taxatiekosten van de eerste tranche van de RBV zijn voorgefinancierd door de provincie Noord-Brabant
ten laste van het RLG-projectbudget. Deze kosten zijn volledig gedeclareerd bij de ontwikkelingsmaatschappij
Ruimte voor Ruimte (ORR) en door de ORR aan de provincie vergoed. De ontvangen vergoeding staat al
enige tijd op een tussenrekening ‘geparkeerd’. Destijds heeft financiering van deze kosten ten laste van de
RLG-begroting plaatsgevonden omdat op dat moment geen duidelijkheid bestond of er wel een
ontwikkelingsmaatschappij zou worden opgericht. Dit betekende dus ook dat er onduidelijkheid was of de
provincie deze kosten bij een derde in rekening zou kunnen brengen. Wij verzoeken u om de ontvangen
vergoeding van de ORR voor de taxatiekosten weer toe te voegen aan het RLG-projectbudget.
Voorbereidingskosten Ruimte voor Ruimte
Voor de voorbereidingskosten, gemaakt voorafgaand aan de oprichting van de ORR, geldt hetzelfde verhaal
als hiervoor beschreven onder ‘taxatiekosten eerste tranche RBV’. Wij verzoeken u om de ontvangen
vergoeding van de ORR ten aanzien van de voorbereidingskosten weer toe te voegen aan het RLGprojectbudget.
Om het voorgaande (administratief) te realiseren is een begrotingswijziging noodzakelijk:
Overheveling restantbudgetten RLG
Aan het einde van het boekjaar 2002 zullen de restantbudgetten van de producten 28.02.01 t/m 28.02.04
worden overgeheveld. Als op dit moment (25 november 2002) zou worden overgeheveld betekent dit
-2-
(indicatief): € 13,7 mln. aan de uitgavenkant. Aan de inkomstenkant wordt een opbrengst overgeheveld van €
6,4 mln. Hierin is het opbrengstpotentieel van € 4,8 mln. van aangekochte c.q. nog aan te kopen locaties in
opgenomen conform de PS-besluiten. Daarnaast wordt voor € 6 mln. aan onttrekkingen uit reserves
overgeheveld. Dit laatste bedrag hangt samen met een even groot bedrag aan overhevelingen aan de uitgaven
kant. Let wel: In deze bedragen treden nog (aanzienlijke) wijzigingen op. In december 2002 vinden namelijk
nog realisaties en correctieboekingen op de verschillende begrotingsposten van RLG plaats. Tevens wordt een
aantal zaken pas (altijd) aan het einde van het boekjaar financieel afgewikkeld (bijvoorbeeld
NUBL/afwikkeling met reserves).
Indien de restant programmatische budgetten van 2002 niet worden overgeheveld naar 2003, komt het
revitaliseringsproces in 2003 ernstig in gevaar. In 2003 zullen namelijk de meeste en tevens zeer omvangrijke
uitgaven worden gedaan (een willekeurig voorbeeld: de kosten verbonden aan het
(concept)reconstructieplan inclusief MER).
Administratieve verwerking voorgefinancierde kosten
Jaar
Bedrag
2002
€ 347.028
Ten laste/gunste van post
(nr+naam begr.post)
Overige inkomsten RvR (17303D02)
Overige kosten RLG (07302P08)
2002
€ 125.156
Overige inkomsten RvR (17303D02)
Overige kosten RLG (07302P08)
's-Hertogenbosch, 3 december 2002
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.
-3-
Product
(nr+naam product)
28.02.02 Ruimte voor
Ruimte
28.02.01 Reconstructie en
landinrichting
28.02.02 Ruimte voor
Ruimte
28.02.01 Reconstructie en
landinrichting
Download