Commissie voor revitalisering landelijk gebied Datum commissievergadering : DIS-stuknummer : Secretaris : Doorkiesnummer : Behandelend ambtenaar : Dienst/afdeling : Nummer commissiestuk : Status : ter advisering : ter bespreking : ter kennisneming 868746 V.A.M. Smulders 073 6812292 M. Buuron/B. Selten REW/RLG RLG-0152 Datum : : ter vaststelling Bijlagen : -- 29 oktober 2002 Onderwerp: Beantwoording vragen n.a.v. de behandeling van het jaarplan/begroting 2003 Voorstel aan commissie: Kennisnemen van bijgaande notitie Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, V.A.M. Smulders, secretaris Commissie voor revitalisering landelijk gebied Notitie ten behoeve van de commissie voor Revitalisering van het Landelijk Gebied inzake beantwoording van vragen n.a.v. de behandeling van het jaarplan/begroting 2003 In uw commissievergadering (d.d.14 oktober 2002) heeft u het jaarplan/begroting 2003 besproken. Uw statencommissie heeft aan Gedeputeerde Staten een toelichting gevraagd op: 1. De begrotingspost ‘overige kosten Landelijk Gebied’ (07302p) 2. De begrotingspost ‘Bijdrage aan BMF/ZLTO’ ten aanzien van de bijdrage aan de BMF (07303n) 3. De verschillen tussen de lasten en baten in het meerjarig beloop ten aanzien van de producten 28.02.02 ‘Ruimte voor Ruimte’ en 28.02.03 ‘Glastuinbouw’. Toelichting Ad 1) Overige kosten Landelijk Gebied (07302p) In het jaarplan is voor 2003 een bedrag ad € 2.266.878,-- opgenomen. U vroeg zich af waarom dit bedrag op deze post is opgenomen. Bij de Voorjaarsnota 2000 zijn de financiële middelen voor de Revitalisering van het Landelijk Gebied toegekend. In eerste instantie (in 2000) zijn deze middelen op een stelpost (07302p) geplaatst voor de jaren 2000 t/m 2003. In 2001 zijn de middelen voor de jaren 2001 én 2002 van deze stelpost afgehaald en verdeeld over verschillende begrotingsposten (van RLG). De middelen voor 2003 zijn op de stelpost blijven staan. De verwachting was immers dat de projectfase van RLG tot 1 september 2002 zou duren. Op korte termijn zal door het college een voorstel worden gedaan op welke wijze de reeds toegekende middelen (bij de Voorjaarsnota 2000) voor 2003 zullen worden ingezet. Ad 2) Bijdrage aan BMF/ZLTO Bij de Voorjaarsnota 2002 is € 230.000,-- aan de BMF toegekend voor haar inbreng (tot 1 juli 2003) in het revitaliseringsproces. Dit betreft een voortzetting van de bijdrage aan de BMF, zoals die bij de Voorjaarsnota 2001 ter beschikking is gesteld (ad € 453.780,-- op jaarbasis). Op deze begrotingspost wordt ook de bijdrage aan de ZLTO geboekt. Voor de ZLTO is eveneens bij de Voorjaarsnota 2001 een eenmalige bijdrage ter beschikking gesteld ad € 45.378,--. Voor 2003 is dus geen sprake van een toename in de vergoeding van de bijdrage van de BMF aan het revitaliseringsproces. Ad 3) Verschillen tussen lasten en baten in het meerjarig beloop van Ruimte voor Ruimte en Glastuinbouw Aan de lastenkant van beide producten zijn de toegerekende apparaatskosten opgenomen en de rentelasten van de door de Provincie Noord-Brabant ter beschikking gestelde achtergestelde lening voor zowel de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte (ORR) als de Tuinbouw-ontwikkelingsmaatschappij (TOM). Aan de batenkant van beide producten is de vergoeding opgenomen van het door de Provincie Noord-Brabant ter beschikking gestelde achtergestelde vermogen. De door de provincie te ontvangen vergoeding en de door de provincie te betalen rentelasten voor de achtergestelde lening zijn budgettair neutraal in de begroting opgenomen. Bij de ORR maakt deze rentevergoeding onderdeel uit van de het in de grondexploitatie gehanteerde normatieve rendement van 9,6% op het risicodragende vermogen. Bij de TOM maakt deze rentevergoeding onderdeel uit van het beoogde rendement van 15% op het risicodragende vermogen. In de begroting is tot op heden alleen de rentevergoeding over de achtergestelde lening verwerkt, en dus niet het normatieve c.q. beoogde rendement op het totale risicodragende vermogen. De begroting zal hierop nog worden aangepast. 's-Hertogenbosch, 29 oktober 2002 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -2-