Modelprojectplan EOS: Lange Termijn onderzoeksprojecten

advertisement
Topsector Energie
Innovatietafel
Smart Grids
Handleiding bij de regeling smart-grids-projecten
-
Definitieve versie
(26 juni 2012)
–
Inhoudsopgave
Introductie
3
De subsidieregeling smart-grids-projecten
4
Voorwaarden en afwijzingsgronden
5
Beoordelingcriteria voor uw aanvraag
6
Subsidiebedragen en uw projectkosten
9
De aanvraagprocedure in zes stappen
12
Onderdelen van de subsidieaanvraag
13
Als uw project subsidie krijgt toegekend
15
Bijlage: Verklarende woordenlijst
16
Noot voor de lezer:
De handleiding bevat ten opzichte van concept versie 5 juni 2012 de volgende
wijzigingen:

Onder "Beoordelingscriteria voor uw aanvraag" een aanvulling op de
toelichting op criterium 3.

Onder "Subsidiebedragen en uw projectkosten": MKB toeslag van 10% voor
fundamenteel onderzoek is niet van toepassing, aanpassing in tekst en in
tabel.
Versie juni 2012
2
Introductie
Het kabinet heeft gekozen voor een nieuw bedrijvenbeleid met negen topsectoren. De
topsector energie heeft voor het thema smart grids een Innovatiecontract aangeboden
aan de minister (verder: Innovatiecontract Smart Grids). Voor de regeling smart-gridsprojecten is in 2012 € 10,35 miljoen beschikbaar gesteld voor projecten en
kennisimpulsen die leiden tot ‘opschaalbare’ producten en diensten die ook geëxporteerd
kunnen worden.
Afbakening
De term ‘smart grids’ is een overkoepelend begrip waaronder verschillende
ontwikkelingen rond de energie-infrastructuur passen (veelal elektriciteitsnetten, van het
hoogspanningsnet tot en met het laagspanningsnet in de wijk en de energietoepassingen
bij de consument). De kern van het begrip smart grids is het ontstaan van
tweerichtingsverkeer van energie tussen producenten en gebruikers en gebruikers
onderling. Dit is mogelijk door het toevoegen van informatietechnologie aan de energieinfrastructuur. Hierdoor ontstaan meer keuzemogelijkheden voor gebruikers en kunnen
nieuwe partijen toetreden op de energiemarkt.
In het Innovatiecontract Smart Grids zijn een visie en een ambitie voor de ontwikkeling
van smart grids neergelegd. Smart grids zijn cruciaal voor het realiseren van de doelen
van het topteam Energie. De doelen van het Innovatiecontract Smart Grids zijn gericht
op ontwikkelingen die spelen op de middellange termijn en in strategische zin neerkomen
op een meer grootschalige toepassing van smart grids vanaf het eind van het lopende
decennium en begin jaren 2020. Het achterliggende businessidee is, dat eindgebruikers
(zowel huishoudens als zakelijke gebruikers) onder toenemende flexibiliteit in de
energievoorziening keuzevrijheid krijgen bij in- en verkoop van energie en nieuwe
producten en diensten in samenhang met energie.
Concrete doelen uit het Innovatiecontract Smart Grids voor de periode 2012-2016 zijn
o.a.:
 Reduceren van de kosten van netwerk verzwaringen en kosten voor balanceren
vanwege de systeemintegratie van duurzame energiebronnen met minimaal 10%;
 Verlagen van het energiegebruik door ‘Smart Grid consumenten’ met minimaal
5%;
 Kostenreductie van Smart Grids technologieën, zoals meetapparaten en sensoren,
op afstand bestuurbare schakelaars, en toepassing van telecommunicatie in de
distributienetwerken voor elektriciteit, gas en warmte/koude.
De visie, ambitie en doelen van het Innovatiecontract Smart Grids zijn vertaald in een
viertal programmalijnen waarbinnen smart-grids-projecten kunnen bijdragen aan het
realiseren van de beoogde doelen:
1. Diensten en producten;
2. Virtuele infrastructuur;
3. Fysieke infrastructuur en
4. Institutionele en sociale innovatie.
Laat uw projectidee eerst toetsen!
U kunt uw aanvraag voor een smart-grids-project bij Agentschap NL indienen. Maar niet
alle aanvragen komen in aanmerking voor subsidie. Het kan daarom verstandig zijn, met
name zal dat gelden voor de tweede tenderperiode van 2012, dat u uw projectidee eerst
door ons laat bekijken voordat u een aanvraagformulier invult en een projectplan opstelt.
Na onze analyse krijgt u duidelijke aanbevelingen en kunt u snel beoordelen of het zinvol
is een subsidieaanvraag in te dienen. Alle informatie die u ons verstrekt, behandelen we
vertrouwelijk. Kijk op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten voor meer informatie over
deze dienst. Op deze site vindt u het projectideeformulier.
Versie juni 2012
3
De subsidieregeling smart-grids-projecten
Het type projecten dat door de regeling wordt ondersteund zijn combinaties van
fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en
demonstratie.
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend in twee tenderperioden. De doelgroep van
de eerste tender bestaat uit consortia rondom (aanzetten voor) projectvoorstellen die
zijn ingediend bij de innovatietafel smart grids tijdens het opstellen van het
innovatiecontract. Andere consortia zijn echter niet uitgesloten.
Projecten moeten passen binnen de focus voor 2012 van de vier programmalijnen, zoals
die zijn beschreven in het Innovatiecontract Smart Grids:
1. Diensten en producten (B2C, B2B en C2B), met de volgende onderwerpen:
intelligente applicaties, energiemanagement (balanceren van het energieaanbod en
‘vraagsturing’) en energieopslag en conversie. De focus ligt op intelligente applicaties en
energiemanagement. Verwacht wordt dat energieopslag pas in een later stadium waarde
gaat creëren en ondersteunend zal zijn in energiemanagement, waarbij energieopslag
vooral ingezet zal worden als optimalisatietool.
2. Virtuele infrastructuur (o.a. ICT), met de onderwerpen: open generiek ICT platform
ten behoeve van dienstontwikkeling, ICT architecturen ten behoeve van demand side
management, data management en asset management, standaardisatie roadmap,
veiligheid en privacy. De focus ligt op internationale standaardisering van protocollen en
interfaces (niet alleen voor communicatie, maar ook voor demand side management,
asset management en data management) en ‘security by design’. Bedrijven zijn bij
voorkeur vanaf de start betrokken bij concrete implementaties, omdat kleine en
praktische implementaties de richting zullen bepalen.
3. Fysieke infrastructuur, onderverdeeld in: toenemende flexibiliteit, nieuwe
componenten, veiligheid/betrouwbaarheid (‘security’), oplaadpunten voor elektrisch
rijden, (fysieke) energieopslag en smart gas grids. De focus ligt op: standaardisatie,
energieconversie en netintegratietechnologieën voor optimale inzet van energiebronnen
op diverse spanningniveaus, asset management van de Smart Grid infrastructuur en
sensoring waaronder de ontwikkeling van nieuwe meetmethodes.
4. Institutionele en sociale innovatie. Deze spelen in samenhang met de
technologische vernieuwingen een hoofdrol. Maatschappelijke acceptatie, het ontwikkelen
van strategieën voor de interventie in het gedrag van eindgebruikers, het ontwerpen van
nieuwe marktmodellen en business concepten en aanpassingen in de wet- en regelgeving
zijn noodzakelijke randvoorwaarden voor het succes van smart grids – en zelfs voor de
energietransitie. De focus ligt op onderzoek naar belangen en drijfveren van
energieconsumenten (onder andere samenwerking met de creatieve industrie) en
onderzoek naar nieuwe rollen in de energieservice economie en bijbehorende aanpassing
van wet- en regelgeving.
Projecten moeten niet alleen bijdragen aan de doelen van het Innovatiecontract Smart
Grids en passen binnen de programmalijnen, maar moeten ook innovatief zijn. Het moet
gaan om een voor Nederland nieuwe of vernieuwende technologie, functie, aanpak,
samenwerking of een nieuw of vernieuwend systeem. Het kan ook gaan om een
combinatie hiervan. Is er in het buitenland al een soortgelijk project geweest? Dan moet
u aantonen waarom het nodig is om dit project ook in Nederland uit te voeren.
Ook geldt als voorwaarde dat de kwaliteit van het projectplan en businessidee voldoende
is.
Versie juni 2012
4
Voorwaarden en afwijzingsgronden
Voorwaarden
De regeling smart-grids-projecten heeft een aantal voorwaarden waar u rekening mee
moet houden als u voor subsidie in aanmerking wilt komen. De belangrijkste hebben we
voor u op een rijtje gezet.







Alleen een samenwerkingsverband waarvan tenminste een ondernemer deel
uitmaakt (hoeft niet perse als penvoerder) kan een aanvraag indienen.
Samenwerken wil zeggen dat de deelnemers ook voor eigen rekening en risico
aan het project deelnemen.
Het project dient te worden uitgevoerd in Nederland. Ook moet de
subsidieontvanger in Nederland zijn gevestigd.
Een smart-grids-project duurt maximaal vier jaar en begint uiterlijk zes maanden
na de beschikking.
Een buitenlandse deelnemer mag deelnemen aan uw project, maar de kosten van
deze deelnemer zijn dan niet subsidiabel. Kosten van buitenlandse partijen, die
als derden optreden, zijn wel subsidiabel.
Heeft uw project al subsidie gehad van een bestuursorgaan of de Europese
Commissie? Dan wordt dat bedrag in principe afgetrokken van de subsidie of
subsidiabele kosten die u met de regeling smart-grids-projecten kunt krijgen.
Neem contact op met Agentschap NL om te horen wat dat voor uw situatie
betekent.
Projectkosten die u heeft gemaakt voordat u de aanvraag indiende, worden niet
vergoed. Deze kosten houden we bij de verlening van de subsidie buiten
beschouwing. We doelen hierbij ook op kosten die nog niet betaald zijn, maar
waarvoor wel al verplichtingen zijn aangegaan.
U kunt het project niet volledig uitbesteden, omdat u het voor eigen kosten en
risico uit moet voeren.
Afwijzingsgronden
In onderstaande gevallen wordt uw projectvoorstel in ieder geval afgewezen:










Het is niet aannemelijk dat het project binnen vier jaar wordt voltooid.
Er bestaat gegronde vrees dat de betrokkenen het project niet kunnen financieren
of er is onvoldoende vertrouwen dat de betrokkenen de capaciteiten hebben om
het project uit te voeren.
Het project draagt niet genoeg bij aan de doelstellingen van de regeling smartgrids-projecten. Het levert bijvoorbeeld onvoldoende bijdrage aan
energiebesparing of het realiseren van kostenreducties bij systeemintegratie van
duurzame bronnen.
Er bestaat onvoldoende vertrouwen in de technische en economische haalbaarheid
van het project.
De te verwachten resultaten leveren onvoldoende bijdrage aan de verduurzaming
van de Nederlandse energiehuishouding, mede gelet op het herhalingspotentieel;
Het smart-grids-project is onvoldoende innovatief; de internationale stand van de
techniek of kennis is de referentie;
Er is onvoldoende vertrouwen is in de doelmatigheid en doeltreffendheid van het
project;
Er zijn onvoldoende positieve gevolgen voor de Nederlandse economie te
verwachten;
De toe te kennen subsidie bedraagt minder dan € 125.000.
Er is reeds eerder subsidie verstrekt voor een soortgelijk project.
Versie juni 2012
5
Beoordelingscriteria voor uw aanvraag
Bij de beoordeling van uw aanvraag voor een smart-grids-project staan vier criteria
centraal:
 maatschappelijk-economische impact (weging 50%);
 projectorganisatie (weging 20%);
 kosten effectiviteit (weging 20%);
 innovatie (weging 10%).
De projecten dienen in samenhang een goede invulling te geven aan de verschillende
programmalijnen en aan het totale Innovatiecontract Smart Grids. Bij de rangschikking
van projecten wordt daarom ook rekening gehouden met kwaliteitsverschil tussen
soortgelijke projecten.
Criterium 1 – Maatschappelijk-economische impact
Bij het criterium maatschappelijk-economische impact wordt gekeken naar het project
vanuit de doelstelling en de focus van het Innovatiecontract Smart Grids, waarbij het met
name gaat om de vragen:
 Wat zijn de toepassingsmogelijkheden van de projectresultaten en het in
Nederland en daarbuiten optredende herhalingspotentieel?
 Hoe wordt bijgedragen aan verduurzaming van de Nederlandse
energiehuishouding?
 Hoe gaan de projectresultaten meer maatschappelijke en/of economische waarde
creëren voor Nederland?
Vertrekpunt bij de beoordeling zal altijd zijn de bijdrage aan de doelen van het
Innovatiecontract Smart Grids.
Bij verduurzaming van de Nederlandse energiehuishouding kan het gaan om de hele
keten: van bron, via conversie en infrastructuur tot het gebruik van schone, betrouwbare
en betaalbare energie. Ook acceptatie van nieuwe producten en diensten in een
intelligent netwerk (‘smart grids’) beschouwen wij als onderdeel van deze keten.
Bij de beoordeling letten we secundair ook op internationale energie- of CO2-reductie, of
andere duurzaamheidseffecten van een project en op het herhalingspotentieel.
De beoordeling zal afhankelijk zijn van de soort activiteiten waar het om gaat
(fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling of
demonstratie). Als de activiteiten dichter bij directe toepassing staan, zoals bij
demonstratieactiviteiten, kan het herhalingspotentieel beter worden ingeschat.
Bij de beoordeling van het potentieel aan maatschappelijke en/of economische waarde
houden we rekening met projectvoorstellen die a) vooral gericht zijn op experimentele
ontwikkeling en demonstratie en b) vooral gericht zijn op fundamenteel of industrieel
onderzoek.
Ad a). De genoemde economische waarde kan het gevolg zijn van opbrengsten en/of
kostenvoordelen die de betrokken ondernemingen of andere in Nederland gevestigde
ondernemingen kunnen realiseren in het verlengde van de projectresultaten.
Opbrengsten uit export vallen hier ook onder. De verwachte schaalbaarheid van de
toepassing wordt hier dus meegewogen. Bij de beoordeling van de economische waarde
die u creëert, wordt gekeken naar een termijn van minimaal vijf jaar na marktintroductie
of implementatie. Tevens weegt de aangevraagde subsidie mee in de beoordeling. Voor
het economisch perspectief is het van belang dat u de economische waarde, de
slaagkans en het herhalingspotentieel van het project onderbouwt. Daarbij dient u ook
aan te geven hoe u eventuele sociale, juridische en commerciële belemmeringen
wegneemt om een succesvolle marktintroductie te realiseren.
Versie juni 2012
6
Aspecten die de slaagkans en het herhalingspotentieel en daarmee het economische
perspectief vergroten zijn bijvoorbeeld:
 betrokkenheid en draagvlak van eindgebruikers (consumenten, bedrijven) bij de
voorbereiding en de uitvoering;
 de schaalbaarheid van het project (schaalgrootte en/of lokatie);
 (rechtvaardige) verdeling van kosten en baten;
 het delen van leerervaringen met andere projecten;
 delen van leerervaringen of het uitvoeren van activiteiten met buitenlandse
deelnemers;
 bijdragen aan de ontwikkeling van standaardisatie en interoperabiliteit;
 inzichten in en oplossingen voor wet- en regelgeving en bijhorende
gedragsaspecten;
 het inbedden van nieuwe leerervaringen uit de projecten in R&D agenda’s;
 communicatieplan.
Ad b). De genoemde economische waarde kan het gevolg zijn van wetenschappelijke of
maatschappelijke relevantie en/of bruikbaarheid van projectresultaten voor toekomstige
producten of diensten door commerciële projectpartners of andere in Nederland
gevestigde ondernemingen. De verwachte breedte van de toepassing en, de termijn
waarop resultaten naar verwachting kunnen worden omgezet naar innovatieve
commerciële toepassingen, en de kans van slagen daarop worden meegewogen. Bij
fundamenteel onderzoek is hierbij bijvoorbeeld relevant de verwachte impact van het
onderzoek op de wetenschappelijke en/of industriële gemeenschap.
Dit dient u te onderbouwen. Daarbij dient u ook aan te geven hoe u eventuele sociale,
juridische en commerciële belemmeringen wegneemt om de stap(pen) van
onderzoeksresultaat naar demonstratie te realiseren.
Criterium 2 – Projectorganisatie
Uw project is doelmatig, doeltreffend en kwalitatief goed opgezet. We beoordelen op een
goede verhouding tussen het aantal deelnemers en de omvang van het project, een
realistische tijdsplanning en de organisatie van het project. Relevante capaciteiten van
deelnemers, de gezamenlijke inhoudelijke aanpak, economische benutting van de
projectresultaten en de visie op samenwerking spelen hierbij een rol. Het is positief als u
alle partijen bij uw project betrekt die nodig zijn om het resultaat na het project verder
op de markt te introduceren. Denk hierbij zeker ook aan een afnemer van uw kennis,
resultaten, producten of diensten.
In uw aanpak geeft u aan hoe u de technische, economische en/of maatschappelijke
risico’s beheerst die aan het project verbonden zijn.
Criterium 3 – Kosteneffectiviteit
Uw aanvraag scoort hoger naarmate het consortium verhoudingsgewijs minder subsidie
vraagt dan op basis van de regeling is toegestaan. De maximaal toegestane subsidie
kunt u met behulp van de model-begroting berekenen. Als opgevoerde kosten niet
subsidiabel zijn of als de projectcategorie niet blijkt te kloppen (bijvoorbeeld
fundamenteel of industrieel onderzoek), zal aanpassing plaatsvinden. Dit heeft invloed op
de score van de kosteneffectiviteit en daarmee op de rangschikking. Het is de
verantwoordelijkheid van het consortium om een goede begroting op te stellen. U kunt
Agentschap NL daarbij tijdig voorafgaand aan sluiting van de tender om advies vragen.
Criterium 4 – Innovatie
Uw project past in het Innovatiecontract Smart Grids. Uw aanvraag dient dan ook bij te
dragen aan een innovatie op het gebied van fysieke energie-infrastructuur, virtuele
energie-infrastructuur, producten of diensten in een intelligent netwerk, institutionele of
sociale innovatie of combinaties van intelligente toepassingen. De internationale stand
van de techniek of kennis is daarbij de maatstaf. Hoe meer sprake er is van vernieuwing,
hoe groter de bijdrage aan de doelstelling. Dit alles bezien in het spectrum van marginale
technisch inhoudelijke, organisatorische of maatschappelijke verbetering tot een
Versie juni 2012
7
technologische, organisatorische of maatschappelijke doorbraak. Ook wezenlijke
vernieuwingen of wezenlijk nieuwe toepassingen van bestaande producten, processen of
diensten zijn aan te merken als innovaties.
Wel geldt dat de technische, economische en/of maatschappelijke risico's die aan een
project verbonden zijn beheersbaar dienen te zijn.
Versie juni 2012
8
Subsidiebedragen en uw projectkosten
Hoeveel subsidie kunt u ontvangen?
U kunt maximaal € 1.000.000 subsidie krijgen per project.
De subsidie verschilt per type kosten en bedraagt ten hoogste:
 80% van de subsidiabele kosten voor fundamenteel onderzoek;
 50% van de subsidiabele kosten voor industrieel onderzoek;
 25% van de subsidiabele kosten voor experimentele ontwikkeling;
 40% van de subsidiabele kosten voor demonstratie (let op, dit betreft alleen de
meerkosten, zie hieronder).
MKB-ondernemingen krijgen 10 procent extra subsidie over hun kosten die in
aanmerking komen voor subsidie. Dit geldt niet voor fundamenteel onderzoek. De
penvoerder krijgt automatisch voorschotten voor alle deelnemers. De penvoerder zorgt
voor de verdeling van het subsidiebedrag onder de deelnemers.
Wat valt er onder fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of
experimentele ontwikkeling?
 Bij fundamenteel onderzoek verricht u experimentele of theoretische
activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over
de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat
hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd.
 Bij industrieel onderzoek doet u nieuwe technische en wetenschappelijke
kennis op met het doel deze te gebruiken bij de ontwikkeling van een nieuw
product, proces of dienst, of om bestaande producten, processen of diensten
aanmerkelijk te verbeteren. Die kennis is deel van het resultaat van het project.
 Experimentele ontwikkeling staat dichter bij de markt: u zet het industrieel
onderzoek om in plannen, schema's of ontwerpen. Binnen ontwikkeling valt de
fabricage van een eerste prototype en het testen daarvan, voor zover het
prototype niet voor industriële toepassing of commerciële exploitatie kan worden
gebruikt of geschikt gemaakt.
Wat valt niet meer onder experimentele ontwikkeling?
U mag een product, proces of dienst niet geschikt maken voor commerciële exploitatie.
Ook routinematige of periodieke wijzigingen van bestaande producten, productielijnen,
fabricageprocessen of diensten zijn niet toegestaan, ook niet als deze wijzigingen
verbeteringen zijn. Bij commercieel gebruik van demonstratie- of proefprojecten worden
eventuele inkomsten die hieruit voortvloeien op de subsidie in mindering gebracht.
Voor welke kosten kunt u subsidie krijgen bij fundamenteel onderzoek,
industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling?
Kosten die bij fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek en experimentele
ontwikkeling in aanmerking komen, zijn:
 loonkosten, waarbij de volgende methodieken worden geaccepteerd:
1. Integrale kostensystematiek (Kijk voor de voorwaarden op
www.agentschapnl.nl/subsidiespelregels)
2. Loonkosten + 50% opslagsystematiek
3. Vast uurtarief van € 60,00;
 kosten van aangeschafte machines en apparatuur;
 kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen;
 kosten van uitbesteding (kosten derden).
Versie juni 2012
9
Demonstratie
De berekening van de subsidiabele kosten die behoren bij een demonstratieproject wijkt
af van de berekening bij onderzoek en experimentele ontwikkeling. Bij een
demonstratieproject krijgt u 40% subsidie over de meerkosten van een investering.
U kunt geen gebruik maken van de subsidiabele kosten van een demonstratieproject als
u gedurende de looptijd van het project geen aantoonbare duurzaamheidsbijdrage
realiseert. Indien activiteiten niet onder de bij demonstratieprojecten behorende
subsidiabele kosten vallen, kunt u gebruik maken van de categorieën fundamenteel
onderzoek, industrieel onderzoek en/of experimentele ontwikkeling. Dit kan bijvoorbeeld
nodig zijn voor de ontwikkeling van (financiële) diensten of voor projecten waarin nog
aan onderzoek en ontwikkeling gewerkt wordt.
Bij een demonstratieproject gaat het om het aantonen in een realistische
gebruiksomgeving van het functioneren van een, voor Nederland, eerste toepassing van
een nieuwe of vernieuwende technologie, functie, aanpak of een nieuw of vernieuwend
systeem. Het kan ook gaan om een toepassing van een combinatie van nieuwe en
bestaande technologie . U kunt dit combineren met een (nieuwe) aanpak van de
maatschappelijke, niet-technologische factoren die een rol spelen bij de toepassing van
deze nieuwe technologie. Het gaat om projecten met een maatschappelijk, technisch
en/of economisch risico.
Voor welke kosten kunt u subsidie krijgen bij demonstratieprojecten?
U kunt subsidie krijgen over de extra investeringskosten, ook wel meerkosten genoemd,
ten opzichte van de gangbare technologie. Dit zijn de investeringskosten van het project,
min de referentiekosten, extra opbrengsten en voordelen gedurende de eerste vijf jaar
van de gebruiksduur. Als u geen BTW in aftrek kunt brengen, nemen we de kosten
inclusief omzetbelasting in aanmerking.
De referentiekosten betreffen kosten voor een investering van een voor Nederland
gangbaar systeem, apparaat of techniek die in technisch opzicht vergelijkbaar is met een
in Nederland uit te voeren project maar waarmee niet hetzelfde niveau van
milieubescherming kan worden bereikt als met het uit te voeren project.
Dit betekent bijvoorbeeld dat de investeringskosten om energienetten,
energietoepassingen en/of de bredere energievoorziening met elkaar te integreren, op
elkaar af te stemmen en aan elkaar diensten te laten leveren, wel subsidiabel zijn.
Kosten voor het alleen aansluiten van energietoepassingen op de energievoorziening zijn
niet subsidiabel, net zomin als de kosten voor gangbare technologieën zoals PV-panelen,
warmtepompen, huishoudelijke apparaten, elektrische voertuigen, micro warmte-krachteenheden, boilers, windturbines en eenheden voor energieopslag.
Investeringskosten zijn1:
 Kosten van verwerving of op andere titel dan verwerving in gebruik verkregen
bedrijfsterreinen;
 Kosten van verwerving, huurkoop of lease van bedrijfsgebouwen en daartoe te
rekenen centrale voorzieningen;
 Kosten van aangeschafte machines en apparatuur;
 Kosten van verbruikte materialen en hulpmiddelen;
 Kosten van onderhoud en inspectie, administratie en beheer, ontmanteling,
onvoorziene reparaties, verplichte milieumonitoring en verzekeringen;
 Kosten van geleidelijk opstarten en in gebruik nemen van het project en daartoe
te rekenen productiekosten;
1
Dit is een samenvatting van artikel 11-14a van het Kaderbesluit EZ subsidies. De regelingsteksten zoals gepubliceerd in de
Staatscourant zijn echter leidend.
Versie juni 2012
10


Kosten van tenaamstelling, verwerving en instandhouding van rechten van
intellectuele eigendom;
Aan derden verschuldigde kosten.
Tabel: De belangrijkste karakteristieken van de regeling
Projectkenmerk
Resultaat regeling
Beoordelingscriteria
Maximale looptijd
Aanvang
Maximale
subsidiebedrag
Subsidiepercentages
Toeslag
Voorschotten
Aanvrager / penvoerder
Samenwerking
Samenwerking
internationaal
Projecten smart grids
Minimaal ca. 10 en maximaal ca. 20 smart-grids-projecten
die verdeeld zijn over de programmalijnen van het
Innovatiecontract Smart Grids (focus 2012) en die
bijdragen aan de doelen van dat contract.
Maatschappelijk-economische impact; projectorganisatie;
kosten effectiviteit; innovatie.
Bij de rangschikking van projecten wordt ook rekening
gehouden met kwaliteitsverschil tussen soortgelijke
projecten en verdeling over de programmalijnen.
4 jaar
Binnen 6 maanden nadat subsidie verleend is.
1 miljoen euro per project.
80% voor fundamenteel onderzoek;
50% voor industrieel onderzoek;
25% voor experimentele ontwikkeling;
40% van de meerkosten ten opzichte van de referentieinvestering bij demonstratieproject.
(overleg vooraf met Agentschap NL om discussies achteraf
te voorkomen).
10% voor een MKB-aanvrager en MKB-deelnemers
(niet voor fundamenteel onderzoek)
Automatisch per kwartaal
Keuze van het samenwerkingsverband
Minimaal 1 Nederlandse ondernemer verplicht.
Een buitenlandse deelnemer* mag deelnemen, maar de
kosten van deze deelnemer zijn niet subsidiabel. Kosten
van buitenlandse partijen die als derden** optreden, zijn
wel subsidiabel.
* Deelnemer: Neemt deel voor eigen rekening en risico in het project.
** Derde: Voert werkzaamheden uit in opdracht en voor rekening en risico van de
aanvrager of een deelnemer.
Versie juni 2012
11
De aanvraagprocedure in zes stappen
Stap 1 – Benader Agentschap NL met een projectidee
Deze stap is alleen van toepassing voor de tweede tenderperiode. U heeft een innovatief
idee dat past binnen het Innovatiecontract Smart Grids, maar u weet nog niet goed of
het voor subsidie in aanmerking komt? Dan is het verstandig om uw projectidee voor te
leggen aan Agentschap NL voordat u het aanvraagformulier invult en een projectplan
opstelt.
Stap 2 – Dien uw subsidieaanvraag in
U kunt een subsidieaanvraag indienen tijdens de openstellingstermijn. Een
subsidieaanvraag bestaat uit een aanvraagformulier en de benodigde bijlagen, zoals een
projectplan en een begroting. Sla het projectplan op als Word-document en de begroting
als Excel-bestand. U dient uw subsidieaanvraag bij voorkeur in via e-mail:
[email protected]. Maar u kunt uw aanvraag ook opsturen of persoonlijk
afgeven aan de balie bij Agentschap NL in Utrecht of een van onze andere vestigingen.
Als u uw aanvraag schriftelijk indient, ontvangen we graag twee extra kopieën
(enkelzijdig en losbladig) plus een cd-rom of e-mail met de bestanden.
Een overzicht van de openstellingstermijnen met bijbehorende sluitingsdata vindt u op
www.agentschapnl.nl/intelligentenetten. Zorg dat uw aanvraag uiterlijk voor 17.00 uur
op de sluitingsdatum binnen is bij Agentschap NL. Dit geldt ook als u de aanvraag per
post verstuurt. Wij adviseren u dringend om uw aanvraag ruim op tijd in te dienen.
Stap 3 - Is uw aanvraag volledig?
Als uw aanvraag binnenkomt, controleren wij of deze aan alle formele voorwaarden
voldoet. Als uw aanvraag compleet is, nemen we uw aanvraag in behandeling.
Stap 4 - Toetsing aan de vereisten
Vervolgens toetsen wij of uw aanvraag voldoet aan de vereisten van de regeling. Is dit
het geval, dan komt uw project in aanmerking voor beoordeling. Is dit niet het geval, dan
wordt uw aanvraag afgewezen.
Stap 5 - Beoordeling van de aanvraag
De smart-grids-projecten worden met behulp van onafhankelijke externe adviseurs
beoordeeld aan de hand van de vier beoordelingscriteria: maatschappelijk-economische
impact (50% gewicht), projectorganisatie (20% gewicht), kosteneffectiviteit (20%
gewicht) en innovatie (10% gewicht). Alle projecten krijgen hiervoor een score. De
projecten worden vervolgens gerangschikt van de hoogste tot de laagste score. Volgens
deze rangschikking kennen we subsidie toe, totdat het budget op is.
In deze fase controleren we ook de projectbegrotingen. Het komt regelmatig voor dat we
begrotingen bijstellen op een aantal onderdelen. Ingrijpende correcties bespreken we
met u, voordat we de mogelijke beschikking versturen.
Stap 6 - Uitsluitsel over toekenning of afwijzing
De beoordeling van en berichtgeving over uw aanvraag neemt na de tendersluiting
maximaal dertien weken in beslag. Binnen deze termijn laten we u weten of uw aanvraag
is toegekend of afgewezen.
Versie juni 2012
12
Onderdelen van de subsidieaanvraag
Om projecten inhoudelijk en financieel te kunnen beoordelen, is het nodig dat u alle
onderdelen van de subsidieaanvraag aanlevert. Het is belangrijk dat alle projectplannen
en begrotingen op dezelfde manier zijn opgesteld. Daarom is er een model beschikbaar
voor het aanvraagformulier, deelnemersformulier, projectplan en de begroting. Deze
modellen kunt u downloaden via www.agentschapnl.nl/intelligentenetten of opvragen bij
Agentschap NL. Een subsidieaanvraag bestaat uit:
 Het aanvraagformulier
 Bijlage 1: Deelnemersformulier (voor iedere deelnemer)
 Bijlage 2: Projectplan
 Bijlage 3: Begroting
 Bijlage 4: Documenten voor het bewijs van het stimulerend effect (grote
bedrijven)
 Bijlage 5: Overige bijlage(n)
Het aanvraagformulier
Het aanvraagformulier is het eerste officiële stuk van de aanvraag. Op het
aanvraagformulier staan de gegevens van de aanvrager (penvoerder) en van de
projectdeelnemers. De penvoerder moet het aanvraagformulier ondertekenen. Het
aanvraagformulier is alleen rechtsgeldig als het ondertekend is door een
ondertekeningsbevoegd persoon of een persoon die daarvoor gemachtigd is via een apart
bijgevoegde machtiging. Op het aanvraagformulier vindt u een toelichting bij de in te
vullen velden. Alle correspondentie, die op uw subsidieaanvraag volgt, stuurt Agentschap
NL naar de penvoerder.
Samenwerking
Omdat u het project gezamenlijk uitvoert, is het belangrijk dat u goede afspraken maakt.
Als u subsidie krijgt toegekend, adviseren wij u een samenwerkingsovereenkomst op te
stellen. In een samenwerkingsovereenkomst zijn rechten, plichten en aansprakelijkheden
van alle betrokkenen vastgelegd. Agentschap NL adviseert u dringend om zo’n
overeenkomst tijdig af te sluiten. Bij de verlening van een projectaanvraag letten we er
namelijk op dat de in het projectplan omschreven activiteiten ook daadwerkelijk
uitgevoerd worden door de genoemde partij. Mochten er problemen bij de samenwerking
ontstaan, dan is het handig om op de gemaakte afspraken te kunnen terugvallen.
Wij adviseren om de volgende punten in deze overeenkomst op te nemen:
 De deelnemers in het samenwerkingsverband
 De doelstelling van de samenwerking
 De manier waarop u samenwerkt
 De duur van de samenwerking
 De onderlinge verdeling van kosten en risico’s
 De onderlinge verdeling van de subsidie
 De onderlinge verdeling van de intellectueeleigendomsrechten. (Dit is verplicht als
een van overheidswege gefinancierde onderzoeksorganisatie deel uitmaakt van
het samenwerkingsverband.)
Bijlage 1: Deelnemersformulier (aanmelding en machtiging)
Een samenwerkingsverband is verplicht. Vul daarom de deelnemersgegevens in op het
deelnemersformulier. Iedere deelnemer ondertekent dit formulier en machtigt hiermee
de penvoerder voor de subsidieaanvraag en verdere correspondentie hierover. Deze
ondertekening is ook een verklaring dat er een samenwerkingsovereenkomst of
uitbestedingovereenkomst komt als het project subsidie krijgt toegekend.
Bijlage 2: Projectplan
Uw subsidieaanvraag beoordelen we inhoudelijk op basis van het projectplan. Het
projectplan moet een gedetailleerd beeld geven van het project. Hiervoor is een
Versie juni 2012
13
modelprojectplan beschikbaar op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten. Een
projectplan telt maximaal dertig pagina's. Wij adviseren u om uw projectidee te
bespreken met een adviseur van Agentschap NL, voordat u een aanvraag indient.
Bijlage 3: Begroting
Op www.agentschapnl.nl/intelligentenetten is een begrotingsmodel beschikbaar. Hierin
geeft u de kosten van uw project aan en maakt u deze kosten aannemelijk. Dit kunt u
doen door in de begroting een onderbouwing te geven en bijvoorbeeld offertes te sturen.
U moet in ieder geval voldoen aan de volgende verplichtingen:
 Stuur van alle deelnemers een begroting op.
 Geef de meerkosten van de investering ten opzichte van de referentiesituatie op.
 Alleen als uw activiteiten en kosten niet in voorgaande categorie passen: geef de
kosten voor onderzoek en ontwikkeling apart aan. Voor onderzoek- en
ontwikkelingsactiviteiten gelden verschillende subsidiepercentages. Overleg vooraf
hierover met Agentschap NL om discussies achteraf te voorkomen.
 De penvoerder geeft een samenvatting van de totale projectkosten.
Bijlage 4: Documenten voor het bewijs van het stimulerend effect
Grote ondernemingen moeten met documenten aantonen dat de subsidie een
stimulerend effect zal hebben. Daarbij moeten zij voldoen aan één van
de volgende criteria: een wezenlijke toename van
a) de omvang of reikwijdte van het project;
b) de totale uitgaven van de onderneming voor het project of
c) de snelheid waarmee het project wordt voltooid.
De Europese Commissie geeft als richtlijn dat de grote onderneming minstens moet
overleggen: een intern document waarin hij de levensvatbaarheid van het te subsidiëren
project of de te subsidiëren activiteit heeft onderzocht in een scenario mét en een
scenario zonder steun, en dat een geloofwaardige analyse alsook bewijs van het
stimulerende effect bevat.
Een eenvoudige verklaring dat steun de reikwijdte of omvang van een project helpt
vergroten zal derhalve niet voldoende worden geacht .
Bijlage 5: Overige bijlagen
Wij raden u aan om stukken die belangrijk zijn voor het project ter onderbouwing mee te
sturen. Bijvoorbeeld:
 offertes;
 toezeggingen van de bank;
 uitbestedingovereenkomst;
 ‘letter of intent’ (bij deelname van een buitenlandse deelnemer);
 samenwerkingsovereenkomst.
Versie juni 2012
14
Als uw project subsidie krijgt toegekend
Als uw project voor subsidie in aanmerking komt, ontvangt u hiervan schriftelijk bericht
in de vorm van een beschikking. Hierin staat hoeveel subsidie u krijgt, welke
voorwaarden er mogelijk nog gelden en aan welke bepalingen u moet voldoen.
Het subsidiebedrag krijgt u in delen uitgekeerd. Aanvragers en deelnemers krijgen
automatisch een voorschot binnen twee weken na aanvang van de activiteiten.
Vervolgens krijgt u twee weken na de start van een nieuw kwartaal (14 januari, 14 april,
14 juli, 14 oktober) automatisch een voorschot. Het totaal van de voorschotten bedraagt
maximaal negentig procent van de subsidie. De laatste tien procent van het
subsidiebedrag wordt pas na afsluiting en bij vaststelling van het project uitbetaald.
Indien het project vertraging oploopt heeft Agentschap NL het recht om de
bevoorschotting op te schorten.
Houd er rekening mee dat u aan een aantal verplichtingen moet voldoen als uw project
subsidie krijgt. De belangrijkste zijn:
 U houdt een juiste projectadministratie bij, inclusief een sluitende
urenadministratie.
 U voert het project uit volgens het projectplan en de bepalingen in de
beschikking.
 Voor eventuele wijzigingen in de uitvoering van het project vraagt u vooraf
schriftelijk toestemming aan Agentschap NL.
 U zorgt tot vijf jaar na de subsidievaststelling voor een verantwoord gebruik van
de resultaten die uit het project voortkomen zoals deze in de subsidieaanvraag
zijn beschreven. Bijvoorbeeld voor een adequate tenaamstelling en bescherming
van de intellectuele eigendomsrechten als die uit het project voortkomen.
 U rapporteert na afloop van elk jaar schriftelijk over de voortgang van het project.
Het model voor de voortgangsrapportage vindt u op
www.agentschapnl.nl/intelligentenetten.
 Aan het eind van het project stuurt u ons binnen dertien weken een verzoek om
de subsidie vast te stellen en een eindverslag. Voor deelnemers die meer dan €
125.000 subsidie krijgen, verstrekt u ook een controleverklaring.
Wat gebeurt er als uw aanvraag wordt afgewezen?
Als uw subsidieverzoek wordt afgewezen, ontvangt u hiervan ook schriftelijk bericht in de
vorm van een beschikking. U kunt telefonisch een nadere toelichting krijgen. Afhankelijk
van de reden voor afwijzing, bekijken wij samen met u of er andere financiële
ondersteuningsmogelijkheden zijn bij Agentschap NL. Houd er hierbij rekening mee dat al
gemaakte kosten bij een eventuele tweede indiening niet voor ondersteuning in
aanmerking komen.
Versie juni 2012
15
Bijlage: Verklarende woordenlijst
Deelnemer (mede-aanvrager)
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon neemt deel aan het samenwerkingsverband
voor eigen kosten en risico. Geen subsidie wordt verstrekt aan een provincie, gemeente
of openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Derden (subcontractant)
Derden voeren een deel van het project uit in opdracht en op kosten van de aanvrager of
een deelnemer. Met een derde kan een uitbestedingsovereenkomst gesloten worden.
Ondernemer
Een natuurlijke persoon of rechtspersoon (niet zijnde een rechtspersoon die krachtens
publiekrecht is ingesteld) die een onderneming in stand houdt (niet zijnde een
onderneming die bij regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie is uitgesloten).
Penvoerder
Eén van de deelnemers in een project dat uitgevoerd wordt door een
samenwerkingsverband. De penvoerder dient mede namens de andere deelnemers de
aanvraag in verzorgt de correspondentie en de rapportage. De penvoerder zorgt ook voor
de verdeling van de subsidie over de deelnemers.
MKB-onderneming
Onder een kleine of middelgrote onderneming in de zin van de verordeningen 70/2001
en 364/2004 van de Europese Commissie inzake staatssteun voor kleine of middelgrote
onderneming wordt verstaan een onderneming die:
 minder dan 250 werknemers heeft en
 een jaaromzet heeft van niet meer dan € 50 miljoen óf
 een jaarlijks balanstotaal heeft van niet meer dan € 43 miljoen, en
 niet voor 25 procent of meer van het kapitaal of van de stemrechten in handen is
van één of meerdere ondernemingen die niet aan deze definitie voldoen, met
uitzondering van openbare participatiemaatschappijen, van ondernemingen van
risicokapitaal of van institutionele beleggers, indien deze individueel noch
gezamenlijk in enig opzicht zeggenschap over de onderneming hebben.
Projectkosten
Kosten die een subsidieontvanger na de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en
betaald en die noodzakelijk zijn en rechtstreeks aan de uitvoering van het
samenwerkingsproject zijn toe te rekenen.
Referentiekosten
Kosten voor een investering ten behoeve van een in Nederland gangbaar systeem,
apparaat of techniek die in technisch opzicht vergelijkbaar is met een in Nederland uit te
voeren project maar waarmee niet hetzelfde niveau van milieubescherming kan worden
bereikt als met het uit te voeren project, terwijl, in geval van een uit te voeren project
voor hernieuwbare energie, de capaciteit voor de opwekking van energie van dat project
ten minste overeenkomt met die van de eerstbedoelde investering.
Samenwerkingsverband
Een verband dat bestaat uit ten minste twee niet in een groep verbonden natuurlijke
personen of rechtspersonen, dat geen rechtspersoonlijkheid bezit. In een
samenwerkingsverband kunnen, naast bijvoorbeeld een ondernemer, kennisinstituten
deelnemen. Deze fungeren in dat geval als volwaardige partners in een
samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband is verplicht bij deze regeling.
Versie juni 2012
16
Uitbesteding
Een relatie tussen de aanvrager, die een project voor eigen rekening en risico uitvoert,
en een derde aan wie de aanvrager een deel van de activiteiten van dat project
uitbesteedt. De aanvrager dient zelf werkzaamheden in het (samenwerkings) project uit
te voeren. De aanvrager mag dan overigens niet met de derde in een groep,
commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of een maatschap zijn
verbonden. De uitbestedingsrelatie moet zijn vastgelegd in een overeenkomst tot
uitbesteding.
Uitbestedingsovereenkomst
Bij uitbesteding van essentiële onderdelen van het project aan derden moet u een
overeenkomst tot uitbesteding sluiten als u subsidie krijgt toegekend. Essentiële
uitbestedingen zijn uitbestedingen die een belangrijke bijdrage leveren aan het slagen
van het project. Ook uitbestedingen met een grote omvang (meer dan 10 procent) ten
opzichte van het totale project vallen hieronder. Niet essentiële uitbestedingen worden
bij de beoordeling van de samenwerking buiten beschouwing gelaten.
Hoewel deze publicatie met de grootste zorg is samengesteld, kan Agentschap NL geen
enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. De teksten van het
Kaderbesluit EZ-subsidies en paragraaf 3.10 van de Subsidieregeling energie en
innovatie zijn leidend.
Versie juni 2012
17
Download