Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 Samenvatting Nederlandse literatuur [§34-35, §37-41, §45-46, §48-53] § 34: Historische achtergrond 1700-1800 In de 17e een 18e eeuw bepaalde het absolutisme de Europese politiek. Dit wil zeggen koninkrijken waarvan alle macht bij de vorst berust. Frankrijk en Engeland waren grote machten(met hun koloniën) maar ook Oostenrijk en Rusland waren groots geworden. Maar door de groeiende (economische) welvaart aan het einde van de 18e eeuw wist de bevolking steeds meer politieke macht te winnen. Nederland had echter geen vorst maar een statenbond met een Staten-Generaal. Inde 17e eeuw was de vijand Spanje er heersend maar deze dreigde onder te gaan. In de 2e helft van de 18e eeuw had je de patriotten(meer democratie) en de Oranjes. De patriotten kregen steun van de franse revolutionairen en in 1793 vielen de Fransen binnen. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen. De eerste grondwet kwam waarin de scheiding van Kerk en staat én uitbreiding van het kiesrecht stond. In Engeland en Frankrijk kende men inde 18e eeuw de verlichting terwijl Nederland er wat op achteruitging. Er was een onvermogen op politiek en kunst, literair gebied. § 35 De verlichting De verlichting die rond de 18e eeuw ontstond was een nieuwe grote geestelijke stroming. Men ging verstandig handelen. De denkers van de 18e eeuw ontwikkelde het inzicht van de Renaissance. Op het gebied wetenschap en geloof was het empirisme overheersend. Dat wil zeggen dat men niet langer alles voor lief nam maar men zelf, dmv de ratio te raadplegen, ging onderzoeken hoe de wereld in elkaar zat, het rationalisme. Er vonden allerlei belangrijke natuurwetenschappelijke ontwikkelingen plaats. Op het religieus gebied was het deïsme populair, de opvatting dat er wel een opperwezen is maar dat de vereniging daarvan in de vorm van een godsdienst zinloos is. Voltaire bracht daarom de tolerantie, iedereen bepaald zelf wat hij wel of niet gelooft. Op politiek en economisch gebied plette men voor de Trias politica. Het liberalisme ontstond, de overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met de economie. De meeste mensen waren optimistisch gestemd door de verlichting, men dacht dat verkeerd gedrag alleen voorkwam door gebrek aan kennis van het goede. Opvoeding en onderwijs werden zeer belangrijk. Het literair gevolg, een stroom moralistische geschriften! De verlichting is van groot belang geweest, het heeft grote invloed gehad want nog steeds zie je vele ideeën uit de verlichting verwerkt in de moderne westerse democratieën en de afwezigheid is dan juist een kenmerk voor een dictatuur. Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 § 37 Literatuur De verlichting is een progressieve stroming waarin allerlei nieuwe ideeën werden verkondigt. Dit is te zen in de proza, want voor de poëzie en het toneel waren er “de regels” van het neoclassicisme. (Nicolas Boileau maakte klassieke regels in zijn leerdicht L‘art poëtiek) De literatuur van de verlichting was zakelijk en duidelijk, het essay en het aforisme bloeide op. Denis Diderot richtte de eerste encyclopedie op. Voor het eerst werd dit werk niet beperkt tot een gebied of beknopt. Hij probeerde mensen te informeren en ze op de juiste rationele weg te helpen. Er verschenen ook veel tijdschriften rond de 18e eeuw. Ze waren didactisch moralistisch en vaak in een verhalende vorm. Joseph Addisson en Richard Steele richtte de spectator op, vandaar dat strijdschriften ook wel spectatoriale geschriften heten. Episch didactisch was in de 18e eeuw zeer belangrijk en overheersend was dus het imaginaire reisverhaal. Een tekst waarin een eis wordt beschreven die niet echt is uitgevoerd. Het is zere didactisch, want een schrijver kon zijn mening erin verwerken. Utopische romans/utopieën zijn verhalen waarin de hoofdpersoon in ene ideale wereld terechtkomt. Een tekst kan meer van deze genres tegelijkertijd bevatten. De robinsonade is een roman over een persoon(en) die door omstandigheden van de rest van de wereld geschieden worden en het moeten zien te redden (met hun verstand, vandaar dat dit ook zo beroemd was in de verlichting!). De meest belangrijke vernieuwing was het ontstaan van de roman. Hier gaat het echt om de personen en de gebeurtenissen zijn een middel om de personen te omschrijven. De roman is veel realistischer dan de episch didactische genres. Ze zijn ook tijdbewuster, niet zoals de robinsonade, het sprookje en de satire tijdloos. Een roman kan desalniettemin verzonnen/fictie zijn! § 38 Justus van Effen, Utrecht 1684 – Den Bosch 1735 Justus van effen sprak en schreef Frans, hij reisde vaak naar Engeland en vertaalde velen werken. Later volgde hij Addison en Steel op met een Hollandse spectator. Hij behandelde alle mogelijke onderwerpen en pleitte zelf voor het gebruik van de moedertaal in goede kringen in plaats van het Frans. Soms sprak hij zijn mening niet direct maar dmv een kort verhaal uit. Een voorbeeld is “Thijsbuurs os” Een verhaal over de schoenmakersknecht Thijs die samen met zijn baas en iemand anders een os kocht waarvan hij een kwart krijgt. Het dier zal bij hem thuis worden geslacht en het is ene pracht van een dier(vlees). Het levert veel geld op maar Thijs drinkt de winst op en werkt een hele week niet waar zijn vrouw hem op wijst. § 39 J.A. Schasz J.A. Schasz was de schrijver van Reize door het apenland, een zeer bekend imaginair reisverhaal en tegelijkertijd een satire. O.a. op de politieke toestand in Nederland aan het einde van de 18e eeuw en op het blindelings volgen van de massa en politieke leiders. De ik persoon vlucht het land uit omdat hij van moord op zijn vrouw en dienstmeisje wordt verdacht en komt in het land der apen. De leiders willen daar dat alle apen mens worden. Volgelingen van nummer een denken dat dit door gedragsverandering kan. Maar de winnende partij, Nummer vijf, vind dat het kan door de staart er af te kappen. En zo gebeurde het. Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 § 40 Hieronymus van Alpehn Gouda 1746-Den Haag 1803 In de 18e eeuw kwamen er voor het eerst, door de kindvriendelijke theorieën, jeugdliteratuur boekjes. De belangrijkste was “Proeve van kleine gedichten voor kinderen” deze schreef Hieronymus als alleenstaande vader, anoniem, voor zijn twee zoons. In het zelfde jaar kwam, door het grote succes van deel 1, ook een tweede deel uit. Maar nu niet meer anoniem. En vier jaar later, in 1782, kwam er ook een deel 3 uit. Het was zo’n groot succes dat ze werden vertaald voor andere landen. Deze boekjes waren op hun plaats in de verlichting omdat de kinderen in de verhaaltjes zelf begrijpelijk allerlei deugden aanprijzen. Ondank dat ze heel goed geschreven zijn verschenen er in verloop van tijd talrijke parodieën. § 41 Betje Wolff Vlissingen 1738 - Den Haag 1804 en Aagje Deken Amstelveen 1741 - Den Haag 1804 Elizabeth ging ondanks haar verlicht opvoeding toch op 17-jarige leeftijd ervandoor met een militair. Dit duurde niet lang en na 4 jaar ging ze een verstandshuwelijk aan met de weduwenaar Adriaan Wolff. Ze correspondeerde met Agatha Deken, die ook dichteres was. Na het overlijden van haar man gingen ze samen wonen en schrijven. In 1782 publiceerde ze “Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart” dit was de eerste Nederlandse roman. Het is een roman in brieven zoals de meeste toen. Het was een groot succes en de schrijfsters gingen verder in deze genre maar weken uit naar Frankrijk vanwege hun patriottische opvatting. Ze verloren hun kapitaal en hun laatste roman mislukte. Terug in Nederland overleden de vrouwen in armoede. § 45 Historische achtergrond 1800-1875 Eind 18e eeuw Grondwet (over het algemeen): iedereen is gelijk geschapen, rechten als leven, vrijheid en streven naar geluk zijn onontneembare rechten. Engeland industriële revolutie: handarbeid werd vervangen door machines (stoommachine, stoomschip, stoomlocomotief, elektrische motor en de telegraaf). In 19e eeuw kwam de industrialisatie in Nederland (papier en textiel). Heersende ideologie: liberalisme: politieke en economische vrijhei mens. Slavernij afgeschaft. Maar de grote armoede was er ook onder de arbeiders. Communisme werd populairder. Eind 19e eeuw kwam pas sociale wetgeving op gang. Tijdbalk WB: 1776 onafhankelijkheid Amerika 1789 Franse Revolutie 1795 Bataafse Republiek (NL) 1805 Koninkrijk Holland 1810 Nederland wordt Franse kolonie 1815 Slag bij Waterloo  Verenigd Koninkrijk der Nederlanden 1830 afscheiding België van Nederland Verlichting Romantiek Realisme Fin de siècle Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 § 46 de Romantiek In eerste instantie verwees men alles wat afweek v/d Verlichting naar de Romantiek. Kenmerken Romantiek: gevoeligheid, verbeeldingskracht en individualisme. Kunst was uitbeelding persoonlijke opvattingen kunstenaar. Velen van hen waren bohémiens, zij leidden een onmaatschappelijk leven. Maar ook waren zij revolutionairen, om een betere wereld te scheppen. Met hun verbeelding probeerden de romantici te ontsnappen aan de wereld; van ‘het hier en nu’. Centraal daarbij is de natuur, symbool van het ongerepte   stedelijke beschaving. Verlichting = didactisch.  Romantische kunst = lyrisch, vaak contrasterend. In de wetenschap: bestudering van niet-westerse cultuur, oa talen. Uit die interesse ging men tot dan toe mondeling overgeleverde literatuur opschrijven. In de muziek heropvoeren van vroegere componisten. Romantiek nu: Het eerste criterium van kunst is dat het vooral de individuele gevoelens en gedachten van de kunstenaar moet weergeven. De term ‘romantisch’heeft 2 betekenissen: zoals in de periode van de Romantiek en gevoelig, lieflijk, sentimenteel, ontspanningslectuur. § 48 Literatuur In tegenstelling tot de verlichting werd er in de romantiek geschreven over gevoelens. En dan voornamelijk over droefgeestigheid en verlangen, naar het onbereikbare geluk. Er kwamen vaak begrippen naast elkaar te staan die elkaar uitsluiten als “lieflijk geweld”. Een andere tegenstelling is dat in de romantiek de mensen geloofde in zichzelf en de ongerepte natuur. Wat zij met het opperwezen kunnen hebben. Niet meer in een bestaande kerkgenootschap. Dit is dus antirationeel. En de romantici lieten zich niet inspireren door de klassieke oudheid maar door de middeleeuwse literatuur van West-Europa. De ballade en sprookjes herleefde. Er kwam meer belangstelling voor bovennatuurlijke zaken omdat romantici de werkelijkheid ontvluchten, het escapisme. De volgende nieuwe genres ontstonden, (sommige onder enige invloed van de gothic novel) -historische roman, een authentieke historische achtergrond met verhalen over de middeleeuwen alleen dan geromantiseerd. Een gekende schrijver hiervan is Sir Walter Scott (Ivanhoe 1819) -romantische griezelroman(horror) de schrijver speculeert over irrationele angsten van de mens. De bekendste hiervan zijn Mary Shelley (Frankenstein 1818) en Edgar Allan Poe. -Bij sciencefiction gaat het om de nog onbekende mogelijkheden van wetenschap en techniek. (Frankenstein behoort hier ook toe) Vaak wordt hierin gebruik gemaakt van imaginaire reisverhalen. Een bekende schrijver was Jules Verne (frans rond 1860 3x) -detectiveverhalen waarin aan het einde bedrog wordt ontmaskerd. Edgar Allen Poe was ook hierin zeer bekend geworden. -Het sprookje bloeide ook weer op, aan de ene kant zijn er de oude volkssprookjes die nu eindelijk werden opgeschreven en gebundeld zoals die door de gebroeders Grimm. En aan de andere kant ontstonden er cultuursprookjes. Die moeilijker zijn Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 dan de oudere sprookjes. Hans Christian Andersen was een belangrijke cultuursprookjes schrijver. Maar deze zijn voor kinderen onbegrijpelijk. (De twee belangrijkste literair romantici waren Francois Haverschmidt en Miltatuli.) § 49 Het realisme In de schilderkunst kwam erin het midden van de19e eeuw een nieuwe stroming, het realisme. De kunstenaars schilderden, in tegenstelling tot de fictie, geschiedenis en mythologie van de romantiek, alleen over hun omringende realiteit van alledag. Deze was objectief en ging meeste=al over de middenklasse. Later, omdat het socialisme opkwam, ook over de omstandigheden van arbeiders. Net als romantici wilden ze maatschappelijke veranderingen. De bekendste schilders uit het realisme zijn Gustave Courbet, Jean-Drancoise Millet en Jozef Israëls. In 1870 verdrong het impressionisme het realisme (licht en kleur). In de literatuur ontstond door het realisme de “klassieke”roman. Deze heeft een duidelijk begin, verloop en afsluiting en alle onderdelen hangen samen met elkaar. Deze romans gaan over natuurgetrouwe uitbeeldingen of sociaal psychologische analyses. Deze roman type overheerst nog steeds en is het best leesbaar. Het realisme gaat hier over in het naturalisme waarin het gaat over de politieke en sociale mening van de auteur. De 19e eeuw was in Nederland erg nuchter en daarom waren er meer realisten dan romantici op het gebied van literair werk. In de muziek overheerste de romantiek veel langer. Pas in het einde van de 19e eeuw komt her realisme tot uiting, De veristische opera kwam tot stand, zoals Cavalleria rusticana uit 1890 van Pietro Mascagni en Carmen van Georges Bizet. § 50 Nicolaas Beets(Hildebrand) Haarlem 1814-Utrecht 1903 Na een romantische dichtbundel te hebben geschreven,maakte Beets de verhalenbundel “camera obsucra” dat zeer bekend is geworden. De camera obscura is een fototoestelbestaande uit een doos met een klein gaatje en een matglas waar de print op gevormd wordt. In deze bundel gaf Beets een satirisch beeld van de Hollandse burgerij in de eerst helft van de 19e eeuw. Hij schiep figuren als de charmante/vleier Van der Hoogen, de stijve hark Pieter Ststok, de vrolijke losbol Dolf en de vlerkerige Nurks. Een van de verhalen “Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout” gaat over een Nurks die kwaadaardige opmerkingen maakt over iedereen en in het speciaal de drie muzikale dames uit het café. § 51 Francois Haverschmidt (Piet Paaltjens) Leeuwarden 1835-SChiedam 1894 Hij publiceerde tijdens zijn studie in 1856 de “Bloemlezing uit de dichterlijke nalatenschap van Piet Paaltjens”en zijn “Voorbericht” door hemzelf. In 1867 kwam het bundeltje “Snikken en grimlachjes” onder Piets naam. In de figuur Paaltjes viel Haversmidt de schrijvers van zijn tijd aan maar ook een deel van zijn eigen persoonlijkheid. Haverschmidt is een zeer emotionele romantici en pleegde zelfmoord toen hij weer eens een depressie had in 1894. Hij schreef “Aan Betsy” en “Immortelle” maar ook “De zelfmoordenaar”. Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 § 52 Multatuli (Eduard Douwes Dekker) Amsterdam 1820-Dld. 1887 NOG EEN X deze paragraaf lezen in geheel!! Dekker zijn werk is zeer nauw verbonden met zijn leven. Hij kreeg een baan bij het bestuur in Indië. Hij heeft allerlei functies bekleed en keerde in 1852 terug naar Indië waar hij assistent-resident van Lebak werd. Het Nederlandse bestuur werd zogenaamd parallel gesteld aan het inlandse bestuur dat in praktijk weinig te zeggen had. De sociale omstandigheden in Lebak waren slecht maar dekker had een hart voor de inwoners. Hij merkte dat de resident de bevolking afperste en wilde dat hij geschorst werd. Dekkers werd verzocht om meer informatie maar weigerde dit omdat hij bang was dat het inde doofpot zou komen. Zijn resident klaagde en Dekkers werd overgeplaatst, hij was verontwaardigd en nam ontslag. In 1857 kwam hij terug in Nederland. In 59 schreef hij onder slechte omstandigheden in Brussel de roman Max Havelaar. Om zo alsnog de situatie te kunnen veranderen. Het boek was een succes maar politiek gebeurde er niets. Zijn verdere werken zijn bundels Ideeën die ook allen over Indië gaan. Max Havelaar is een boek, juist een roman/boek omdat het het grote publiek moest weten te bereiken en overtuigen. Het is echter wel zo betrouwbaar als een essay! In het 1e hoofdstuk wordt Batavus Droogstoppel, een makelaar in koffie geïntroduceerd. Hij wil een boek over zijn handel schrijven om te waarschuwen voorde komende slechte tijden. In het 2e hoofdstuk komt Droogstoppel een oude schoolkameraad Max Havelaar (Dekkers) tegen die als bijnaam sjaalman heeft. In het 3e hoofdstuk geeft Sjaalman aan droogstoppel een pak manuscripten en vraagt hem ze uit te geven. Droogstoppel doet het niet maar gebruikt enkele stukken voor zijn eigen boek. Hij is niet een erg goede schrijver en laat daarom een Duitse employé Ernest Stern dit doen. Tot verbazing van Droogstoppel schrijft hij een roman over Max Havelaar (zoals Sjaalman zelf deed). Het 5e tot en met het 8e hoofdstuk lees je het boek van stern over het begin van de Lebak-affaire. In het 9e en 10e hoofdstuk is Droogstoppel weer aan het woord, hij voegt aan Stern iets meer solide toe. Het 11e tot en met het 15e hoofdstuk zijn weer uit Sterns boek. Je leest over de problemen van Haverlaar in Lebak. Hoofdstuk 16 is de inleiding op de geschiedenis van Saidjah en Adinda, en dit artikel drukt hij af in hoofdstuk 17. Het 18e tot en met het 20e hoofdstuk beschrijven de crisis in Lebak. Aan het eind komt een derde schrijver, Multatuli die er een betoog van maakt en uitleg geeft over de rare opbouw van het boek. Een aantal dreigementen volgen. Deze structuur is juist zo gekozen om meer sympathie voor de schrijver te wekken en juist niet voor Droogstoppel. Et begint als een satire op de Hollandse koopliedenstand en verandertin een aanval op de Hollandse handelsgeest in Indonesië. Bij de climax stopt het verhaal en komt er een kwaadaardig essay en ten slotte vleierij als retorische vraag. Samenvatting Nederlands [Literatuur] PERIODE 2 § 53 Guido Gezelle Brugge 1830-1899 De rooms-katholieke priester Guido was in de 19e eeuw voor het eerst in lange tijd een serieus te nemen literaire bedrijving in het zuiden van Nederland. -1e creatieve periode (1855-1865) Kleengedichtjes bundel, tegen het Nederlandse en Franse als leraar wilde hij dat Vlaanderen op eigen kracht tot ontwikkeling kwam. -2e periode (1865-1880) zijn leraarschap werd hem ontnomen en men benoemde hem tot kapelaan. Hij stopte met poëzie en schreef enkele journalistieke werken. -3e periode(1880-1899) Hij werd bekend in West-Vlaanderen en daar erkend als een van de grootste Nederlandse dichters. Er verschenen nieuwe bundels. Gij zegt dat ’t vlaams…gaat over het niet willen laten ondergaan van het Vlaams. Boerke Naas gaat over boer Naas die na het verkopen van een koe met veel geld naar huis loopt en wordt overvallen. De dief wil zijn geld, nou zegt Naas schiet dan eerst door mijn hoed, jas en broek zodat m’n vrouw kan zien dat ik aan de dood bent ontsnapt. Dan zal ze geloven dat ik overvallen ben en niet alles heb opgedronken. De dief doet het en zegt dan snel, ik heb tijd nog kogels meer. Naas had nog wel een pistool en kogels en jaagt zo de dief weg! Zodat hij met buit en al alsnog naar huis gaat. Copyright © by VWOSITE.NL