Oefentoets Kunstgeschiedenis H9 t/m 11 LATEN WE EENS KIJKEN WAAR JE STAAT BINNEN 11 VRAGEN Hoofdstuk 9 De Romantiek 4 VRAGEN Vraag 1: William Tuner is een belangrijke persoon voor de Romantiek, noem 2 belangrijke keuzes die hij maakt met zijn schilderijen. Vraag 2: De industriële revolutie is volop aan de gang. Alles wordt machinaal gemaakt. Noem de beweging die terug wilde naar de ambacht en hun 2 delig doel. Vraag 3: Theater ontwikkeld zich sterk in de Romantiek. Er ontstaan 2 stromingen. Benoem welke en het verschil tussen beide. Vraag 4: Bekijk het volgende kunstwerk en verklaar waarom deze behoord tot de Romantiek Hoofdstuk 10 Realisme en Impressionisme 3 VRAGEN Vraag 5: Er zijn in de tijd van het realisme 2 plaatsen waar een kunstenaar zijn werk kan tonen. Hoe heten die plaatsen en waarom wordt de 2de pas later opgericht? Vraag 6: Stel dat 2 kunstenaars, een realist en een impressionist het zelfde feest vastleggen, wat voor schilderijen krijg je dan? Benoem elk schilderij apart. Vraag 7: Als jij een kunstenaar mocht zijn in een van de volgende stromingen: realisme, impressionisme, expressionisme of primitivisme. Welke kies je dan en waarom? Hoofdstuk 11 Een explosie aan stromingen 4 VRAGEN Vraag 8: Erwartung is binnen de muziek geschiedenis een belangrijk kantelmoment. Benoem hoe deze muziek heet en wat het verandert binnen de regels van muziek. Vraag 9: Binnen de afro-amerikaanse muziek cultuur gebeurt veel. Noem 4 verschillende muziek stromingen die tijdens dit hoofdstuk ontstaan. Vraag 10: Kubisme en Futurisme lijken in vluchtige oog opslag redelijk op elkaar, toch hebben ze allebei een ander uitgangspunt, welke? Vraag 11: De surrealisten zoals Dali en Magritte grijpen terug op de expressionisten. Klopt deze stelling en zo ja hoe zie je dit dan? EINDE!!! IK HOOP DAT JE NOG LEEFT ;)