Romantiek tijd en plaats 1780 - 1850 in Frankrijk, Duitsland, Engeland. stroming ervoor: Neo-Classicisme stroming erna: Realisme gebeurtenissen: Stoommachine (1769) Schopenhauer (1788-1860) Industriële revolutie (1800-1950) Congres van Wenen (1814-1815) Bouw Chrystal Palace (1851) Schilderkunst, architectuur, beeldhouwkunst (sculptuur) Op het eind van de 18e eeuw ontstond in de kunst een stroming van kunstenaars die zich meer lieten leiden door het gevoel dan door het verstand. Zij lieten zich inspireren door Middeleeuwse verhalen, exotische taferelen, eigentijdse avonturen en heldendaden, de grootsheid van de natuur, en de wereld van de droom. In Engeland werkten enkele opmerkelijke kunstenaars die door hun vlotte penseeltoets en het feit dat zij buiten vaak (olieverf)schetsen maakten, beschouwd kunnen worden als voorlopers van de impressionisten. Niet zozeer het gebruik van de beeldaspecten bepaalt de herkenning van een Romantisch kunstwerk als wel de onderwerpkeuze. Kunstenaars lieten zich meer leiden door het gevoel dan door het verstand. De Romantische kunstenaar laat zich leiden door zijn gevoel. Hij trekt zich terug in de natuur of reist naar verre landen . William Blake John Constable Eugène Delacroix Casper David Friedrich Henry Fuseli Theodore Géricault Francisco José de Goya Joseph Mallord William Turner De industriële revolutie is een term die wordt gebruikt om de periode te beschrijven van de overgang van handwerk naar machinewerk. In 1690 bouwde Denis Papin een zuiger voor het pompen van water. Hoewel deze zuiger vooral gebruik maakte van luchtdruk wordt hij gezien als een belangrijke ontwikkeling naar de uitvinding van de hedendaagse stoommachine. In 1796 patenteerde James Watt de eerste stoommachine. Deze uitvinding liet een enorme economische bloei zien. De stoommachine is een belangrijke spil in de industriële revolutie geweest. Dit gebeurt in de loop van de 19e eeuw. Door de verschuiving van de productie werden er veel meer goederen geproduceerd dan voorheen. Allerlei processen werden veel efficiënter waardoor een kleinere groep arbeiders meer kon produceren. Werkeloosheid en zeer slechte lonen waren hier het gevolg van. De kunstwereld reageerde hier geschokt op en vluchtte naar de tijd van voor de industriële revolutie, in het rijke verleden of de goede oude tijd. De Romantiek was een feit! Realisme tijd en plaats 1850 - 1875 in Parijs, Frankrijk stroming ervoor: Romantiek stroming erna: Impressionisme gebeurtenissen: Charles Robert Darwin (1809-1882) Fotografie (1816) Bouw Chrystal Palace (1851) De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) Schilder- en beeldhouwkunst Rond 1850 waren er schilders in Frankrijk die zich aangetrokken voelden tot het leven op het land. Zij vestigden zich in Barbizon, een dorp 70 km. Van Parijs. Daar werd buiten getekend en geaquarelleerd. Olieverfwerk kwam nog steeds uit het atelier. Uit deze 'school van Barbizon' kwam het Realisme voort. Haar voorman was Courbet . Men verwierp idealistische onderwerpen, academische schilderstrant en hooggestemde onderwerpen.Men wilde de eigentijdse werkelijkheid, en met name de gewone (arbeiders)mens weergeven. Men pakte onderwerpen die sloegen op het dagelijks leven. Men idealiseerde niet. De realisten hanteerden een niet glad gemaakte,wat grove techniek, en men werkte vaak op groot formaat. We zien de kunstenaars van het Realisme als de eerste provocateurs en avant-gardisten! Door hun opzienbarende uitgangspunten moesten de Realisten optornen tegen een storm van kritiek. Voorman Courbet werd door critici met de grond gelijk gemaakt wegens zijn schokkende schilderijen en uitspraken. De bekende schilderijen van Courbet en andere realisten vind je in het Musée d'Orsay in Parijs. In de collecties van de meeste Nederlandse musea is ook wel een Courbet te vinden. http://www.musee-orsay.fr/ Jean- François Millet Gustave Courbet De eerste grote internationale wereldtentoonstelling werd in 1851 in Londen gehouden. Speciaal hiervoor werd het Chrystal Palace gebouwd. Dit was een ontwerp van kassenbouwer Paxton, gemaakt van glas en gietijzer, nieuwe produkten om mee te bouwen. Later volgde nog de wereldtentoonstelling Parijs (bouw Eifeltoren 1889). Dankzij de industriële revolutie kwamen er nieuwe technieken die ingenieurs, ontwerpers en designers in staat stelden nieuwe modern ogende bouwwerken te maken. De Wereldtentoonstelling was voor landen een gelegenheid om hun culturele en technische ontwikkelingen te laten zien.Ook de kunst en architectuur kwamen hierdoor in internationale belangstelling te staan. Impressionisme tijd en plaats 1875 - 1910 in Frankrijk stroming ervoor: Realisme stroming erna: Post-impressionisme gebeurtenissen: Fotografie (1816) Uitvinding van de verftube (1841) Japanse invloed op het culturele leven in Europa (1868) Schilderijen en beeldhouwkunst Het Impressionisme is eigenlijk de eerste echt moderne kunststroming. Onderwerpen waren alledaagse thema’s, waarbij vooral het op locatie werken opvallend is. Impressionistische schilderijen zijn momentopnamen , een snelle indruk. Van dichtbij zie je alleen maar vlekken en vegen, op wat meer afstand zie je dat deze vlekken zich blijken te verdichten tot een zeer realistische voorstelling . Aanvankelijk ondervond deze stroming veel weerstand omdat zij lijnrecht inging tegen de regels zoals men die onderwees op de Academies. Het woord Impressionisme had dan ook in het begin een negatieve lading. Impressionisten ontdekten dat kleuren in het landschap door de steeds wisselende weers- en lichtomstandigheden op verschillende momenten van de dag of bij verschillende jaargetijden, steeds veranderden. Deze veranderingen probeerden zij vast te leggen in diverse series schilderijen op dezelfde locatie, onder verschillende weersomstandigheden. Onder invloed van de Franse impressionisten waren er ook in Nederland schilders die kozen voor een dergelijke manier van schilderen . De groepen waarin zij elkaar vonden: de Haagse en de Amsterdamse School. Breitner, een van deze Hollandse impressionisten werkte vaak naar aanleiding van foto’s die hij zelf op straat of in zijn atelier nam. Omdat het weer in Nederland anders is dan in Frankrijk (en daardoor uiteraard ook het licht en de kleuren), kun je de Nederlandse versie van het impressionisme dan ook herkennen aan de lichtere, grijzere kleuren. Vandaar ook de naam “Zilveren School”. Nadruk valt op licht en kleur, vlotte grove hanteringswijze met vegen en toetsen, verf wordt vaak op het doek gemengd, geen omtreklijnen, geen gebruik van zwart, verrassende afsnijdingen zoals je die op foto’s ook ziet. Schilders gaan steeds meer in tegen geldende regels of academische werkwijzen. Voor het eerst wordt er buiten geschilderd met olieverf . Dit wordt mogelijk door de verkrijgbaarheid van olieverf in tubes. Ook de invloed van de pas uitgevonden fotografie doet zich gelden. George Hendrik Breitner Edgar Degas Edouard Manet Claude Monet Camille Pissarro Pierre Auguste Renoir Auguste Renoir Post-impressionisme tijd en plaats 1885 - 1905 in Frankrijk stroming ervoor: Impressionisme stroming erna: Fauvisme gebeurtenissen: Fotografie (1816) Kleurtheorie van Chevreul (1839) Japanse invloed op het culturele leven in Europa (1868) Schilderijen Het post-impressionisme is de periode na het impressionisme, waarin de vernieuwing die het impressionisme is ingezet, voortgezet wordt. Een van die vernieuwingen is het pointillisme, een haast wetenschappelijke voortzetting van het impressionisme . Men mengde de kleuren niet op het palet of op het doek, maar men werkte met kleuren zo uit de tube. De kleuren werden met stipjes naast elkaar op het doek gezet. Van dichtbij zie je de stippen duidelijk apart, op een afstand lijken de kleuren in elkaar te vloeien: de kleuren worden op het netvlies gemengd. We noemen dit optische kleurmenging . Luminisme is een ander naam van deze stroming; in deze naam valt de nadruk op het stralend lichteffect wat de stippeltechniek teweeg kan brengen. Er zijn nog meer vernieuwers: zo wordt Cézanne gezien als voorloper van het Kubisme . Cézanne vond het impressionisme te oppervlakkig. Hij zocht in zijn stillevens, landschappen en portretten naar de wezenlijke grondvormen van de dingen. In grote blokvormige kleurvlekken en in verzadigde aardkleuren brengt hij deze vormen op het doek. De kubisten zullen wat later deze aspecten toevoegen aan hun vormentaal . Zegt een impressionist met zijn schilderij: 'Kijk eens, dát heb ik op die bewuste dag, in dát landschap, op dát moment gezien", Cézanne vraagt zich steeds af: "Heb ik dat wel gezien?" Paul Gauguin is vooral bekend geworden door het werk wat hij maakte op Tahiti. Hij ontvluchtte Frankrijk om op Tahiti het eerlijke primitieve leven te vinden. Zijn schilderijen zijn een combinatie van exotische en Europese elementen met grote heldere kleurvlakken en decoratieve lijnen, Gauguin wordt gezien als voorloper van de Art Nouveau. Vincent Van Gogh gebruikte heftige kleuren en lijnen om zijn gevoelens te uiten. Vaak overdreef hij de vormen die hij schilderde en gebruikte zware omtreklijnen. Hij wordt beschouwd als de voorloper van het Expressionisme, net als de Noor Edvar Munch , die vooral beroemd is geworden om zijn schilderij 'de schreeuw'. Pointillisme: zelfde onderwerpen als het impressionisme maar de schilderijen worden, mede vanwege de bewerkelijke stippeltechniek, in het atelier vervaardigd. De kleurencombinaties en de stippeltechniek brengen haast wetenschappelijk onderzochte effecten teweeg. Kunstenaars volgen haast rücksichtlos steeds meer hun eigen weg en idealen en komen door hun vaak zeer persoonlijke visie tot opzienbarende vernieuwingen. Paul Cézanne Paul Gauguin Vincent van Gogh Edvard Munch Auguste Rodin Georges Seurat Paul Signac Henri de Toulouse-L Samenvatting van het onderwerp Cultuur van Romantiek en Realisme: het nationalistische - andere culturen / het exotische de droom - de realiteit heroïsch, drama - innerlijke emotie het volk / de massa - het individu escapisme: natuur; religie; de geschiedenis; het verre; enz. Inleiding klassikaal, mens - maatschappij: ingaan op Mens: Burgerij - Arbeidersklasse: kapitalisme; onderdrukking; armoede Oorlogen / geweld door revoluties Daardoor ontstaan Romantiek: vlucht in andere werelden: geschiedenis, natuur, religie, fantasie, enz.; verhevigde gevoelsuitingen, lyriek / dramatiek, melancholie (bijvoorbeeld: in Opera (Wagner - Ring des Nibelungen) en Klassiek, Romantisch ballet: La Sylphide, Schilderkunst: Delacroix/ Géricault, Caspar David Friedrich.) Ontstaan van sociale betrokkenheid in politiek en kunst: gericht op verbeteringen in de leefomstandigheden van de arbeidersklasse - in de beeldende kunst: Realisme Maatschappij: Beweging tussen revoluties: oude en nieuwe regimes Nationalistische gevoelens De sterk opkomende burgerij / kapitalisme Industriële revolutie (treinen- reizen; electriciteit; gaslicht; ijzer/glas constructies; fotografie) Grote verschillen tussen armoede - rijkdom Kolonialisme Opkomst socialisme, communisme