Samenvatting Eldorado 1. Tijdsbeeld In de 19de eeuw is er een sterke toename van de bevolking in West-Europa dat kwam door betere hygiëne, gezondere voeding, betere vaccins en minder misoogsten. Industriële revolutie: overgang van handwerk naar een industrieel productieproces Nadelen: afhankelijk van werkgever, werkgelegenheid op platteland verdween, hard werk, laag loon, werkdagen van 14 uur of meer Rijke bourgeoisie: rijke handelaars en ondernemers. De revolutie bracht hen gouden tijden. Wilden van de arbeider een keurige man maken Gezin & huwelijk: gezin is de hoeksteen van de samenleving, nog geen sprake van emancipatie. Man = gezinshoofd verdiend de kost. Vrouw = moeder en opvoedster gebonden aan huis Tweede helft van 19de eeuw grote preutsheid schande om over seks te praten/schrijven, gevolg: grote belangstelling voor erotische literatuur die anoniem werd geschreven, heeft geleid tot pornografie Liberalisme: vele revoluties (Verlichting, Franse revolutie) zorgden voor een liberale grondwet, rechten van de mens werden vastgelegd vrijheid van meningsuiting, onderwijs, geloof, gelijke kansen op sociaal gebied (baan voor iedereen bereikbaar) PRAKTIJK ANDERS!! 1861 richtte Karl Marx de Internationale Arbeidsbeweging op communisme en socialisme ontstonden. Pas eind 19de eeuw werd stemrecht uitgebreid, socialistische partijen en vakbonden hebben het lot van arme mensen verbeterd (door sociale wetgeving) Wetenschap: begin 19de eeuw uitvinding: de fiets. Eerste trein 1819, 1863 eerste metro (Londen) eind 19de eeuw eerste ‘automobiel’ 1891 eerst vlucht met vliegmachine (Otto Linienthal) 1897 eerste films (broers Lumière) 1859 evolutieleer (Charles Darwin) Sigmund Freud en Gustav Jung legden basis van de moderne psychologie. Ontdekten het onderbewustzijn, toonden aan dat dromen voortkomen uit onderbewuste en vroege kinderjaren beslissend zijn voor de hun toekomst. 2. Kunst in vogelvlucht Romantiek in schilderkunst: landschap niet langer het decor meer, zelfstandig onderwerp. Realisme in schilderkunst: tegenbeweging van Romantiek, voortzetting van ideeën uit Verlichting. Arbeiders waren de helden (bezweet, werkkleding, etend uit pan) Impressionisme in schilderkunst: legden de indruk vast die een landschap, een stadsbeeld of een mens maakte op een bepaald moment. Letten op licht, kleur was belangrijk, gebruiken geen mengkleuren alleen pointillisme (kleine toetsjes op doek) Symbolisme in schilderkunst: reactie op impressionisme, achter de voorstelling gaat een innerlijke wereld schuil. Veel gebruik van symbolen, men verdiepte zich in oosterse religies Fotografie: na de uitvinding in 1826 was het een sterke concurrent van schilderkunst Bouwkunst: voorkeur voor spitse torens, verticale lijnen (Rijksmuseum) Muziek: besloten kamermuziek (Chopin), huisliederen, opera’s (Verdi) over sterke gevoelens. Ontstaan: een verhaal in muziekvorm (Beethoven) 3. Literatuur De Romantiek zette zich af tegen het 18e-eeuwse geloof, onvrede, afwijzing en verzet. Ze wilden meer ruimte voor gevoel, verbeelding en intuïtie Weltschmerz: het sombere en pessimistische ‘lijden aan de wereld’ Belangrijkste kenmerken van literaire romantiek: 1. verzet (persoonlijke vrijheidsdrang, rebellie, kritiek) 2. humor (als verdedigingsmiddel bij gevoelens van onvrede) 3. liefde voor de natuur (ontdekkingsreizen, vreemde volkeren) 4. belangstelling voor het verleden (Middeleeuwen, sprookjes, legendes) 5. aandacht voor droom en fantasie (mysterieuze verlangens, obsessie voor de dood) Literaire almanakken eenmaal per jaar boekjes met prenten, korte verhalen en gedichten Literaire ‘landschap’ in 19de eeuw Burgerlijk realisme & biedermeiertijd tijd vol gemoedelijkheid, burgerlijkheid en tevredenheid Romantiek sterke, persoonlijke expressie en nieuwe vormen Proza: psychologische romans in verhaalvorm, gaan vaak over buitenechtelijke liefdes, verzet tegen de beperkingen van de vrouw en zelfmoord Poëzie: belangrijke rol bij officiële gelegenheden (feesten, openingen). Het gevoel/hartstocht was belangrijk, wanneer een schrijver zelf geëmotioneerd was werd zijn werk waardevol Toneel: eind 19de eeuw drong het naturalisme door bij de toneelschrijvers. Alles moest realistischer en speelbaar zijn, poëzievorm verdween dialogen werden geschreven in het proza. Nederlandse literatuur Tijdsbeeld: na de Franse verovering werd in 1795 de Republiek der Nederlanden, de Bataafse Republiek, als zelfstandige staat. In 1810 hoorde de Republiek weer bij Frankrijk, na een nederlaag werden we het Koninkrijk der Nederlanden. Dat heeft niet lang geduurd, in 1839 was de scheiding tussen België en Nederland. De koloniën waren erg winstgevend, aan Indische producten verdienden we kapitalen (uitbuiting van de inlanders). Pas vanaf 1860 werden de slaven bevrijd en als medemensen beschouwd. In 1870 ging Aletta Jacobs als eerste vrouw naar de middelbare school, Thorbecke heeft haar geholpen. Eerste sociale wet kinderwetje van Van Houten (kinderen onder 12 jaar mogen niet werken) Literatuur: in 1880 begon de Romantiek pas goed door te breken door de Beweging van Tachtig (groep jonge dichters), verzetten zich fel tegen de ‘brave’ dominees. In Nederland is het realisme te binden in het werk van Nicolaas Beets, Multatuli schreef de wereldberoemde roman Max Havelaar over de uitbuiting van de inlandse bevolking op Java. Andere naturalistische schrijvers: Frederik van Eeden, Couperus (!!). Bekende dichters waren vooral dominees (Jacob ten Kate), het werk is vaag en nogal overdreven. Hendrik Tollens had wel een natuurlijk taalgebruik en oprecht gevoel. De belangrijkste dichter is de Belg Guido Gezelle, gebruikte de natuur om zijn persoonlijke gevoelens te uiten. De bekendste toneelschrijver was Herman Heijermans Kenmerken impressionistisch taalgebruik: 1. veel herhalingen 2. veel bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden 3. nieuwe woorden om de indruk optimaal weer te geven Engelse literatuur Tijdsbeeld: in Groot-Brittannië besteeg koningin Victoria de troon. Het Britse rijk groeide uit tot het grootste rijk dat de wereld ooit heeft gekend. De verloren oorlog tegen de Boeren in Zuid-Afrika zorgde voor de eerste deuk in het ego van het Britse rijk. In de 19de eeuw probeerden de voormalige Britse koloniën een democratisch Amerika te ‘maken’. In 1873 werden de laatste indiaanse gebieden verdeeld. De ‘American Dream’ was een belofte dat gelijke kansen voor iedereen inhield en trok ontzettend veel immigranten aan. Geweld, oorlog en vernietiging speelden een overheersende rol, indianen werden op grote schaal vermoord om ruimte te creëren voor de boeren. er was een enorme burgeroorlog tussen het Noorden en Zuiden over het afschaffen van de slavernij. Na de burgeroorlog veranderde de Verenigde Staten tot een van de meest geïndustrialiseerde en kapitalistische naties ter wereld. Literatuur: de 19de-eeuwse romankunst ging vooral over de geïdealiseerde Middeleeuwen, gevaren van intuïtie en emotie als basis voor man-vrouwrelaties en filosofisch getinte horror. In de Victoriaanse tijd werden deze thema’s gecombineerd met een realistische en kritische van de kind- en vrouwonvriendelijke kant van de samenleving. Dualisme: mens als goed en kwaad, confrontatie tussen het Britse rijk en inheemse culturen. De Britse Romantiek begon rond 1800. (Amerika) In 1836 vormde een groep slimme mensen uit Boston The Transcendentalist Club. Ze schreven over van alles en nog wat, ze geloofden in de goedheid van de mens, de eenheid van de mens en de natuur. Het heeft een enorme invloed op de alternatieve subculturen als die van de ‘beats’ (jaren 50), de ‘hippies’ (jaren 60) en de milieuactivisten (jaren 70 & 80). Duitse literatuur Tijdsbeeld: Napoleon zorgde voor het ontstaan van veel nationale bevrijdingsbewegingen door zijn dictatoriale bewind, maar hij zorgde ook voor positieve zaken zoals een rechtvaardigere wetgeving. Ideeën uit de Franse Revolutie werden door hervormers overgenomen. De Duitse Bond vormde het eerste samenwerkingsverband tussen de Duitse staten. Na de mislukte revolutie won het pessimisme het bij de burgerij. De Duitse eenheid kwam na de overwinning op Frankrijk tot stand, de koning van Pruisen werd in Versailles tot keizer uitgeroepen. Literatuur: jonge schrijvers zette zich niet alleen af tegen de Verlichting maar ook tegen de Klassik, zo sloot de Duitse literatuur weer aan met andere landen. Het sprookje was in deze periode een populaire vorm. Romantische schrijvers zochten verlangen en oneindigheid, de helden handelen impulsief en intuïtief. Das Junge Deutschland zijn een aantal schrijvers dat een politiek scherp stelling had tegen de machthebbers. De klassieke en romantische periode werd gevolgd door een periode van het Realisme. Men trok zich terug in zijn eigen kleine wereld, de dagelijkse werkelijkheid stond centraal. Het naturalisme in Duitsland werd sterk beïnvloed door buitenlandse schrijvers. De thema’s zijn het materialisme, industrialisering en de grote maatschappelijke veranderingen. Franse literatuur Tijdsbeeld: in 1789 werd Frankrijk een republiek, maar na 10 jaar greep Napoleon de macht. Hij veroverde grote stukken van Europa en lijfde de Nederlanden in. Na zijn ondergang kwam het koningshuis terug. De herinnering aan Napoleon bleef, de Fransen wilden geen tirannie, maar ze waren trots op de man die Frankrijk groot maakte. Literatuur: de 18e eeuw heeft een helder Frans geschapen dat tot aan de Tweede Wereldoorlog een taal van de elite bleef, de Franse literatuur heeft daardoor veel invloed gehad op de Europese literatuur. De tegenbeweging is l’art pour l’art, de kunstenaar is kunstdienaar (schoonheid en vakmanschap zijn eerste vereisten). De Romantiek had zijn bloeitijd in de jaren 20 van de 19e eeuw. Rond 1830 ontstond het realisme, waarin mensen ook eten en kibbelen. Rond 1880 werd het realisme opgevolgd door het naturalisme, dat legt nog meer nadruk op het alledaagse leven. Veel dichters zochten hun heil in het symbolisme waarin alles wat wij waarnemen een beeld is van een hogere werkelijkheid. Het realisme en naturalisme hebben vooral stereotiepe melodrama’s opgeleverd vol wenende moeders en drankzuchtige vaders.