Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 8: Graecia; geografie en bestuur H2:§ 1-2:p22-3 geografie 3000 1000 – Ligging t.o.v. andere landen – Eigen gebied 1500 • Vragen aan de geografie 2000 geografie 700 200 – Voordeel: transport, visserij – Nadeel: beperkt gebied 400 • Voor- en nadelen 1 200 400 3000 1000 700 400 200 1 200 – Hierdoor ontstond op een centraal/strategisch punt in het landschap een (versterkte) plaats dat het economisch en bestuurlijk centrum werd – Hier werd het surplus opgeslagen (en weer herverdeeld) – Hier produceerde ambachtslieden hun producten – Hier huisden soldaten 1500 • De macht in de Griekse gebieden lag bij een adellijke groep. Deze macht was gelegen in het bezit van grond en herverdeling (pacht) hiervan. 2000 Ontwikkeling van de Polis 1 400 3000 200 1 • Handelaren worden door hun succes steeds belangrijker in de Griekse samenleving – Olijfolie (!), Wijn & Graan – Ook hier specialisatie *(zoals in Egypte) – Vanaf ca. 650 VC verandert de ruilhandel in handel met geld 400 – Een nieuwe klasse ontstaat: de handelaren 700 • Bergen, zee, onvruchtbare stukken land & vervelende buren 1000 – Let op! Foutje in boek op p 22: “De bevolking groeide, maar er was weinig vruchtbare grond” Dit moet zijn …was te weinig… – De landbouwgronden konden niet worden uitgebreid 1500 • Deze vestigingen groeiden (welvaart) waardoor er een aantal problemen ontstonden 2000 Ontwikkeling van de Polis 2 200 400 3000 2000 Kolonisatie Middellandse-Zeegebied 1500 1000 700 400 200 1 200 Deze poleis met hun markten barstte uit hun voegen: noodzaak kolonisatie (750770 VC) gebieden buiten het Griekse 400 3000 700 400 200 1 200 • kon blijven eten • haar producten kon verhandelen – Versterking greep van de macht door de heersende klasse: Sparta of – Invoering democratie: Athene 1000 – Handelaren zorgden ervoor dat de stad • Hoe nu om te gaan met de veranderde economische macht? • Twee uitersten 1500 • Door de overbevolking en opkomst van de handelaren en hun groeide rijkdom én belangrijkheid kwam de macht van de adel onder druk te staan 2000 Verandering van bestuur 400 3000 • 700 • 1000 Door het volk, d.w.z. de officiële burgers van de stad, dat heet democratie (demos = volk) Maar besturen met z’n allen in een volksvergadering is niet zo handig 1500 • 2000 Democratie; bijvoorbeeld Athene Oplossing 200 Raad van 500 en uit hen midden werd een aantal (vijftigtal) bestuurders voor de dagelijkse gang van zaken gekozen (1 jaar zitting) 400 • • 1 200 400 3000 1500 • De Spartanen hadden een andere oplossing voor de demografische en bestuurcrises. 2000 De andere oplossing; Sparta 1000 → 700 Deze 400 • Onderwerping buren 1 200 • Edelen stellen het beleid voor • Edelen voeren het leger aan • Edelen besturen 200 – Daar wordt de gehele samenleving op afgestemd – Men kende wel een volksvergadering, maar haar macht was beperkt. 400