Kenmerk 5: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 17: Het Romeinse Rijk valt uiteen (ca. 275 NC) 400 200 1 De Volksverhuizingen 700 • Grote armoede onder de Romeinse boeren & burgers • Verarming rijk door verlies van land en belastinginkomsten • Corruptie, inefficiëntie, grote bureaucratie • Daar komt een eeuw later nog een groot probleem bij 1000 – Beide zaken zorgden voor een permanente staat van oorlog 1500 • Generaals vechten om de macht (soldatenkeizers) • Germanen aan de deur 2000 Rome in problemen 3000 H2:§ 13:p39 200 400 De Grote Volksverhuizingen - De Franken als belangrijk voorbeeld • De Germaanse volksverhuizers waren opzoek naar een beter bestaan. Binnen het Romeinse Rijk vonden velen dit – Land en een hoogstaande cultuur – Dit vonden ze, waarbij samenwerking met de inheemse bevolking voorop stond. – De Franken zijn hiervan een goed voorbeeld: • Ten tijde van Constantijn de Grote het Rijk binnen gelaten (4e eeuw), als foederati • Bewaakten de grenzen in het noordwesten • Frankische legeronderdelen werd elders ingezet • Maar tegelijk toonde deze samenwerking ook het zwakker worden van het Rijk aan 1 400 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 in grijs; het woongebied van de Franken in de vijfde eeuw. In rood; de maximale uitbreiding van de Frankisch/Germaanse taal na de vijfde eeuw. Zelfs tot ver in Noord-Frankrijk! 1 600 700 900 1000 1100 – Dit gebied wordt continu bedreigt door nare buren – Gezocht wordt naar een Frankisch leider die de stammen kan verenigen en de vijanden gaat verslaan • Deze wordt gevonden in Clovis. Hij werd koning van een stam nabij Parijs (465-511?) 500 • Vormen een sterke en onberekenbare macht binnen de grenzen van het Rijk • In de 5e eeuw neemt de macht van de Romeinen af en die van de Franken toe • Ca. 450 NC trekken de Romeinen letterlijk weg (legioenen) – Vele geromaniseerde volken gaan mee c.q. verdwijnen • De Franken nemen een deel van voorheen Romeins gebied 400 Opkomst van de Franken 1200 1300 1 400 Frankische Koninkrijk ca. 770 500 600 700 900 1000 1100 1200 1300 1500 1000 • Invallen van andere Germanen 400 200 – hetgeen duurde tot aan de laatste keizer (476 nc) 1 • Pact tussen Romeinen en Germanen (Germaanse keizers) 200 – dreven ook volken op uit het Oosten 700 – Gothen en Vandalen (omstreeks 350 NC) – Hierdoor grote groepen mensen op de vlucht • Hunnen 2000 - Maar de Franken zijn niet de enige 3000 Volksverhuizingen 400 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 200 400 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 200 400 1 200 • Hunnen vallen onder leiding van Atilla Europa binnen (ca. 450 NC) • Germaanse stammen worden door de Hunnen opgedreven • Parthen in het Zuid-Oosten “ kloppen aan de deur” 200 – Germaanse vrienden worden “ ineens” vijanden – Andere stammen zijn niet meer te stoppen en komen het Rijk binnen 400 • De Germanen worden sterker / de Romeinen zwakker 700 – Nieuwe vijanden 1000 • Corruptie, inefficiëntie, grote bureaucratie • Interne machtsstrijd 1500 – Grootte van het Rijk leidt tot desintegratie 2000 • In 395 valt het Rijk uiteen (zie sheet) • Verder verval West-Romeinse Rijk Oorzaken 3000 Het West-Romeinse Rijk gaat ten onder 400 3000 2000 De Germanen & Byzantium 1500 1000 700 400 200 1 200 400 De Grote Volksverhuizingen - conclusie • Tekort aan land en ongunstige klimatologische omstandigheden lijken van wezenlijk belang te zijn geweest bij de migratie van de Germanen • De druk van de Hunnen heeft in de eerste fase van de Volksverhuizingen geleid tot herverdeling van de stammen in heel Europa • Integratie van stammen als bondgenoten in het Romeinse leger leidde tot afname van de kracht van Rome • Veel meer ondermijnend proces was de vorming van Foederati. Hiermee gingen macht en grondgebied weg van de Rome • Het West-Romeinse Rijk werd geleidelijk aan getransformeerd naar een verzameling Germaanse staten