De fundamenten van de organisatiestructuur Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 1 Leerdoelen • De zes hoofdelementen van een organisatiestructuur te noemen • De eenvoudige structuur te beschrijven • De kenmerken van de bureaucratie op te sommen • De matrixorganisatie te beschrijven • De kenmerken van een `virtuele' organisatie uit te leggen Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 2 Leerdoelen • Samen te vatten waarom managers organisaties zonder grenzen willen opzetten • Aan te geven op grond van welke factoren gekozen wordt voor een bepaalde organisatiestructuur • Uiteen te zetten welke gevolgen verschillende organisatiestructuren hebben voor werknemersgedrag Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 3 Wat is een organisatiestructuur? • In hoeverre zijn werkzaamheden opgesplitst in deeltaken? • Op welke basis worden taken samengevoegd? • Aan wie zijn individuen en groepen verantwoording schuldig? • Aan hoeveel individuen kan een manager effectief en efficiënt leiding geven? • Bij wie berust de beslissingsbevoegdheid? • In hoeverre zijn er regels en voorschriften voor werknemers en managers? Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 4 Voor- en nadelen van Laag Productiviteit Hoog taakspecialisatie Invloed van nadelen in menselijk opzicht Invloed van schaalvoordelen van specialisatie Laag Pearson Education, 2002 Taakspecialisatie Hoofdstuk 13 Hoog 5 Andere aspecten van de organisatiestructuur Departmentalisatie Gezagslijn Span of Control Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 6 Besluitvorming in organisaties Hoog Laag Besluitvorming door topmanagement Empowerment van werknemers Centralisatie Decentralisatie Empowerment van werknemers Besluitvorming door topmanagement Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 Hoog Laag 7 Formalisatie Veel vrijheid van de werknemer standaardisering Veel Weinig formalisatie Veel formalisatie Weinig Pearson Education, 2002 Weinig Hoofdstuk 13 8 Weinig departmentalisatie Brede spans of control Eenvoudige structuur Geen formalisatie Pearson Education, 2002 Centrale beslissingsbevoegdheid Hoofdstuk 13 9 De bureaucratie Functionele structuur Pearson Education, 2002 Functionele afdelingen Hoofdstuk 13 10 Cross-functioneel coördineren Duidelijke verantwoordelijkheid De matrixstructuur Efficiënte toewijzing van specialisten Dubbele gezagslijn Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 11 De teamstructuur Empowerment Pearson Education, 2002 Teams zijn verantwoordelijk Hoofdstuk 13 12 De virtuele organisatie Onafhankelijk R&Dconsultancybureau Reclamebureau Bedrijfsleiding Vertegenwoordigers op commissiebasis Fabrieken in Zuid-Korea Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 13 De grenzenloze organisatie Beperkte gezagslijn Pearson Education, 2002 Brede spans of control Hoofdstuk 13 Empowerment van werknemers 14 Mechanistische versus organische structuur - Sterke horizontale differentiatie - Rigide hiërarchische relaties - Vaste plichten - Sterke formalisatie - Geformaliseerde communicatiekanalen - Centrale besluitvorming Pearson Education, 2002 - Geringe horizontale differentiatie - Samenwerking (verticaal en horizontaal) - Wisselende plichten - Weinig formalisatie - Informele communicatie - Decentrale besluitvorming Hoofdstuk 13 15 Onzekerheden en het ontwerp van de organisatie Strategie Pearson Education, 2002 Grootte van de organisatie Hoofdstuk 13 16 Onzekerheden en het ontwerp van de organisatie Technologie en structuur Pearson Education, 2002 Onzekerheid in de omgeving Hoofdstuk 13 17 Organisatiestructuur en gedrag van werknemers Span of control Taakspecialisatie Centralisatie Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 13 18