Verwerkingsopdrachten Helpende zorg en welzijn; niveau 2 ISBN 97890 8524 1324 (tweede druk) Thema 8 Opruimen en schoonmaken Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 1 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opwarmen en oriënteren Opdracht 1 Het doel van deze opdracht is dat je voorkennis over opruimen en schoonmaken opfrist. Beantwoord de volgende vragen: 1 2 3 4 5 6 7 8 Wat betekent: de huishouding doen? Wat is opruimen en wat is schoonmaken? Wat vind je leuker: opruimen of schoonmaken en waarom? Welke ruimte maak je het liefste schoon en welke het liefst helemaal niet? Leg uit. Maakt het bij vraag 3 nog uit of het bij jou thuis of bij een cliënt is? Vertel waarom wel of niet. Even een wedstrijdje: Vraag de docent de stopwatch op drie minuten te zetten. Schrijf uit je hoofd zoveel mogelijk schoonmaakmiddelen en materialen op. Ga in een groepje van vier bij elkaar zitten. Wie heeft de meeste en zijn ze wel allemaal goed? Zet achter elk schoonmaakmiddel en materiaal waarvoor je denkt/weet dat je het gebruikt. Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 2 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Herkennen en onderscheiden Opdracht 2 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: het begrip in eigen woorden te formuleren; een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast. 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 een huishouden het materiaal het schoonmaakmiddel spaarzaam de leefruimte de dagelijkse beurt de tussenbeurt de eindbeurt luchten het sanitair de versproducten de overloop het dressoir de fauteuil Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 3 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opdracht 3 Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit thema kent. Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door: een plaatje of afbeelding van het begrip (ding) te zoeken; de plaatjes op te plakken; onder de plaatjes te schrijven wat je ermee doet of hoe het werkt. 23 24 25 26 27 28 29 30 de raamtrekker de vloertrekker stoffer en blik de mop de ragebol de plumeau de allesreiniger de vetoplosser Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 4 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Begrijpen en toepassen Opdracht 4 Materialen en middelen. 31 32 a. b. c. d. e. f. 33 34 35 Iedereen in de groep kiest een materiaal en een schoonmaakmiddel uit. Het kan ook zijn dat de docent een verdeling maakt, om te zorgen dat er geen dubbele keus is. Of er komt een lijst te hangen waarop je schrijft welk materiaal of middel jij kiest. Het is de bedoeling dat je een korte beschrijving gaat maken bij het schoonmaakmiddel of het apparaat. In je beschrijving geef je antwoord op de volgende vragen. Over welk apparaat/materiaal of middel ga je iets vertellen? Voor welk werk gebruik je dit materiaal/middel? In welke ruimte gebruik je dit materiaal/middel? Hoe gebruik je het? Is het materiaal/middel gevaarlijk? Is het materiaal/middel veilig? Zoek een afbeelding, plak hem op een A4-tje en zet de beschrijving eronder. De beschrijvingen met foto’s kunnen in het lokaal worden opgehangen. Iedereen bekijkt ze, ze kunnen ook besproken worden. Met de beschrijving kan in subgroepjes een spel gedaan worden. Iemand neemt een middel of materiaal in gedachten. De anderen stellen vragen, waarop alleen ja of nee gezegd mag worden. Wie raadt om welk middel of materiaal het gaat? Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 5 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Opdracht 5 36 37 Lees in paragraaf 8.4 het verhaal van Milou. Vul het schema hieronder in. Werkzaamheid Wat doet ze precies luchten schuifpui open zetten Volgorde Welke materiaal gebruikt ze hierbij? - Welk schoonmaakmiddel gebruikt ze hierbij? - Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 6 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp Onderzoeken en presenteren Opdracht 6 En nu in het echt. 38 39 40 41 42 43 Van de docent krijg je een opdracht, bijvoorbeeld de koelkast schoonmaken, de vloer in de gang dweilen, de wc schoonmaken, de keukenkastjes schoonmaken, de kamer stofzuigen. Je bereidt de opdracht voor: Je leest de informatie in het boek en je gaat thuis en op school oefenen. Je medeleerlingen bereiden de opdracht ook voor: ze lezen thuis de informatie over wat jij gaan doen. Dan ga je aan je medeleerlingen laten zien hoe het moet. Je vertelt welke materialen en middelen je kiest en zet ze klaar. Dan voer je de opdracht uit: je vertelt ondertussen wat je doet. Je medeleerlingen letten goed op. Ze vertellen wat je goed hebt gedaan en wat nog beter kan. Verwerkingsopdrachten thema 8 Helpende zorg en welzijn; niveau 2 pagina 7 © Uitgeverij Angerenstein BV Velp