Jezus leeft! Judas verraadt Jezus met een kus. Dan

advertisement
Jezus leeft!
Judas verraadt Jezus met een kus.
Dan nemen de soldaten Jezus gevangen.
Petrus wordt bang, en hij zegt drie keer dat hij Jezus niet kent.
Herodes drijft de spot met Jezus.
De soldaten zetten Jezus een kroon van doornen op het hoofd.
En ze trekken de haren uit Jezus zijn wang.
De stadhouder Pilatus zegt: ‘Ik vind geen schuld in Hem.’
Toch laat hij Jezus sterven aan een kruis.
Jezus sterft in onze plaats voor onze zonden.
Nu kan God ons vergeving geven.
Een bewaker houdt de wacht bij het graf.
Op de derde dag staat Jezus op uit de dood.
De Sabbat, de Joodse rustdag, is dan voorbij.
Een engel rolt de zware steen voor het graf vandaan.
Twee vrouwen lopen naar het graf.
De engelen in het graf zeggen: ‘De Heer is opgestaan!’
Maria ziet Jezus in de tuin. Wat is ze blij!
Jezus gaat naar Zijn vrienden en zegt: ‘Ik geef jullie mijn Vrede!’
Hij toont de littekens in Zijn zij en in Zijn handen.
Wow! Jezus geeft een nieuw leven!
Jezus’ naam betekent: Redder
Hij is de Verlosser!
Het is Pasen!
www.bijbelidee.nl
Zoek de dikgedrukte woorden uit het verhaal in de woordzoeker.
De letters die overblijven vormen een nieuw woord.
Jezus sterft in jouw plaats, en Hij geeft jou wat je niet hebt verdiend:
Dat is ……………………………………………..………………………………………..
bewaker - dag - dood - doornen - engelen - gevangen - God - graf - Heer - kruis - kus - littekens - Maria - nieuw leven - Pasen - Petrus - Pilatus - redder rust - spot - steen - vergeving - verlosser - vrede - vrouwen - wang - zonden
Welke woorden horen op de stippellijnen?
Judas verraadt Jezus met een . . .
Dan nemen de soldaten Jezus . . . . . . . .
. . . . . . wordt bang, en hij zegt drie keer dat hij Jezus niet kent.
Herodes drijft de . . . . met Jezus.
De soldaten zetten Jezus een kroon van . . . . . . . op het hoofd.
En ze trekken de haren uit Jezus zijn . . . .
De stadhouder . . . . . . . zegt: ‘Ik vind geen schuld in Hem.’
Toch laat hij Jezus sterven aan een . . . . .
Jezus sterft in onze plaats voor onze . . . . . .
Nu kan . . . ons Zijn . . . . . . . . . geven.
Een . . . . . . . houdt de wacht bij het graf.
Op de derde . . . staat Jezus op uit de . . . .
De Sabbat, de Joodse . . . . dag, is dan voorbij.
Een engel rolt de zware . . . . . voor het graf vandaan.
Twee . . . . . . . lopen naar het . . . .
De . . . . . . . in het graf zeggen: ‘Jezus is hier niet.’
De . . . . is opgestaan!
. . . . . ziet Jezus in de tuin. Wat is ze blij!
Jezus gaat naar Zijn vrienden en zegt: ‘Ik geef jullie mijn . . . . . ’
Jezus toont de . . . . . . . . . in Zijn zij en in Zijn handen.
Wow! Jezus geeft een . . . . . . . . . . !
Jezus’ naam betekent: . . . . . . Jezus is de . . . . . . . . .
Het is . . . . . !
Schrijf de goede woorden op de stippellijnen en zoek deze woorden in de woordzoeker. De letters die overblijven vormen een nieuw woord.
Jezus sterft in jouw plaats, en Hij geeft jou wat je niet hebt verdiend,
. . . . . .
www.bijbelidee.nl
Antwoorden Het woord dat overblijft is: genade
Download