Commissie voor milieu, natuur en landschap Datum commissievergadering: -DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 808828 drs. W. van Deursen 073-6812393 drs. H. Vissers WMV/S&P Task Force MNL-0485 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 29 januari 2002 2 Onderwerp: Omgaan met industriële grondwaterwinningen. Voorstel aan commissie: 1. kennis nemen van de resultaten van de enquête onder bedrijven in de levensmiddelen-, conserven- en (fris)drankenindustrie alsmede hoogwaardige procesindustrie, ten aanzien van de wenselijkheid van maatregelen bij deze bedrijven om de kwaliteit van de grondstof (grond)water te kunnen garanderen; 2. kennis nemen van de uitkomsten van het bestuurlijk overleg gedeputeerde Milieu en (een delegatie van) het SEOB op 16 november 2001; 3. kennis nemen van de wens van bedrijfsleven en provincie om pilots uit te voeren om optimale maatregelenpakketten te kunnen bepalen om de kwaliteit van de grondstof (grond)water te kunnen garanderen. Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, drs. W. van Deursen Commissie voor milieu, natuur en landschap Bijlage: 1. uitkomsten enquête onder bedrijven; 2. uitkomsten van het bestuurlijk overleg gedeputeerde Milieu en het SEOB. Notitie ten behoeve van de Commissie voor milieu, natuur en landschap inzake het omgaan met (bescherming van) industriële grondwaterwinningen. Vanaf het eind van de jaren `80 is, naar aanleiding van periodiek overleg tussen de gedeputeerde milieuzaken en de commissie Milieu PSK (Provinciaal Samenwerkingsverband Kamers van Koophandel) in 1987, bescherming van industriële winningen in diverse fasen aan de orde geweest. Ons college heeft medio mei 2001 ingestemd met het laten opstellen van een beleidsplan “Bescherming van grondwater voor consumptie”. Het beleidsplan is gericht op het bewerkstelligen van een duurzame bescherming van het grondwater bestemd voor consumptiewater in de provincie Noord-Brabant. In verband hiermee, alsook de vernieuwing van het Streekplan en Waterhuishoudingsplan, heeft de provincie een onderzoek gedaan en een notitie opgesteld om voor de bedrijven in de levensmiddelen-, conserven- en (fris)drankenindustrie, alsmede hoogwaardige procesindustrie, inzicht te krijgen in de (on-)mogelijkheden en wenselijkheid van maatregelen om de kwaliteit van hun grondstof (grond)water (blijvend) te kunnen garanderen. Op 12 november 2001 heeft in uw commissie de onderzoeksresultaten voorgelegen met een beschrijving van de discussie die heeft gespeeld sedert eind jaren `80 en van de ontwikkelingen die zich sedertdien hebben voorgedaan ten aanzien van het milieu (wetgeving/milieubesef en -kwaliteit). Tevens is een afwegingskader gegeven van mogelijkheden om de kwaliteit van het (grond)water dat gebruikt wordt in de industrie te waarborgen. Hierbij is een beperkt aantal voorkeursopties gegeven. Na bespreking in uw commissie heeft op 16 november 2001 bestuurlijk overleg plaatsgevonden met een (delegatie) van het SEOB. Naar aanleiding van de respons en uitkomsten van een enquête gehouden onder alle bedrijven in de levensmiddelen-, conserven- en (fris)drankenindustrie, alsmede hoogwaardige procesindustrie (i.e. met een grotere grondwateronttrekking, in de provincie Noord-Brabant), de kostenaspecten, de uitkomsten van Platform Water en MOLO-B, de discussie in uw commissie van 12 november 2001 en op basis van het bestuurlijk overleg met het SEOB, heeft ons college een standpunt ingenomen over de rol van de provincie bij het nemen van maatregelen bij bedrijven. Duidelijk is dat het instellen van boringsvrije zones door de provincie (op basis van Provinciale milieuverordening) nog niet aan de orde is. Ons college ziet het als beste optie om eerst met een beperkt aantal bedrijven pilots uit te voeren met als doel: inzicht te krijgen in de aard en omvang van bedreigingen van de kwaliteit van het te onttrekken grondwater; inzicht te krijgen in de kwetsbaarheid (geohydrologische opbouw, omvang onttrekkingsgebied) van de huidige winningen; inzicht te krijgen in de meest optimale mogelijkheden om deze bedreigingen te saneren en de winningen te beschermen, zoals; - Wat betekent bescherming voor kostenaspecten bij andere bedrijven, hoe moeten deze kosten gedragen worden etc.? - Wat betekent bescherming voor ruimtelijke ordeningsaspecten, voor het bedrijf, omliggende bedrijven en dergelijke, gemeenten en provincie? - Wat betekent bescherming voor handhavingsaspecten (gemeente/provincie)? inzicht te krijgen in de mogelijkheden (ook) water van de waterleidingmaatschappijen te betrekken; een overlegklimaat te doen ontstaan tussen bedrijfsleven, provincie en gemeenten waarmee in goede harmonie maatregelen kunnen worden ontwikkeld. Vraag voor de pilots is hierbij hoe het proces van de pilots georganiseerd moet worden om het bestuurlijk te kunnen volgen en sturen. -2- Het komende jaar zullen de pilots worden uitgevoerd, waarna de uitkomsten bepalend zullen zijn voor de verdere provinciale rol bij de bescherming van het grondwater dat de industriële onttrekkers in de levensmiddelen-, conserven- en (fris)drankenindustrie gebruiken. De kosten van de pilots (€ 100.000,--) zullen worden betrokken bij het integraal afweegmoment in het kader van de Voorjaarsnota 2002. Gelet op het feit dat de beschikbare middelen thans niet toereikend zijn, zal dat betekenen dat bepaalde activiteiten of maatregelen niet of in beperkte mate, of later in de tijd zullen worden uitgevoerd. In het kader van de financiële afweegmomenten zal bezien worden welke financiële middelen kunnen worden toegevoegd Tot slot heeft ons college 3 punten aangegeven welke door het bedrijfsleven als aandachtspunten genoemd zijn bij het beschermen van de grondwaterkwaliteit. In de bijlage wordt kort op de stand van zaken ingegaan. 's-Hertogenbosch, 29 januari 2002. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.