Document: Afgedrukt: Document1 20 juli 2017 memorandum Datum : 17 December Onderwerp : Discussiepunten reflectiebijeenkomsten pilots MLV Van : HKV, Deltares Aan : Deelnemers Dit memorandum schets de discussiepunten zoals besproken op de reflectiebijeenkomst naar aanleiding van de pilots die zijn uitgevoerd in het deltaprogramma. Het gaat om de pilots voor Dijkring 41, Dijkring 48, Brabant, IJsselvechtdelta (Mastenbroek) inclusief Kampereilanden, Roermond en de Limburgse Eilanden. HKV, Deltares hebben in deze pilots in verschillende samenstellingen samengewerkt. Tijdens deze pilots is gewerkt aan de hand van een ‘stappenplan’. Dit stappenplan schetst een proces waarin aan de hand van werkbijeenkomsten met deelnemers (hierbij is gefocust op de meest betrokken partijen) uit de verschillende lagen (waterschap, gemeente, provincie, veiligheidsregio) achtereenvolgens: De criteria zijn benoemd waarop MLV strategieën worden beoordeeld. Het ging hierbij expliciet om aanvullende criteria op overstromingsrisico’s en kosten om een maatschappelijke afweging te kunnen maken. Strategieën gevormd op basis van combinaties met maatregelen gericht op waterkeringen, anders bouwen en ophogen, compartimentering, normdifferentiatie, ramppenbeheersing, evacuatie en zelfredzaamheid. Het scoren van deze strategieën met behulp van een ‘afwegingskader’ met hierin de criteria van de eerste bijeenkomst. Hierbij is geen oordeel geveld ten aanzien van de scores omdat dat is voorbehouden aan bestuurders die een integrale afweging maken op basis van de aangeboden informatie. Hierbij is: o Het overstromingsrisico bij iedere strategie bepaald met het MLV instrument (ookwel de MLV tool) o De kosten zijn geschat op basis van kentallen (van het Expertise Centrum Kosten van het Deltaprogramma, ECK) die op basis van lokale kennis zijn geüpdatet. Combineren van deze kosten met de risico’s levert de totale kosten. o Het afwegingskader als instrument om de verschillend criteria te vergelijken. De criteria (behalve risico en kosten) zijn hier kwalitatief benoemd door de deelnemende experts inclusief een motivatie. Tijdens de bijeenkomst is ook stilgestaan bij de uitkomsten van de proeftuinen die door DPNH zijn uitgevoerd (door bureau WING). Tijdens deze proeftuinen ging het met name om het bewustwording van MLV en is er geen (kwantitativeve) analyse uitgevoerd over kosten en financiële haalbaarheid en naar overstromingsrisico’s. Tijdens de bijeenkomst zijn de volgende zaken besproken: 1. Helderheid over de deltabeslissing (governance). Veel discussie richtte zich op organisatorische aspecten rondom de deltabeslissing. Door het ontbreken van kaders wordt de discussie erg breed. Zo kwam bijvoorbeeld ter sprake wie initiatiefnemer is voor MLV maatregelen (in de huidige uitwerking van waterveiligheid is de waterbeheerder de initiatiefnemer, het waterschap is hierbij uiteraard wel in gesprek met de omgeving). Ook HKV LIJN IN WATER 1 van 3 Document: Afgedrukt: Document1 20 juli 2017 memorandum werd opgemerkt dat pas wanneer er een helder beleidskader is, (terecht dan pas) andere partijen pas acties ten aanzien van waterveiligheid zullen gaan ondernemen. 2. De noodzaak van een gebiedsvisie die frequent wordt gesynchroniseerd (bijvoorbeeld bij de toetsing van de waterkering). In deze gebiedsvisie wordt gekeken naar de mogelijkheden voor MLV en is een basis voor richtinggevend beleid voor de verschillende lagen. Dit beleid biedt de kaders voor allerlei projecten die uitgevoerd worden gedurende een bepaalde periode. Hiermee wordt het beleid in een gebied en het lokale niveau en de uitvoering meer met elkaar verbonden. De structuurvisie van een provincie kan een dergelijk middel zijn. Hiermee wordt voorkomen dat MLV discussies telkens op projectniveau worden gevoerd en dat korte termijn niet te verenigen zijn. Hoe de gebiedsvisie eruit zal zijn zal sterk afhangen van de specifieke omstandigheden en de (politieke) belangen. Zo zal in de ene dijkring de nadruk meer liggen op waterkeringen en in andere meer op ruimtelijke ingrepen. Na verloop van tijd kan dit ook weer wijzigen, het is dan ook van belang om synchronisatiemomenten te hebben en te verankeren dat deze ook worden uitgevoerd. Binnen de IJsselvechtdelta (Provincie Overijssel, waterschap) heeft men positieve ervaringen met het opstellen van deze gebiedsagenda’s. Ook Rivierenland (Evert Hazenoot) adviseert om op basis van de ervaringen van de pilots opgedaan in het waterschap voor iedere dijkring een dergelijke analyse beschikbaar te hebben om het dialoog aan te gaan tussen waterschap, gemeente, provincie en rampenbestrijder. 3. Dialoogfunctie van meerlaagsveiligheid. De uitgevoerde pilots (en proeftuinen, en idealiter een gecombineerde aanpak, zoals in de pilot Roermond) wordt gezien als een goed instrument om de dialoog te faciliteren tussen waterschap, gemeente, provincie en rampenbestrijder. Door deze dialoog staat water op de agenda en is men beter in staat om keuzes te maken (slimme of logische combinaties of gebruik van de kennis bij inrichting of herstructurering). De dialoog biedt de mogelijkheid voor zowel de waterbeheerder als de ruimtelijk ontwikkelaar om de strategische gebiedsontwikkeling te bespreken. 4. Instrumenten, gegevens en toegankelijkheid. Geconcludeerd is dat de instrumenten die worden gebruikt (MLV instrument, afwegingskader, stappenplan, kostenkentallen) waardevolle instrumenten zijn die structuur en informatie geven over risico’s en financiële haalbaarheid waaraan behoefte is. Het toepassen van de instrumenten en aanpak heeft in alle pilots bijgedragen aan de samenwerking tussen de disciplines en aan draagvlak voor de uitkomsten. In een aantal maal is bestuurlijk geëvalueerd (als rivierenland) waarbij is geconcludeerd dat de resultaten een goede basis zijn voor een bestuurlijke discussie of keuzes (als in Limburg rondom de Eilanden). Geconcludeerd is de data om de analyse uit te voeren ook beschikbaar is. Er is wel behoefte om zowel de data als de instrumenten meer toegankelijk te maken, en meer inzichten te verschaffen via opleiding. Nu is het nog voorbehouden aan een (kleine) groep experts, het is wenselijk als alle sectoren hiermee kunnen werken of toegang toe hebben. Verschillende insteken zijn denkbaar zoals dat het toegankelijk moet zijn vanuit het werkproces van de betrokkenen (een vergelijking werd gemaakt van hoe het bij externe veiligheid is gedaan, er is ook gepleit om gebruikers uit deze sectoren meer te betrekken). Een andere insteek is dat met name aan de vraagarticulatie moet worden gewerkt en dat analyses door experts worden uitgevoerd. Voor de waterdata is het ook van belang dat er voldoende kennis aanwezig is om deze te interpreteren. Voor Rijkwaterstaat WVL is door Deltares en HKV een cursus ontwikkeld over waterrisico’s en de toepassing en analyse van meerlaagsveiligheid. 5. Kosten baten en andere criteria. Het afwegingskader is opgesteld om het debat tussen verschillende criteria te kunnen voeren en niet de kosten de discussie te laten domineren. Toch worden de kosten nog als dominant ervaren. Dat komt ook omdat het in de praktijk HKV LIJN IN WATER 2 van 3 Document: Afgedrukt: Document1 20 juli 2017 memorandum lastig is gebleken om de andere ruimtelijke criteria kwantitatief maar ook kwalitatief te scoren of te beschrijven. In de pilots is gekozen voor een kwalitatieve vorm om de drempel niet te hoog te maken, toch is het lastig gebleken onderscheidende scores op te stellen. Meer aandacht hiervoor is wenselijk om een betere maatschappelijke discussie te kunnen voeren. 6. Behoefte aan vuistregels (of een checklist). Er is bij de deelnemers behoefte aan vuistregels die gebruikt kunnen worden voor een eerste verkenning voordat een analyse met het MLV instrument nodig is. Deze vuistregels kunnen gebruikers helpen bij het maken van keuzes, het betrekken van waterveiligheid in MKBA analyses met andere ruimtelijke doelen, en om de noodzaak voor verdere analyse af te wegen. Diverse informatie is al beschikbaar, zoals kansrijkdomkaarten, om deze vuistregels inzichtelijk te gaan maken, maar nog niet in de juiste vorm. Vuistregels kunnen helpen de vraagarticulatie bij verschillende partijen te verbeteren, waarna eventueel meer gedetailleerde analyses door (andere) experts kunnen worden uitgevoerd. 7. Behoefte aan samenvatting van inzichten uit de pilots 2013: Tot slot werd genoemd dat er nog behoefte is aan een reflectie en samenvatting van de gehouden pilots. Wat is er geleerd, hoe zijn de analyses gedaan, wie werd betrokken en wat zijn de resultaten. Hoe worden de verschillende instrumenten (stappenplan, MLV instrument, ontwerpen) ingezet en welke vragen kunnen deze aanpakken beantwoorden. Hiervoor wordt een brede bijeenkomst georganiseerd door RWS, DPNH en STOWA. HKV LIJN IN WATER 3 van 3