Nieuwe fiscale regeling voor inkomsten uit de

advertisement
Vandaag werd in het Belgisch Staatsblad de nieuwe fiscale regeling voor
auteurs- en naburige rechten gepubliceerd.
De nieuwe regeling geldt vanaf 1 januari 2008.
DE KRACHTLIJNEN:
Natuurlijke personen die inkomsten krijgen uit de overdracht (cessie of concessie)
van auteurs- en naburige rechten, alsook uit wettelijke en verplichte licenties
bedoeld in de auteurswet; zullen hierop voortaanvoordelig worden belast.
Deze inkomsten worden beschouwd als roerende inkomsten en worden belast aan
een bevrijdende roerende voorheffing van slechts 15 %, na aftrek van forfaitaire
kosten (bij gebrek aan bewijs van werkelijke kosten).
Het kostenforfait bedraagt 50 % voor de eerste schijf van inkomsten tot 10.000
euro.Op de schijf van 10.000 tot 20.000 euro wordt 25 % kosten in aftrek
genomen.Boven deze schijf wordt geen kostenforfait aangerekend.
Voorbeeld: een scenarist krijgt van zijn beheersvennootschap, bv. Sacd,
5.000 euro voor de exploitatie van zijn auteursrechten.
Op deze 5.000 euro worden 50 % kosten in aftrek genomen. Dit is een
forfaitaire kostenaftrek, de auteur moet deze kosten dus niet bewijzen.
Hij betaalt slechts 375 euro belastingen (15 % op 2.500 euro).
LET OP! :
Deze regeling geldt enkel voor inkomsten ontvangen door natuurlijke personen.
Deze regeling geldt dus niet voor inkomsten ontvangen door rechtspersonen (VZW,
BVBA, VOF, …).
Deze regeling geldt enkel voor de eerste schijf van 50.000 euro.
De inkomsten die
beroepsinkomsten.
50.000
euro
overstijgen,
worden
beschouwd
als
Deze inkomsten moeten worden ingevuld op de belastingbrief en worden belast aan
het gewone progressieve tarief (gaande van 25 tot 50 %).
Het gaat om een ‘bevrijdende’ roerende voorheffing.
Dit wil zeggen dat bepaalde uitbetalers van auteurs- en naburige rechten (bv. een
beheersvennootschap zoals Sabam, Sacd,…, een uitgever,…) 15 % belastingen zullen
inhouden op de inkomsten uit auteurs- en naburige rechten en dat de kunstenaar
deze inkomsten niet meer moet invullen op zijn belastingbrief (bij inkomsten <
50.000 euro, hogere inkomsten moeten wel worden ingevuld bij de
beroepsinkomsten!).
SCHEMATISCH SAMENGEVAT:
Inkomsten
Belastbare
categorie
Forfaitair
kostenforfait
Belastingtarief
0 – 10.000 euro
Roerend
50 %
15 %
10.000 – 20.000 euro
Roerend
25 %
15 %
20.000 – 50.000 euro
Roerend
Geen
15 %
> 50.000 euro
Beroeps
Procentueel
kostenforfait,
afhankelijk
van
inkomsten
25 à 50 %
PRAKTISCH PROBLEEM:
Omdat het forfaitaire kostenforfait samenhangt met de schijf van inkomsten
(degressief kostenforfait), kan echter niet met zekerheid door de verschillende
schuldenaars worden bepaald hoeveel belastingen moeten worden ingehouden.
Zo weten twee verschillende schuldenaars (bv beheersvennootschappen) niet van
elkaar hoeveel zij een kunstenaar uitbetalen en bij gevolg niet in welke
inkomstenschijf de kunstenaar zich bevindt. Het is dus niet ondenkbaar dat de
schuldenaren een verkeerd kostenforfait hanteren, met als gevolg dat er te weinig
belastingen worden ingehouden.
Voorbeeld: een zanger/componist krijgt 15.000 euro voor de exploitatie
van zijn rechten van zijn beheersvennootschappen, bv. enerzijds 10.000
euro van Sabam en 5.000 euro van Uradex.
Sabam en Uradex weten niet van e lkaar dat zij de kunstenaar uitbetalen.
Sabam zal dus denken dat zij 15 % moet inhouden op 5.000 euro (na aftrek
van 50 % kosten op 10.000 euro). Uradex denkt hetzelfde: zij zal 15 %
inhouden op 2.500 euro (na aftrek van 50 % op 5.000 euro).
Achteraf zal echter blijken dat Uradex en Sabam te weinig belastingen
hebben ingehouden: voor de schijf van 10.000 tot 15.000 euro geldt
immers maar een kostenforfait van 25 % terwijl zij beiden een forfait van
50% hebben gehanteerd.
De Minister van Financiën stelde volgende oplossing voor: de schuldenaars van
roerende voorheffing moeten een lijst opstellen met de namen van kunstenaars aan
wie rechten zijn uitgekeerd. Op basis van deze lijst zouden de nodige regularisaties
voor deze situaties kunnen gebeuren. Of dit juridisch mogelijk is blijft onzeker. Deze
inkomsten moeten immers niet worden vermeld op de aangifte, dus de aangifte is
correct.
Momenteel bestaat er geen duidelijkheid over bovenstaande en andere praktische
uitvoeringsmodaliteiten. Dit zal nog verder moeten worden bepaald in
uitvoeringsbesluiten.
ANDERE PRAKTIJKVOORBEELDEN:
Voorbeeld 1:
Een auteur ontvangt 15.000 euro auteursrechten van zijn uitgever.
Op de eerste schijf van 0 tot 10.000 euro: kostenaftrek van 50 %
= 5.000 euro
Op de tweede schijf van 10.000 tot 15.000 euro: kostenaftrek van 25 %
= 2.500 euro.
Op het bedrag van 7.500 euro wordt 15 % belastingen ingehouden.
De kunstenaar betaalt dus 1.125 euro belastingen op deze auteursrechten .
Voorbeeld 2:
Een componist/muzikant ontvangt 80.000 euro voor de exploitatie van zijn
auteursrechten via Sabam en van zijn naburige rechten via Uradex.
Op de eerste schijf van 0 tot 10.000 euro: kostenaftrek van 50 %
= 5.000 euro
Op de tweede schijf van 10.000 tot 20.000 euro: kostenaftrek van 25 %
= 5.000 euro
Op de derde schijf van 20.000 tot 50.000 eur o: geen kostenaftrek.
Voor de eerste schijf tot 50.000 euro betaalt de kunstenaar op het bedrag
van 40.000 euro 15 % belastingen. De componist/muzikant betaalt dus
6.000 euro belastingen op deze auteursrechten.
De inkomsten van de schijf van 50.000 tot 80.000 worden belast als
beroepsinkomen, dienen in die hoedanigheid te worden opgenomen in de
belastingsaangifte en worden belast tegen het normale progressieve
tarief, gaande van 25 tot 50 %.
Download