Concept Arbeidsvoorwaarden agenda FNV in Beweging 2014 (Concept d.d. 30 augustus 2013) Inleiding Sinds 2008 ligt de Nederlandse economie op zijn gat. Al een aantal jaar vertellen gerenommeerde bureaus en banken ons dat het eind van de crisis nu toch echt in zicht is, maar het tegendeel blijkt waar. Voor 2013 werd een licht herstel voorzien, maar inmiddels blijkt de economie te krimpen. De belangrijkste reden waardoor de groeicijfers lager uitvallen dan voorspeld zijn de overheidsbezuinigingen. Door de crisis is het begrotingstekort van de overheid sterk opgelopen. De uitgaven stijgen doordat meer mensen werkloos zijn en de inkomsten dalen door lagere belastingopbrengsten als gevolg van minder werknemers en een lagere loonstijging. Om de overheidsfinanciën niet uit de hand te laten lopen hebben alle landen in de eurozone afgesproken om hun begrotingstekort niet verder dan 3% op te laten lopen. Het kabinet wil daar met alle geweld aan voldoen, ondanks dat er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. Het gevolg daarvan is de tomeloze bezuinigingsdrift met een voornemen om 8 miljard te bezuinigen, waarvan er 2 miljard weer geïnvesteerd wordt. Maar die bezuinigingsdrift heeft een grote keerzijde. Bezuinigen betekent lastenverzwaringen voor de burger en/of minder (kwalitatief goede) publieke dienstverlening van de overheid. Lastenverzwaringen zorgen voor een lagere koopkracht (met name aan de onderkant) en minder publieke dienstverlening betekent minder banen en aantasting van de kwaliteit van de arbeid. Lastenverzwaringen en minder banen zorgen er beiden voor dat de burger minder te besteden heeft. En dat heeft weer effect op de verkoop van kleding, computers, auto’s en huizen. Waardoor daar weer mensen hun baan verliezen en de overheid weer minder geld binnen krijgt en meer WW moet betalen. Nu het kabinet dan onverkort lijkt vast te houden aan de 3% norm komt Nederland in een vicieuze cirkel van lage groei gevolgd door extra bezuinigingen. Dat dreigt nu. Daarom is het belangrijk dat we nu investeren in de economie. Dat we zorgen voor voldoende werkgelegenheid en fatsoenlijke lonen. Dat we werken aan kwalitatief goed werk met perspectief en zekerheid. Dat werk veilig en gezond is. Dat we beschut werk betalen via de cao. Dat we vakmanschap voorop laten staan. En dat we werkgevers houden aan de afspraken die we met ze maken, zodat er niet door gebruik van allerlei constructies cao’s ontdoken worden en concurrentie op arbeidsvoorwaarden mogelijk wordt. Zo kan het consumentenvertrouwen weer stijgen en zullen de bestedingen langzamerhand opkrabbelen. Daarbij is het van belang dat de lasten eerlijk verdeeld worden, zodat de gevolgen van de bezuinigingen niet alleen terecht komen bij de groepen die het toch al zwaar hebben. Dat is de inzet voor het arbeidsvoorwaardenbeleid 2013-2014. Onze inzet komt niet uit de lucht vallen. In april van dit jaar heeft FNV in Beweging het Sociaal Akkoord “Perspectief voor een sociaal én ondernemend land: uit de crisis, met goed werk, op weg naar 2020” afgesloten met werkgevers en het kabinet. Het Sociaal Akkoord biedt perspectief omdat het onzeker werk en ontduiking van cao’s aanpakt en investeert in werkgelegenheid. We hebben uitgebreid met elkaar gesproken over onze inzet. We willen verder bouwen aan het sociaal akkoord, ook aan de cao-tafel. Wij verwachten dat ook werkgevers en overheid de afspraken nog steeds onderschrijven en zullen hen aan het sociaal akkoord houden, ook op arbeidsvoorwaardengebied. 1 Inzet 2014 We komen tot de volgende uitgangspunten voor het arbeidsvoorwaardenbeleid van -2014: • Gewoon goed werk; • Werkgelegenheid; • Loon; • Naleving. Daarnaast willen we op pensioen afspraken maken om voor iedereen ook in de toekomst een goed pensioen af te spreken. Gewoon goed werk is al een aantal jaren heel belangrijk voor de FNV. Gewoon goed werk is werk dat voldoende inkomen en inkomenszekerheid oplevert, dat zekerheid biedt over je werk en werktijden, dat veilig en gezond is, dat toegang biedt tot sociale zekerheid. We willen slechte flex verminderen en ontduiking van de cao door schijnconstructies aanpakken. De kwaliteit van ons werk staat in steeds meer sectoren onder druk. Steeds vaker zijn er te weinig (ingewerkte) collega’s of te weinig uren om de kwaliteit te leveren die we graag willen leveren. Denk hierbij aan de schoonmaak waar medewerkers steeds minder minuten krijgen om een wc schoon te maken, het onderwijs waar leraren steeds grotere klassen krijgen waardoor ze onvoldoende aandacht aan de leerlingen kunnen schenken en de zorg waar steeds minder mensen voor steeds meer patiënten moeten zorgen. Oorzaak hiervan is dat op papier de financiële som moet kloppen en de kosten zo laag mogelijk moeten zijn. Of er daadwerkelijk voldoende mensen zijn om kwaliteit te leveren is vaak niet aan de orde. Om die som te laten kloppen moeten werknemers ook steeds vaker strakke protocollen volgen en handelingen registreren, waardoor er minder ruimte is om met elkaar het eigen werk in te richten. Daar willen we verandering in brengen: de kwaliteit van het werk wordt weer leidend in hoe we ons werk doen, niet hoeveel minuten we er maximaal aan mogen besteden om de financiële som te laten kloppen. Werkgelegenheid is zeker nu van groot belang. We willen dat iedereen kan werken, ook mensen die zijn aangewezen op beschermd werk. We willen dat mensen die werkloos dreigen te worden geholpen worden naar ander werk, dat dan ook gewoon goed werk moet zijn. We weten dat we langer door moeten werken, maar dat willen we graag op een fatsoenlijke manier kunnen doen. Werkgevers moeten investeren in werknemers, bijv. in opleidingen. En we werken aan investeringen in werkgelegenheid, bijv. door de afspraken uit het Energieakkoord uit te werken en sectorplannen te maken. Loon en koopkracht gaan hand in hand. Bezuiniging op bezuiniging hebben de portomennee steeds verder geleegd. De cijfers van het Centraal Planbureau laten zien dat Nederland een gezonde economie heeft waar ruimte is voor welvaart voor iedereen. In plaats van te bezuinigen is een tegengestelde strategie gewenst arbeidsvoorwaardenruimte zou zo veel mogelijk moeten worden aangewend voor bestedingen en daarmee herstel van de werkgelegenheid. De FNV zal er in 2014 alles aan doen om de beschikbare economische arbeidsvoorwaardenruimte om te zetten in geld voor werknemers en arbeidsvoorwaarden die zekerheid scheppen in onzekere tijden. Op grond van de economische ontwikkelingen stelt de FNV de arbeidsvoorwaardenruimte vast op 3%. De achter blijvende koopkracht en hoge inflatie maken het wenselijk te kiezen voor een looneis die op de grens van de arbeidsvoorwaardenruimte zit. De FNV kiest daarom voor een looneis van maximaal 2,5% en ruimte om verder te werken aan onze Gewoon goed werk-agenda. De loonstijging kan gedeeltelijk ook in centen in plaats van procenten worden gerealiseerd. Naleving van de gemaakte afspraken wordt steeds belangrijker. Als we iets afspreken, willen we ook dat werkgevers zich er aan houden. We willen niet dat zij constructies verzinnen om onder de afspraken uit te komen. Afspraak is afspraak! 2 Invulling inzet 2014 Deze uitgangspunten willen we in cao’s gaan uitwerken. Per sector kan deze uitwerking verschillen. In de ene sector zal de nadruk meer op werkdruk liggen, in de andere meer op gelijk loon voor gelijk werk. De hoofdlijnen spreken we gezamenlijk af. Dat zijn de volgende onderwerpen: • Gewoon goed werk betekent dat we: o Veilig en gezond werk voorop zetten; o Onzekerheid beperken door de doorstroom van bijv. tijdelijke contracten naar vast werk te vergroten; o Vormen van slechte flex/onzeker werk beperken door bijv. payrollen en 0urencontracten aan te pakken; o Aanbesteden goed regelen zodat mensen aan het werk kunnen blijven en de werkdruk niet steeds hoger wordt; o Vakmanschap voorop zetten en werknemers de ruimte geven om hun werk goed te doen zonder alles te moeten doen volgens allerlei complexe protocollen; o De kwaliteit van (publieke) dienstverlening niet verder onder druk laten zetten; o Gelijke rechten ongeacht contractsoort vastleggen zodat de ene werknemer niet goedkoper kan zijn dan de andere, bijv. door toepassing volledige inleen cao, naast loononderdelen in elk geval ook scholingsmogelijkheden; o Schijnconstructies aanpakken zodat concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengegaan wordt; o Werken aan verbeteringen van de sociale zekerheid zodat je ongeacht je contractsvorm bescherming tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid opbouwt; o Zeggenschap en Het nieuwe werken: zeggenschap over arbeidstijden met arbeid en zorg combineren. • Werkgelegenheid betekent dat we: o Duurzame inzetbaarheid en levensfasebewust personeelsbeleid bevorderen; o.a. door goed scholingsbeleid; o Wajongers, jongeren en SW-ers meenemen in werkgelegenheidsafspraken die zo concreet mogelijk moeten worden, de afspraken uit het sociaal akkoord hierover uitwerken en vooruitlopend op de Participatiewet 1 plek per 50 werknemers reserveren; o Werken met behoud van uitkering alleen tegen cao-loon mogelijk maken om concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan; o Jeugdwerkloosheid aanpakken; o Werkdruk aanpakken; o Mens volgt werk opnemen in cao’s: bij uitbesteding en aanbesteding blijven mensen het werk doen dat ze deden tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden; o Werkzekerheidsafspraken maken gericht op behoud en uitbreiding van werkgelegenheid voor al het personeel waarbij we rekening houden met de belangen van jongeren en ouderen bijv. door ouderen 80% te laten werken tegen 90% van het loon en 100% pensioenopbouw; de ruimte die vrijkomt wordt omgezet in banen voor jongeren. • Loon en koopkracht betekent dat we: o Looneis stellen van maximaal 2½%; o Gelijk werk voor gelijk loon ongeacht contractsvorm vastleggen zodat er geen ondermijning van arbeidsvoorwaarden plaatsvindt; o Laagste loonschalen verhogen tot 130% WML waar dat kan; o Jeugdlonen afschaffen; o Topbeloningen aanpakken. • Naleving betekent dat we: o Afspraken maken over de controle op naleving van de cao, bijv. met behulp van inzet Bureau Naleving FNV in Beweging. o Sterke positie van de bond opbouwen met goede vakbondsfaciliteiten; o De campagne gewoon goed werk uitbreiden; o Constructies aanpakken die tot ondermijning van cao-afspraken leiden; o Omkering van de bewijslast invoeren: werkgever moet op verzoek bond aantonen dat hij cao naleeft; 3 o De werkingssfeer van cao’s aanpassen aan de ontwikkelingen in de bedrijfstak, om vlucht uit de cao te voorkomen. 4