Renaissance en barok

advertisement
Renaissance en barok
Renaissance = wedergeboorte
Eigenschappen
De (her)ontdekking van de Klassieke Oudheid
De Oudheid fungeerde als autoriteit en als inspiratiebron.
Kunstenaars nemen 3 houden aan t.o.v. de Klassieke Oudheid:
- translatio: vertalen
- imitatio : nabootsen
- aemulatio : verbeteren
De (her)ontdekking van de natuur en de waarde van de mens
Evolutie:
In de Middeleeuwen: theocentrisme (God staat centraal)
In de Renaissance: antropocentrisme (de mens staat centraal)
Mensbeeld:
De ideale mens bij de oude Romeinen had veel virtus (trouw, dapperheid en vaderlandsliefde).
De ideale mens bij de Middeleeuwers was de heilige, men vereerde hem.
De ideale mens in de Renaissance waren de kunstenaars en de geleerden (de universele of
algemene mens).
De term Renaissance heeft vooral betrekking op de kunst terwijl de term humanisme vooral
betrekking heeft op de wijsgerige en wetenschappelijke richting.
Het belang van schoonheid
In de Middeleeuwen: kunst stond vaak in het teken van God of werden morele principes genoemd.
In de Renaissance: een kunstenaar werd zeer hoog gewaardeerd. Kunst is het bereiken van een
ideale schoonheid los van alle praktische of geestelijke bedoelingen.
Grote zin voor evenwicht en harmonie
De schoonheid waaraan de Renaissancemens zoveel belang aan hechtte was gebaseerd op
evenwichtige verhoudingen.
Eigen accenten van de barok
De Barok is een extreme uitloper van de Renaissance, de Barok behoudt de meeste van de vorige
eigenschappen maar heeft specifieke karakteristieken.
Belangrijke figuren
Bredero, J van den Vondel (Uytvaert van mijn dochterken), P.C. Hooft (Het sonnet)
Samenvattinkje Renaissance en Barok
Mensbeeld:
Uomo universale
Voordien: dapperheid, trouw en vaderlandsliefde
Dan: het aardse leven is niet belangrijk maar het hiernamaals
Nu: het aardse leven is belangrijk, de mens is niet langer het stoffelijke omhulsel van een
ziel. Ook het naakte lichaam wordt belangrijk, de schoonheid en de harmonie ervan.
Wereldbeeld:
Aardse werkelijkheid wordt belangrijk, niet de hemel.
Grote ontdekkingen, veroveringstochten.
Groeiend nationaal besef.
Wetenschappen:
Humanisme: afkeer van het abstracte denken, belang van de concrete ervaring.
Anatomische kennis wordt belangrijk.
Natuur en de mens staan op de voorgrond.
Cultuur:
Terug naar de oudheid: autoriteit en inspiratiebron.
Hunker naar schoonheid om het genot.
Mens anatomisch voorstellen, naakte figuren.
Streven naar goede verhoudingen, evenwichtige opbouw, symmetrie.
Ideale schoonheid proberen te bereiken los van praktische of geestelijke bedoelingen.
Allround kunstenaar.
De schrijvers uit de Renaissance en Barok
Joost van den Vondel (Uytvaert van mijn dochterken):
Godsdienst:
Hij was protestants.  Geloofde in God.
Economisch:
Hij ging weinig of niet naar school.  Arm
Politiek:
Hij koos partij voor Oldenbarnevelt  Tegen prins Maurits
Persoonlijk:
Hij verloor zijn vrouw en 2 kinderen in 4 jaar tijd.
Pieter Corneliszoon Hooft (Het sonnet):
Economisch:
Hij was welgesteld.  Rijk
Politiek:
Hij was lid van de Muiderkring  Select gezelschap van dichters, kunstenaars en
wetenschappers.
Persoonlijk:
Hij schreef bijna altijd sonnetten.  Hoofdzakelijk liefdespoëzie.
Gerbrand Adriaensz Bredero:
Economisch:
Hij was welgesteld.  Rijk
Persoonlijk:
Hij had de reputatie van een onbezorgd en onernstig levensgedrag te hebben.
Zijn zinspreuk was << ’t kan verkeeren >>.
Dichtstijl:
Hij werd eerst opgeleid als kunstschilder, dat zie je ook in zijn voorkeur voor kleur en detail.
Literatuur: Waarom doen wij wat wij doen?
Inleiding:
Motivatie gedrag:
- Dieren: leven om te overleven.
- Mensen:
Streven naar een beloning.
Willen een straf vermijden.
Geen logische verklaring  Kick
Midden:
Definitie:
- Gedrag zonder logische verklaring.
- Gemoedstoestand van opwinding.
Gevoel:
- Tijdens de handeling: negatief gevoel door het gevaar en de angst.
- Na de handeling: positief gevoel.
Kenmerken:
- Tussen milde spanning en angst in.
- Een grens overschrijden.
- Kortstondige duur.
- Roept onmiddellijk op tot meer.
Oorzaken:
- Volgens Tardieu:
- Volgens S. Piët:
- Verveling is de oorzaak van allerlei handelen.
- De actie kan soms extreem (kick) en agressief zijn.
- Onrust en angstige spanning.
- Het ontbreken van uitdagingen.
- Het gemis aan de noodzaak om iets te moeten doen om te overleven.
Slot:
Extreem handelen is van iedere beschaving:
Oorzaak: het ontbreken van een prikkeling of relevante stimulering uit de omgeving.
Literatuur: Van den vos Reinaerde
Kleine samenvatting:
- Reinaert wordt drievoudig beschuldigd door Isengrijn (wolf), Cortoys (hond) en Pancer
(bever).
- Reinaert wordt naar het Hof gehaald door Bruun, Tibeert en Grimbeert.
- Reinaert stelt een drievoudig pleidooi:
- Indruk maken op het Hof.
- Nogmaals indruk maken op het Hof.
- Openlijke biecht.
- Reinaert gebruikt drie listen:
- De geheime schat.
- De pelgrimage.
- Het uitgeleide.
- Op het einde wordt Reinaert alsnog vogelvrij verklaart.
Inleiding
Situering
Er zijn drie soorten epiek: ridderepiek, dierenepiek en religieuze epiek. Dit verhaal hoort bij de
dierenepiek.
Ontstaan
De dierenepiek is ontstaan als kritiek op de hoofse ridderepiek.
Auteur
Willem die Madoc maakte (stelt zich voor in de inleiding van het verhaal).
Datum
Rond 1260.
Bron
In die tijd was een werk dat verscheen eigendom van de gemeenschap. Dit werk is een vertaling van
het eerste deel van het Franse ‘Roman de Renard’.
Proloog en aanvang
Functie van een proloog
Middel om aandacht te vragen en om het onderwerp bekend te maken.
Ars poetica
Volgens de ars poetica bestaat de proloog uit drie vaste onderdelen:
- Causa Scribendi:
- De reden waarom het verhaal geschreven werd.
- Hier: het werk van Arnout verder afwerken en het was een verzoek van een dame.
- Bronvermelding:
- De auteur vermeld bronnen om zijn verhaal geloofwaardigheid aan te doen.
- Hier: werk van Arnout en de Franse boeken.
- Gebed om hulp:
- Hier: regel 10: ‘God moge ons ter zijde staan!’
Parodie
Het verhaal is een parodie op de ridderroman en de maatschappij.
Parodie = de vorm behouden maar de inhoud belachelijk maken.
- In alle Hoofse romans komt een avontuur voor, een belangrijke tocht naar een voorwerp of
persoon.
- Die vite = die historie = Een levensbeschrijving van een heilige.
- Elke Hoofse ridderroman begint met een Hofdag.
- Manque = de ordo wordt verstoord.
- Queeste = een Hoofse zoektocht.
De queeste van Bruun
Personages
Bruun stelt zich belachelijk voor.
Hij doet zich stoer en zelfzeker voor.
Hij is lichtgelovig, dom en hij vleit Reinaert om honing te krijgen.
Hij laat zich in de luren leggen.
Reinaert is een levensgenieter, rustig, sluw en een mooiprater.
Conclusie:
Bruun doet zich zelfzeker voor maar hij heeft een gebrek aan mate.
Reinaert is vals en heeft goede verleidingstechnieken, hij zet iedereen naar zijn hand.
Grondgedachte
- Sarcastische uitbeelding van de gehele maatschappij via een spiegel van de dierenwereld.
- De intelligente sluwe vos komt in conflict met zijn superieuren en gelijken maar hij redt zich uit
alle moeilijkheden door handig op de gebreken van anderen in te spelen.
Conclusie
Dit verhaal is een parodie op de roman, de personages en de maatschappij.
Dit verhaal is ook een satire = een hekeldicht, prozawerk waarin bepaalde toestanden of menselijke
eigenschappen worden bespot.  Hier: menselijke zwakheden, middeleeuwse maatschappij,
feodale verhoudingen, corruptie aan het Hof, onmacht van de koning en koninklijke rechtspraak.
In die tijd mocht men niet ongestraft kritiek uiten, daarom worden de mensen door dieren
vervangen = antropomorfisme.
Download