Oefentoets KLAS 2 1a. In hoeveel samenlevingen en perioden kun je de geschiedenis indelen? 1b. In welk tijdvak en perioden valt de Nederlandse Renaissance? 1c. Beantwoord dezelfde (1b) vraag voor de Italiaanse Renaissance? 1d. Leg uit dat Leonardo da Vinci een goed voorbeeld is van één van de manieren waarop de Renaissance zich over Europa verspreidde. 2a. Waarom past het motto Capre Diem beter bij de Humanisten, dan Memento Mori, als je kijkt naar hun handelen? 2b. Om welke reden greep men in de Renaissance terug op de kennis van de Oudheid? 2c. Welk tijdvak duurt even lang als de Oudheid? 2d. Leg uit waarom Erasmus een wegbereider van de scheuring van de kerk kan worden genoemd? 2e. Wie, EN door welke actie, was verantwoordelijk voor de scheuring van de kerk? 3a. Waarom was één van de aanleidingen van de Nederlandse opstand: de Beeldenstorm, er niet geweest zonder de Reformatie? 3b. Geef een politieke en economische oorzaak van de Nederlandse opstand. 3c. Waren de meeste Nederlanders, Lutheraans of Calvinistisch? EN hoe werden deze mensen in Frankrijk genoemd? 3d. Noem twee inhoudelijke verschillen tussen Lutheranen en Calvinisten? EN met welke groep vormen zij samen de Christelijke kerk? 4a. Leg uit dat Spanjaarden in de ogen van Nederlandse opstandelingen ketters waren. 4b. Wat is de relatie tussen ketters en de Spaanse inquisitie? 5a. Leg uit dat het Plakkaat van Verlating een eerste stap was naar een nieuwe soevereiniteit in de Nederlanden? 5b. Leg aan de hand van den Briel uit, dat de eerste vier jaar van de Nederlandse opstand geen succes waren. 6a. Wat is propaganda? 6b. Geef een voorbeeld van propaganda uit de Nederlandse opstand. 7. Schrijf de betekenis op van onderstaande begrippen: a. Aflaat b. Geuzenpenning c. Unie van Utrecht d. Smeekschrift e. Mentaliteit BRONVRAGEN Bij bronvragen krijg je altijd voor twee zaken punten, namelijk : -Wat kun je er van de leerstof aan afleiden? Bijv. een kenmerk van Fascisme. -Hoe/waaraan zie je dat in de bron? Bijv. Dat zie ik aan de kleding van de vrouw. Die stappen MOET je altijd in je hoofd doorlopen en uitwerken op je blad. TIP: vaak zijn bepaalde zaken in een bron extra benadrukt, door de grootte, overdrevenheid of de kleur. Als ze je aandacht trekken, zit daar vaak het antwoord in verscholen. Opdracht 8 a.Door welke partij is de propagandabron gemaakt? b.Waaraan kun je dat in de bron zien (formuleer zo precies mogelijk).