Commissie voor ruimtelijke ordening volkshuisvesting en land- en tuinbouw Datum commissievergadering: 23 april 2001 DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : drs. J.H.A.M. Jansen 073 6812512 J. Jansen RO RVL 31 ter vaststelling 3 april 2001 - verslag Onderwerp: Concept-verslag vergadering commissie RVL d.d. 26 maart 2001 Voorstel aan commissie: Ter vaststelling Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, drs. J.H.A.M. Jansen, secretaris Commissie voor ruimtelijke ordening volkshuisvesting en land- en tuinbouw Advies statencommissie Bijlage: 1. Verslag Advies statencommissie Aanwezigen: A.G. van der Stoel (voorzitter); gedeputeerde drs.P.L.B.A. van Geel; mw.C.A.Bastiaansen (CDA);mevr.K. van den Berg (GroenLinks);; P.A.J.M. Emmers (VVD); drs A.J. Gorter (D66); mevr.H.F.G. de Groot-Jansen (CDA); drs P.A.C.T. van Heeswijk (CDA);); M. van Langevelde (SGP\RPF\GPV); F.M.J.J.H. Le Hane (ASP); M.T.J.M. van Lith (CDA);;H.J. Polderman (SP); mw. S. Schokker (GroenLinks);mw. H.E.M. Spermon-Marijnen (VVD); G.H.L Velthuizen (PVDA); mw.C.J.van Klinken-Vermeulen (PvdA); dhr. W.F.C. van Pinxteren (VVD) Berichten van verhindering: L.H. van der Kallen (BOF); J.A. Verhoeven (VVD); mw. M.J.A. Nijssen (PvdA) 1 Opening De voorzitter de heer Van der Stoel opent de vergadering. 2 Mededelingen en ingekomen stukken pm 3 Verslag 19 februari 2001 (RVL-21) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 4 Statenvoorstel ´vervolgproject @Brabant op weg naar een excellente ICT-provincie´ ( 11/01) De commissie stemt unaniem in met het voorstel en geeft een positief advies. De prioritering van financiële middelen zal een discussiepunt vormen bij de Voorjaarsnota. De commissie stemt in met het voorstel een tweede termijn achterwege te laten. De heer Van Pinxteren (VVD) maakt een aantal opmerkingen op het ruimtelijke ordeningsterrein. Zo juicht zijn fractie het toe dat er een koppeling wordt gelegd met het concept Brabant Stad. De positie van het GIS en het Internetdebat verdienen nadere aandacht. Mevrouw Schokker (GroenLinks) vraagt aandacht voor een evenwichtige benadering van de diverse doelgroepen; tot nog toe, gezien de streekplanvoorbereiding, blijken dat met name de middengroepen te zijn . De positie van het GIS moet ook nadrukkelijk worden geplaatst in het perspectief van de Statencommissies. Voor RVL is het een onmisbare bron bij de beoordeling van streekplanafwijkingen. In zijn algemeenheid ware het te overwegen om alle openbare informatie over ruimtelijke plannen, interactief te maken. Dat mankeert bijvoorbeeld bij het beleidsonderdeel reconstructie. De heer Velthuizen (PvdA) plaatst de claim voor financiële middelen in breder perspectief . Daarbij neigt de fractie er naar om bij prioritering onderwerpen als zorg, onderwijs en cultuur een zwaarwegender positie te geven. De heer Gorter (D66) memoreert eveneens de vraag wie de doelgroepen zijn. Daarbij zou een keuze gemaakt kunnen worden tussen potentiële doelgroepen en aansluiting bij reeds bestaande netwerken. De positie van het landelijk gebied mag daarbij niet worden vergeten. Advies statencommissie Qua prioritering sluit de heer Gorter zich aan bij het gestelde door de PvdA-fractie. De heer Van Lith (CDA) signaleert dat sprake is van een autonome ontwikkeling die zich voor een groot deel buiten de kaders van de overheden afspeelt. In dat verband is het zaak dat de overheid er voor waakt dat de ICT een zaak is voor elke Brabander. Het is nog maar de vraag of de provincie de ambitie moet hebben alle toepassingen te faciliteren. Veeleer gaat het om een inhoudelijke oriëntatie. De ICT moet verder niet worden gezien als doel op zich , maar staat ten dienste van een duurzame inrichting. Daartoe behoort bijvoorbeeld de allocatie van ICT bedrijven , maar ook de leefbaarheid in de zin van sociale duurzaamheid. Het ETIN is hier modelmatig mee bezig. Tussen de heer Van Lith en de heer Van Pinxteren ontspant zich een discussie over de operationalisering van het begrip ´leefbaarheid´. Daarbij komen zaken aan de orde als verenigingsleven, voorzieningenniveau, streefbeelden en domotica. Juist op het terrein van domotica ziet de heer Van Pinxteren de meeste mogelijkheden. Gedeputeerde de heer Van Geel merkt op dat de prioritering van financiële middelen ook een aandachtspunt zal zijn in de commissies COS en ABA. 5 Statenvoorstel Memorandum 5de Nota Ruimtelijke Ordening (40/01 A) INSPREKER Bij dit onderwerp wordt ingesproken door dhr. G. Janssen, wethouder gemeente Bergen op Zoom. Voor de inhoud zij verwezen naar het gezamenlijke persbericht van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal. De essentie komt er op neer dat beide gemeenten in de 5de Nota RO een concrete duiding wensen als ´regionetwerkstad´. De onderbouwing daarvoor zal met een StructuurvisiePlus worden geleverd. In breder verband positioneert de regio zich op de eerste plaats in het krachtenveld van Rotterdam en Antwerpen. Beraadslaging commissie eerste en tweede termijn Alle fracties zijn vol lof over de wijze van voorbereiding van het Memorandum en de betrokkenheid daarbij van de commissie. Mevrouw De Groot (CDA): Algemeen De Nota is op veel aspecten globaal van aard en ademt een centralistisch karakter. Een groot aantal uitwerkingen vindt verder pas plaats in deel 3 van de planologische kernbeslissing. Het is zaak dat daarbij zoveel mogelijk aspecten gedecentraliseerd worden aan het provinciaal bestuur . -Stad en Land Het memorandum spreekt over het in samenhang zien van stad en land in het kader van een StructuurvisiePlus (SV+). De fractie van het CDA wijst er op dat ´leefbaarheid´ in stad en platteland uiteenlopende- van elkaar verschillende exponenten kent. Het waarborgen van leefbaarheid in het landelijk gebied is gebaat met enige dynamiek. Daaraan zal met name op de lagere schaalniveaux met maatwerk vorm gegeven moeten worden. De fractie van het CDA pleit daar nadrukkelijk voor. Advies statencommissie -Rode contouren De fractie van het CDA staat achter het beginsel ´migratiesaldo nul´, evenwel mag het niet zo zijn dat kernen in een reeks van jaren een negatief migratiesaldo kennen. -Groene contouren Het provinciaal bestuur staat met het voorstel aan de Minister om de GHS op te nemen binnen de Groene contour een veel uitgebreider gebied voor dan met de Groene contour sec wordt bereikt. Daarbinnen wenst de fractie evenwel duidelijkheid over de diverse functies, waarbij de agrarische functie de dominante functie binnen de GHS moet zijn. De vogel- en habitatrichtlijnen moeten deel uitmaken van de EHS. - Balansgebieden De fractie van het CDA signaleert een provinciaal generiek beleid en pleit ervoor om de diverse kwaliteiten juist op het niveau van de structuurvisiePlus nader vorm te geven. - Rivierengebied Een aparte PKB rivierengebied is in voorbereiding. De positie van provincie en regio mogen niet overvleugeld worden. Het ´Waterbeleid 21e Eeuw´ moet eveneens aandacht krijgen voor een provinciale regierol. De heer Gorter (D66): De commissie is in het voorbereidingsproces op dit Memorandum uitgebreid betrokken. De inbreng van de fractie kan dan nu ook kort zijn.: - stedelijke netwerken Brabantstad behoeft als afwegingskader ook een duidelijk morfologische profilering. In dat afwegingskader zijn diverse modaliteiten denkbaar: naast regierol is ook de rol van partner mogelijk. De fractie van D66 is van mening dat de regio-netwerkstad Bergen op Zoom /Roosendaal zeer wel denkbaar is naast het Brabantstad-concept. - locatiebeleid Dit beleid is op rijks- en provinciaal niveau alles behalve geslaagd te noemen. In de 5de Nota is het beleid dan ook (ten onrechte) geschrapt. De fractie is van mening dat op provinciaal niveau het beleid zeker continuering behoeft. Mevrouw Van Klinken (PvdA): -rode contouren De PvdA- fractie confomeert zich aan de wijze waarop het provinciaal bestuur vorm en inhoud geeft aan de rode contour. In overeenstemming met de visie van Minister Pronk blijft het feit dat de rode functies restrictief benaderd moeten worden. - balansgebieden De fractie van de PvdA ziet liever een ´nee, tenzij´ dan een ´ja mits´- constructie ten aanzien van toelaatbare ontwikkelingen. - stedelijke netwerken Voor het operationaliseren van de Brabantstadgedachte ware een meer stringente stellingname te kiezen in het werven van Europese fondsen daarvoor. De positie van Bergen op Zoom/Roosendaal als ´regionetwerkstad´ wordt door de PvdA-fractie ondersteund. Mevrouw Spermon (VVD) noemt verder als voorbeeld Uden/Veghel. Mevrouw Van den Berg (GroenLinks): Advies statencommissie Spreekster vraagt aandacht voor de inbreng van de Alliantie Zuid Nederland en de betrokkenheid van de commissie daarbij. De fractie stemt evenals de PvdA nadrukkelijk in met de meer duurzame rode contourbegrenzing van het provinciaal bestuur. De groene contour en de nadere invulling daarvan moet zo degelijk mogelijk gebeuren; de fractie heeft daarbij een voorkeur voor het terzake opnemen van beleidsbeslissingen in het streekplan in plaats van het overlaten van de vormgeving daarvan aan gemeentebesturen. Bij de balansgebieden staat de fractie van GroenLinks, evenals de PvdA fractie liever een ´nee tenzij´ regime voor. De balansgebieden kunnen pas echt als verstedelijkingsbuffer gaan functioneren wanneer ook daadwerkelijk investeringen plaatsvinden. Het grondbeleid rechtvaardigt een aparte uitwerking in een Statenvoorstel. De fractie is eveneens teleurgesteld over het failliet van het locatiebeleid en maakt zich sterk voor continuering op provinciaal niveau. De wijze waarop Brabantstad wordt gepousseerd doet wat ambivalent aan. De begrippen stedelijke regio en netwerkstad behoeven verduidelijking; een ruimtelijke vertaling alsmede een functionele basis mankeren. De positie van West-Brabant is daarbij nog geen uitgemaakte zaak. De heer Polderman (SP): In het licht van onder meer de discussie van de B8 over grondpolitiek en de regionale uitwerking daarvan, is de vraag gewettigd of de provincie als ondeelbare entiteit eeuwigheidswaarde heeft. Mevrouw Van den Berg (GroenLinks) sluit zich hierbij aan. Overigens is ook een zekere bescheidenheid op zijn plaats waar het het gebiedsgericht (maat)werken betreft. Spreker signaleert verder het ontbreken van een ´historisch perspectief´ , daar waar het concept van de ´Brabantse Stedenring´ in het geheel niet wordt genoemd. Ten aanzien van de positie van Bergen op Zoom/Roosendaal geldt dat de kruispuntfunctie veel te weinig is uitgewerkt. Tot slot sluit spreker zich aan bij de stellingname van eerdere sprekers inzake het uitspreken van een failliet locatiebeleid en tegelijkertijd in de continuering van de inspanningen daarvoor op provinciaal niveau. Mevrouw Spermon (VVD): De VVD-fractie acht (boven)regionale regievoering niet per definitie verwerpelijk en in een aantal gevallen realistisch. In dat verband is het niet uitgesloten om ook het grondbeleid bespreekbaar te maken. Bovengemeentelijke sturing kan in zijn algemeenheid ook vorm krijgen in regionale visies van gezamenlijke gemeenten. De VVD-fractie steunt van harte de wijze waarop het provinciaal bestuur (afwijkend en met meerwaarde ten opzichte van de ideëen van Minister Pronk ) vorm heeft gegeven aan de rode contour, inclusief de regionale kwalitatieve sturingsvoorstellen. Ten aanzien van de balansgebieden wenst de VVD-fractie nadrukkelijk een ´ja, mits´ principe. Dat betekent dat daarmee ook nieuwe dorpen in balansgebieden niet imaginair zijn, zij het met vastgelegde kwantiteiten. De fractie van de VVD is geen voorstander van de groene contour. De habitat- en vogelrichtlijnen worden voldoende geacht voor het in stand houden van onder meer bijzondere natuurwaarden. Een te strakke groene contour verdraagt zich niet met de ten enenmale noodzakelijke maatschappelijke dynamiek. De VVD wil daarom niet Advies statencommissie dat de hele EHS onderdeel gaat uitmaken van de GHS. Het locatiebeleid is inderdaad failliet; wellicht moet de adviserende rol van de overheid toch overeind blijven. In de stedelijke netwerkgebieden ware ´groen in de stad zelf´ te pousseren; groen mag niet een exclusieve exponent van het landelijk gebied zijn. Gedeputeerde de heer Van Geel: De heer Van Geel is verheugd over de brede steun voor de Brabantse invulling van het rode-contour denken. Over de procedurele voortgang merkt spreker op dat Provinciale Staten op 15 april ten principale moeten besluiten over de nu voorliggende hoofdlijnen. De tussentijdse beraadslaging van de Alliantie-Zuid Nederland en de daarbij behorende conceptstukken zullen zsm vóór de PS vergadering worden aangereikt. Het definitief ontwerp kan alleen via een ´piep-systeem´ , behandeling in de commissie RVL krijgen. De gedeputeerde signaleert de zorg van de commissie over het overmatig doorschuiven van tal van onderwerpen naar PKB deel drie; de inspraak bij deel 1 krijgt daardoor een onvolledig karakter; mede daarom formuleert het provinciaal bestuur expliciet de eis dat(nadere) uitwerkingen eerst hun beslag kunnen krijgen via het streekplan. De positie van de diverse belangen in de GHS zoals natuur en agrarische sector kennen elk hun eigen beschermingsrégime . Een aparte PKB Water 21e Eeuw stuit op verzet van het provinciaal bestuur, in die zin dat het provinciaal bestuur zèlf de integratie wil bewerkstelligen in het streekplan. Het locatiebeleid wordt op provinciaal niveau gecontinueerd. Het failliet van met name het Rijksbeleid betrof onder meer de rigide parkeernormen. Door die nu losser te maken is een ruimere vestigingsdynamiek mogelijk. Daarbij hoort dan wel een andere planuitvoering zoals ondergronds parkeren en aandacht voor de modal split (positie fietsverkeer). De 5de Nota laat de invulling van Brabantstad over aan het provinciaal bestuur. Dat betekent ook dat wij zelf een differentiatie moeten aanbrengen in bv functies op diverse schaalniveaux. Overigens is BrabantStad niet louter een RO concept; de culturele dimensie is daarbij ook van belang. In BrabantStad zal worden gestreefd naar onder meer hoge kwalificaties van de stationsgebieden en de daaromheen liggende stedelijke milieus. De sociale component is een zaak die zich afspeelt op het niveau van de grote steden en het daarop geëntte grote stedenbeleid. In streekplanverband moet nader uitwerking worden gegeven aan het begrip ´stedelijke regio´. Over de positie van regionale netwerken (anders dan Brabantstad) zij nog opgemerkt dat het Rijk van mening is dat gelet op het schaalniveau, de provincie het eerstaangewezen orgaan is voor eventueel toe te kennen geldstromen. Mevrouw Van Klinken (PvdA) vindt deze opstelling van de minister alles behalve getuigen van inzicht in de belangen van toch min of meer vergelijkbare grootheden. In dat verband zegt de heer Van Geel toe ook nog eens Advies statencommissie goed te zullen kijken naar de positie van Uden/Veghel. Bij het grondbeleid ware een aantal feitelijkheden op te nemen met motivering van de regionale component en de ruimtelijke doelstellingen. De heer Van Geel zegt toe een overzicht te zullen leveren met wat, waar besproken wordt (o.m. IPO-circuit). Het eventueel onderbrengen van de Habitat- en Vogelrichtlijnen in de EHS leidt in wezen tot een uitgebreide vorm van agrarisch natuurbeheer, met een claim in de Voorjaarsnota. 7 Streekplanafwijking Nationaal Monument Vught (RVL-16) De commissie stemt unaniem in met deze streekplanafwijking en geeft een positief advies. Daarbij worden nog enkele opmerkingen gemaakt: Mevrouw Van den Berg (GroenLinks) vraagt nadrukkelijk aandacht voor een evaluatie van het compensatiebeginsel . De overige door de commissie gemaakte opmerkingen zijn van beheersmatige aard en betreffen de positie van het fietspad vanuit recreatieve optiek (mevrouw Bastiaansen, CDA) , openstelling (de heer Polderman ,SP) en de positie van een Stichting bij het zich garant stellen voor natuurcompensatie: wellicht veeleer een kwestie voor de gemeente (de heer Gorter D66). Mevrouw Bastiaansen (CDA) memoreert verder nog dat deze casus goed past in het voorgestane beleid om in de toekomst cultuurhistorische waarden zwaarder te doen wegen in het ruimtelijk beleid. Gedeputeerde de heer Van Geel: Monitoring van de natuurcompensatie is in volle gang en loopt nu gelijk op met het streekplanherzieningsspoor; evaluatie komt mettertijd ter consultering naar de commissie, om vervolgens in het streekplan een plaats te krijgen. De garantstelling vormt onderdeel van de compensatie: publiekrechtelijk via het bestemmingsplan, privaatrechtelijk via een bankgarantie en verder een contragarantstelling van gemeentewege waar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt. 6 Streekplanafwijking plaatsing woonwagens ; gemeente Helmond (RVL-15) De commissie stemt unaniem in met deze streekplanafwijking en geeft een positief advies. Daarbij zij evenwel aangetekend dat de fractie van D66 weliswaar inhoudelijk instemt met het voorstel, maar dat de fractie zich verzet tegen de in haar ogen onjuiste motivering. De commissie memoreert nog een aantal zaken: De heer Van Pinxteren (VVD) doet de suggestie om compensatie onder te brengen in een soort ´compensatiebank´ , teneinde meerwaarde te verkrijgen vanuit het Advies statencommissie werken met grote aaneengesloten oppervlakten. Met fragmentarische compensatie zoals in casu, is het compensatiebeleid niet gediend. Mevrouw Van den Berg (GroenLinks) sluit zich hierbij aan. De heer Gorter (D66) signaleert een aantal merkwaardige passages. Verder wordt in het geheel geen aandacht besteed aan integratie in reguliere woonwijken, daar waar deze bevolkingsgroep immers geen uitzonderingspositie heeft. Het gemeentebestuur heeft hier bepaald geen blijk gegeven van een doortastend beleid. De fractie is het dan ook niet eens met de motivering. Mevrouw Bastiaansen (CDA) plaatst vraagtekens bij de compensatie: sprake is van compensatie van een grondperceel waar geen bos staat. Te overwegen is verder dit stuk te reserveren als potentiële uitbreidingsruimte. De inrichting van het gebied (opslag) vraagt om een ordelijke landschappelijke aankleding. De integratie van bewoners in reguliere woonwijken is ook voor spreekster een punt van aandacht. 8 Rondvraag Op verzoek van de heer Polderman (SP) wordt in de volgende vergadering aandacht besteed aan de regionaliseringsproblematiek van de ziekenhuizen in de regio Veghel. De heer Gorter (D66) brengt nog eens de evaluatie van het voorzitterschap onder de aandacht. De voorzitter de heer Van der Stoel sluit de vergadering. 11/01 C Advies statencommissie ’s-Hertogenbosch DIS-nummer afdeling 26 maart 2001 739579 Voorgestelde behandeling: Ruimtelijke Ordening PS-vergadering : 20 april 2001 bijlage(n) onderwerp Vervolg @Brabant: op weg naar een excellente ICT-provincie In de vergadering van de Commissie voor ruimtelijke ordening volkshuisvesting en land- en tuinbouw, d.d. 26 maart 2001, is uw voorstel met betrekking tot het ‘Vervolg @Brabant: op weg naar een excellente ICT-provincie’ , aan de orde geweest. De commissie geeft een positief advies. Voor nadere aandachtspunten per fractie zij verwezen naar het verslag van deze vergadering. De commissie voornoemd, De secretaris, De voorzitter, Drs J.H.A.M. Jansen A.G. van der Stoel- 40/01 C Advies statencommissie ’s-Hertogenbosch DIS-nummer afdeling 26 maart 2001 742326 Voorgestelde behandeling: Ruimtelijke Ordening PS-vergadering bijlage(n) onderwerp Reactie op hoofdlijnen 5e nota ruimtelijke ordening : 20-4-2001 Advies statencommissie (geen statenvoorstel) In de vergadering van de Commissie voor ruimtelijke ordening volkshuisvesting en land- en tuinbouw, d.d. 26 maart 2001, is uw voorstel ‘Reactie op hoofdlijnen 5 e nota ruimtelijke ordening’ aan de orde geweest. De commissie stemt nadrukkelijk in met de uitgebreide wijze waarop met de commissie over dit onderwerp is gecommuniceerd. De commissie komt tot een unaniem positief advies over de voorliggende reactie op hoofdlijnen. Voor de beraadslagingen van de diverse fracties zij verwezen naar het verslag van deze vergadering. De opmerkingen van de diverse fracties zullen verder worden meegenomen bij de uiteindelijke reactie van de Alliantie Zuid-Nederland. De commissie voornoemd, De secretaris, De voorzitter, Drs J.H.A.M. Jansen A.G. van der Stoel Advies statencommissie (geen statenvoorstel) ’s-Hertogenbosch DIS-nummer Afdeling 26 maart 2001 739309 Ruimtelijke Ordening Bijlage(n) Onderwerp Streekplanafwijking woonwagenlocatie Bakelsedijk gemeente Helmond Advies statencommissie (geen statenvoorstel) In de vergadering van de Commissie voor ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en land- en tuinbouw d.d. 26 maart , is uw voorstel met betrekking tot de streekplanafwijking ten behoeve van de uitbreiding van een bestaande woonwagenlokatie aan de Bakelsedijk gemeente Helmond, aan de orde geweest. De commissie adviseert positief over de voorgenomen streekplanafwijking. Voor de beraadslagingen van de commissie zij verwezen naar het verslag. De commissie voornoemd, De secretaris, De voorzitter, Drs J.H.A. M. Jansen A.G. van der Stoel Advies statencommissie (geen statenvoorstel) ’s-Hertogenbosch DIS-nummer afdeling 26 maart 2001 739526 Ruimtelijke Ordening bijlage(n) onderwerp Streekplanafwijking Nationaal Monument Kamp Vught In de vergadering van de Commissie voor ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en land- en tuinbouw d.d. 26 maart , is uw voorstel met betrekking tot de streekplanafwijking ten behoeve van Nationaal Monument Kamp Vught , aan de orde geweest. De commissie adviseert positief over de voorgenomen streekplanafwijking. Voor de beraadslagingen van de commissie zij verwezen naar het verslag. De commissie voornoemd, De secretaris, De voorzitter, Drs J.H.A. M. Jansen A.G. van der Stoel