speech - Europa.eu

advertisement
SPEECH/00/363
De heer Frits Bolkestein
Lid van de Europese Commissie verantwoordelijk voor Interne
Markt en Belastingzaken
De uitbreiding en het effect ervan op de
vrijheden van de interne markt
Conferentie van "Baraad voor de Bouw"
Den Haag, 10 oktober 2000
Het is deze maand al weer 11 jaar geleden dat het ijzeren gordijn viel. En ik
verheug mij er over dat wij vandaag kunnen praten over een van de belangrijkste
uitdagingen in de geschiedenis van de Europese Gemeenschap: De uitbreiding van
de Unie met juist die landen die achter dat gordijn zaten. Ik ben mij er terdege van
bewust dat de uitbreiding misschien met gemengde gevoelens wordt bekeken door
de bouwsector, een sector met een enorm economisch en sociaal belang in de EU.
Men heeft mij verteld dat uw bruto productie 11% bedraagt van het totale BBP van
de EU, hetgeen meer dan twee keer zoveel is als het totale BBP van de kandidaatlanden, en dat uw sector goed is voor 7% van de totale werkgelegenheid in de EU.
Ik kijk dan ook met belangstelling uit naar een debat met u en naar uw ideeën,
zorgen of suggesties met betrekking tot de uitbreiding.
Ik wil er van meet af aan op wijzen dat ik er van overtuigd ben dat het bedrijfsleven
in het algemeen en de bouwsector in het bijzonder in de EU voordelen zullen
hebben bij de uitbreiding.
In de komende maanden en jaren zullen wij met politieke beslissingen worden
geconfronteerd die ongetwijfeld van invloed zullen zijn op de volgende generaties.
Wij moeten vooral beslissingen nemen over de institutionele structuur en de
werking van de huidige Unie en, misschien nog belangrijker, over de nieuwe
geografische grenzen. Wat begon als een debat over "verdieping of verruiming" van
de EU, is nu een "verdieping en verruiming" geworden en dit is niet langer een
tegenstrijdigheid, maar een noodzaak.
Maar wij zullen de Europese integratie op zodanige wijze moeten verdiepen en
verruimen dat de EU zowel bestuurbaar als leefbaar blijft. Beleidsmakers moeten
ervoor zorgen dat de Europese Unie functioneert, niet alleen nu, maar ook in de
toekomst.
De uitbreiding is voor mij niet alleen een politieke en historische noodzaak, maar
ook een onderdeel van onze Europese roeping. Sterker zelfs: kandidaat-landen die
geen toegang krijgen tot de EU, zouden in enorme economische en politieke
moeilijkheden kunnen terechtkomen, met alle gevolgen vandien voor de gehele
Europese regio. En mochten wij dat nog niet hebben beseft, dan denk ik dat wij nu
met de gebeurtenissen op de Balkan onze les hebben gehad.
Het lijdt geen twijfel dat het integreren van de landen van Midden- en Oost-Europa
in de interne markt niet gemakkelijk zal zijn omdat wij er tegelijkertijd voor moeten
zorgen dat de resultaten die tot dusverre met de integratie zijn bereik intact blijven,
in een Unie van 25 landen of meer.
Maar eerst een eenvoudige maar duidelijke vraag: Hoe staat het met het
uitbreidingsproces nu? De politiek verantwoordelijken in de Raad en de
uitbreidingsdeskundigen zijn uiteraard constant met de details van het
uitbreidingsproces bezig. Soms vind ik echter dat wij belangrijke Europese
belanghebbenden, zoals u, onvoldoende informeren, en op die manier teveel ruimte
laten voor speculaties over kosten, data enz. Daarom zou ik hier graag in 't kort
willen ingaan op enkele essentiële elementen van het uitbreidingsproces.
2
De basiscriteria voor toetreding werden vastgelegd op de Europese top van juni
1993 in Kopenhagen: de kandidaat-landen moeten over stabiele democratische
instellingen beschikken, een goed functionerende markteconomie hebben die
concurrentiedruk aankan, de gehele EU-wetgeving hebben overgenomen en, niet in
de laatste plaats, administratief in staat zijn om die wetgeving ook daadwerkelijk in
de praktijk toe te passen.
Tijdens de Europese top in Luxemburg in december 1997 werd besloten
toetredingsonderhandelingen te beginnen met 6 landen: Hongarije, Polen, de
Tsjechische Republiek, Estland, Slovenië en Cyprus.
Twee jaar later werd tijdens de top van Helsinki in december 1999 besloten om de
12 kandidaat-landen op gelijke voet te behandelen voor de onderhandelingen over
een volledig lidmaatschap. De Raad opende dan ook op 15 februari van dit jaar
officieel toetredingsonderhandelingen met de 6 andere kandidaat-landen:
Roemenië, Bulgarije, Litouwen, Letland, Slovakije en Malta. Turkije kreeg de
formeele status van kandidaat-land met toegang tot het instrumentarium van de
EU-toetredingsstrategie, maar het neemt tot nu toe niet deel aan de officiële
toetredingsonderhandeligen.
De onderhandelingen hebben de vorm van een aantal bilaterale
intergouvernementele conferenties tussen de lidstaten van de EU en elk kandidaatland. De onderhandelingen zijn gebaseerd op gedetailleerde evaluaties die de
Kommissie opstelt over de situatie in elk land met betrekking tot de eerder vermelde
toetredingscriteria en de aanpassing van de eigen wetgeving en administratie van
ieder kandidaat-land aan de specifieke elementen van de communautaire
wetgeving. De onderhandelingen worden dus gevoerd op grond van concrete,
uniforme criteria. De vorderingen verschillen echter van kandidaat-land tot
kandidaat-land, omdat elk land beoordeeld wordt aan de hand van zijn verdiensten
en een technische evaluatie van zijn individuele inspanningen. Dit betekent dat elk
land of groep van kandidaat-landen tot de EU kan toetreden wanneer het, of de
groep, kan aantonen dat het aan de vier bovenvermelde criteria voor toetreding
voldoet.
Ik kan mij voorstellen dat u zich vragen stelt over de toetredingsdata. Ik zal U erop
willen wijzen dat de Raad van Ministers nog geen toetredingsdata heeft vastgesteld.
De Unie heeft echter bepaald en Kommissievoorzitter Prodi heeft dit vorige week
nogmaals herhaald –dat zij zelf tegen 2003 klaar wil zijn om de eerste nieuwe leden
uit Midden- en Oost-Europa te ontvangen. Of de kandidaten zelf tegen die tijd dan
klaar zijn, dat valt nog te bezien.
Vast staat dat de ratificatieprocedure van de toetredingsverdragen pas van start
kan gaan nadat de resultaten van de noodzakelijke institutionele hervormingen van
de EU ten uitvoer zijn gelegd. En hiermee zijn we bij het "verdiepingsaspect" van de
uitbreiding gekomen.
3
Om de Unie op de uitbreiding voor te bereiden, is een zogenaamde
Intergouvernementele conferentie voor de hervorming van de EU-instellingen in het
leven geroepen. De voornaamste punten op de agenda, die tijdens de top van
Keulen en die van Helsinki zijn vastgesteld, zijn de grootte en samenstelling van de
Commissie, het gewicht van de stemmen in de Raad en de verruiming van het
stemmen met gekwalificeerde meerderheid. Aanverwante kwesties zoals de
medebeslissingsprocedure en de samenstelling van de andere instellingen en
organen zijn eveneens onderwerp van studie. De Europese Raad die dit voorjaar in
Feira in Portugal is gehouden, heeft zich er voor uitgesproken om de
werkzaamheden van de conferentie op de top van Nice in december 2000 af te
ronden.
Pas zodra dit proces van interne hervormingen is afgemaakt, zal de Unie in staat
zijn om nieuwe lidstaten op te nemen, op voorwaarde dat zij hebben aangetoond
dat zij de verplichtingen van een lidmaatschap aankunnen en uiteraard nadat de
onderhandelingen met succes zijn voltooid.
Ik wil nu een tweede aspect aansnijden: Wat voor effect zal de toetreding op de
interne markt hebben?
De interne markt is het hart van de Europese Unie. De oprichting ervan was een
van de belangrijkste doelstellingen van het oorspronkelijke Verdrag van Rome.
Het achtjarige programma waarmee de interne markt tussen 1985 en 1992 zou
worden voltooid, was een van de meest ambitieuze doelstellingen die de Europese
Gemeenschap ooit heeft vastgesteld.
Het geleidelijk opnemen van de vijftien nationale markten in één enkele markt, het
garanderen van vrije concurrentie en de voorbereiding van de Europese Unie op
haar uitbreiding tot talrijke andere landen, kunnen beschouwd worden als de
grootste onderneming die ooit in de wereldeconomie aan de "aanbodzijde" is
gemaakt; een enorme onderneming die in de Europese Unie de productie heeft
gestimuleerd, de concurrentie heeft doen toenemen, de prijzen heeft verlaagd en
de vraag heeft aangewakkerd.
Drie belangrijke concepten uit de economische theorie ondersteunen de voordelen
van de interne markt. Ten eerste het reallocatie-effect: marktintegratie maakt
schaalvoordelen mogelijk, hetgeen neerkomt op een efficiënter gebruik van de
productiefactoren, arbeid en kapitaal, en tot een verhoging van de welvaart voor
iedereen leidt.
Ten tweede is er het accumulatie-effect door de toenemende productiviteit van de
productiefactoren; integratie kan namelijk de investeringen aanwakkeren, hetgeen
leidt tot een toename van consumptie en innovatie.
En ten derde het lokalisatie-effect: integratie komt de geografische lokalisatie van
de productiefactoren ten goede en leidt tot specialisatie en een rationeler gebruik
van middelen en zodoende tot economische voordelen.
Zich aanpassen aan de interne-marktregels betekent mijns inziens voor de
kandidaat-landen dan ook dat zij een heel doordacht economisch programma zullen
moeten uitvoeren. Voor de Commissie is het een conditio sine qua non voor de
uitbreiding omdat toetreding door de landen van Midden en Oost Europa (LMOE's)
de goede werking van de interne markt niet mag verzwakken of in gevaar brengen.
4
In het begin zal de macro-economische impact van de toekomstige uitbreiding op
de bestaande EU, in de zin van economisch potentieel, waarschijnlijk eerder klein
zijn. Dit blijkt vooral uit het BBP van de 12 kandidaat-landen in vergelijking met dat
van de EU-15 (4,3% van het BBP van de EU-15 in 1999). Toch zal deze macroeconomische impact voor de gehele EU-15 de komende jaren veel belangrijker
worden. De kandidaat-landen zullen namelijk niet tevreden zijn met een BBP per
hoofd van de bevolking dat zelfs voor de rijksten minder dan 50% van het EUgemiddelde bedraagt; men verwacht dan ook dat hun BBP in de toekomst sneller
zal groeien dan dat van de EU.
Economisch gezien is de uitbreiding al flink gevorderd: de economische integratie
met de kandidaat-landen is al een tijd aan de gang in het kader van de
Associatieovereenkomsten met de LMOE's (de zogenaamde Europaovereenkomsten) en met Cyprus en Malta. De vrije handel bestaat al voor de invoer
van industriegoederen die nu zonder heffingen noch restricties op hoeveelheid in de
EU worden ingevoerd. Voorts hebben bedrijven van beide kanten het recht zich te
vestigen en net zo behandeld te worden als nationale bedrijven.
Alle kandidaat-landen hebben de afgelopen jaren hun handelsbetrekkingen met de
EU aanzienlijk verbeterd. De EU is nu verreweg de belangrijkste handelspartner van
de 13 kandidaat-landen. De invoer vanuit de EU en de uitvoer naar de EU bedragen
50% voor landen zoals Bulgarije en Litouwen, tot meer dan 70% voor Polen en
Slovenië. De directe investeringen door de huidige lidstaten in de kandidaat-landen
nemen eveneens snel toe. De economische voordelen van de integratie zijn in de
kandidaat-landen dus reeds voelbaar.
Maar dit is slechts een begin. De ontwikkeling van de handel met de EU moet
gevolgd worden door aanpassingen van de wetgeving, het oprichten van passende
administratieve structuren en het creëren van gelijke concurrentievoorwaarden. Dit
zijn de voornaamste pijlers voor volledige deelneming aan de interne markt. En voor
mij zijn dit uiteraard de belangrijkste onderwerpen van de toetredingsgesprekken.
De toetredingsonderhandelingen gaan over de 4 toetredingscriteria en de overname
van de wetgeving van de EU door de kandidaat-landen. Zoals bij eerdere
uitbreidingen zullen enkele aanpassingen en tijdelijke overgangsmaatregelen
noodzakelijk zijn. Ik ben er echter van overtuigd dat dergelijke maatregelen beperkt
moeten zijn in tijd en omvang en vergezeld moeten gaan van een planning met
duidelijk afgebakende fasen. Bovendien mogen zij de werking van de regels of de
beleidsvormen van de Unie niet aantasten, en ook niet tot concurrentievervalsing
leiden.
Tot dusverre zijn er overall relatief weinig problemen opgekomen en de kandidaatlanden hebben, tot nu toe aangegeven dat zij in staat zullen zijn om de gehele
interne-marktwetgeving tegen de tijd dat ze toetreden, over te nemen. Het tijdstip
van toetreding, zoals ik reeds heb gezegd, is echter nog niet vastgesteld en kan dat
voor sommige kandidaat-landen nog ver weg zijn. Evenmin lijken de kandidaatlanden tot nu toe vergaande overgangsregelingen te willen. Daarom legt de
Commissie nu waarschijnlijk meer nadruk op het toezicht en op de bijstand die zij
de kandidaat-landen wil geven om de passende administratieve structuren te
ontwikkelen met als doel de EU-wetgeving toe te passen.
5
Het eisen van derogaties - die onaanvaardbaar zijn - of overgangsperioden waarover in sommige gevallen misschien kan worden onderhandeld -, komt
overigens niet alleen van de kandidaat-landen. Ook lidstaten van de Europese Unie
en belangengroepen zouden kunnen proberen hun toevlucht te nemen tot
overgangsperioden, bijvoorbeeld met betrekking tot de arbeidsmarkt.
Talrijke mensen maken zich namelijk zorgen over de komst van arbeidskrachten uit
de Oost-Europese landen. Sommige vrezen dat grote aantallen mensen in de
kandidaat-landen gebruik zullen maken van de uitgebreide rechten van de EUburgers die in andere lidstaten kunnen reizen, wonen en werken.
Deze ongerustheid is niet nieuw. Hetzelfde hebben wij gezien toen Spanje en
Portugal bij de Gemeenschap kwamen. De realiteit is echter dat er toen geen
belangrijke migratiestromen op gang zijn gekomen.
Culturele obstakels en voorkeuren, betere economische verwachtingen en
integratie, en verbeterde arbeidsmarktvoorwaarden in de toekomstige lidstaten
vormen factoren die een stabiliserend effect op het migratieprobleem kunnen
hebben. In dit verband wil ik dan ook op wijzen dat na de toetreding de bedrijven
van de kandidaat-landen dezelfde regelgeving op het gebied van concurrentie,
arbeid of overheidssteun zullen moeten naleven als de bedrijven in de huidige
lidstaten. Of om het duidelijker te formuleren, degenen die concurrentievervalsing
en een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden vrezen, ten gevolge van
mogelijke sociale dumping, zouden zich juist buitengewoon sterk voor de uitbreiding
moeten interesseren, aangezien alleen door toetreding en wederzijdse aanvaarding
van dezelfde bindende regels gelijke concurrentievoorwaarden kunnen worden
gecreëerd.
In dit verband wil ik erop wijzen dat het in een gezonde economie volgens mij
sowieso beter is zich klaar te maken voor concurrentie dan barrières op te richten.
Wij mogen namelijk niet vergeten dat het vrije verkeer van mensen een centrale
pijler is van de interne markt.
Verder ben ik ervan overtuigd dat de uitbreiding een positief proces is, omdat de
handel wordt bevorderd, omdat door verdere groei nieuwe banen worden
gecreëerd, omdat de levensstandaard wordt verhoogd en omdat de voordelen van
de sociale wetgeving van de EU op die manier worden verspreid. De Commissie
doet daarom nu al een beroep op de kandidaat-landen om sommige praktijken te
veranderen, bijvoorbeeld het bevoordelen van nationale bedrijven bij het toekennen
van overheidsopdrachten, en om zich nu al voor te bereiden op de toekomstige
juiste toepassing van indirecte belastingen of overheidssteun.
In dit kader hebben EU bedrijven trouwens ook een belangrijke rol te spelen.
Structurele zwakte kan niet worden overwonnen door de bestaande communautaire
wetgeving – het zogenaamde acquis – over te nemen noch door alleen te
investeren in de noodzakelijke administratieve en gerechtelijke structuur. De EUbedrijven moeten samenwerken met en zoveel mogelijk investeren in de
toekomstige lidstaten, zij moeten nieuwe technologieën en know-how, alsmede
moderne methoden op het gebied van distributie, logistiek of productiviteit met die
landen delen. Dergelijke vandaag te sluiten joint ventures en arbeidsverdeling zullen
beslissend zijn voor Uw positie op de wereldmarkt van morgen. Directe contacten
en uitwisseling zijn nuttig en dat geldt ook voor ondernemingsverbanden zoals het
uwe.
6
De uitbreiding zal een interne markt van meer dan 500 miljoen consumenten
creëren en een open ruimte, zonder grenzen, waar goederen, diensten, kapitaal en
personen vrij kunnen circuleren. De uitbreiding is niet alleen een enorme politieke
en economische uitdaging voor iedereen in de EU. Voor de Commissie is zij
eveneens een moeilijke technische en praktische operatie nu er tegelijkertijd meer
kandidaat-landen dan ooit bijkomen. De verwachtingen in de kandidaat-landen zijn
hoog en dat geldt ook voor de druk op de huidige lidstaten om het institutionele
kader van de Unie te hervormen.
Volgens mij kan de uitbreiding pas slagen als zij stoelt op een sterke en gezonde
economische basis en als het interne-marktsysteem volledig wordt gehandhaafd.
Wij hebben geen andere realistisch alternatief dan deze historische onderneming
door te zetten. Maar wij hebben wel de steun van het bedrijfsleven en van mensen
zoals u nodig om succes te garanderen.
Tot slot zou ik nog een woord willen zeggen over de rol van de Commissie in dit
proces. De huidige uitbreiding is een uiterst complexe operatie die pas kan slagen
als zij op een transparante manier wordt uitgevoerd en op grond van betrouwbare
feiten. De Europese Commissie speelt hier een belangrijke complementaire rol, om
de weg voor te bereiden voor de politieke besluitvorming door de lidstaten. De
Commissie kan en wenst ook geen ongepaste invloed uit te oefenen op de politieke
besluitvorming waarvoor anderen verantwoordelijk zijn. Zij is nu bezig met zeer
complexe, maar cruciale voorbereidende werkzaamheden die niet zouden kunnen
worden uitgevoerd door nationale sherpas en ook niet middels een soort
netwerkstructuur tussen lidstaten. Indien het uitbreidingsproces alleen op politieke
subtiliteiten zou stoelen, dan zou het proces noch in een stroomversnelling zijn
geraakt noch tot een goede beoordeling van de individuele geschiktheid van elk
kandidaat-land hebben geleid. Degenen die willen dat het uitbreidingsproces
plaatsvindt op basis van een gezonde economische, financiële en juridische
analyse, kunnen niet anders dan ook voorstander zijn van een sterke en
onafhankelijke Commissie die de historisch politiek beslissing over deze uitbreiding
moet voorbereiden.
7
Download