WERKBOEK Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN 1 WERKBOEK Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN 3 4 Inleiding Wat is dit werkboek? Dit werkboek hoort bij de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen. Het is een document dat kan ingevuld worden bij het uitvoeren van een zelfevaluatie organisatiebeheersing. Per thema van de leidraad zijn de doelstellingen weergegeven met ruimte om de sterke punten en de verbeterpunten weer te geven. Waarom een zelfevaluatie op basis van de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen? Door het uitvoeren van een zelfevaluatie weet u waar uw organisatie staat op het vlak van organisatiebeheersing. De resultaten geven u immers een beeld van waar het goed zit en waar verder op moet worden ingezet. Door een zelfevaluatie uit te voeren en met de werkpunten aan de slag te gaan kan uw organisatie verder groeien tot een efficiënte, effectieve, integere en kwaliteitsvolle organisatie. Door een zelfevaluatie op basis van de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen te doen, kan u bovendien voldoen aan de bepalingen over interne controle in het Gemeentedecreet1, OCMWdecreet2 en Provinciedecreet3. De leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen is opgemaakt aan de hand van een participatief traject. Voor de opmaak van deze leidraad zijn tal van gesprekken gevoerd met secretarissen, financieel beheerders, stafmedewerkers, … uit lokale besturen. Het is een instrument dat zoveel mogelijk op maat van de lokale besturen is gemaakt. Hoe kan u een zelfevaluatie op basis van de leidraad aanpakken? Voor de aanpak van een zelfevaluatie heeft Audit Vlaanderen samen met VVSG een stappenplan uitgewerkt4. Fase 1. Voorbereiding en communicatie 1. U kiest voor de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen 2. Bespreek met de raad of dit een geschikte methodiek is als kader om te werken aan interne 3. 4. 5. 6. 7. controle/organisatiebeheersing. Stel een trajectverantwoordelijke aan. Laat de trajectverantwoordelijke zich verdiepen in de gekozen zelfevaluatiemethodiek. Maak een plan van aanpak voor het uitvoeren van de zelfevaluatie op. Bepaal hoe je over het traject gaat communiceren. Stel een zelfevaluatieteam samen. Let op volgende aandachtspunten: - Zorg voor een organisatiebrede vertegenwoordiging - Zorg dat de medewerkers van het zelfevaluatieteam voldoende zicht hebben op de onderzochte thema’s - Zorg dat er medewerkers met voldoende expertise over de onderzochte thema’s in het zelfevaluatieteam zitten - Maak het zelfevaluatieteam niet te groot 8. Laat het zelfevaluatieteam kennismaken met de methodiek. 1 Artikel 100 Gemeentedecreet Artikel 99 OCMW-decreet 3 Artikel 96 Provinciedecreet 4 www.auditvlaanderen.be/leidraad 2 5 Fase 2. Uitvoeren van de zelfevaluatie 9. Bepaal met het zelfevaluatieteam per thema de sterke punten en de verbeterpunten. 10. Schrijf de sterke punten en verbeterpunten per doelstelling uit, op basis van de gegevens waarover consensus bestaat. Fase 3. Keuze verbeteracties 11. Bepaal op basis van de werkpunten verbeteracties. 12. Zet de verbeteracties op een rijtje, herformuleer ze en voeg er eventueel samen. 13. Bepaal de quick wins (met andere woorden: de doelstellingen waarvan de realisatie binnen de 3 maanden waarschijnlijk is) en realiseer ze. 14. Bepaal aan welke verbeteracties prioritair gewerkt wordt, op basis van: o o o o o o o het meerjarenplan de grootste risico’s (financiële impact, fraudegevoeligheid, continuïteit dienstverlening in gedrang,…) de impact op de belanghebbenden de moeilijkheidsgraad de benodigde middelen de realisatietermijn … 15. Kies een 10-tal verbeteracties waar de volgende 2 à 3 jaar zal worden op ingezet. Fase 4. Implementeren van de verbeteracties 16. Stel een actieplan op met de verbeteracties. - Houd rekening met de principes van projectmanagement (zie verder) - Koppel verbeteracties aan het meerjarenplan 17. Communiceer over hoe de verbeteracties van het actieplan zullen geïmplementeerd worden. 18. Voer het actieplan uit. 19. Volg de realisatie van het actieplan op. 20. Rapporteer jaarlijks aan de raad over de stand van zaken van de realisatie van het actieplan 5. Waarom stimuleert Audit Vlaanderen lokale besturen om een zelfevaluatie uit te voeren? Audit Vlaanderen heeft als opdracht de interne controlesystemen van de lokale besturen en de Vlaamse administratie te evalueren. Voor het uitvoeren van organisatie-audits gebruikt Audit Vlaanderen de leidraad organisatiebeheersing als referentiekader. Door de opmaak van een zelfevaluatie kunnen lokale besturen zich dus voorbereiden op een audit. Audit Vlaanderen heeft bovendien als opdracht de lokale besturen en de Vlaamse administratie te ondersteunen om aan interne controle/organisatiebeheersing te werken. In haar missie is immers opgenomen dat Audit Vlaanderen een toegevoegde waarde wil creëren bij de uitbouw van een efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle organisatie 6. In het kader van deze opdracht stelt Audit Vlaanderen instrumenten ter beschikking om te werken aan interne controle/organisatiebeheersing. 5 Zoals weergegeven in artikel 101 van het Gemeentedecreet en artikel 100 van het OCMW-decreet. 6 www.auditvlaanderen.be/missie 6 Waarom ligt de focus op de doelstellingen rond organisatiebeheersing en niet op de beheersmaatregelen? In de leidraad organisatiebeheersing voor lokale besturen staan voor elk van de 10 thema’s doelstellingen rond organisatiebeheersing weergegeven. Dit zijn doelstellingen waaraan een organisatie moet voldoen om het geheel afdoende te beheersen. Per doelstelling zijn risico’s omschreven die zich kunnen voordoen indien er onvoldoende op de doelstellingen wordt ingezet. De voorgestelde risico’s zijn slechts voorbeelden. De lijst kan dus zeker nog worden uitgebreid. Naast de risico’s zijn de beheersmaatregelen weergegeven. Dit zijn mogelijke maatregelen om de risico’s af te dekken. Als hierop wordt ingezet, zullen een aantal risico’s zich niet voordoen of wordt de kans dat ze zich voordoen en hun mogelijke impact kleiner. De risico’s zijn dan beheerst of onder controle. De beheersmaatregelen zijn dus ook maatregelen waarop kan worden ingezet om de doelstellingen rond organisatiebeheersing te bereiken. Het woord ‘kan’ is hierbij belangrijk. De beheersmaatregelen mogen niet beschouwd worden als een afvinklijst. Een zelfevaluatie wordt steeds op het niveau van de doelstellingen uitgevoerd en niet op het niveau van de beheersmaatregelen. Dit zijn immers slechts mogelijke maatregelen om de doelstellingen te bereiken. 7 8 1 d . Sterke punten: Verbeterpunten: 10 Sterke punten: Verbeterpunten: 11 Sterke punten: Verbeterpunten: 12 Sterke punten: Verbeterpunten: 13 Sterke punten: Verbeterpunten: 14 Sterke punten: Verbeterpunten: 15 16 17 Sterke punten: Verbeterpunten: 18 Sterke punten: Verbeterpunten: 19 Sterke punten: Verbeterpunten: 20 Sterke punten: Verbeterpunten: 21 Sterke punten: Verbeterpunten: 22 Een monitoringsysteem voor lokale besturen dat goed functioneert, voldoet aan de deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. De organisatie weet over welke rapporten ze wil beschikken om haar beleidsdoelstellingen te realiseren en haar dienstverlening te optimaliseren. 2. De meetsystemen voor het opstellen van rapporten zijn op een correcte en kwaliteitsvolle wijze opgesteld. 3. De organisatie volgt de realisatie van de beleidsdoelstellingen degelijk op en beschikt over accurate rapporten om de dienstverlening op te volgen. 4. De organisatie stuurt haar werking op basis van de rapporten. 5. De organisatie evalueert regelmatig de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de meet- en rapportagesystemen en stuurt bij waar nodig. 3 Monitoring 2 3 Sterke punten: Verbeterpunten: 24 Sterke punten: Verbeterpunten: 25 Sterke punten: Verbeterpunten: 26 Sterke punten: Verbeterpunten: 27 Sterke punten: Verbeterpunten: 28 Een goed werkende organisatiestructuur voldoet aan deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. Het organogram is opgemaakt met het oog op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 2. De nodige coördinatiekanalen zijn ingebouwd, zodat beslissingen van verschillende diensten/afdelingen op elkaar zijn afgestemd. 3. De organisatiestructuur wordt wanneer nodig en minstens op regelmatige basis geëvalueerd en zo nodig geoptimaliseerd. 4. Projecten worden uitgewerkt haalbare methodologie. volgens een 4 Organisatiestructuur 2 9 Sterke punten: Verbeterpunten: 30 Sterke punten: Verbeterpunten: 31 Sterke punten: Verbeterpunten: 32 Sterke punten: Verbeterpunten: 33 34 Een goed functionerend personeelsbeleid voldoet aan deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. De organisatie heeft eigen beleidskeuzes gemaakt voor haar personeelsbeleid zodat de beleidsdoelstellingen gerealiseerd worden en de dienstverlening geoptimaliseerd wordt. 2. De organisatie zet haar medewerkers in voor de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 3. Medewerkers presteren volgens de vooropgestelde verwachtingen en krijgen voldoende kansen om zich verder te ontwikkelen. 4. Het leidinggeven gebeurt op alle niveaus op een kwaliteitsvolle manier. 5. De organisatie investeert in goede werkomstandigheden en in het welzijn van de medewerkers. 6. De personeelsadministratie verloopt correct en personeels-vragen worden juist beantwoord. 7. Personeelsuitgaven blijven binnen het budget en rapporten over het personeel worden grondig opgevolgd. 8. Het personeelsbeleid en de personeelsinstrumenten die hiervoor worden ingezet, worden regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd. 5 Personeelsbeleid 3 5 Sterke punten: Verbeterpunten: 36 Sterke punten: Verbeterpunten: 37 Sterke punten: Verbeterpunten: 38 Sterke punten: Verbeterpunten: 39 Sterke punten: Verbeterpunten: 40 Sterke punten: Verbeterpunten: 41 Sterke punten: Verbeterpunten: 42 Sterke punten: Verbeterpunten: 43 44 Wanneer er op een goede manier wordt ingezet op de organisatiecultuur, wordt er voldaan aan deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. De organisatie heeft haar belangrijkste waarden bepaald en past ze toe in de dagelijkse werking. 2. De organisatie biedt ondersteuning aan medewerkers die terechtkomen in deontologisch gevoelige situaties. 3. De organisatie gaat regelmatig na of de waarden die ze vooropstelt ingang vinden. 6 Organisatiecultuur 4 5 Sterke punten: Verbeterpunten: 46 Sterke punten: Verbeterpunten: 47 Sterke punten: Verbeterpunten: 48 Een degelijk informatiebeheer en een goede interne en externe communicatie voldoen aan deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. De organisatie weet hoe ze haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer wil inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren en haar dienstverlening te optimaliseren. 2. De interne communicatie focust op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 3. De externe communicatie focust op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 4. De organisatie beschikt over een efficiënt en betrouwbaar informatiebeheer. 5. De organisatie evalueert regelmatig haar interne communicatie, externe communicatie en informatiebeheer en stuurt bij waar nodig. 7 Informatie en communicatie 4 9 Sterke punten: Verbeterpunten: 50 Sterke punten: Verbeterpunten: 51 Sterke punten: Verbeterpunten: 52 Sterke punten: Verbeterpunten: 53 Sterke punten: Verbeterpunten: 54 Een goed financieel management voldoet aan deze doelstellingen rond organisatiebeheersing: 1. De financiële planning op lange en korte termijn wordt tijdig opgemaakt en is gericht op de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de optimalisatie van de dienstverlening. 2. De organisatie zet in op een degelijke (dagelijkse) financiële werking. 3. De organisatie zet in op het correct innen van haar mogelijke inkomsten en een degelijke financiering. 4. De organisatie beschikt over controlemaatregelen voor het maximaal nastreven van de betrouwbaarheid van financiële gegevens. 5. De organisatie beschikt over relevante financiële rapporten. 6. De organisatie evalueert regelmatig de financiële processen en stuurt bij waar nodig. 8 Financieel management 5 5 Sterke punten: Verbeterpunten: 56 Sterke punten: Verbeterpunten: 57 Sterke punten: Verbeterpunten: 58 Sterke punten: Verbeterpunten: 59 Sterke punten: Verbeterpunten: 60 Sterke punten: Verbeterpunten: 61 62 63 Sterke punten: Verbeterpunten: 64 Sterke punten: Verbeterpunten: 65 Sterke punten: Verbeterpunten: 66 Sterke punten: Verbeterpunten: 67 Sterke punten: Verbeterpunten: 68 Sterke punten: Verbeterpunten: 69 Sterke punten: Verbeterpunten: 70 71 Sterke punten: Verbeterpunten: 72 Sterke punten: Verbeterpunten: 73 Sterke punten: Verbeterpunten: 74 Sterke punten: Verbeterpunten: 75 Sterke punten: Verbeterpunten: 76 Sterke punten: Verbeterpunten: 77 78 Colofon Uitgave april 2014 Depotnummer: D/2014/3241/115 Uitgever: Eddy Guilliams, administrateur-generaal Audit Vlaanderen, Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel Deze publicatie is beschikbaar op www.auditvlaanderen.be 79