JVT verslag GZC II JVT 2 2009-2010 Rianne van Bentum Bente Dikken Karlijn Janssen Laurien Kuhrij Nyanza Timmers Onderwijs: Positieve punten: - De methode van de werkgroepen dit blok waren heel goed. Door casussen eerst helemaal te bespreken en uit te diepen werd er het maximale uit de werkgroepen gehaald. Dit leidde tot een goed begrip van de stof. - De colleges behandelen de stof oppervlakkig om een overzicht te schetsen, daarna gaan de werkgroepen er iets dieper op in. Voor veel mensen was dat een goede manier om overzicht te krijgen. - Het feit dat microscopie tegenwoordig op de computer wordt gedaan is een zeer goede vooruitgang. Je leert zo veel meer van de les. - Over het algemeen verliep het blok zeer goed. Alles ging eigenlijk zoals het hoort; het was duidelijk goed doordacht van tevoren en er is duidelijk tijd gestoken in de organisatie. We hebben dan ook weinig klachten gehad. Ook niet over werkgroepdocenten. Verbeterpunten: - Het eerste college van het blok was erg vol. In 3 college-uren moesten 5 artsen hun verhaal houden en dit werd uiteindelijk een race tegen de klok. Dat is jammer want nu kwamen de colleges minder goed tot hun recht. - Het eerste IC van het blok (week 1, over mammacarcinoom) was onrustig. Het werd gegeven door 4 mensen (patholoog, chirurg, radioloog en internist-oncoloog) en driekwart daarvan leek het college niet serieus te nemen. Zo werd er meer gek gedaan dan echt serieus lesgegeven. Ook leek het alsof er van tevoren geen duidelijke afspraken gemaakt waren, want er werden onderling discussies gehouden over de juiste definities en het gebruik van bepaalde termen. - Niet iedereen vindt het nuttig dat er in de colleges en de werkgroepen veel hetzelfde wordt besproken. Zo is het voor die mensen niet nuttig om beide onderwijsvormen te volgen. Dat kan demotiverend werken. In plaats van een oppervlakkig college zou dan meer diepgang gewenst zijn. - - Week 2 en 3 zaten erg vol wat betreft het aantal soorten tumoren waarover we moesten leren. We vonden dit in contrast met week 1 en zouden liever zien dat dit wat meer verspreid werd. Dit kan bijvoorbeeld door niet alle aandoeningen van de borst uitgebreid te behandelen maar hier al een deel van week 2 of 3 te behandelen. Het zou fijn zijn als het college over het lymfevatenstelsel, gegeven in week 4, eerder gegeven zou kunnen worden. Als het bijvoorbeeld al in week 1 zou zijn, is het de rest van het blok makkelijker te begrijpen naar welke lymfeklieren een tumor het eerste metastaseert. Gesprek blokcoördinator: We hebben een prettig gesprek gehad met dr. van Dijk. Hierin hebben we onder andere een discussie gevoerd over de herhaling van de stof in de colleges en werkgroepen. Dr. van Dijk legde ons uit dat ze ervoor hadden gekozen om in de colleges de grote lijnen te behandelen aangezien we dit blok veel moeilijke stof tot ons moesten nemen. Wij hebben haar ook uitgelegd dat dit niet voor iedereen ideaal is aangezien er ook veel mensen zijn die juist graag wat verdieping zouden zien in plaats van alleen maar oppervlakkige stof. Dr. van Dijk reageerde hier met volle belangstelling op en beloofde ons hier eens goed over na te denken. Ze gaf ons ook gelijk dat er meer verdieping aangeboden zou moeten worden aangezien Utrecht veel achtplussers in de opleiding heeft. Ons commentaar op het eerste interactieve college beantwoorde ze met het besluit dat dit college volgend jaar niet meer op deze manier gegeven zal worden, ook omdat er vorig jaar ook al klachten over waren. Tot slot hebben wij aangegeven dat de hoorcolleges en het interactieve college precies dezelfde stof bevatten. De studenten zouden graag een college willen over wat kanker precies is en hoe het ontstaat, aangezien dat voor veel studenten niet geheel duidelijk was. Misschien kan dit in de plaats komen voor een van de ‘dubbele’ colleges. Ook hier stond mevrouw van Dijk open voor en beloofde ons om hier voor volgend jaar eens goed naar te kijken. Toets: Positieve punten Op de verbeterpunten na was de toets over het algemeen goed. Het is moeilijk om dit specifiek te benoemen maar we kunnen wel zeggen dat: - de toetsvragen, op wat uitzonderingen na (bv de ‘mamma-vragen’) goed op het blok aansloten. - de meeste vragen helder waren geformuleerd. Verbeterpunten: - men was niet helemaal tevreden over hoe de verschillende onderwerpen waren vertegenwoordigd in de tentamenvragen. Zo waren er relatief veel vragen over gynaecologische tumoren (12/50), terwijl een deel van week 4 (periampullaire tumoren en icterus bijvoorbeeld) weer helemaal niet was vertegenwoordigd. - Ondanks dat van te voren werd gezegd dat wij de specifieke stadia van de verschillende carcinomen niet hoefden te kennen, werd in de toets wel specifiek naar de behandeling van een IIb ovariumcarcinoom gevraagd. Wij vonden het lastig dat we wel de behandeling van de verschillende stadia moesten kennen, maar niet wat het stadium precies inhield. - De specifieke tentamenklachten heeft de blokcoördinator per e-mail van ons ontvangen.