Gedicht

advertisement
Gedicht
Opdracht 39:
Gewoon een woord en dan een nieuwe strofe.
3
Zin 1: mijn schuldgevoel, Zin 2: Wordt lekker, Zin 3: Bijgevoed,
Zin 4: dat zelfs, Zin 5: dagelijks, Zin 6: een aan, Zin 7: want
maken, Zin 8: blijft tegenstaan, Zin 9: En uitvluchten en Zin 10:
in overvloed.
3
B
Bijjgevoed is het belangerijkste woord in de eerste strofe.
Omdat ze zegt dat ze meer uitvluchten probeert te zoeken dan
huiswerk te doen.
Omdat ze op haar kop krijgt van haar ouders en haar
leerkrachten.
Ja er is een rijm bijgevoed in strofe 1 en overvloed in strofe 3
rijmen.
Dat ze haar huiswerk wilt doen maar dat ze dat niet probeert te
doen. Dus ze voelt zich schuldig.
Het gaat over haar gedachten over haarzelf. Ze praat de hele
tijd waarom ze geen huiswerk doet.
Uitvluchten zoeken. Dat is iets zeer normaal. Ik deed het bijna
altijd maar nu kan dat niet. Ik heb veel huiswerk dus ik moet
serieus zijn.
Opdracht 31:
1.
Land
Algerije
Marroco
Libie
Tunisie
Egypte
De emiraten
Turkije
Iran
Afghanistan
Pakistan
India
China
Naam inwoners
Een Algerijn
Een marocaan
Een libische
Een tunisieer
Een egyptenaar
Een arabier
Een turk
Een iranees
Een afgaan
Een pakistani
Een Indische
Een chinees
Thailand
Een thai
Indonesia
Een
Indonesier
Vietnam
Een
Vietnamees
Japan
Een Japaner
Een... kind
Een Algerijns kind
Een marcaans kind
Een libisch kind
Een tunischies kind
Een egyptisch kind
Een arabisch
Een turks kind
Een iranees kind
Een afgaanische kind
Een pakistanisch kind
Een indisch kind
Een chinees
kind
Een thais kind
Een
Indonesisch
kind
Een
Vietnamees
kind
Een Japans
kind
Zuid Korea
Een koreaan
Een koreaans
Opdracht 32:
1. Egypte, Yemen, De Emiraten, Algerije, Mali, Marocco,
Pakistan, Afghanistan, Iran, Syrie, Lebanon en Jordanie.
2.
A. Iran
B. China
3.
A. Bahasa Indonesia
B. Hollands
C. Holland heerste over Indonesie voor de revolutie
4.
A. Thais
B. Zuid Koreaans, er zijn verschillende soorten koreaans.
5. De tweede officiele taal in India is engels omdat Engeland
India had verooverd en de helft van de bewoonde wereld.
Opdracht 33:
Leerlingen in de kals spreken ook engels!
Opdracht 34:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Gromt
Roekt
Balken
Gankt
Kraait
Zingen
7. Zingt
8. Toetert
9. Blaat
10.
Sist
11.
Knort
12.
Huilt
Opdracht 35:
Krijsen
Opdracht 36:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Beer
Ezel
Geit
Haai
Konijn
Kraai
Slang
Zebra
Opdracht 37:
“Jij bent een ezel want je hebt de tv gebruikt als een plee.”
“Jij slang! Dat heb ik niet gezegd!”
Download