Klimaatverandering in de klas Mieke Brekelmans Oratierede Het gaat over de sociale betekenis van het klimaat in de klas. Het gaat om de interpersoonlijke relaties. Doordat we klassikaal lesgeven leren de lln. vakinhoudelijk kennis en vaardigheden maar doen ook sociale vaardigheden op. Aard van de interacties in de klas geven: Structuur Warmte samen vormen ze klassenklimaat. Dit klimaat is een cruciale factor bij leren en Veiligheid motivatie In deze oratie gaat het om 3 vragen: Is er sprake van klimaatverandering i de afgelopen 25 jaar Verandert het klimaat gedurende loopbaan van de docent Hoe ontwikkelt zich het klimaat in de eerste 3 maanden in de klas. De basis wordt gevormd door : De interactie docent leerling dit noemen we de interactiesetting. Deze De interactie tussen de leerlingen onderling komt tot stand op basis van beelden van elkaar= interpersoonlijke perceptie Interpersoonlijke perceptie komt tot stand door: Perceptie docent leerling Perceptie leerling docent Perceptie leerling-leerling Definitie klassenklimaat: totaal aan interpersoonlijke relaties tussen docent en lln. en lln. onderling Brekelmans stelt dat gaat over het beeld van de leerling over de docent. Het gaat om de betekenis die de lln. er zelf aan geeft wat er in de klas gebeurt en daarmee krijg je inzicht in het leerproces en de leeropbrengst. Personmodel Kenny: maakt onderscheid in de bronnen die zorgen voor variantie in interpersoonlijke percepties. Er worden 6 bronnen onderscheiden: 1. Personality = hoe de persoon in algemeen door anderen wordt ervaren 2. Error = het deel van de interpersoonlijke perceptie van gedragingen dat niet gedeeld wordt door anderen en geen verband houdt met de interpretatie van andere gedragingen 3. Residual = unieke persoonlijke element in de stereo typering 4. stererotype = gebaseerd op formele functie die iemand heeft b.v. docent en fysieke voorkomen 5. opinion = unieke element in de mening over de persoonlijkheid van anderen 6. norm = de gedeelde interpersoonlijke betekenis die in het algemeen worden toegekend aan bep. Specifieke gedragingen Drie van 6 bronnen zijn interpretaties die mensen met elkaar delen en die samen een oordeel vormen over de persoon. STEREOTYPE, NORM en PERSONALITY. De andere drie betreffen private interpretaties in de interpersoonlijk perceptie. In het geval van school: 1. Componenten die de lln. met elkaar delen a. Algemeen onder lln. gangbare stereotyperingen voor docenten b. De door de lln. gedeelde mening over de persoonlijkheid c. Betekenis die lln. toekennen aan specifieke gedragingen van docenten 1 20-7-2017 2. Unieke persoonlijke elementen van de leerling Interpersoonlijke woorden die mensen zeggen kun je een plaats geven in een cirkel= circumplex Voor docenten kan je ook een circumplex maken. De cirkel brengt in beeld dat interpersoonlijke betrekkingen een conglomeratie is van twee dimensies. De twee dimensies zijn invloed en nabijheid. Invloed kan gedefinieerd worden als de mate waarin de docent controle over interactie heeft Nabijheid kan gedefinieerd worden als de mate waarin de lln het gevoel heeft begrepen te worden. Autoritaire •dwingend relatie Strenge discipline Weinig mogelijkheden eigen initiatief corrigerend lln. I n v l o e d psychische controle •sturend gedragscontrole Gezaghebbende relatie Lessen gestructureerd en ontspannen vriendelijk nabijheid ontevreden Wanordelijke relatie Onaangenaam karakter Regelmatig dreigen met straf begrijpend •inschikkelijk •onzeker Tolerante relatie zorg voor lln. Vriendelijke sfeer rommelig Interpersoonlijke cirkel docent Gedragscontrole= het creeeren van een gestructureerde omgeving. De structuur zorgt voor verwachtingen die passen bij de structuur. Dit biedt de lln. ruimte en autonomie en zij kunnen zelf beslissingen nemen Psychische controle= docent regelt het gedrag van lln. door druk, door het stellen van eisen en gerichtheid op gehoorzamen. Beperkt juist de autonomie en de ruimte van de lln. Roept negatieve gevoelens op tov docent, leidt af. Gedragscontrole is nodig in een klas van 25 lln. Deze interpersoonlijke cirkel kan je in beeld brengen met een vragenlijst VIL (vragenlijst inpersoonlijk gedrag leraarsgedrag) Gewenst klimaat Om dit te weten moet je ook bepalen wat een gewenst klimaat is. De interpersoonlijke cirkel levert geen info op over gewenst klimaat. Drie bronnen” a. Onderzoek naar verbanden tussen docent-lln. relatie en leeropbrengsten b. Onderzoek naar verbanden docent-lln. relatie en kwaliteit beroepsuitoefening (arbeidsstificatie, burnout drop out) c. Onderzoek dat in beeld brengt welke docent lln relatie volgens lkr en lln, maar ook door minder direct betrokkenen zoals ouders en maatschappelijke groeperingen, gewenst is. De ideale docent wordt beschouwd als iemand zie zowel gezaghebbend als vriendelijk is. Gepositioneerd in de cirkel komt het in de rechterbovenhoek te staan. Blauw zijn vlakken die klassenklimaat aangeven. 2 20-7-2017 Lln. die meer van hun docenten meer invloed en nabijheid ervaren hebben hogere cognitieve opbrengsten (gestandaardiseerde toetsen, cijfers opdrachten en rapportcijfers) Ook affectieve leeropbrengsten( plezier in het vak, nut en relevantie van het vak, vertrouwen van lln over eigen functioneren in vak, inzet voor het vak, doelmatigheidsverwachting en motivatie voor school in het algemeen) zijn eveneens hoger. Tot slot zorgt nabijheid van de docent dat lln. meer actiever participeren in het leerproces. De ervaren relatie met de lln. zijn de belangrijkste reden van docent om in begin loopbaan naar andere baan over te stappen. Voor oudere docenten komt dit tot uiting in stress en burn out Bij gewenst klimaat hoort dus een docent-lln. relatie waarin de docent gezien wordt als degene die verantwoordelijk is voor de structuur in de klassikale leeromgeving, die zorgzaam is voor de lln. Een zekere mate van de dimensie INVLOED is gewenst in combinatie met een behoorlijke mate van NABIJHEID. Vier perspectieven om rol van de docent te analyseren: 1. VAKINHOUDELIJK PERSPECTIEF Studie van kennis, concepten, theorieën ik inzet en hoe daarmee bijgedragen orden aan uitbreiding van kennis. 2. LEERACTIVITEITENPERSPECTIEF welke activiteiten worden opgeroepen door docent zodat de lln. regie neemt over zijn eigen leerproces 3. OPVOEDINGSPERSPECTIEF welke bijdrage de docent levert aan de ontwikkeling van normen en waarden om als burger te participeren in de maatschappij 4. INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF welke bijdrage aan de relatie wordt geleverd door de docent Het gaat er dus om je multidisciplinair moet kijken om een allesomvattend beeld te schetsen van de docent. Taak van docent complex: 1. Creeeren van een goed sociaal klimaat 2. Inbrengen van juiste kennis 3. Aansturen van relevante leeractiviteiten 4. Opvoeden Klimaatverandering in de afgelopen 25 jaar VO Klassenklimaat is in de afgelopen 25 jaar stabiel gebleven. Gewenste docent-lln. relatie is ook niet veranderd. Lln. willen docent die zorgzaam is en structuur biedt. Klimaatverandering gedurende loopbaan docent In het algemeen sprake van een toenemende invloed van de docent in eerste jaren in loopbaan. Dit is een positieve ontwikkeling richting gewenst klimaat. (niet voor alle docenten haalbaar) Eerste 10 jaar toename ervaren nabijheid docenten bij lln. daarna lichte afname. Vergelijken 4 groepen docenten: LIO, 1-3 jaar ervaring, 10 jaar ervaring en meer dan 25 jaar ervaring: LIO klimaat meest tolerant. Daarna neemt gezag toe van docent. Langer in het onderwijs meer emotionele afstand en meer autoritair karakter. Klimaatverandering bij start van schooljaar Ambady en rosenthal hebben aangetoond dat lln. maar weinig tijd nodig hebben om zich een beeld te vormen van de docent. Belangrijke vaardigheden als docent: Scientist practioner = 3 onderzoek doen in het kader van kwaliteitsverbetering en innovatie in het onderwijs en van het beroep docent 20-7-2017 relective practioner 4 = in staat zijn om op geordende wijze te reflecteren op werkzaamheden zodanig, dat, indien gewenst, wijzigingen kunnen worden aangebracht. Praktijkervaringen tillen op metaniveau gekoppeld aan literatuur en onderzoek. Betere onderbouwing eigen handelen 20-7-2017