VOORBEELD PROEFWERK NATUURKUNDE DRUK OVERGANG VWO 3 2008 Opgave 1 Hiernaast staat een bronzen standbeeldje afgebeeld met een massa van 85 kg. Het standbeeld staat op een “sokkel” wat 2 dm gemaakt is van beton ( = 2400 kg/m3). De sokkel heeft de vorm van een balk, de afmetingen staan in de tekening. 3 dm Bereken de druk die dit standbeeld met zijn sokkel op zijn ondergrond uitoefent. 2 3 5 dm Opgave 2 In het hydraulisch systeem hiernaast, heeft de grote zuiger een diameter van 10 cm. Je wilt met een kracht van 17,5 N op de kleine zuiger, bij de grote zuiger een kracht van 500 N krijgen. a] Bereken de diameter die kleine zuiger moet hebben. De grote zuiger moet minstens 1,5 cm naar rechts kunnen bewegen. b] Hoelang zal de kleine zuiger minstens moeten zijn? Opgave 3 Een duiker bevindt zich op 5m diepte in zout water. Bereken de kracht op het trommelvlies. Water ( = 1030 kg/m3) 5m Trommelvlies Oppervlakte 3,5 cm2 Opgave 4 Hiernaast staan twee bakbarometer (buis van Torricelli) A en B in dezelfde ruimte opgesteld. Beide zijn gevuld met kwik ( = 13600 kg/m3). Bij barometer A, waar zich een vacuüm boven het kwik bevindt, staat het kwik 75 cm hoog. a] Bereken de luchtdruk die er op dat moment heerst. vacuüm Bij barometer B heeft men lucht in de Bak barometer A stijgbuis toegelaten. Hierdoor is komt het kwik maar 40 cm hoog. b] Bereken de druk die deze opgesloten lucht heeft. lucht Bak barometer B Opgave 5 Een cilinder gevuld met een ideaal gas wordt afgesloten door een vrij beweegbare zuiger. (zie situatie 1) De luchtdruk die er op dat moment heerst is 99000 Pa. De massa van de zuiger is 8 kg. a] Bereken de druk die het gas in situatie 1 heeft. d = 1,5 dm zuiger h = 1 dm Situatie 1 Ideaal gas Op een gegeven moment draait men, bij gelijkblijvende temperatuur, de cilinder om, zoals in situatie 2 weergeven is. b] Bereken de hoogte h in situatie 2 h=? Situatie 2