Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen Persoonsvorm © Noordhoff Uitgevers bv 2012 1 HAVO/VWO 1F Wat is een persoonsvorm? • De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord. Je kunt de persoonsvorm op de volgende manieren vinden: • Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm. • Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. • Zet de zin in het meervoud of in het enkelvoud. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm. De pv van een scheidbaar werkwoord • Een scheidbaar werkwoord is een werkwoord dat je uit elkaar kunt trekken. (opbellen – Hij belt oma op.) • Bij een scheidbaar werkwoord is alleen het stukje dat van tijd verandert de persoonsvorm. (opbellen – Hij belde oma op.) De persoonsvorm zoeken Voorbeeld: De voetbalsupporters verlaten het stadion. • Zin vragend: Verlaten (pv) de voetbalsupporters het stadion? • Zin in een andere tijd: De voetbalsupporters verlieten (pv) het stadion. • Zin in het enkelvoud: De voetbalsupporter verlaat (pv) het stadion. Persoonsvorm: verlaten Wat is de persoonsvorm? Op Schiphol zag je veel reizigers met koffers sjouwen. • Zin vragend: Zag je op Schiphol veel reizigers met koffers sjouwen? • Zin in een andere tijd: Op Schiphol zie je veel reizigers met koffers sjouwen. • Zin in het meervoud: Op Schiphol zien we veel reizigers met koffers sjouwen. Persoonsvorm: zag Wat is de persoonsvorm? Hoelang doe jij over je huiswerk? • Zin in een andere tijd: Hoelang deed jij over je huiswerk? • Zin in het meervoud: Hoelang doen jullie over je huiswerk? Persoonsvorm: doe Wat is de persoonsvorm? Veel vrouwen stoppen hun handtassen tot de nok toe vol. • Zin in een andere tijd: Veel vrouwen stopten hun handtassen tot de nok toe vol. Persoonsvorm: stoppen Hele werkwoord: volstoppen