Zomercursus Wiskunde Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie September 2011 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Inhoudsopgave 1 Rationale functies 2 1 1.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1.2 De functie f : x 7→ 1 x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Limieten 1 1 3 2.1 Rekenregels voor limieten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2.2 Limiet in c = ±∞ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2.3 Limiet in een nulpunt van de noemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Asymptoten 7 9 3.1 Voorbeeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 3.2 Verticale asymptoten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3.3 Horizontale asymptoten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 3.4 Schuine asymptoten van rationale functies . . . . . . . . . . . . . . . . 12 3.5 Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 4 Oplossingen Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 14 4-1 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 1 Rationale functies 1.1 Inleiding Functies als 5x x2 − 3x + 1 , f2 : x 7→ x−5 2x − 1 2 3x + 7x 1 f3 : x 7→ en f4 : x 7→ 4 4 x −1 f1 : x 7→ waarbij f (x) een quotiënt is van twee veeltermen noemen we rationale functies. De functies f5 : x 7→ √ x−1 , x−1 f6 : x 7→ zijn geen rationale functies omdat √ sin x x en f7 : x 7→ 2x x+1 x − 1, sin x en 2x geen veeltermen zijn. Rationale functies zijn niet gedefinieerd in de eventuele nulpunten van de noemer, ze hebben daar dus geen functiewaarde. 1.2 De functie f : x 7→ 1 x Eén van de eenvoudigste rationale functies is f : x 7→ x1 . We bestuderen deze functie van naderbij: • In 0 is er geen functiewaarde omdat de noemer dan nul wordt. Het domein van de functie is dus R0 en de grafiek heeft geen snijpunt met de Y-as. • Er is ook geen snijpunt met de X-as. Dit komt omdat functie heeft dus geen nulpunten. • Het tekenverloop is : x f(x) 0 | – 1 x 6= 0 voor elke x. De + • Nadert x langs rechts naar 0, d.w.z. langs waarden die groter zijn dan 0, dan worden de functiewaarden onbegrensd groot in de positieve zin. We zeggen dat f (x) naar plus oneindig nadert als x langs rechts naar 0 nadert. x 1 2 1 3 ... →0 f(x) 2 3 ... → +∞ Als x → 0 dan > 1 x > 1 = +∞ x→0 x > → +∞, notatie : lim Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4-2 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Analoog zien we dat als x → 0 dan < 1 x 1 = −∞. x→0 x < → −∞, notatie: lim 1 niet bestaat omdat de linker- en rechterlimiet verschillend zijn. x→0 x De rechte x = 0 (de Y-as) noemen we een verticale asymptoot van (de grafiek van) f . Merk op dat lim • Als we kijken naar de functiewaarden voor zeer grote waarden van x, in positieve en negatieve zin, dan zien we dat als x → +∞ dan 1 x →0 notatie: 1 =0 x→+∞ x als x → −∞ dan 1 x →0 notatie: 1 =0 x→−∞ x lim lim De rechte y = 0 (de X-as) noemen we een horizontale asymptoot van (de grafiek van) f . y 5 4 3 2 1 -5 -4 -3 -2 0 -1 -1 -2 -3 -4 -5 Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 0 1 2 3 4 5 x 4-3 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 2 Limieten We gaan hier niet in op de exacte definitie van limiet, maar beperken ons tot het berekenen van limieten. De notatie limf (x) = a betekent: Als x naar c nadert, dan x→c nadert de functiewaarde naar a. • Het berekenen van de limiet van een rationale functie in een punt c ∈ R dat geen nulpunt van de noemer is levert weinig problemen. De limiet is dan immers gelijk aan de functiewaarde. We geven enkele voorbeelden: 1 1 = x→2 x 2 2 – lim (3x − 4x + 2) = 3 − 4 + 2 = 1 – lim x→1 • Het berekenen van de limiet van een rationale functie in een punt c ∈ R dat wel een nulpunt van de noemer is wordt behandeld in paragraaf 2.3. Voor het zoeken van horizontale en schuine asymptoten is het ook nodig de limiet van een functie te bepalen voor x → +∞ of x → −∞. Hierover gaat paragraaf 2.2. Voor we deze gevallen behandelen kijken we eerst naar de rekenregels van limieten, in paragraaf 2.1. 2.1 Rekenregels voor limieten Deze rekenregels gelden voor willekeurige functies f en g maar in de voorbeelden en oefeningen gebruiken we steeds rationale functies. Deze rekenregels gelden voor x → c met c ∈ R of c = ±∞. We kunnen onderstaande rekenregels samenvatten als volgt: De limiet van een som de som is van de limieten, de limiet van een product is het product van de limieten en de limiet van een quotiënt is het quotiënt van de limieten, tenzij je daardoor een onbepaalde vorm krijgt. • Als limf (x) = a ∈ R en limg(x) = b ∈ R dan is : x→c x→c lim[f (x) + g(x)] = lim f (x) + lim g(x) = a + b x→c x→c x→c lim[f (x) − g(x)] = lim f (x) − lim g(x) = a − b x→c x→c x→c lim[f (x) · g(x)] = lim f (x) · lim g(x) = a · b x→c x→c x→c limf (x) lim x→c a f (x) = x→c = g(x) limg(x) b x→c Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie als b 6= 0 4-4 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies voorbeeld: lim (3x2 −4x+2) = 1 want de limiet is hier gelijk aan de functiewaarde. x→1 Wegens de eerste regel geldt ook dat lim (3x2 −4x+2) = lim 3x2 −lim 4x+ lim 2 = x→1 x→1 x→1 x→1 3 − 4 + 2 = 1. • Als limf (x) = limg(x) = +∞ dan is : x→c x→c lim[f (x) + g(x)] = +∞ x→c lim[f (x) · g(x)] = +∞ x→c Deze laatste twee regels kunnen we ook symbolisch schrijven als : (+∞) + (+∞) = +∞ (+∞) · (+∞) = +∞ • Met deze symbolische schrijfwijze kunnen we volgend overzicht kort noteren: (+∞) + (+∞) = +∞ (−∞) + (−∞) = −∞ a + (+∞) = (+∞) + a = +∞ a + (−∞) = (−∞) + a = −∞ voor elke voor elke a∈R a∈R (+∞) · (+∞) = +∞ (+∞) · (−∞) = (−∞) · (+∞) = −∞ (−∞) · (−∞) = +∞ a · (+∞) = (+∞) · a = +∞ als a > 0 a · (+∞) = (+∞) · a = −∞ als a < 0 a · (−∞) = (−∞) · a = −∞ als a > 0 a · (−∞) = (−∞) · a = +∞ als a < 0 a a = =0 +∞ −∞ voor elke a∈R Voor volgende uitdrukkingen kan er echter geen regel geformuleerd worden, men noemt dit onbepaalde vormen : (+∞) + (−∞) (−∞) + (+∞) 0 · (+∞) en 0 · (−∞) en ∞ 0 en 0 ∞ Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie (+∞) · 0 (−∞) · 0 4-5 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies De reden hiervoor is dat in die gevallen, afhankelijk van welke functies f en g precies zijn, verschillende waarden voor de limiet kunnen voorkomen. Voor de onbepaalde vorm 0 · (+∞) geven we enkele voorbeelden: lim x2 · x→0 > 1 = lim x = 0 0 x x→ > lim x2 = 0 en x→0 1 = lim 1 = 1 0 x x→ > lim x · 1 1 = lim = +∞ 2 x→ 0 x x > lim x · 1 1 = lim = bestaat niet 2 x→0 x x > x→0 > x→0 en lim x = 0 1 = +∞ x→0 x > en x→0 lim > en lim x = 0 x→0 en lim en 1 x→0 x2 > = +∞ > lim x = 0 x→0 Dus als limf (x) = 0 en limg(x) = +∞ dan kunnen we x→c lim > lim x · x→0 1 = +∞ x→0 x > en x→c en lim 1 x→0 x2 = +∞ niet schrijven dat lim[f (x) · g(x)] = lim f (x) · lim g(x) x→c 2.2 x→c x→c Limiet in c = ±∞ Oefening 2.1 Welke limieten hebben de volgende functies in −∞ en +∞ als de pijlen op de grafiek aangeven hoe de functies verder verlopen ? Hoe kunnen we volgende limiet uitrekenen? lim (3x2 − 4x + 2) x→+∞ Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4-6 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies We kunnen niet schrijven dat lim (3x2 − 4x + 2) = lim 3x2 − lim 4x + lim 2. x→+∞ x→+∞ x→+∞ x→+∞ want dan krijgen we de onbepaalde vorm (+∞) − (+∞). Om deze limiet uit te rekenen gaan we volgende regel gebruiken: (+∞) · a = +∞ als a>0 We schrijven deze eerst terug volledig en nemen c = +∞, dan krijgen we: Als lim f (x) = +∞ en lim g(x) = a met a > 0 dan is x→+∞ x→+∞ lim [f (x) · g(x)] = +∞ x→+∞ We beginnen de berekening met: lim (3x2 − 4x + 2) = lim [x2 (3 − x→+∞ x→+∞ 4 2 + 2 )] x x We weten dat lim x2 = +∞ x→+∞ 4 2 + 2) = 3 x→+∞ x x dus als we de limiet van dit product van functies schrijven als het product van de limieten krijgen we geen onbepaalde vorm: 2 4 lim (3x2 − 4x + 2) = lim [x2 (3 − + 2 )] x→+∞ x→+∞ x x 2 4 = lim x2 · lim (3 − + 2 ) x→+∞ x→+∞ x x = (+∞) · 3 = +∞ lim (3 − Nog enkele voorbeelden van gelijkheden die we onbepaalde vormen krijgen: niet mogen schrijven omdat we zo x3 1 = lim · lim x3 x→±∞ x x→±∞ x x→±∞ 1 −x = lim · lim −x lim x→±∞ x x→±∞ x→±∞ x lim We kunnen deze limieten wel gemakkelijk uitrekenen: x3 = lim x2 = +∞ x→±∞ x x→±∞ −x = lim −1 = −1 lim x→±∞ x→±∞ x lim Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4-7 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Oefening 2.2 Juist of fout ? lim (3x2 − 4x + 2) = lim 3x2 − lim 4x + lim 2. x→−∞ x→−∞ x→−∞ x→−∞ Oefening 2.3 Bereken met behulp van voorgaande rekenregels (a) lim (2x3 − 5x2 ) x→+∞ 3x2 − 6x + 1 x→−∞ 2x2 + 11x − 8 (b) lim Door het toepassen van de rekenregels zie je dat de limiet voor x → ±∞ gelijk is aan de limiet van de hoogstegraadsterm voor een veeltermfunctie, en gelijk is aan het quotiënt van de hoogstegraadstermen in teller en noemer voor een rationale functie. Oefening 2.4 Bereken (a) lim (−4x5 + 7x4 − 11) x→+∞ −x2 + 3x − 2 x→−∞ 3x − 7 (b) lim 2x2 − 3 x→+∞ x3 − x + 2 (c) lim x3 − 1 x→−∞ x − 1 (d) lim x6 + 5x2 + 1 x→+∞ x4 − x6 (e) lim 2.3 Limiet in een nulpunt van de noemer 1 1 = +∞, lim = −∞ en dat x→0 x x→0 x < > We hebben in het inleidend voorbeeld gezien dat lim 1 niet bestaat. Analoog kunnen we volgende situaties tegenkomen bij het berekenen x→0 x 1 met f (c) = 0, c ∈ R van lim x→c f (x) lim 1 = +∞. x→c f (x) • Als f (x) > 0 in een omgeving van c dan is lim Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4-8 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 1 = −∞. x→c f (x) • Als f (x) < 0 in een omgeving van c dan is lim • Als f (x) > 0 voor x > c en f (x) < 0 voor x < c 1 1 dan is lim = +∞ en lim = −∞ x→c f (x) x→c f (x) > < • Als f (x) < 0 voor x > c en f (x) > 0 voor x < c 1 1 = −∞ en lim = +∞ dan is lim x→c f (x) x→c f (x) < > Om deze limieten te berekenen moeten we dus het tekenverloop van f (x) kennen in de buurt van c. Merk ook op dat we steeds +∞ of −∞ vinden, tenzij linker- en rechterlimiet verschillen, 1 dan bestaat lim niet. x→c f (x) g(x) met f (c) = 0 onderscheiden we 2 gevallen: Bij limieten van de vorm lim x→c f (x) • c is geen nulpunt van de teller, dus g(c) 6= 0: 1 1 g(x) als limg(x).lim = g(c).lim . Dan schrijven we lim x→c x→c f (x) x→c f (x) x→c f (x) Dit is geen onbepaalde vorm vermits g(c) 6= 0. Oefening 2.5 Bereken : 1 x→1 (x − 1)2 (a) lim x2 + x − 1 x→1 x−1 > (b) lim x2 + x − 1 x→1 x−1 < (c) lim x−3 x→1 x2 − 1 > (d) lim x−3 x→1 x2 − 1 < x (Dit is geen rationale functie) (f) lim x→π sin x < (e) lim • c is een nulpunt van teller en noemer: Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4-9 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Bij rationale functies kunnen we dan teller en noemer ontbinden in factoren en de factor x − c wegdelen in teller en noemer. We illustreren dit met een voorbeeld: x2 − 4 (x − 2)(x + 2) = lim = lim (x + 2) = 4 x→2 x − 2 x→2 x→2 x−2 lim Teken de grafiek van f : x → x2 −4 x−2 om dit te verduidelijken! Oefening 2.6 Bereken : x3 − 1 x→1 x − 1 < (a) lim x3 − 3x + 2 x→1 (x − 1)3 < (b) lim 3 3.1 Asymptoten Voorbeeld We gaan na hoe we een schets kunnen maken voor de grafiek van f : x 7→ 3x − 5 . x (a) Wat is het domein van f ? (b) Zoek de nulpunten van f . (c) Om het tekenverloop van een rationale functie te vinden, bepaal je eerst het tekenverloop van de teller en noemer afzonderlijk. 5 x 0 3 3x-5 x f (x) = 3x − 5 x 3x − 5 3x − 5 en lim x→0 x→0 x x > < De rechte x = 0 noemen we een verticale asymptoot van (de grafiek van) f . (d) Bereken lim Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4 - 10 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 3x − 5 3x − 5 en lim . x→+∞ x→−∞ x x De rechte y = 3 noemen we een horizontale asymptoot van (de grafiek van) f . (e) Bereken lim 3.2 Verticale asymptoten De rechte met vergelijking x = a is een verticale asymptoot van (de grafiek van) f ⇔ lim f (x) = +∞ x→a < of lim f (x) = −∞ x→a < Ligging van de grafiek t.o.v. de asymptoot Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie of lim f (x) = +∞ x→a > of lim f (x) = −∞ x→a > 4 - 11 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Oefening 3.1 Ga na waar de volgende functies een verticale asymptoot hebben. Schets ook de ligging van de grafiek t.o.v. de asymptoot. 2x + 1 x−1 x−3 : x→ 2 x −9 f1 : x → f2 3.3 Horizontale asymptoten Definitie 3.1 De rechte met vergelijking y = a is een horizontale asymptoot van (de grafiek van) f ⇔ lim f (x) = a x→+∞ Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie of lim f (x) = a x→−∞ 4 - 12 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Oefening 3.2 Ga na of de volgende functies een horizontale asymptoot hebben : 1 −1 2x − 5 : x→ 4x + 1 x2 − 1 : x→ x−2 f1 : x → f2 f3 x2 Kan je hieruit een besluit trekken over het bestaan van een horizontale asymptoot bij een rationale functie als je kijkt naar de graad van teller en noemer? 3.4 Schuine asymptoten van rationale functies x2 − 1 voor zeer grote waarden We gaan het gedrag onderzoeken van de functie f : x → x−2 van x. x2 − 1 x2 − 1 = +∞ en lim = −∞ lim x→−∞ x − 2 x→+∞ x − 2 Als we de euclidische deling uitvoeren krijgen we : x2 − 1 deeltal rest 3 = = quotiënt + =x+2+ . x−2 deler deler x−2 Dus x2 −1 x−2 − (x + 2) = 3 . x−2 x2 − 1 3 = 0, is ook lim [ − (x + 2)] = 0. x→±∞ x − 2 x→±∞ x − 2 Vermits lim 2 −1 Grafisch betekent dit dat voor x → +∞ en x → −∞ de grafiek van f : x → xx−2 steeds meer nadert tot de rechte met als vergelijking y = x + 2. De rechte y = x + 2 noemen we een schuine asymptoot van (de grafiek van) f . Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4 - 13 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies Definitie 3.2 De rechte met vergelijking y = ax + b (a 6= 0) is een schuine asymptoot van (de grafiek van) f ⇔ lim [f (x) − (ax + b)] = 0 x→+∞ of lim [f (x) − (ax + b)] = 0 x→−∞ Voor een willekeurige functie f kunnen we de parameters a en b bepalen door de volgende limieten uit te rekenen: f (x) x→±∞ x a = lim en b = lim (f (x) − ax) . x→±∞ Indien deze limieten niet bestaan of geen reële getallen zijn heeft f geen schuine asymptoot. Voor rationale functies kunnen we op een eenvoudigere wijze de schuine asymptoot vinden als deze bestaat, door de euclidische deling uit te voeren, zoals in bovenstaand voorbeeld. Oefening 3.3 Laat zien dat lim (f (x)−(ax+b)) = 0 niet hetzelfde is als lim f (x) = lim (ax+b). x→+∞ x→+∞ x→+∞ Oefening 3.4 Ga na of de volgende functies een schuine asymptoot hebben. 6x2 − x + 7 3x + 1 x4 f2 :x → 2 x −1 f1 :x → Kan je hieruit een besluit trekken over het bestaan van een schuine asymptoot bij een rationale functie als je kijkt naar de graad van teller en noemer? Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4 - 14 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 3.5 Samenvatting am xm +...+a1 x+a0 (m, n bn xn +...+b1 x+b0 Is f (x) = dan geldt : ∈ N0 ; am 6= 0, bn 6= 0) • Is m < n, dan is de X-as een horizontale asymptoot van de grafiek van f . • Is m = n, dan is de rechte met vergelijking y = van de grafiek van f . am bn een horizontale asymptoot • Is m = n + 1, dan heeft de grafiek van f een schuine asymptoot. • Is m > n + 1, dan heeft de grafiek van f geen horizontale en geen schuine asymptoot. • Is a een nulpunt van de noemer van f en kunnen we door ontbinden in factoren en vereenvoudigen de factor x − a niet volledig wegdelen in de noemer, dan is de (linker-, rechter-) limiet voor x → a oneindig. De grafiek heeft een verticale asymptoot met vergelijking x = a. • Is a een nulpunt van de noemer van f en kunnen we door ontbinden in factoren en vereenvoudigen de factor x−a volledig wegdelen in de noemer, dan is de limiet voor x → a eindig. De grafiek van de functie vertoont een opening voor x = a. • Is a geen nulpunt van de noemer van f , dan is de limiet voor x → a gelijk aan de functiewaarde. Oefening 3.5 Geef de asymptoten van de volgende functies : x3 x2 − 9 x f2 :x → x+1 3x − 5 f3 :x → x+2 x2 f4 :x → x+1 f1 :x → 4 Oplossingen 2.3 (a) lim (2x3 − 5x2 ) = +∞ x→+∞ 3 3x2 − 6x + 1 = 2 x→−∞ 2x + 11x − 8 2 (b) lim Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie 4 - 15 Module 4: Limieten en asymptoten van rationale functies 2.4 (a) lim (−4x5 + 7x4 − 11) = −∞ x→+∞ −x2 + 3x − 2 = +∞ x→−∞ 3x − 7 (b) lim 2x2 − 3 =0 x→+∞ x3 − x + 2 (c) lim x3 − 1 = +∞ x→−∞ x − 1 (d) lim x6 + 5x2 + 1 = −1 x→+∞ x4 − x6 (e) lim 2.5 1 = +∞ x→1 (x − 1)2 (a) lim x2 + x − 1 = +∞ x→1 x−1 > (b) lim x2 + x − 1 (c) lim = −∞ x→1 x−1 < x−3 = −∞ x→1 x2 − 1 > (d) lim x−3 = +∞ x→1 x2 − 1 < (e) lim x = +∞ x→π sin x < (f) lim 2.6 x3 − 1 =3 x→1 x − 1 < (a) lim x3 − 3x + 2 = −∞ x→1 (x − 1)3 < (b) lim 3.1 f1 in x = 1, f2 in x = −3 3.2 f1 : y = 0, f2 : y = 1 2 en f3 geen horizontale asymptoot 3.4 f1 : y = 2x − 1 en f2 geen schuine asymptoot Zomercursus Wiskunde Groep Wetenschap & Technologie