nota - Vereniging Vlaamse Provincies

advertisement
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
Reactie op het ontwerp van Operationele programma EFRO
dat aan de Vlaamse Provincies ter consultatie werd voorgelegd.
Deze tekst werd opgemaakt in samenwerking met de directeurs Europa uit de
verschillende Vlaamse provincies en werd voorgelegd aan de Deputaties van
de vijf Vlaamse provincies.
8 januari 2007
Update 22 januari 2007
VVP – Europa – Nota – december 2006
1
Situering
Momenteel bereidt Vlaanderen de opstart voor van een nieuwe programmaperiode na 2006 in het kader
van het Europese cohesiebeleid.
Op 27 januari 2006 keurde de Vlaamse Regering de aanpak en werkwijze goed voor de bijdrage van
Vlaanderen aan het Nationaal Strategisch Referentiekader (NSRK) mbt de implementatie van de
Europese structuurfondsen voor de periode 2007-2013. Daarin werd o.m. beslist dat na de principiële
goedkeuring door de Vlaamse Regering van het ontwerp van NSRK en de operationele programma’s,
de tekst zou worden voorgelegd o.m. aan de provinciebesturen.
In haar beslissing van 24 maart jl. maakte de Vlaamse Regering vervolgens enkele strategische keuzes
mbt de bijdrage van Vlaanderen aan het NSRK bekend. Belangrijk voor de provincies daarbij was de
bevestiging van hun rol in het op te richten managementcomité alsook de nadruk op de
gebiedsspecifieke noden en verschillende subregionale vertrekposities.
In haar zitting van 9 juni jl. tenslotte keurde de Vlaamse Regering principieel de bijdrage van
Vlaanderen aan het NSRK goed. De Minister voor Buitenlands beleid werd gelast een brede
consultatieronde te starten over deze Vlaamse bijdrage. De provincies gingen hierop in met een
uitgebreide nota omtrent de Vlaamse bijdrage aan het NSRK, de insteek van de Vlaamse provincies ten
behoeve van de operationele programma’s (OP) EFRO en ESF alsook een voorstel inzake organisatie
en beheer.
Op 24 november tenslotte keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van OP ESF goed. Op 15
december werd het OP EFRO principieel door de Vlaamse Regering goedgekeurd. De Minister van
Economie werd gevraagd een consultatieronde omtrent het OP EFRO te voorzien.
In onderstaande nota willen de Vlaamse Provincies hun reeds eerder aan de Vlaamse Regering
overgemaakte suggesties bij het OP EFRO bevestigen en verder aanvullen en verfijnen. Het opstellen
van een coherente reactie was niet evident gezien het feit dat doelstellingen, voorbeeldacties,
begunstigden enz… door elkaar lopen. Mede daarom maar ook gezien de misschien beperkte tijd die
de administratie heeft om de opmerkingen uit de consultatie te verwerken en teneinde de Vlaamse
administratie in haar werkzaamheden zo veel mogelijk tegemoet te komen zullen de Vlaamse provincies
onderstaande opmerkingen ook in het OP zelf inpassen via een systeem van ‘track changes’
Gezien het belang van dit dossier voor de Vlaamse provincies, pleiten ze ervoor dat een
delegatie van de VVP ontvangen en gehoord zou worden.
VVP – Europa – Nota – december 2006
2
Algemene aandachtspunten

Gezien de eerder gemaakte officieuze opmerkingen van de Europese Commissie omtrent de
afstemming tussen het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) en het
Operationeel programma EFRO, vragen de Vlaamse provincies verdere verduidelijking. Het is
aangewezen dat de Vlaamse overheid de afstemming van het OP EFRO met het PDPO en met
de financiering ervan via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)
verder zou uitwerken.

Ook is het aangewezen de inhoudelijke afstemming tussen het EFRO-programma en het luik
interregionale samenwerking (doelstelling 3) verder uit te werken.

Na de vaststelling van dit OP, is het uitschrijven van het technisch kader voor dit programma
met inbegrip van bijvoorbeeld de selectiecriteria aan de orde. De Vlaamse provincies gaan
ervan uit dat de programmasecretariaten bij dit proces van nabij worden betrokken.
1. Het operationele programma EFRO
1.1. Thematische prioriteit KENNISECONOMIE EN INNOVATIE
Bij de operationele doelstellingen 1, 2 en 3 zouden de Vlaamse provincies ook de “opleidingswereld”
willen betrekken.

Operationele doelstelling 1:
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: Opleidingscentra
Kennisinstellingen: universiteiten, hogescholen, technische secundaire scholen
Lokale overheden

Operationele doelstelling 2: Begeleiding
- Mogelijke actie “stimuleren van de kennistransfer in prioritaire kennisdomeinen in de
kenniseconomie”
Toevoeging:
Kennis omtrent duurzame energie en duurzaam ondernemen
Kennis tot samenwerking en netwerkvorming
Kennis omtrent productontwikkeling
Kennis omtrent sociale economie initiatieven
- Beoogde begunstigden
Toevoeging:
Non-profitorganisaties en sociale economie initiatieven
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: Lokale overheden
Kennisinstellingen: universiteiten, hogescholen, technische secundaire scholen
VVP – Europa – Nota – december 2006
3

Operationele doelstelling 3: samenwerking
- Beoogde doelstelling en algemene omschrijving:
Toevoeging:
Ook de sectoren van de belevingseconomie (toerisme, recreatie en cultuur) kunnen via
innovatieplatformen hun economische slagkracht vergroten.
Tevens is er nood aan de uitbouw van een Vlaamse kenniscluster voor de vrijetijdseconomie, waarin de
provinciale expertisecentra een belangrijke schakel kunnen vormen.
Mogelijke actie “bottom-up creatie van horizontale innovatieplatformen met
economische en maatschappelijke realiteit”.
Toevoeging: ontwikkelen van monitoring- en meetinstrumenten voor beleidsondersteuning en
gezamenlijke productontwikkeling
-
- Mogelijke actie “stimuleren van samenwerkingsinitiatieven tussen ondernemingen”
Toevoeging:
Verdere uitbouw van incubatiecentra en wetenschapsparken
Investeringen rond evenementservices en congressen, gekoppeld aan strategische marketing
Mogelijke actie “stimuleren van samenwerking tussen bedrijfsleven en academische
wereld”
Opzetten en verder valoriseren van verschillende samenwerkingsinitiatieven zoals netwerking, clusters
-
-
Toevoeging mogelijke actie: “Stimuleren van samenwerking van overheid met
bedrijfsleven en kennisinstellingen voor het realiseren van innovaties en economische
groei (concept “triple helix”)”
- Beoogde begunstigden
Toevoeging:
Incubatiecentra
Gespecialiseerde publieke instellingen / vzw’s
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: Lokale overheden
Kennisinstellingen: universiteiten, hogescholen, technische secundaire scholen

Operationele doelstelling 4: Internationalisering
- Mogelijke actie “ondersteuning van internationalisering van Vlaamse netwerken”
Toevoeging: Opzetten gespecialiseerde helpdesk met specifieke competentie in het internationale
innovatie- en clustergebeuren, o.m. met de ambitie om de toegang van kleine en middelgrote
ondernemingen tot geavanceerde bedrijfsondersteunende diensten te vergemakkelijken.
-
Mogelijke actie “ondersteuning van het internationaal ondernemen”
VVP – Europa – Nota – december 2006
4
Toevoeging:
Ontwikkeling van technologieprognose en internationale benchmarking van beleidsmaatregelen
(‘technologiewacht’) ter bevordering van innovatie.

Operationele doelstelling 5: Vernieuwende voorbeelden van kennisvalorisatie
- Mogelijke actie: “Eco-innovaties”
Toevoeging:
Kennisopbouw in nieuwe of vernieuwende sectoren die aansluiten op Vlaamse prioriteiten (natuur-en
landschapsbeheer, bouw, recreatie en vrijetijdseconomie, duurzaam gebruik en sanering van bodems).
Toepassen en inschakelen van technologische innovaties om milieu- en andere risico’s beter te kunnen
beheersen.
- Mogelijke actie: “Niet – technologische innovaties”
Toevoeging:
Monitoring (meetsystemen)
Gezondheidszorg/wellness
Innovatieve acties inzake openbaar bestuur (landschapsonderhoud, welzijn, …)
- Mogelijke actie: “Innovatie in ICT-gebruik”
Toevoeging:
E-government

Operationele doelstelling 6: Innovatie van de plattelandseconomie
- Mogelijke actie: “Innovatieve inrichtingsprojecten op het platteland, met economische
weerslag”
Toevoeging:
Versterking van de toeristische en recreatieve sector en het verblijfstoerisme door
infrastructuurinvesteringen bijvoorbeeld voor de verdere ontwikkeling van de passagiersvaart en de
watersport, de verbetering van fietsknooppuntnetwerken en de ontwikkeling van de ruiter-en
wandelroutenetwerken;
Herbestemming, beheer en openstelling van landgoederen, kasteelparken, cultureel erfgoed en forten
door de uitvoering van publiek-private samenwerkingsprojecten in het kader van cultuurbeleving en
cultuurtoerisme; Het inrichten van landschappen met het oog op duurzame ontsluiting en het voorzien
in mogelijkheden voor landschapsbeheer;
Ondersteunen van landschapsparken en landschapsstichtingen in relatie tot grote samenhangende
entiteiten met een toeristisch-economische potentie en het opzetten van landschapsfondsen
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: Provinciale besturen
VVP – Europa – Nota – december 2006
5
1.2. Thematische prioriteit ONDERNEMERSCHAP
 Strategie
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen:
Toevoeging: Bedrijven kunnen ook via samenwerking met sociale economie initiatieven invulling geven
aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Operationele doelstelling 1: Stimuleren ondernemerszin en ondernemersvaardigheden
- Beoogde doelstelling en algemene omschrijving:
Ondernemerschap door kansengroepen zoals allochtonen, (mensen met een handicap), langdurig
werklozen; kortgeschoolden,…. ipv alleen ondernemerschap door allochtonen.
mogelijke actie: “doelgroepgericht stimuleren van ondernemerszin en
ondernemersvaardigheden”
Toevoeging: ook bij andere kansengroepen zoals langdurig werklozen, kortgeschoolden en mensen
met een handicap
-
- beoogde begunstigden:
Toevoeging: kansengroepen zoals langdurig werklozen
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: gespecialiseerde publieke instellingen/vzw’s

Operationele doelstelling 2: Creëren van een faciliterend start-, groei- en overnamekader
- mogelijke actie: “Begeleiding op maat voor starters en groeiers”
Toevoeging:
Advisering (bijvoorbeeld via een ondernemingsloket), begeleiding en opleidingen voor (pre)starters en
groeiers voor het inschatten van mogelijkheden van kwaliteitsverbetering, nieuwe arbeidsorganisatie,
nieuwe markten en/of producten, met tevens aandacht voor de sociale economie initiatieven, de lokale
diensteneconomie en de belevingseconomie.
o Niet-technologische opleidingen en managementtechnieken aanbieden aan starters en
groeiers voor het exploiteren van nieuwe technologie en van nieuwe dienstverlening
o Verdere uitbouw van incubatiecentra voor starters en voor spin-offs
Vergemakkelijking van de economische exploitatie van nieuwe ideeën via:
o begeleiding en ondersteuning van (technologie)starters met strategische
managementtechnieken
o bestaande bedrijven de nodige managementtechnieken aanbieden om nieuwe
technologie economisch te exploiteren
o nieuwe vormen van dienstverlening vanuit de uitbouw van nieuwsoortige dienstverlening:
design,…
Coaching van landgoedeigenaars en van bedrijven uit de belevingseconomie (toerisme, recreatie en
cultuur) en de sociale economie bij het economisch exploiteren van hun aanbod.
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: gespecialiseerde publieke instellingen/vzw’s
VVP – Europa – Nota – december 2006
6
1.3. Thematische prioriteit RUIMTELIJK-ECONOMISCHE OMGEVINGSACTOREN

Strategie
- Toevoeging
bij
“Het
stimuleren
van
hefboomprojecten
die
de
vestigingsaantrekkelijkheid van steden en regio’s kunnen versterken en/of die
locatiefactoren voor het bestaande economische weefsel kunnen verbeteren”.
Een gebiedsgerichte en geïntegreerde aanpak vestigde de aandacht op gebiedsgerichte knelpunten
zoals de ontsluiting van bepaalde regio’s, ook voor wat betreft de vrijetijdsmobiliteit, de
onthaalinfrastructuur en de transfertmogelijkheden, de slechte bevoorradingszekerheid van
industriewater, ….
- Toevoeging bij “Voorzien in kwaliteitsvolle bedrijfshuisvestingsmogelijkheden”.
Ook knelpunten …. kunnen deel uitmaken van het aanbod aan bedrijfshuisvestingsmogelijkheden op
voorwaarde dat er voldoende aandacht wordt besteed aan … en aan eventuele randvoorwaarden zoals
op vlak van bedrijfsarchitectuur, etc. …

Operationele doelstelling 1: Duurzame versterking van de economische poorten en de
multimodale bereikbaarheid
- Mogelijke actie: Initiatieven ter verbetering van de relatie met de woon – en
leefomgeving
Toevoeging:
Initiatieven die de belasting verlagen van het woon-werkverkeer en van het vervoer op de
bedrijfsomgeving, bijvoorbeeld door het stimuleren van het fietsverkeer en van collectief vervoer, door
ondersteuning en coördinatie van bedrijfsacties rond vervoer en door initiatieven die de capaciteit van
alternatieve vervoersmodi verhogen.
Recreatieve geleiding om de draagkracht van bepaalde regio’s te vergroten voor een toenemende
vraag naar (zachte) vormen van recreatie;
- Mogelijk uitvoerende instanties:
Toevoeging: gespecialiseerde publieke instellingen/vzw’s

Operationele
doelstelling
2:
Kwaliteitsvolle
bedrijventerreinen
en
bedrijfshuisvestingsmogelijkheden
- Beoogde doelstelling:
Toevoeging:
Ook de promotie van bedrijventerreinen op een duurzame en kwaliteitsvolle wijze is hierbij van belang.
- Actie 1: Revitalisering en herontwikkeling verouderde bedrijventerreinen en brownfields
Toevoeging:
Onder deze actie vallen alle structurele ingrepen om verdere veroudering en verloedering tegen te gaan
en/of om een terrein of site te herontwikkelen of eventueel te herbestemmen.
Herlokaliseren of herinrichten van zonevreemde bedrijven onder andere in functie van de verweving.
Toevoeging:
Actie 2: Bewerkstelligen van langetermijnbeheer en opwaardering voorzieningen
VVP – Europa – Nota – december 2006
7
Initiatieven die tot doel hebben leegstand en verwaarlozing op bedrijventerreinen tegen te gaan,
evenals initiatieven die tot doel hebben het bevorderen van het investeringsklimaat en het scheppen
van een ruimtelijke omgeving die bijdraagt tot het bedrijfsimago, bijvoorbeeld via inrichting en
natuurontwikkeling op bedrijventerreinen en bijvoorbeeld via investeringen in incubatiecentra,
multifunctionele doorgangsgebouwen, bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijvencentra met een
specifieke doelgroep;
- Toevoeging actie:
Saneren van historisch vervuilde gronden of verontreinigde terreinen en gronden waarvoor de eigenaar
niet verantwoordelijk kan worden gesteld, inclusief experimenten/ proefvelden voor alternatieve/ nieuwe
vormen van sanering zoals fytoremidiatie, immobilisatie welke op termijn de sanering van grotere
oppervlakten moet mogelijk maken (eventueel in combinatie met ‘energieteelt’) met nabestemming
‘industrieterrein’ of ‘natuurgebied’.

Operationele doelstelling 3: Realiseren van Vlaamse en subregionale hefboomprojecten
Binnen het OP zoals de Vlaamse Regering het voorlopig vaststelde, wordt bepaald dat
hefboomprojecten die niet voortspruiten uit de Vlaamse beleidslijnen, enkel op voordracht van de
resoc’s zullen worden gehonoreerd.
De Vlaamse Provincies achten het echter beter dat omtrent deze projecten (die vanzelfsprekend ook via
de provinciale EFRO contactpunten worden ingediend) de provinciale overheid en de resoc’s op
gepaste wijze in overleg zouden treden. Ook staat het vast dat uitvoering van projecten door de resoc’s
niet aangewezen is en door de decreetgever nooit het opzet is geweest.

Operationele doelstelling 4: Benutten van verduurzamingpotenties van economische
concentraties (bedrijventerreinen, havens, …)
- Mogelijke acties:
Toevoeging:
Bouw van een bedrijvencentrum voor ondernemingen rond duurzame energie;
Bouw van een kenniscentrum voor ondernemingen rond duurzame energie;
Projecten die sociale voorzieningen (kinderopvang e.d.) uitbouwen op een bedrijventerreinen, aan
opleidingscentra of aan lokale polyvalente dienstencentra (inzet kansengroepen), desgevallend ook in
functie van de 24-uurseconomie (bijvoorbeeld in het (lucht)havengebied);
Projecten ter verbetering van het woon-werkverkeer door het wegwerken van vervoersarmoede, door
vormen van collectief vervoer, door het stimuleren van het fietsverkeer (betere ontsluiting voor fietsers,
fietsverhuur en –bewaking), door het adviseren en ondersteunen van bedrijven, enz.;
Ontwikkelen van nieuwe en verbeteren van bestaande infrastructuur voor sociale economie initiatieven
en versterking van de eigendomsstructuur.
Werkgelegenheidsprojecten in natuur en milieu onder andere in het kader van sociale economie
initiatieven en van gebiedsbeherende verenigingen om de natuur te verrijken en het toerisme te
bevorderen;
Organisatie en verwerking van natuur- en parkbeheerresten in combinatie met groene energie;
VVP – Europa – Nota – december 2006
8
Openstellen/afschermen van groengebieden, uitbouw educatieve centra, aanleg wandelpaden en
voorzieningen als stimulans voor duurzame beleving.
Projecten ter stimulering van de energie-efficiëntie, zoals collectieve energievoorziening, nieuwe
vormen van energievoorziening (groenenergie uit natuurbeheermateriaal), energiebossen op vervuilde
terreinen, energie-uitwisseling tussen bedrijven / op industrieterreinen, en toegankelijkheid van
bedrijventerreinen met duurzame vervoermiddelen.
Projecten rond de waterbevoorrading van bedrijventerreinen (ikv problematiek van grondwaterreserves)
2. De uitvoeringsstructuren en het financiële luik van het EFRO-programma
2.1. Uitvoeringsstructuren:
Algemeen:
De Vlaamse Provincies erkennen dat met een aantal van hun eerder geformuleerde suggesties inzake
de uitvoeringsstructuren rekening werd gehouden. We denken daarbij aan de effectieve betrokkenheid
van de provincies in zowel het monitoringcomité als het managementcomité als de vertegenwoordiging
van de provincies in de technische werkgroep. Ook de structuur van het programmasecretariaat met
een EFRO-contactpunt in elk van de provincies, alsook de twee grootstedelijke EFRO-contactpunten als
onderaannemer van de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen ligt in lijn met de eerder
geformuleerde aanbevelingen van de provincies.
Toch blijven de provincies van oordeel dat hun eerder geformuleerde voorstel zoals aan de minister
voor Economie overgemaakt op 22 maart 20061 zijn verdiensten heeft.
Aandachtspunten:
In het huidige voorstel zijn tevens een aantal aandachtspunten te ontwaren welke in de verdere
afspraken dienen te worden uitgeklaard.
1. De provincies gaan ervan uit dat in elk van de 5 provincies een provinciaal contactpunt wordt
ingericht en bemand en dat bij de bestaande contactpunten de tewerkstelling maximaal wordt
behouden. Bovendien gaan de provincies ervan uit dat de tewerkstelling in de grootstedelijke
1
Dit voorstel zag er samengevat als volgt uit:
1. Aandacht voor gebiedsspecifieke noden en opportuniteiten: Indien Vlaanderen kiest voor één Vlaamse
operationeel programma, dan pleiten de provincies ervoor om naast een horizontale insteek gebaseerd op de
communautaire en Vlaamse inhoudelijke menukaart ook aandacht te hebben voor de gebiedsspecifieke noden en
opportuniteiten via specifieke gebiedsgerichte maatregelen.
2. Werving en selectie van (een deel van) de projecten door provinciale programmasecretariaten: De
programmasecretariaten in de vijf provincies staan in voor de werving van minstens een deel van de projecten. De
sturing en beslissingen omtrent deze projecten gebeurt het best door een regionaal comité.
3. Regionale enveloppes: Teneinde een effectieve gebiedsgerichte inhoudelijke insteek gestalte te geven, wordt in
het operationele programma een deel van de Europese middelen voorbehouden voor de gebiedsgerichte
maatregelen. Via de regionale enveloppes kunnen dan die projecten die door de provinciale
programmasecretariaten worden geworven en via de regionale comités worden goedgekeurd, gefinancierd
worden.
VVP – Europa – Nota – december 2006
9
contactpunten (Antwerpen en Gent) niet ten koste mag gaan van de tewerkstelling in de
provinciale contactpunten.
2. De provincies bepleiten dat de rol van de resoc’s helder wordt afgelijnd. Het streekpact is
een waardevol toetsingskader voor de beoordeling van projecten maar is niet de enige
referentie.
3. De precieze wijze van indienen van projecten dient nog te worden uitgeklaard. De provincies
staan niet weigerachtig tegenover het elektronisch indienen van projecten op voorwaarde dat
het elektronisch loket voldoende performant is en onmiddellijk toegankelijk is voor de
provinciale contactpunten en het programmasecretariaat te Brussel.
Ze gaan er tevens van uit dat de wijze van indienen (al dan niet elektronisch) geen invloed
heeft op de taakverdeling zoals beschreven in het ontwerp tussen het programmasecretariaat
te Brussel en de provinciale EFRO-contactpunten en dat dus alle projecten worden ingediend
en begeleid via de provinciale EFRO-contactpunten. Vooral voor wat betreft de provinciale,
subregionale of bovenlokale projecten heeft deze indiening via de provinciale contactpunten
het voordeel dat het provinciebestuur de projecten desgevallend kan afstemmen met andere
projecten en aldus een meerwaarde kan leveren voor de uitvoering van het programma.
2.2. Financieel
De Vlaamse provincies ondersteunen de beslissing om de middelen voor het OP in gelijke mate te
verdelen over de verschillende thematische prioriteiten..
Daarnaast bepleiten de Vlaamse provincies dat er zou worden nagedacht over een billijke regionale
verdeling van de middelen. Het is aangewezen om op voorhand aan de verschillende provincies
‘trekkingsrechten’ toe te kennen op het budget en dit voor alle prioriteiten.
Een dergelijk systeem heeft het voordeel dat een billijke regionale verdeling van de middelen constant
kan worden opgevolgd en dat discussies over de verdeling van de middelen in de loop van het
programma reeds op voorhand worden ondervangen.
In haar beslissing van 15 december bevestigt de Vlaamse Regering bovendien dat ze, om voldoende
aandacht te hebben voor de gebiedsspecifieke noden en verschillende subregionale vertrekposities, de
bij de bestaande programmasecretariaten aanwezige knowhow gevaloriseerd moet worden door hun
betrokkenheid te behouden. Deze betrokkenheid is voor de provincies weliswaar noodzakelijk maar
vormt in dit kader een onvoldoende garantie voor een effectieve gebiedsspecifieke aandacht. De
provincies menen dat een billijke regionale spreiding van de middelen via bijvoorbeeld een systeem van
trekkingsrechten die garantie wel kan bieden.
Contactpersoon:
[email protected]
Referentie:
SB/EU/N/061212.273
VVP – Europa – Nota – december 2006
10
Download