231109 Diagnostische Toets Compositie antwoordmodel Het verhaal uit de Bijbel, dat de 2 schilderijen van Rembrandt op de afbeeldingen 1 en 2 als onderwerp hebben, luidt in het kort als volgt. Luca 24: 13 - 32 beschrijft hoe twee leerlingen, die op weg waren van Jeruzalem naar het nabijgelegen dorp Emmaus, gezelschap kregen van Jezus Christus, die met hen verder wandelde, maar zij herkenden hem niet. Ze vertelden hem van de recente dood van Jezus Christus, de Nazarener en van hun ontsteltenis nu ze hadden vernomen dat zijn graf leeg was. Jezus Christus legt hen nog eens uit wat de profeten over hem gezegd hadden. Als het gezelschap in Emmaus is aangekomen dringen de twee leerlingen erop aan dat de vreemdeling bij hen blijft. Tijdens de maaltijd herkennen ze hem nadat Jezus Christus het brood heeft gebroken en "Hij verdween daarna uit hun midden”. Afbeelding 1. Dit is het eerste schilderij uit 1626, dat Rembrandt maakte naar het verhaal van de Emmaüsgangers Het toont het moment waarop Jezus' disgenoten realiseren dat ze met hun dood gewaande heer aan tafel zitten, en niet met een toevallige voorbijganger zoals ze dachten. Een van de leerlingen valt op z'n knieën, de ander deinst achteruit. Rembrandt maakte hier volop gebruik van het clair - obscur. Vraag 1. Geef aan waaraan je kunt zien, dat er in het schilderij op afbeelding 1 gebruik is gemaakt van clair obscur. Antwoord 1: De ruimte is voor het grootste gedeelte in duisternis gehuld terwijl een klein gedeelte van de ruimte fel verlicht wordt. Dit gedeelte valt ook het meeste op omdat het contrast tussen het hoogste licht en de donkerste schaduw zeer groot is. Vraag 2. Geef aan waaraan je kunt zien, dat er in het schilderij op afbeelding 1 gebruik is gemaakt van clair obscur. Antwoord 2: Vraag 3. Leg uit, dat de opbouw van de compositie in het schilderij op afbeelding 1 bepaald wordt door het beeldaspect licht. Antwoord 3: Omdat er een monochroom kleurgebruik is toegepast zijn alleen lichte en donkere kleurverschillen gebruikt van dezelfde kleursoort zodat het beeldaspect licht daardoor wordt benadrukt. Op het snijpunt van de verticale lijn met de diagonale lijn (de 2 lijnen die het lichtste vlak in het rechter bovengedeelte begrenzen) in het midden zit de man achter de tafel die een belangrijke rol speelt in het verhaal. Het zwakke licht links achter in de ruimte benadrukt de figuur die daar bezig is waardoor benadrukt wordt dat de compositie verspreid is. Vraag 4. Noem drie argumenten waarom de figuur rechts de meeste aandacht trekt in het schilderij op afbeelding 1. Antwoord 4: De figuur steekt het hoogst uit boven de tafel. De figuur steekt het donkerst af tegen de lichte achtergrond. De figuur zit het meest vooraan. De figuur is het grootst. Vraag 5. Noem drie argumenten waarom de figuur rechts Jezus Christus moet voorstellen in het schilderij op afbeelding 1. Antwoord 5: Hij is omringt met licht als een aureool. De ogen van de mensen zijn op hem gericht. Hij is het grootst afgebeeld. Hij is statig weergegeven. Vraag 6. Leg uit welke twee betekenissen Rembrandt aan de lichtwerking rechts in het schilderij op afbeelding 1 mee geeft. Antwoord 6: 1 Kunstlicht als een realistische lichtwerking, omdat achter het hoofd zich een afgesloten muur bevind waar geen daglicht door een raam naar binnen kan en er toch een verborgen lichtbron te zien is waarschijnlijk een olielamp. 2 Bovennatuurlijk of Goddelijk licht, omdat de lichtbron lichtstralen achter het hoofd uitstraalt als een aureool of nimbus. Afbeelding 2 . Dit is het bekendste werk over de Emmaüsgangers, dat door Rembrandt in 1648 is gemaakt. Bij de maaltijd heerst er een plechtige sfeer. De leerlingen hebben nog net niet door, dat ze met Jezus Christus aan tafel zitten. Vraag 7. Geef in het kort aan hoe de compositie in het schilderij op afbeelding 2 is opgebouwd. Antwoord 7: Het is een staand formaat dat nog eens benadrukt wordt in het tafereel door de rondboognis achter de figuur achter de tafel. De figuren zitten gegroepeerd rond de tafel. De opstelling is asymmetrisch. Vraag 8. Noem vijf argumenten waarom de figuur die achter de tafel zit het meest de aandacht trekt in het schilderij op afbeelding 2. Antwoord 8: Frontaal, de enige achter de tafel, de rondboognis ligt in het verlengde achter hem, de figuren zijn op hem gericht, hij heeft een aureool, het tafelblad waar hij achter zit is fel verlicht. Vergelijk de afbeeldingen 1 en 2. Vraag 9. Leg uit dat de wijze waarop Rembrandt Jezus Christus met het beeldaspect licht heeft weergegeven hij dat in het schilderij op de afbeelding 1 op een realistische manier heeft gedaan en in het schilderij op afbeelding 2 op een symbolische manier. Antwoord 9: 1 Het komt over als een kunstmatige lichtbron, die zich achter het hoofd van Jezus bevindt (verborgen lichtbron) 2 er bevindt zich een stralenkrans om zijn hoofd als een aureool en symboliseert het goddelijk licht. Vraag 10. Maak een keuze welk schilderij van de twee de schilderijen op de afbeeldingen 1 en 2 de grootste beeldende zeggingskracht heeft. Motiveer jouw antwoord. Antwoord 10: 1 Jezus wordt hier uitgebeeld als iemand waar tegenop gekeken wordt. Zijn rijzige gestalte steekt hoog boven de tafel uit. De kern van het verhaal (men beseft dat de vreemdeling Jezus is) wordt door de licht-donker contrasten zodanig uitgelicht dat de blik van de toeschouwer gestuurd wordt naar de man achter de tafel met een veelzeggende uitdrukking op zijn gezicht en een actieve houding. Het felle licht-donkercontrast verhoogd die spanning. 2 Hier beseft men nog niet dat de man achter de tafel Jezus is. De lichtdonkercontrasten zijn minder groot en de mensen zitten passiever rond de tafel. 3. Rembrandt heeft verschillende momenten uit het verhaal weergegeven waardoor de zeggingskracht in beide schilderijen gelijkwaardig kan zijn. De keuze die je maakt wordt ook bepaald door welke manier van vormgeven je het meest aanspreekt, grote contrasten of een rustige opbouw van de voorstelling.