STRATEGISCH PERSONEELSBELEIDSPLAN VRK 2014-2018 Inhoudsopgave Voorwoord ………….......................................................................................................................... 3 Samenvatting …….. .......................................................................................................................... 4 1. Visie en ambities 2018 .................................................................................................................. 6 2. Waar moet de VRK de komende jaren rekening mee houden? ............................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Landelijke ontwikkelingen .................................................................................................................................................... 7 Regionale ontwikkelingen .................................................................................................................................................... 7 Arbeidsmarktontwikkelingen en demografie ...................................................................................................................... 7 CAO-ontwikkelingen ............................................................................................................................................................. 7 Ontwikkelingen in samenstelling van het personeelsbestand ......................................................................................... 8 Ontwikkelingen op organisatieniveau ................................................................................................................................. 8 3. Uitwerking per thema ................................................................................................................... 9 Thema 1. Kwantiteit en kwaliteit van het medewerkersbestand. “Diversiteit in de organisatie en de juiste mens in de juiste periode op de juiste plaats” ........................................................................................................................... 9 Thema 2. Werving, arbeidsmarktcommunicatie en selectie ............................................................................................... 10 Thema 3. Loopbaanbeleid/planning, bevordering van de mobiliteit en blijvende inzetbaarheid .................................... 12 Thema 4. Beoordeling van resultaten, prestaties en gedrag, geven van feedback en aanspreken op ongewenst gedrag ....................................................................................................................................................................... 13 Thema 5. Opleiding, training en ontwikkeling ....................................................................................................................... 15 Thema 6. Beloning van prestaties en gedrag en overige arbeidsvoorwaarden ............................................................... 17 Thema 7. Taakinhoud en werkorganisatie ............................................................................................................................ 18 Thema 8. Arbeidsomstandigheden, verzuim en re-integratie, vitaliteit .............................................................................. 19 Thema 9. Integriteit................................................................................................................................................................... 22 Thema 10. Uitstroom .................................................................................................................................................................. 23 Thema 11. Implementatie en verankering van het strategisch personeelsbeleid .............................................................. 24 Bijlage 1. Resultatenkalender…………………………………………………………………………24 2 Voorwoord De Veiligheidsregio Kennemerland is een van de grotere werkgevers in de regio. Als overheidsorganisatie heeft zij een voorbeeldfunctie als het gaat om het aantrekken van en omgaan met haar medewerkers. Met het oog op landelijke ontwikkelingen, demografische trends en de samenstelling van het personeelsbestand is het van belang om een structureel, strategisch en samenhangend personeelsbeleid te ontwikkelen, in te voeren en te onderhouden. Het beleid sluit aan bij de doelen van de organisatie en schept voorwaarden om deze te bereiken. Het bevat een visie op de Veiligheidsregio Kennemerland als werkgever, geeft de gewenste organisatiecultuur aan, benadrukt het belang van de rol van leidinggevenden en verwoordt welk gedrag en welke competenties er verwacht worden van leidinggevenden en medewerkers. Het beleid biedt kaders voor nadere invulling en uitwerking, passend bij de opdracht aan de organisatie. Het is belangrijk dat het “ons” beleid wordt: besproken en gedragen door bestuur, management en medewerkers. Daarom blijft dit in zijn uitwerking een dynamische notitie. Binnen de VRK is een groot aantal vrijwilligers werkzaam. Daar waar in deze notitie gesproken wordt van medewerkers worden ook de vrijwilligers bedoelt. Het is de bedoeling dat kort na het vaststellen van deze notitie onderdelen nader worden uitgewerkt (met daar waar nodig specifieke aandacht voor vrijwilligers en de crisisbeheersingsorganisatie c.q. warme functies), dan wel worden geëvalueerd, zodat (tussentijds) kan worden bijgestuurd. 3 Samenvatting De VRK heeft ambities ten aanzien van de inrichting van haar organisatie en krijg t daarbij de komende jaren met veel verschillende ontwikkelingen te maken. Ook in deze woelige tijden wil de VRK een goede en aantrekkelijke werkgever zijn, met gemotiveerde medewerkers en bekwame leidinggevenden. Daarbij staat de gedachte van een levensfasegericht personeelsbeleid voorop. Dit beleidsplan verbindt alle onderdelen van het P&O beleid met de organisatieambities en geeft een totaaloverzicht van alle activiteiten die zij in dit kader wenst te ondernemen. De volgende externe en interne ontwikkelingen kunnen worden herkend: Heroverweging van de dienstverlening en de inrichting van de organisatie, ingegeven door de wens de participatie van burgers in de zorg voor gezondheid en veiligheid te vergroten (zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid). Als gevolg van een traag economisch herstel, zijn nieuwe bezuinigingen nodig. Overall dalende en vergrijzende beroepsbevolking (grootste groep is tussen 45-55 jaar) Steeds minder jongeren komen de arbeidsmarkt op. De jongere generatie blijft minder lang bij één werkgever en meer (jonge) mensen kiezen voor een bestaan als ZZP’er. Werkloosheid stijgt sinds juni vorig jaar en is opgelopen tot 7,5% (jan. 2013) Als gevolg van vergrijzing en ontgroening van de arbeidsmarkt, wordt schaarste in bepaalde functies (met name technische) voorzien. Er is al jaren een verschuiving gaande in het arbeidsethos en in wat belangrijk gevonden wordt in het werk. Werknemers verbinden zich korter aan een werkgever, willen minder uren maken, gaan voor meer balans tussen werk en privé, hebben meer behoefte aan projectmatig werken en laten carrièrebeslissingen meer afhangen van intrinsieke motivatie. Buiten pensionering is er relatief gering autonoom verloop bij de VRK. Het personeelsbestand staat vrijwel stil (turn-over ratio = 0,029487) Het gemiddelde turn-over ratio bij gemeenten is 4%. In de commerciële sector ca. 10%. 17% van de VRK medewerkers is 55+ en stroomt de komende 10 jaar uit. Er komen nieuwe wettelijke verplichtingen, die instroom van mensen met een beperking en (allochtone) jongeren, stimuleren. Gelijkertijd worden voorzieningen getroffen die er op gericht zijn langer aan het arbeidsproces deel te nemen. De dynamische omgeving waarin de VRK verkeert en veranderende arbeidsverhoudingen stellen bestuur, directie, management en medewerkers voor grote opgaven, die vragen om andere competenties. Thema’s die aan de orde komen Thema 1. Kwaliteit en kwantiteit van het personeelsbestand, diversiteit De VRK ambieert een gevarieerd samengesteld medewerkersbestand, met medewerkers en leidinggevenden, die de juiste competenties hebben om hun werk succesvol te doen. Personeelsplanning op aantallen, samenstelling en benodigde competenties is nodig. Er wordt actief gewerkt aan diversiteit en verjonging. Managementinformatie geeft leidinggevenden een tool om op kwantiteit en kwaliteit te sturen. Het is van belang om structureel aan de (ontwikkeling van) gewenste competenties te werken. Thema 2. Werving, arbeidsmarktcommunicatie en selectie Binnen dit thema is expliciete aandacht voor de instroom van jongeren, allochtonen, vrouwen in leidinggevende functies en mensen met een beperking. Met het aanboren van netwerken, arbeidscommunicatie, die specifiek gericht is op de gewenste doelgroepen en door verbeterde selectie, kan beweging in de samenstelling van het medewerkersbestand worden bevorderd. Er worden mogelijkheden gecreëerd voor stagiaires en trainees, om daarmee jongeren aan de organisatie te binden. Thema 3. Loopbaanontwikkeling, planning, bevordering van interne mobiliteit en inzetbaarheid. De VRK wil het nadenken over de loopbaan, de interne mobiliteit en daarmee langdurige inzetbaarheid van medewerkers, in alle leeftijdsfasen, stimuleren. Uitgangspunt is dat iedere medewerker zelf verantwoordelijk is voor de eigen loopbaan. Beweging van werk tot werk hoort ‘gewoon’ te worden. Talentvolle medewerkers krijgen kansen om zich te ontwikkelen. Een actief loopbaanbeleid houdt medewerkers inzetbaar en doet recht aan ontwikkelingswensen. Met loopbaanplanning wordt ervoor gezorgd dat de juiste mensen op de juiste plek zitten. Om individuele 4 medewerkers te faciliteren bij het nadenken over de eigen loopbaan worden diverse instrumenten ingezet. Thema 4. Beoordeling van resultaten, prestaties en aanspreken op (ongewenst) gedrag Binnen de VRK vindt het aanpreken op resultaten en (ongewenst) gedrag zowel formeel als informeel plaats. Er is een positieve gerichtheid, waarbij het accent ligt op ontwikkeling (leren en verbeteren). In de jaarlijkse gesprekscyclus ‘functioneren, ontwikkelen en beoordelen’ is er aandacht voor de werkresultaten, het werkgedrag, (persoonlijke) ontwikkeling en arbeidssatisfactie. De invoering van een 360° feedbackmethode van beoordelen zal worden onderzocht. Het competentiewoordenboek wordt herzien en er worden aan alle functies competenties toegekend. Leidinggevenden worden ondersteund bij het aanpakken van ongewenst gedrag. Thema 5. Opleiding, training en ontwikkeling Het opleidingsbeleid is gericht op verdergaande professionalisering. Naast het op peil houden en actualiseren van basale vakkennis, gaat het om permanente ontwikkeling en verbetering van de inzet, vaardigheden, kwaliteit en houding van medewerkers. De vormgeving van het opleidingsaanbod binnen de VRK en de ontwikkeling van opleidingsbeleid staan in dit kader op het programma. Speciale aandacht krijgt leiderschapsontwikkeling, waarvoor een leiderschapsprogramma wordt ontwikkeld. Thema 6. Arbeidsvoorwaarden en beloning van prestaties en gedrag Vanwege haar bijzondere beroepsgroepen wil de VRK, daar waar mogelijk en noodzakelijk, haar eigen arbeidsvoorwaarden ontwikkelen en daarbij rekening houden met de levensfase van medewerkers. Bijzondere prestaties wil zij extra kunnen belonen en tevens buitengewone houdingsaspecten en gewenst gedrag. Om een (binnen het functiegebouw) evenwichtige en marktconforme salariëring te bewerkstelligen zal er een evaluatie van het salarisgebouw plaatsvinden. Het belonings- promotie- en inschalingsbeleid zal worden herzien, waarbij mogelijkheden worden gecreëerd om beloningsbeleid in te zetten om beweging in het personeelsbestand te bewerkstelligen. Alternatieve beloningsvormen worden onderzocht en er komt een hernieuwde gratificatieregeling. Thema 7. Taakinhoud en werkorganisatie De VRK heeft oog voor de kwaliteit van de werkorganisatie, de organisatie van werkzaamheden binnen functies en wil dit zo inrichten dat medewerkers plezier in hun werk hebben. Het Nieuwe Werken krijgt zowel in praktische zin als besturingsprincipe vorm. Daar waar de functie dit toelaat kan tijd- en plaatsonafhankelijk worden gewerkt. In alle onderdelen van de organisatie wordt structureel werkoverleg gevoerd. Verdergaande E-HRM wordt ingezet om gestandaardiseerde werkprocessen te vergemakkelijken of verbeteren. Thema 8. Arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim, re-integratie, vitaliteit In dit kader neemt de VRK ‘Vitaliteit’ (behoud van fysieke en geestelijke gezondheid) en preventie als uitgangspunt. Er wordt gestreefd naar een verlaging van het langdurige en frequent ziekteverzuim. De inzet van verschillende middelen moet, bij uitval, re-integratie bespoedigen. Leidinggevenden worden ondersteund bij verzuimbeheersing. In het te ontwikkelen Arbo-beleid is aandacht voor o.a. fysieke veiligheid, agressie, BHV en werken achter een beeldscherm. Thema 9. Integriteit Integriteit wordt gezien als belangrijk moraliteitsaspect van onze bedrijfsvoering. In een integraal integriteitbeleid wordt interdisciplinair verband gelegd tussen de verschillende activiteiten op dit vlak. Thema 10. Uitstroom De VRK wil voorkomen dat goed functionerende en talentvolle medewerkers vroegtijdig vertrekken. Anderzijds zal ruimte moeten worden gecreëerd om nieuwe instroom mogelijk te maken. Ten behoeve van het in kaart brengen van de vertrekredenen zullen structureel exitinterviews worden gehouden. Thema 11. Implementatie en verankering van het personeelsbeleid Het is van belang om datgene wat we willen uitdragen, ook te verankeren in de reguliere bedrijfsvoering. Daaruit blijkt dat we dit werkelijk serieus nemen. Het maakt ook duidelijk en concreet wat we van alle betrokkenen verwachten. Er zal worden onderzocht welke ken- en stuurgetallen voor het meten van de effecten van het beleid nodig zijn. Deze zullen worden opgenomen in de managementrapportages, die ten behoeve van de directie elk kwartaal worden opgesteld. In bijlage 1 is een resultatenkalender te vinden, met daarin de activiteiten weggezet in de tijd. 5 1. Visie en ambities 2018 In 2018 staat de Veiligheidsregio Kennemerland in de verre omtrek bekend als een aantrekkelijke werkgever, die ruimte en diverse mogelijkheden biedt voor ontplooiing en interessant werk. De VRK wil daar waar het kan een bijdrage leveren aan het verminderen van de werkeloosheid in de regio. Medewerkers praten in hun omgeving enthousiast over hun werk en fungeren zo als ‘ambassadeurs’ voor de organisatie. Bij de Veiligheidsregio Kennemerland werken mensen vanuit diverse culturen en met verschillende achtergronden. Mannen en vrouwen, jongeren en ouderen zijn in alle functies en op alle niveaus vertegenwoordigd. Medewerkers met een beperking zijn welkom. De werksfeer is prima. De VRK is een goede werkgever waar medewerkers (incl. vrijwilligers) graag werken, omdat zij merken dat zij gewaardeerd, gehoord en gezien worden. Successen worden gevierd, teleurstellingen worden gedeeld. Zij heeft sociale arbeidsverhoudingen en evenwichtige arbeidsvoorwaarden, waarbij, daar waar dit kan, rekening wordt gehouden met de levensfase waarin een medewerker verkeert. Er zijn aantrekkelijke en comfortabele werkomstandigheden. Er is heerst een open, informele werksfeer, waarin veel aandacht wordt besteed aan onderlinge sociale en collegiale contacten. Medewerkers voelen zich veilig om zich te uitten en kunnen zichzelf zijn. De VRK past de principes van levensfasegericht personeelsbeleid toe, waarbij – door de levensfases van medewerkers heen – rekening wordt gehouden met belastings- (werkdruk, verantwoordelijkheid, zwaarte van het werk, werktijden, etc.) en belastbaarheidfactoren (opleidingsniveau, stressbestendigheid, gezondheid, mentaliteit, motivatie) Leidinggevenden vervullen hierin een belangrijke rol. Zij streven voortdurend, in onderling overleg met medewerkers, naar een nieuw evenwicht tussen belasting en belastbaarheid. De medewerkers van de Veiligheidsregio Kennemerland zijn trots op hun werk en leveren goede prestaties. Zij spelen in op interne en externe ontwikkelingen en hebben gevoel voor het samenspel van bestuur, directie en organisatie. Zij kunnen goed omgaan met de verschillende rollen van de Veiligheidsregio Kennemerland: in het bijzonder zorgaanbieder, incidentbestrijder, partner, regisseur en adviseur. De medewerkers nemen initiatieven en dat wordt gewaardeerd. Ze vinden het vanzelfsprekend dat zij kennis en ervaring met elkaar delen en voelen zich medeverantwoordelijk voor de taken en resultaten van hun collega’s. Ze zijn gewend om – naast het uitvoeren van hun eigen opdracht – een bijdrage te leveren aan hun eigen loopbaan. Ze leren graag nieuwe dingen en gebruiken deze om te kunnen blijven inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij, de organisatie en het eigen vakgebied. Ook vergoten zij zo hun inzetbaarheid in hun huidige functie en voor eventuele toekomstige functies. Zij hebben aandacht voor mogelijkheden om hun werk en de processen te verbeteren en geven daarmee vorm aan een lerende organisatie. Medewerkers die zich kunnen ontwikkelen en bekwamen, voelen zich meer betrokken bij de organisatie, blijven gezond, verzuimen minder en zijn productiever. Leidinggevenden dwingen, door hun kennis en gedrag, respect af bij medewerkers. Zij zijn open over wat zij van medewerkers verwachten en geven constructief feedback. Zij inspireren en motiveren hun medewerkers. Zij geven vertrouwen en bieden veiligheid, maar spreken hun medewerkers ook aan op ongewenst gedrag. Ze hebben oog voor interne en externe doorstromingsmogelijkheden en maken effectief gebruik van de kennis, ervaring en ambities van hun medewerkers. Leidinggevenden managen actief hun bedrijfsprocessen. Zij weten een goed evenwicht te vinden tussen de belangen van de organisatie en de belangen van hun medewerkers. Speerpunten, op het gebied van personeel en organisatie, de komende jaren zijn: Evenwichtigere personeelssamenstelling Vergroten van mobiliteit en duurzame inzetbaarheid Het verbeteren van leiderschap Herziening van arbeidsvoorwaarden, eigen arbeidsvoorwaardenregelingen 6 2. Waar moet de VRK de komende jaren rekening mee houden? De VRK is onderdeel van een groter geheel en wordt dan ook beïnvloed door diverse ontwikkelingen. Voor een goed begrip, worden deze ontwikkelingen nog eens op een rijtje gezet. 2.1 Landelijke ontwikkelingen Veranderende visie participatie burgers bij de eigen gezondheid en veiligheid. De komende jaren zal steeds vaker overwogen moeten worden of een taak geheel of gedeeltelijk door partners of door burgers uitgevoerd kan worden. Dit vraagt om heroverweging van onze producten, de structuur van de organisatie en de benodigde kwaliteiten van medewerkers. Brancheontwikkelingen (Brandweer over Morgen) De brandweer gaat zich (naast innovatie van de repressie) meer richten op het voorkomen van branden. Zelfredzaamheid en brandveiligheidbewustzijn van burgers is daarvoor noodzakelijk. Dat vraagt een andere rol van de brandweer en hierdoor zullen er verschuivingen optreden in de structuur, de cultuur en het vak van brandweerman/vrouw. Groeiende samenwerking veiligheidsregio’s en groei landelijk beleid Een voorbeeld hiervan is het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s, waarin landelijke profielen zijn vastgelegd. Dergelijke ontwikkelingen doen zich ook voor bij Brandweer Nederland en Ambulancezorg Nederland (CAO, landelijke protocollen) Interregionale samenwerking is er bijvoorbeeld in het Interregionale Bijstandsbureau. Deze ontwikkelingen bepalen ook onze agenda. Bezuinigingen Door bezuinigingen bij het Rijk lopen de inkomsten van de VRK terug. In deze context wordt de samenwerking met partners nog belangrijker. 2.2 Regionale ontwikkelingen Bezuinigingen Het is reëel te veronderstellen dat de VRK voor een nieuwe bezuinigingsopgave komt te staan, omdat gemeenten genoodzaakt zijn de uitgaven te beperken als gevolg van minder inkomsten van het Rijk. Dat maakt het nodig om zwaar accent te leggen op een efficiënte uitvoering van taken en door innovatie te bevorderen dat met minder middelen een zelfde resultaat wordt bereikt, b.v. door het bevorderen van zelfredzaamheid. 2.3 Arbeidsmarktontwikkelingen en demografie In 2013-2014 was/is sprake van banenkrimp in Nederland. In het verleden werd banenkrimp in de marktsector deels gecompenseerd door banengroei in de collectieve sector. Nu was sprake van een simultane daling van het aantal banen in de markt- èn de collectieve sector. De werkgelegenheid in zorg en welzijn laat in 2013-2014 wel groei zien, maar veel minder dan voorheen. De matige ontwikkeling van de werkgelegenheid wordt veroorzaakt door bezuinigingsmaatregelen. Voor dit moment wordt ervan uitgegaan dat, onder andere door het trage herstel van de economische situatie en aanhoudende bezuinigingen, de werkgelegenheidssituatie op korte termijn niet zal verbeteren. Het aantal mensen dat een baan zoekt neemt toe en daalt daarna maar zeer langzaam Een relatief groot aantal hiervan is jongere en/of allochtoon. De werkloosheid is het hoogst onder niet-westerse allochtonen. Naar verwachting ontstaat er rond 2020 krapte op de arbeidsmarkt wat vooral tot uitdrukking komt in schaarste in met name technische, transport-, (para)medische en verzorgende beroepen. 2.4 CAO-ontwikkelingen In de CAO onderhandelingen zijn tussen de werkgevers en werknemers de volgende speerpunten vastgesteld: 7 o Er komt een nieuw beloningshoofdstuk in de CAO dat de belangrijke beloningscomponenten voor alle gemeenten gelijk maakt o Een nieuwe regeling wordt getroffen voor verlof bij ziekte, omdat de huidige regelgeving niet strookt met de Europese regelgeving o Werk wordt gemaakt van duurzame inzetbaarheid. Medewerkers moeten harder werken, langer werken en blijvend investeren in opleidingen. Ingezet wordt om te komen tot Erkenning van Verworven Competenties (EVC), waarmee ervaring kan worden omgezet in een diploma. Deze maatregel moet bijdragen dat meer mensen beschikken over een startkwalificatie. Deze doelstellingen werken door in de wijze waarop de VRK haar arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid vorm kan geven. Zo ook het feit dat bestaande collectieve brandweer specifieke regelingen worden ondergebracht in een ‘brandweerkamer’ binnen de VNG. 2.5 Ontwikkelingen in samenstelling van het personeelsbestand De navolgende ontwikkelingen in het personeelsbestand zijn te duiden: Vergrijzing van het personeelsbestand Het personeelsbestand is ten opzichte van wat in Nederland als gangbaar wordt gezien, vergrijsd. Het zwaartepunt van de bemensing ligt bij zowel mannen als vrouwen in de leeftijdscategorie 45-54. 67% is tussen de 35-55 jaar. 17% is ouder dan 55 jaar en zal dus de komende tien jaar via natuurlijke uitstroom vertrekken. Bovendien is maar 16% van de medewerkers jonger dan 35 jaar en 5 personen zijn 65+. Bij de vrijwilligers ziet het beeld er als volgt uit: Jonger dan 24 jaar (7,2 %), tussen 25-34 jaar (27,6 %), tussen 35-44 jaar (26,4 %), tussen 45-54 jaar (32,1 %), tussen 55-64 jaar (5,7 %) en 65+ (1%) Man/vrouw verdeling, vrouwen in leidinggevende functies Van alle medewerkers in dienst is 391 vrouw en 447 man (peildatum eind dec. 2013) De man/vrouw verdeling bij de vrijwilligers is 21 vrouwen en 387 mannen. Bij de GGD zijn vrouwen in leidinggevende functies oververtegenwoordigd, bij de brandweer de mannen. Onnatuurlijke en natuurlijke uitstroom Onnatuurlijke uitstroom is uitstroom als gevolg van vrijwillig of gedwongen ontslag. Natuurlijke uitstroom is uitstroom door toedoen van pensioengerechtigde leeftijd. Aangezien de reden van uitstroom (nog) niet wordt geregistreerd, kan geen onderscheid worden gemaakt. De totale uitstroom, excl. FLO-ers, is 0,023027 (peildatum, eind dec. 2013) Turn-over ratio Dit geeft de snelheid aan waarmee het personeelsbestand zich in een jaar vernieuwt. Het is de instroom afgezet tegen de uitstroom. Dit was in 2013 bij de VRK: 0,029487, wat erg laag is. Ter vergelijking: bij gemeenten is de turn-over ratio 4%, in het bedrijfsleven ca. 10%. De conclusie dat de beweging in het personeelsbestand in 2013 nihil is geweest. Dit zorgt voor een inflexibel personeelsbestand met ernstige vergrijzing. 2.6. Ontwikkelingen op organisatieniveau 8 Herinrichting sector brandweer/4e echelon integraal leidinggevenden Binnen de rode kolom krijgen de ploegchefs nieuwe taken op het gebied van personeelsmanagement. Van belang is dat zij voldoende ondersteuning krijgen om qua vaardigheden en kennis ‘op vlieghoogte’ te komen. Aandacht hiervoor, maar ook voor leiderschap binnen de gehele organisatie, is van wezenlijk belang om succesvol te zijn. (mogelijke) Structuur/organisatieontwikkelingen De ontwikkelingen met betrekking tot de Landelijke Meldkamerorganisatie, de transities in het sociale domein en andere, kunnen leiden tot een noodzaak om de structuur aan te passen op de nieuwe situatie. 3. Uitwerking per thema In dit hoofdstuk wordt een aantal centrale thema’s benoemd waaraan de organisatie de komende tijd moet werken in het licht van bovenstaande ontwikkelingen. Thema 1. Kwantiteit en kwaliteit van het medewerkersbestand. “Diversiteit in de organisatie en de juiste mens in de juiste periode op de juiste plaats” Ambitie De VRK wil toe naar een kleurrijke en gevarieerde samenstelling van het medewerkersbestand in 2018. De VRK zet erop in dat de organisatie een goede afspiegeling is van de samenleving. Zij levert een bijdrage aan het terugdringen van de achterstand van allochtonen op de arbeidsmarkt. Zij biedt werknemers met een beperking en jongeren kansen, en probeert daar waar mogelijk het medewerkersbestand te “verjongen”. Zij wil de lokale jeugd aan zich binden. Te denken valt bijvoorbeeld aan doorstromingskansen vanuit de jeugdbrandweer. In leidinggevende functies is, in ieder organisatieonderdeel, een evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen zichtbaar. Met een veranderende wereld en werkomgeving worden ook andere competenties, kwaliteiten en vaardigheden gevraagd van medewerkers. De VRK heeft in 2018 de verschillen tussen aanwezige en in de toekomst nodige/gewenste competenties in beeld en werkt actief aan het verkleinen van verschillen hierin. De VRK beschikt over een duidelijk en transparant formatieplan. De bezetting is inzichtelijk. Personeelsplanning maakt het mogelijk om vroegtijdig in te spelen op eventuele kwalitatieve of kwantitatieve schaarste op de arbeidsmarkt. Personeelsplanning (aantallen en samenstelling) Uit het strategisch beleid van de organisatie volgt een gespecificeerde personeelsbehoefte. Deze heeft een kwantitatieve en een kwalitatieve component. Scheve verhoudingen zowel qua omvang maar ook qua samenstelling worden zo snel als mogelijk gesignaleerd en bijgesteld om zodoende op het juiste moment over de juiste medewerkers te beschikken. Om te kunnen sturen op de samenstelling en aantallen van het personeel is personeelsplanning onontbeerlijk. Personeelsplanning: gewenste of benodigde kwaliteitseisen/competenties Naast de bestaande kernwaarden dienen medewerkers te beschikken over functiecompetenties, die hen – nu en in de toekomst – succesvol maken. Daarnaast wordt van iedere medewerker het volgende gevraagd: o Kostenbewustzijn o Externe oriëntatie (blik naar buiten) o Innoverend vermogen o Proactief veranderen Aangezien de opgaven van de organisatie veranderen en plaats- en tijdsonafhankelijk werken een daarop aansluitende aansturing vraagt, betekent dit het nodige voor de competenties van leidinggevenden en medewerkers. Competentiegericht werken is een manier om op de menselijke kwaliteiten, gedragskenmerken en kernwaarden te sturen, deze te beïnvloeden en ontwikkelen, ter realisatie van de visie en doelstellingen van de organisatie. 9 Managementinformatie Om te kunnen plannen en sturen op de kwalitatieve of kwantitatieve componenten is managementinformatie nodig. Managementinformatie is informatie in cijfers of resultaten, die iets over de prestaties van de organisatie of een deel daarvan zeggen, dan wel een beeld geven over bijvoorbeeld bezetting, ziekteverzuim, opleidingsniveau en dergelijke. Actief werken aan een diverse samenstelling van het medewerkersbestand Ondanks de beperkingen door bezuinigingen en het geringe aantal vacatures zijn er bedrijfseconomische en ethische/morele redenen om extra inspanningen te verrichten om mensen met een andere culturele achtergrond in te laten stromen. Hetzelfde geldt voor het versterken van de arbeidsdeelname van mensen die om verschillende redenen beperkt inzetbaar zijn. Dit alles betekent dat bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers en van interne doorstroomkandidaten met de hiervoor genoemde aandachtspunten rekening gehouden wordt. Verjonging van het medewerkersbestand, met behoud van expertise De organisatie heeft te maken met een toenemende vergrijzing en het risico op uitstroom van expertise. Het is van belang dat jongeren de VRK een aantrekkelijke werkgever vinden en ouderen de mogelijkheid bieden om langer en gelukkiger te blijven werken en om hun kennis tijdig over te dragen. Te plannen werkzaamheden: Personeelsplannen op kwaliteit en kwantiteit, voor alle organisatieonderdelen Optimaal informatiemanagement/goede managementinformatie en formatieplanning Competentiegericht werken Ontwikkelen van diversiteitbeleid Thema 2. Werving, arbeidsmarktcommunicatie en selectie Ambitie De VRK speelt in op de maatschappelijke noodzaak dat medewerkers meer mobiel en inzetbaar worden in diverse functies. Dus gaat de VRK in de toekomst medewerkers meer selecteren met het oog op een loopbaan dan voor een specifieke functie. 1 Ook wil zij vrijwilligers werven voor nietrepressieve taken. Zij weet de juiste wervingskanalen en netwerken aan te boren om de gewenste diversiteit en verjonging van het medewerkersbestand te bewerkstelligen. Een vergroting van de turn-over ratio is een belangrijk streven. De arbeidsmarktcommunicatie is geprofessionaliseerd en straalt het gewenste imago uit. De VRK acht het vanuit haar maatschappelijke functie haar taak om mensen de gelegenheid te bieden – in het belang van hun opleiding – stages te volgen binnen haar organisatie. Zij biedt daarom mogelijkheden voor leer- of werkstages en traineeships, daarbij intensief samenwerkend met (onderwijs)instellingen. Werving Gezien het te verwachten beperkte aantal vacatures in de komende jaren dienen bij elke vacature bewuste keuzes te worden gemaakt. Moet de vacature in het kader van de mobiliteit intern vervuld worden of moet er specifiek voor een bepaalde groep geworven worden? De keuze moet afgezet worden tegen de op dat moment aanwezige bezetting. Van belang is per sector of afdeling vast te stellen wat een evenwichtige diverse verdeling is en hoe daar te komen. Het hele wervingsproces dient hierop te worden ingericht. Paradoxaal genoeg zal de krapte op de arbeidsmarkt in de komende jaren toenemen, vooral bij hoger opgeleiden. De bereidheid tot reizen neemt af, terwijl de feitelijke reistijden wegens files e.d. toenemen. Bovendien neemt de bereidheid tot verhuizen af onder andere als gevolg van de daling van de prijzen van woningen. Het gevolg is dat het geografische wervingsgebied steeds kleiner wordt. Bij de VRK is deze, gezien de opkomsttijden, al kleiner. Bij het vinden van de juiste mensen op de regionale arbeidsmarkt zal de VRK 1 In dit verband zal ook aandacht bestaan voor het tweede loopbaanbeleid bij de brandweer 10 geconfronteerd worden met een krimpende beroepsbevolking. Ook het veranderende arbeidsethos (minder uren willen werken, wens om als ZZP-er te werken) speelt parten. Werving allochtonen De Veiligheidsregio Kennemerland zet erop in dat de organisatie een goede afspiegeling is van de samenleving en dat in voldoende mate mensen met een andere culturele achtergrond instromen. Het is van belang dat goed en consequent het geboorteland van de medewerkers wordt geregistreerd, zodat duidelijkheid bestaat in hoeverre de organisatie aan de doelstelling op dit punt voldoet. Werving jongeren Om op middellange en lange termijn nog te kunnen beschikken over personeel dat het werk kan uitvoeren, is het van belang dat we jongeren binnenhalen. Zoals eerder gesteld is er een ‘ongezond’ lage uitstroom en brengen bezuinigingen met zich mee dat minder vacatures ontstaan. Dat maakt het nodig, dat binnen de scherp gestelde financiële kaders, bezien dient te worden op welke wijze werk kan worden gegenereerd, zodat jongeren werkervaring op kunnen doen. Door ervaren medewerkers te stimuleren door te groeien naar andere banen – ook buiten de eigen organisatie – kan ruimte worden gecreëerd voor nieuwe instroom. Bij het werven van jongeren dient rekening te worden gehouden met het feit dat jongeren anders zoeken naar banen dan ouderen. Zoeken op internet is bij hen favoriet. Of ze vervolgens solliciteren, wordt in sterke mate bepaald door het beeld dat zij van werkgevers hebben, vaak door indrukken die ze uit de media krijgen. Daarom is de vormgeving van onze arbeidsmarktcommunicatie cruciaal, als we jongeren willen interesseren voor een baan. Vrouwen in leidinggevende functies Vrouwen zijn bij de Repressie Dienst en in het 2e echelon ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies (ploegchefs en postcommandanten). Om een meer evenwichtigere verdeling tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen, zal bij de werving extra aandacht worden besteed aan het binnenhalen van geschikte vrouwen. Werken met een psychische, fysieke of verstandelijke arbeidsbeperking Op dit moment zijn circa vier personen met een arbeidsbeperking werkzaam binnen de VRK. Dit is een percentage van 0,5 % op het totale personeelsbestand (excl. vrijwilligers, peildatum 10-1-2014). Er komt een beleidsnotitie waarin een gerichte aanpak wordt uitgewerkt en waarin alle relevante aspecten worden belicht. Beseft dient te worden dat grote en middelgrote bedrijven vanaf 2015 worden geacht te voldoen aan de doelstelling dat 5,0 % van het personeel bestaat uit mensen met een arbeidsbeperking. Stages en starterprogramma’s Momenteel zijn regelmatig stagiaires binnen de organisatie aanwezig, maar zij komen binnen op eigen initiatief en via toevallige contacten. De VRK presenteert zich nog niet (voldoende) als interessante werkgever op (hoge)scholen, universiteiten of op banenmarkten. Voor de korte en middellange termijn willen we, op alle niveaus, meer stagiaires een kans te geven om zich voor te bereiden op de gewenste loopbaan of kennis en ervaring op te doen. Dat vraagt creatief ‘ondernemerschap’ van de organisatie. Stagiaires hebben begeleiding nodig. Dat kan door de mentor als belastend worden gevoeld en ervaren. Tegen de achtergrond van het belang om op termijn ook nog te kunnen beschikken over een gekwalificeerd personeelsbestand, blijft het nodig hier een inzet op te plegen. Om voor stagiaires de verwachtingen helder te stellen, zal een stagebeleid worden opgesteld. 11 Arbeidsmarktcommunicatie Communicatie is een belangrijk instrument bij de werving en in het bijzonder bij specifieke functies zoals; vrijwilliger brandwacht of verpleegkundig centralist. De arbeidsmarktcommunicatie dient aan te sluiten op de verschillende demografische groepen. Een sterk merk op de arbeidsmarkt helpt de organisatie met het binnenhalen van talent. Zo is positionering van de brandweer en GGD Kennemerland, met een herkenbare ‘merkvisie’ en –missie nodig. Om bovenstaande groepen binnen te halen is een herziening van de gebruikte wervingskanalen en het ons bewegen/manifesteren op de arbeidsmarkt noodzakelijk. Selectie De waarde van selectie wordt onderschat en moet worden geprofessionaliseerd. Het kost extra moeite aan de ‘voorkant, maar een goede match levert op langere termijn veel voordelen op. Bij een verkeerde match kunnen er functionering- of gedragsproblemen ontstaan, die veel tijd en energie kosten. Een zorgvuldige selectie is daarom essentieel om er voor te zorgen dat de juiste persoon op de juiste plaats komt. Te plannen werkzaamheden: Herziening werving- en selectiebeleid en benadering van de arbeidsmarkt Vormgeven stagebeleid, contacten leggen met onderwijsinstellingen Arbeidsmarktcommunicatie In samenwerking met de afd. Communicatie moet een arbeidsmarkt communicatieplan worden geschreven met daarin ondermeer aandacht voor de wervingskanalen (op maat), de pullfactoren van de verschillende doelgroepen en regionale Branding. Herziening selectieprocedure Thema 3. Loopbaanbeleid/planning, bevordering van de mobiliteit en blijvende inzetbaarheid Ambitie De VRK verbindt zich aan het duurzaam inzetbaar houden van haar medewerkers. Zij biedt haar medewerkers niet een functie maar een loopbaan. De interne mobiliteit wordt gestimuleerd, met iedereen zijn concrete loopbaanafspraken gemaakt en er wordt tegelijkertijd rekening gehouden met de (eventuele) voordelen en beperkingen van de leeftijd en met de werk- en privéwensen die er zijn. De VRK creëert mogelijkheden voor medewerkers om van functie te veranderen. De VRK is een flexibele en lerende, ontwikkelingsgerichte organisatie. Medewerkers dragen zelf de verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan en zijn in staat de kansen in hun loopbaan goed te herkennen en daar keuzes in te maken. Het streven is een cultuur waarbij het voor medewerkers gewoon wordt, regelmatig van werkplek te willen veranderen. Daar zal iedereen binnen de VRK zijn verantwoordelijkheid voor moeten nemen, inclusief de medewerker zelf. Pas dan kan het “mobiliteitsdenken” zich verder verankeren. Op grond van individuele resultaten en van loopbaanafspraken, zullen leidinggevenden hun “potentials” in beeld brengen: mensen met talent en ambitie. Niet alleen medewerkers die potentiële leidinggevende kwaliteiten hebben, maar ook medewerkers die naar andere functies zouden kunnen doorstromen, waarin bijvoorbeeld adviesvaardigheden of communicatieve vaardigheden vereist zijn, komen in aanmerking. Loopbaanbeleid en loopbaanplanning Een actief loopbaanbeleid en loopbaanplanning houden medewerkers inzetbaar en komt tegemoet aan de wens van medewerkers om zich te ontwikkelen. Binnen het loopbaanbeleid is aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en verdieping en verbreding van competenties. Tevens is er aandacht voor horizontale, verticale en diagonale doorstroomwensen van medewerkers. Loopbaanplanning is vooral gericht op de afstemming tussen gewenste/nodige kwaliteitseisen en aanwezige kwaliteiten op de (middel)lange termijn. Vanzelfsprekend ligt hieraan een inventarisatie, in de vorm van een personeelsplanning, ten grondslag. ‘ 12 Traineeship loopbaanontwikkeling interne talenten Ondanks de huidige groeiende werkloosheid, zal er op langere termijn een structurele krapte zijn op de arbeidsmarkt. De krapte is het grootst onder hoger opgeleid en gekwalificeerd personeel. Het zal voor de VRK van doorslaggevend belang worden om door middel van modern en aantrekkelijk werkgeverschap aan de juiste mensen te komen en deze te houden. Voor het aantrekken van medewerkers op kernfuncties bij de VRK wordt een mix van externe en interne talenten gewenst. In het kader van ‘boeien en binden’ willen we eigen interne talenten kansen bieden op loopbaanontplooiing binnen de organisatie. Mede daarom is investering in de ontwikkeling van 'high potentials' nodig. Interne mobiliteit/maatregelen om de inzetbaarheid te vergroten/herplaatsing Om de organisatie flexibel en weerbaar te houden is interne mobiliteit van belang, omdat daarmee flexibiliteit, brede inzetbaarheid en creativiteit wordt bevorderd. Het komt tegemoet aan de wens om te kunnen blijven leren en draagt bij aan het scherp houden van de organisatie. Er worden al verschillende instrumenten ingezet om de mobiliteit te bevorderen zoals; gesprekken met een mobiliteitsadviseur, een Self-assesment via Intranet, loopbaanworkshops, maar ook een klussenbank en begeleiding van medewerkers die dreigen in de WW terecht te komen of die ten gevolge van reorganisatie of ziekte herplaatst moeten worden (en het reeds daartoe ontwikkelde beleid). Relatie mobiliteit/blijvende inzetbaarheid en leeftijdsbewust personeelsbeleid. Mobiliteit maakt, als thema, ook deel uit van levensfasebewust personeelsbeleid, waarbij instrumentarium wordt gerelateerd aan de verschillende fasen in het leven van iedere medewerker. Van daaruit geredeneerd dient beleid rond loopbaan, mobiliteit en inzetbaarheid aan te sluiten bij de wensen en mogelijkheden van medewerkers die per individu of per groep van medewerkers of qua levensfase van elkaar kan verschillen. Demotie, ook wel loopbaanombuiging genoemd, speelt in het bijzonder wanneer medewerkers een beperktere belastbaarheid hebben of zich tevergeefs hebben ingespannen om bij te blijven met ontwikkelingen. Een minder belastende functie kan uitstroom uit het arbeidsproces voorkomen. Door functieverlaging of functie-aanpassing worden er mogelijkheden gecreëerd voor andere werknemers, die daarmee hun loopbaan opbouwen. Te plannen werkzaamheden: Ontwikkelen van een geïntegreerd mobiliteitsbeleid/loopbaanbeleid De Talent en Loopbaantraining, die nu voor de 24-uurs dienst wordt ontwikkeld voor iedereen beschikbaar maken Inventarisatie en registratie van loopbaanwensen voortvloeiend uit de gesprekscyclus Het bespreekbaar maken van persoonlijke ontwikkeling en loopbaanwensen gaat integraal onderdeel uitmaken van de gesprekscyclus beoordelen en ontwikkelen Ontwerpen loopbaanpaden Ontwikkelen systeem van job-rotation en taakroulatie Vormgeven van talentscout en traineeschip Thema 4. Beoordeling van resultaten, prestaties en gedrag, geven van feedback en aanspreken op ongewenst gedrag 13 Ambitie Binnen de VRK vindt het aanpreken op resultaten en (ongewenst) gedrag zowel formeel als informeel plaats, met respect voor elkaar. Iedere medewerker heeft het recht om gewezen te worden op datgene wat verbeterd kan worden. Er is tevens aandacht voor de dingen die goed gaan. Waardering wordt uitgesproken, successen worden gevierd. Er is een positieve gerichtheid, waarbij het accent ligt op ontwikkeling i.p.v. het aanwijzen van zaken die fout zijn gegaan. Medewerkers zijn assertief en worden uitgenodigd mee te denken en feedback te geven op het functioneren van zichzelf, collega’s en de leidinggevende, vanuit de gedachte dat iedereen nog wat kan leren. De medewerker heeft een belangrijke rol in het bepalen van zijn/haar eigen resultaten en ontwikkelpunten. Voor iedere functie een competentieprofiel (een samenhangend geheel van gedragsuitingen die noodzakelijk zijn voor een optimale uitvoering van een functie) wordt opgesteld. Medewerkers zijn bekend met de competenties behorende bij hun functie en het bij de VRK kernwaarden behorende gedrag en worden structureel begeleid in het ontwikkelen hiervan. Gesprekken vinden in een wisselwerking tussen leidinggevenden en medewerkers plaats, met uitzondering van de formele beoordeling. Het aantal personeelsgesprekken wordt geregistreerd, waarmee gemeten wordt of er voldaan wordt aan de minimumfrequentie. Bovendien wordt de kwaliteit van de gesprekken gemonitord. De collegiale veiligheid is groot genoeg om een 360° feedbackmethode van beoordelen toe te laten. Gesprekscyclus functioneren, ontwikkelen en beoordelen. Een nieuwe gesprekscyclus zal worden ingevoerd, die is ingericht op basis van het principe van resultaatgericht werken. De systematiek breekt met de traditionele wijze van monitoren van het werk en gedrag. Het accent komt te liggen op gehaalde resultaten, ontwikkeling en de beoordeling van de gemaakte afspraken over resultaten en de ontwikkeling van gedrag. De gesprekscyclus bestaat voor leidinggevenden en medewerkers met functies, waarvoor dit zinvol of nodig is, uit een planningsgesprek, een voortgangsgesprek en een evaluatiegesprek, dat eenmaal in de drie jaar wordt vervangen door een formele beoordeling. Met iedere medewerker wordt voor nu minimaal één gesprek per jaar gevoerd, met het streven dit t.z.t. naar drie gesprekken uit te breiden. Aandacht voor de loopbaan en persoonlijke ontwikkeling is een vast onderdeel van deze gesprekscyclus. Samengevat komen in de nieuwe gesprekscyclus de volgende elementen voor: o de werkresultaten (output); o werkgedrag (kernwaarden en competenties); o aandacht voor (persoonlijke) ontwikkeling en arbeidssatisfactie. 14 Resultaatgericht werken In de gesprekscyclus staat resultaatgericht werken centraal. Daarbij horen resultaatafspraken ten aanzien van de werkzaamheden die concreet geformuleerd en outputgericht zijn, maar ook afspraken over de wijze waarop er aan het verbeteren van competenties gewerkt wordt. Competentiegericht werken In 2014 wordt het competentiewoordenboek VRK doorontwikkeld en worden de competenties op basis van kritieke succesfactoren, opnieuw, aan functies toegekend. De competenties gaan onderdeel uitmaken van het functieprofiel uit het generieke functieboek. Van groot belang is dat iedereen dezelfde ‘competentietaal’ spreekt. Hieronder wordt verstaan dat zowel de beoordelaar als de beoordeelde dezelfde definities hanteert met betrekking tot een competentie en er dezelfde beleving bij heeft. Een heldere beschrijving van gedragsindicatoren is daarbij essentieel. In een latere fase wordt het bespreken van functiegerichte competenties onderdeel gemaakt van de gesprekscyclus. Er wordt gestreefd naar een logische en evenwichtige verhouding tussen competenties behorende bij operationele (warme) functies en koude functies. De 360° feedbackmethode De 360° feedbackmethode is een manier om het functioneren van een medewerker te evalueren waarbij gebruik wordt gemaakt van meerdere beoordelaars die een goed zicht hebben op het dagelijks functioneren van de betreffende persoon. Omdat de feedback van verschillende kanten komt, kan de terugkoppeling over iemands functioneren waardevoller, genuanceerder en eerlijker worden. De methode stelt hoge eisen aan de uitvoering en zorgvuldigheid. Essentieel – en daarmee staat of valt de methode – is de follow-up; de vervolgaanpak gericht op het oplossen van de vastgestelde verbeterpunten. Een andere voorwaarde voor succesvolle invoering is collegiale veiligheid en een goed lopende gesprekscyclus. Aanpreken op ongewenst gedrag Ongewenst gedrag wordt in de VRK-klachtenregeling gedefinieerd als: gedrag dat valt binnen de begrippen seksuele intimidatie, agressie, geweld en pesten zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling. In de praktijk begint het ongewenste gedrag veel “kleiner” en groeit uit tot ongewenst gedrag zoals gedefinieerd in de wet. Ongewenst gedrag en omgangsvormen in een vroeg stadium signaleren en aanpakken leidt tot minder escalatie. Adequaat omgaan met signalen door leidinggevenden is daarom van essentieel belang. Het gaat daarbij niet alleen om het bespreekbaar maken van dit gedrag in formele gesprekken, maar ook om medewerkers die ongewenst gedrag vertonen ‘in the act’ aan te spreken. In dat laatste geval dragen leidinggevenden de eigen normen uit, maar ook wat de organisatie beschouwt als grensoverschrijdend gedrag. Een training kan helpen om de vaardigheden die hiervoor nodig zijn aan te leren. Te plannen werkzaamheden: Training gespreksvaardigheden i.h.k.v. de gesprekscyclus 360° feedbackmethode ontwikkelen Themabijeenkomsten aanspreken op ongewenst gedrag/integriteitschendingen Thema 5. Opleiding, training en ontwikkeling Ambitie De VRK verwacht van haar medewerkers dat zij meewerken aan hun eigen professionalisering. Naast het op peil houden en actualiseren van hun vakkennis, gaat het ook om permanente ontwikkeling en verbetering van hun inzet, vaardigheden, kwaliteit en houding. Gekoppeld aan de eisen die bepaalde functies stellen, kunnen ze gebruik maken van het beschikbare opleidingaanbod en kunnen ze in bepaalde gevallen worden verplicht om bepaalde interne trainingen of cursussen te volgen. Daarbij wordt steeds afgewogen hoe efficiënt (in termen van belasting t.o.v. de opbrengst) het volgen van een bepaalde (vak)opleiding is. Opleiding en training zijn gericht op het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers, in het werk bij de VRK en eventueel ook in toekomstige functies elders. Leiderschapsontwikkeling heeft voortdurend aandacht. - De organisatie van opleiding, training en ontwikkeling. Vormgeving opleidingsaanbod Om een goed opleidingsaanbod beschikbaar te hebben, is het van cruciaal belang om efficiënt om te gaan met de beschikbare middelen. Door centraal in te kopen kunnen kortingen op opleidingen worden bedongen, kan versnippering van het opleidingsaanbod worden tegengegaan en kunnen meer activiteiten op basis van ‘in company’ worden georganiseerd. Maatwerk voor individu en organisatie is daarbij leidend. Opleidingsbeleid Het opleidingsbeleid dient de (loopbaan)ontwikkeling van de medewerkers en de behoeften van de organisatie te ondersteunen. Het te ontwikkelen beleid wordt geënt op de ambitie van de organisatie. Uitgangspunt is dat de opleidings- en ontwikkelingactiviteiten uitdagend zijn, praktijk- en competentiegericht en bestaat uit diverse leerstijlen. 15 Opleidingsbudget Het doel is om organisatiebreed 2% van de loonsom beschikbaar te hebben voor opleidingsbeleid, exclusief het budget dat nodig is voor het volgen van wettelijk noodzakelijke opleidingen (met het oog op bijvoorbeeld de BIG-registratie, het kunnen en mogen uitoefenen van een taak en dergelijke) Dit dient (tijdig) te worden gereserveerd voor individuele aanspraken en tweede loopbaanbeleid voor medewerkers in de repressieve dienst. Individueel Loopbaanbudget Binnen de CAO is de afspraak gemaakt dat met ingang van 1-1-2014, voor de duur van 3 jaar, een bedrag van € 500 per jaar, per medewerker, beschikbaar is voor loopbaanoriëntatie. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de Ondernemingsraad de overtuiging heeft dat de organisatie voldoende investeert in de ontwikkeling van medewerkers. Door in te zetten op een hoogwaardig strategisch organisatiebreed opleidingsbeleid, bestaat de verwachting dat het wederzijds vertrouwen op het vlak van investeren in mensen toeneemt, zodat niet meer de behoefte wordt gevoeld van deze voorziening gebruik te maken. Leiderschapsontwikkeling De Veiligheidsregio Kennemerland vraagt en verwacht veel van haar leidinggevenden. De leidinggevenden op alle niveaus in de organisatie zijn immers de sleutelfiguren voor het succes van elk beleid en voor het behalen van de resultaten. Leidinggevenden behoren organisatiesensitief te zijn, moeten zich effectief kunnen bewegen in een dynamische omgeving, in het besef dat gewerkt wordt in een publieke organisatie. De leidinggevenden hebben zicht op de doelen die hun cluster, afdeling, sector of directie wil bereiken en dragen dit uit. De leidinggevenden dragen er zorg voor dat hun bedrijfsprocessen effectief en efficiënt verlopen. Naast de verantwoordelijkheid voor het eigen organisatieonderdeel voelen zij zich ook medeverantwoordelijk voor de resultaten van de gehele werkorganisatie. Zij zijn zich bewust van hun voorbeeldrol. In hun gedrag laten ze zien hoe we binnen de organisatie met elkaar willen omgaan. Ze zijn integer en betrouwbaar, houden zich aan afspraken en spreken collega’s daar ook op aan. De leidinggevenden (bege)leiden hun medewerkers en stimuleren hen om zichzelf te ontwikkelen en om de gewenste prestaties te leveren. Zij spreken hun medewerkers aan op ongewenst gedrag en op onvoldoende resultaten, maar uiten ook hun waardering voor gewenst gedrag en goede prestaties. Ondermeer verschillen in leeftijd en ervaring van medewerkers en verschillen in etnische en culturele achtergronden vragen van leidinggevenden inzicht, vaardigheid en flexibiliteit in de omgang en de aansturing. Anderzijds wordt van de medewerkers gevraagd dat zij bereid en in staat zijn om leiding te ontvangen, om zich te ‘laten’ leiden. Zij dienen zich vrij en in staat te voelen om te participeren in werkoverleg en de leiding feedback te geven. Dat maakt het organisatiebreed nodig dat medewerkers zich kunnen bekwamen in hun communicatieve vaardigheden. Tevens kunnen medewerkers worden gefaciliteerd met coaching en andere ontwikkelingsactiviteiten. Te plannen werkzaamheden: Ontwikkeling opleidingsbeleid, kaders opleiding en ontwikkeling vaststellen Ontwikkeling instrumenten en organiseren van trainingen Ontwikkeling leiderschapsprogramma 2014-2016 16 Thema 6. Beloning van prestaties en gedrag en overige arbeidsvoorwaarden Ambitie De VRK volgt de CAO gemeenten, maar daar waar gewenst en mogelijk, wil zij haar eigen arbeidsvoorwaardelijke regelingen ontwikkelen. Daarbij is de visie dat er alleen eigen regelingen worden opgesteld als deze niet zijn over te nemen van andere veiligheidsregio’s. Naast het salaris dat elke medewerker ontvangt voor de arbeid die hij/zij verricht, wil de VRK voor bijzondere prestaties een extra beloning kunnen geven. Ook wil de VRK buitengewone houdingsaspecten en gewenst gedrag belonen. Daar waar mogelijk wil de VRK in de secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden rekening houden met de levensfase waarin de medewerker verkeert. De VRK streeft naar een stabiel loongebouw, waarbij over de functies heen sprake is van een eerlijke en evenwichtige beloning. Marktconforme beloning is een belangrijk aandachtspunt. Zo ook een gelijke beloning tussen mannen en vrouwen, in dezelfde functies. Beloning-, bevordering- en inschalingbeleid Op dit moment wordt wat betreft de rechtspositie het beleid van de gemeente Haarlem gevolgd. Er wordt gewerkt met een functionele schaal, indien verwacht wordt dat deze de functie (vrijwel) direct, volledig zal uitvoeren en anders is inschaling in de naast lagere schaal (aanloopschaal) mogelijk. De vaststelling van de periodiek is afhankelijk van ervaring, opleiding, leeftijd en het tot dan verdiende salaris. Uitgangspunt is dat – behoudens hoge uitzonderingen – niet ingeschaald wordt boven het maximum salaris van de functionele schaal. Het is van belang te evalueren hoe deze systematiek al dan niet bijdraagt tot (interne en externe) beweging in het personeelsbestand en of beloningsbeleid kan worden ingezet om deze beweging te bevorderen. Daarbij zal ook het fenomeen demotie mee worden genomen. Alternatieve vormen van beloning/bewust belonen Beoordelen en belonen zijn bedoeld om het bereiken van de gewenste doelen/resultaten te ondersteunen en te bevorderen. Vanuit dit vertrekpunt wordt gekeken naar de beloningsmogelijkheden die de huidige praktijk biedt en wordt gezocht naar alternatieven, die meer aansluiten bij de doelen en het gewenste gedrag in de organisatie. Deze wens zal worden meegenomen bij de eerstvolgende evaluatie van het gratificatiebeleid. CAO ontwikkelingen op het gebied van belonen en overige arbeidsvoorwaarden De VNG wil een nieuw beloningshoofdstuk in de CAO dat de belangrijke beloningscomponenten voor alle gemeenten gelijk maakt. Op dit moment is niet in te schatten wat de gevolgen hiervan voor de VRK zullen zijn. Door nieuwe wet- en regelgeving, CAO ontwikkelingen, fiscale wijzigingen, maar ook door de komst van Het Nieuwe Werken, zijn de arbeidsvoorwaardelijke regelingen volop in beweging. Gedacht kan worden aan de werkkostenregeling, verruiming van het dagvenster, herziening van het cafetariamodel (komst individueel keuzebudget), modernisering van de ziektewet, afschaffing levensloop en dergelijke. Omdat er binnen de VRK verschillende beroepsgroepen met een eigen rechtspositie zijn, is het soms lastig om een eenduidig beleid te ontwikkelen. Duidelijk is dat deze veranderingen grotere of kleinere impact hebben op de medewerkers van de VRK of groepen daar binnen (te denken valt bijvoorbeeld aan de afschaffing van de levensloop in combinatie met FLO-regeling) 17 Te plannen werkzaamheden: Evaluatie functiewaardering Inventarisatie van onderlinge functiewaarderingsverschillen en afwijkingen. Herziening beloning-, promotie- en inschalingbeleid Herziening regeling gratificaties/beleid bewust belonen Ontwikkeling/aanpassing diverse arbeidsvoorwaardelijke regelingen en implementatie. De werkkostenregeling en verruiming dagvenster staan in jaarplan FB/P&O voor 2014 Thema 7. Taakinhoud en werkorganisatie Ambitie Bij de VRK staat plezier in het werk in een hoog vaandel. Medewerkers die hun werk leuk vinden, hoeven niet door leidinggevenden te worden aangespoord om resultaten te halen. Er is motivatie van binnenuit. Er wordt nagedacht over de vraag of het werk zo kan worden ingericht, dat het leuk(er) of interessant(er) is. Om beter te kunnen aansluiten bij de behoefte en persoonlijke omstandigheden van vrijwilligers wordt er gestreefd naar meer diverse takenpakketten. De medewerker heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid. Efficiency en kostenbewustzijn worden bij de inrichting van het werk overigens niet uit het oog verloren. Daar waar het werk zich er zich voor leent is het mogelijk om plaats- en tijdsonafhankelijk te werken. De cultuur wordt aangepast aan het zogenaamde Nieuwe Werken. Overal waar dit nog niet het geval is wordt werkoverleg gevoerd. T.a.v. E-HRM is het streven om, daar waar dit bijdraagt aan een verbetering of versnelling van de uitvoering, de processen, te automatiseren/digitaliseren. 18 Het Nieuwe Werken In deze hectische tijden met een toenemend oog voor gezondheid en milieu, zoeken medewerkers meer balans tussen privé en werk en wensen zij meer rekening te houden met de milieubelasting van arbeidsmobiliteit. Daarnaast vraagt de nieuwe generatie werknemers om meer vrijheid in denken en handelen. De VRK wil als werkgever graag meebewegen in deze ontwikkeling en wil als het werk het toelaat de medewerker in staat stellen om tijd- en plaats- onafhankelijk te werken om de taakopdracht te vervullen. De medewerker wordt hierin ondersteund door de organisatie en gecoacht door zijn leidinggevende. Hierbij is het uitgangspunt loslaten en vertrouwen. De medewerker zal de verantwoordelijkheid moeten nemen, die daar bij hoort. Afspraken maken over output komt centraal te staan. Werkoverleg Het werkoverleg vindt, in een vooraf afgesproken frequentie, op reguliere basis, plaats. In het werkoverleg wordt door de leidinggevenden informatie verstrekt over de relevante ontwikkelingen binnen en rond de organisatie. Personele en organisatorische kwesties worden besproken en waar nodig en gewenst worden afspraken gemaakt met als doel de sociale cohesie te vergroten. Medewerkers krijgen voldoende tijd en gelegenheid hun leidinggevende te bevragen c.q. aan te geven waar zij tegenaan lopen in het werk en met elkaar kan worden nagedacht hoe hier mee om te gaan. Van het werkoverleg wordt binnen 24 uur een verslag opgemaakt dat wordt verspreid naar de deelnemers aan het overleg, maar ook op Intranet wordt geplaatst. Veranderende technologieën/veranderende taakinhoud Voortdurende technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de taakinhoud en functieinhoud evolueren, taken vervallen en/of verschuiving van taken plaatsvindt. Bijvoorbeeld het dicteren van teksten is vervangen door het zelf schrijven van teksten op een PC. De benodigde formatie moet op dit soort zaken worden aangepast. Processen en E-HRM Bij de doorontwikkeling van de dienstverlening van P&O is het van belang om de processen door te lichten en daar waar mogelijk te standaardiseren en automatiseren. Te plannen werkzaamheden: Inventarisatie van knelpunten en negatieve bijeffecten van Het Nieuwe Werken. Gezien de uitkomsten van de enquête Het Nieuwe Werken zal er o.a. aandacht komen voor (het verlies van het gevoel aan) teamgeest. Deskundigheid bevorderende activiteiten t.a.v. vergadertechnieken. Onderzoek naar mogelijkheden voor taakbreedte/taakdiepte, functieroulatie, bevorderen van multi-inzetbaarheid, een goede balans tussen autonomie en teamwork en tussen taakeisen en regelmogelijkheden. E-HRM, mogelijkheden tot verdere automatisering onderzoeken en implementeren Thema 8. Arbeidsomstandigheden, verzuim en re-integratie, vitaliteit Ambitie De VRK wil risico’s voor (fysieke) veiligheid, gezondheid en welzijn zo veel mogelijk preventief en bij de bron aanpakken. (Behoud van) vitaliteit is een belangrijk uitgangspunt bij de vormgeving van het beleid. Goede arbeidsomstandigheden ondersteunen het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Oog voor belastbaarheid van oudere medewerkers, prettige arbeidsomstandigheden en beperking van gezondheidsbedreigende factoren staan daarbij centraal. Er worden diverse middelen ingezet om daar waar al sprake is van uitval zo spoedig mogelijk weer te re-integreren naar het eigen of ander werk. Het ziekteverzuimpercentage komt in de loop van de jaren dichter bij het landelijk gemiddelde te liggen dan nu het geval is. Het management wordt ondersteund bij het geven van vorm en inhoud aan de verzuimbeheersing. Leidinggevenden geven versterkt aandacht aan het kort frequent ziekteverzuim. Per bedrijfslocatie is de organisatie van de BHV geoptimaliseerd en er is goede psychosociale nazorg voor alle groepen medewerkers binnen de VRK die met geweld en agressie te maken krijgen. 19 VRK Vitaal Gezondheid is een groot goed. Gezondheid is niet alleen gericht op de afwezigheid van ziekte of lichamelijke gebreken, maar op een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk, spiritueel en maatschappelijk welzijn (vitaliteit). Een gezonde medewerker presteert in de regel beter en dat is goed voor de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening. De VRK heeft er dan ook belang bij dat de medewerker geestelijk en lichamelijk goed in conditie is en blijft. Gezien de vergrijzing van het VRK medewerkersbestand en het verdwijnen van diverse regelingen voor oudere werknemers (VUT, FLO e,d.) – en niet te vergeten de verhoging van de pensioenleeftijd – is aandacht voor (behoud van) vitaliteit van medewerkers geen sinecure. Alle preventieve en curatieve activiteiten moeten dan ook vanuit deze gedachte worden vormgegeven. Plezier in het werk Het fysieke welbevinden is een goede basis van plezier in het werk. Daarnaast zijn ook aantrekkelijke werkomstandigheden (veilige, gezonde werkplek); inkomstenzekerheid; collegialiteit; de verbinding met andere mensen (collega’s, leidinggevenden, klanten); samenwerken; teamgeest; gewaardeerd worden; autonomie; veiligheid en vertrouwen een factor van belang. Arbeidsomstandigheden- en gezondheidsbeleid Gunstige arbeidsomstandigheden kunnen (deels) voorkómen dat mensen door hun werk ziek worden of arbeidsongeschikt raken. Zo hebben een schone en prettig ingerichte, ergonomisch verantwoorde werkplek, daglicht en uitzicht uit een raam naar buiten, een juiste opstelling van machines, goed gereedschap, goede verhoudingen met leidinggevenden en collega’s, duidelijke werkafspraken, goed georganiseerde werkprocessen en een duidelijke communicatie van de leiding naar de werkvloer en omgekeerd een gunstige invloed op de gezondheid en het welzijn van de werkende mens. Gezondheidsbedreigende factoren in arbeidsomstandigheden zijn op hoofdlijnen onder te verdelen in: o fysiek belastende factoren: hieronder vallen arbeidsomstandigheden als langdurige of zware belasting (bijvoorbeeld zware lasten tillen); o omgevingsfactoren: hieronder vallen arbeidsomstandigheden als blootstelling aan geluid en aan chemische stoffen; o psychosociaal belastende factoren: hieronder vallen arbeidsomstandigheden als werkdruk, pesten op het werk en werkzekerheid. De fysiek belastende, psychosociaal belastende en omgevingsfactoren hebben alle drie een effect op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid. Vaak is sprake van gecombineerde blootstellingen aan fysieke, omgevings- en psychosociale belastende factoren. Binnen de VRK worden verschillende preventieve en curatieve instrumenten ingezet. Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) De basis voor het arbeidsomstandighedenbeleid en de in te zetten instrumenten vormt een RI&E. Deze stelselmatige en planmatige aanpak is onontbeerlijk om de arbeidsomstandigheden blijvend te verbeteren. Een RI&E dient volgens de wet actueel te zijn en dit betekent dat de risico’s, bij iedere verandering, opnieuw geïnventariseerd moeten worden. Vooralsnog is ervoor gekozen te werken met een 3-jarige cyclus, tenzij veranderende omstandigheden een hogere frequentie nodig maken. Het streven is om in deze cyclus elk jaar een evenredig deel van het plan van aanpak af te werken, om een evenwichtige spreiding in tijd en middelen te bewerkstelligen. Bedrijfshulpverlening (BHV) De BHV´ers verlenen in geval van nood eerste hulp, blussen een beginnend brandje, evacueren werknemers e.d. en werken samen met de professionele hulpverleners. De BHV’ers zijn zowel functioneel aangewezen als vrijwillig aangesteld. Allen worden regelmatig (bij)geschoold en er vinden periodiek ontruimingsoefeningen plaats. Evaluatie van de kwaliteit van de organisatie in het licht van de ontwikkelingen die gaande zijn, is van belang, zodat de effectiviteit van de BHV kan worden geoptimaliseerd. Agressieprotocol Agressie en geweld bij de uitvoering van het werk is voor de VRK een onacceptabel verschijnsel. De praktijk leert dat medewerkers van de VRK, bij het uitvoeren van hun werkzaamheden, worden belast met agressief gedrag van burgers. Als deze belasting niet wordt weggenomen kan dit op den duur leiden tot ziekteverzuim, WIA-instroom of verloop van personeel, doordat medewerkers gezondheidsklachten ontwikkelen. In 2013 is het agressieprotocol vastgesteld. Tevens zijn er werkinstructies voor de werkgever en medewerkers bij aangifte en melding ontwikkeld en is een meldingsformulier beschikbaar. In 2014 wordt dit proces gedigitaliseerd. Vooral het geven van trainingen is belangrijk om medewerkers te leren omgaan met situaties van geweld en agressie in de meest brede betekenis. Periodiek worden trainingen aan (een aantal groepen) medewerkers aangeboden. Bedrijfsopvang Team/psychosociale nazorg Binnen de VRK bestaan twee goed functionerende BOT teams. De mensen die dit team vormen ontvangen een specifieke opleiding. De kennis en kunde wordt op peil gehouden door periodieke opfriscursussen aan te bieden. Er is een landelijke leidraad psychosociale nazorg vastgesteld voor al het geüniformeerde personeel. Het beleid van de VRK rondom psychosociale nazorg dient hierop nog te worden aangepast. Gezond werken achter het beeldscherm Binnen de VRK werkt een grote groep kantoormedewerkers die het merendeel van de dag achter een beeldscherm zitten. Op kantoor, thuis of elders. Ook niet-kantoor medewerkers 20 zitten steeds langer achter het beeldscherm. Aan langdurig en veelvuldig beeldschermwerk zijn risico’s verbonden. Om deze risico’s te beperken of te voorkomen moet de werkgever goede voorlichting geven. In de vorm van een “Werkplek paspoort” wordt aandacht besteed aan de inrichting van de werkplek, afgestemd op de individuele werkgever. In workshop RSI/Cans wordt voorlichting gegeven over hoe RSI/CANS te voorkomen of te verminderen. In 2013 zijn 6 werkplekdeskundigen opgeleid, wiens hulp ingeschakeld kan worden bij het instellen van de werplek. Preventieve workshops in het kader van vitaliteit Het behouden van vitaliteit is te beïnvloeden door de leefstijl. Gezond eten en verantwoord bewegen kan het verouderingsproces vertragen en de vitaliteit onderhouden Onlangs zijn er bij open inschrijving een aantal workshops rondom vitaliteit aangeboden, te weten: Werk en privé in balans, Voeding en Beweging en RSI preventie. Ook de komende jaren zullen op dit vlak activiteiten ontwikkeld worden. Ziekteverzuim Tegengaan van ziekteverzuim is in ieders belang; de zieke medewerker blijft inzetbaar, de medewerkers die het werk op moeten pakken raken minder snel overbelast, leidinggevenden kunnen hun tijd ergens anders aan besteden en de organisatie kan kosten van begeleiding en vervanging besparen. Met een goede begeleiding is dus veel winst te behalen. De VRK heeft een Protocol ‘Verzuim en Re-integratie’ waarin de verschillende stappen in het verzuimproces zijn uitgewerkt. In het protocol is ook opgetekend aan wie welke taak/verantwoordelijkheid is toebedeeld. Leidinggevenden dienen nog wat te groeien in hun rol van casemanager en vorm te geven aan de activiteiten die uit de Wet Verbetering Poortwachter voortvloeien. Leidinggevenden zullen hierbij worden ondersteund. Onderscheid wordt gemaakt tussen lang en kortfrequent ziekteverzuim. Langdurig ziekteverzuim Over 2013 bedroeg het ziekteverzuimpercentage voor de hele organisatie ca. 5,8 %. Doel is om dit percentage de komende jaren met 0,5 % te laten afnemen (2018: 3,4 %). Hiertoe zijn afspraken gemaakt met de Arbodienst. Zij zijn medeverantwoordelijk gemaakt voor het resultaat. Lukt dat niet, dan betalen zij een malus. Aangezien het voorkomen en aanpak van langdurig ziekteverzuim een flinke impact kan hebben op het ziekteverzuimpercentage, is het een goede zaak om te kunnen beschikken over een adequaat plan van aanpak en de resultaten te monitoren. Frequent (kort) ziekteverzuim Van frequent ziekteverzuim wordt gesproken als een medewerker drie maal of vaker ziek is in een jaar. Door het bespreekbaar maken hiervan, kan door de leidinggevende worden achterhaald wat de reden van het verzuim is en kan mogelijk hulp worden geboden. De eigen verantwoordelijkheid van de medewerker voor zijn/haar gezondheid en het behoud daarvan zijn uitgangspunt. Sociaal Medisch Overleg In het kader van het ziekteverzuim wordt in het Sociaal Medisch Overleg, het ziekteverzuim op individueel niveau besproken tussen bedrijfsarts en leidinggevende. Op directieniveau vindt jaarlijks overleg plaats met de Arbodienst. In dat gesprek komen de meer beleidsmatige aspecten van het verzuim aan de orde. Bedrijfszorgpakket Met het IZA Bedrijfszorg kan de medewerker aan zijn/haar gezondheid werken en wordt ingespeeld op de klachten die medewerkers belemmeren bij het werken. Het gaat hierbij om psychische klachten (bijvoorbeeld stress, overbelasting en spanning door conflicten) en fysieke klachten. Bovendien bemiddelt IZA bij lange wachtlijsten in de zorg. Daarnaast kan sinds 2013 ook gebruik worden gemaakt van IZA Bedrijfszorg Zelfmanagement waarmee op ieder gewenst moment of locatie gewerkt kan worden aan de gezondheid. Met Zelfmanagement kan op een eenvoudige wijze actief gewerkt worden aan leefstijl, mentale conditie en gezondheidsproblemen. 21 Eigen risicodragerschap WW en ziekte/eigen risicodragerschap Ziektewet Voor eigenrisicodragers voor de WW is de hoofdlijn dat zij alle kosten betalen in geval van werkloosheid. Indien de uitkeringsgerechtigde echter ziek is of arbeidsongeschikt wordt, komen de kosten in beginsel ten laste van het UWV. Daarin ligt het belang om ziekmeldingen, ziekteverloop tot de betermelding zorgvuldig te registreren om te voorkomen dat onnodig kosten worden gemaakt. In het kader van de modernisering van de Ziektewet is het zinvol te onderzoeken of het eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet interessant is. Te plannen werkzaamheden: Ontwikkelen arbeidsomstandighedenbeleid Ontwikkelen ziekteverzuimbeleid (evt. gecombineerd met het arbeidsomstandighedenbeleid) Evaluatie organisatie Sociaal Medisch Overleg Het organiseren van intervisiegroepen hoe als leidinggevende om te gaan met ziekteverzuim vormt hiervan een onderdeel. De bedoeling van de intervisiegroepen is het delen van ervaringen en knelpunten (en het gezamenlijk zoeken naar oplossingen) Ontwikkeling van ondersteunende instrumenten ten behoeve van de begeleiding van medewerkers in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter Thema 9. Integriteit Ambitie Integriteit wordt gezien als moraliteitsaspect van de organisatie en is onderdeel van de bedrijfsvoering. Iedere medewerker is zich altijd bewust van de integriteitaspecten van het eigen handelen en kent de voorschriften en bepalingen hieromtrent. Daarbij gaat het zowel om integer handelen binnen onze organisatie, naar elkaar, maar ook om integer handelen richting de gemeenschap. De VRK doet er alles aan om belangenverstrengeling, discriminatie en misbruik van bevoegdheden te voorkomen en heeft voortdurend oog voor grensoverschrijdend gedrag. Beleidsplan Integriteit De VRK voldoet aan vrijwel alle wettelijke bepalingen, voorgeschreven in de Ambtenarenwet. Zo is er een Gedragscode VRK, zijn kernwaarden vertaald in gewenst gedrag en is er een Regeling Nevenfuncties. Bij aanstelling worden interne medewerkers gescreend (middels het overleggen van een Bewijs van Goed Gedrag) en leggen zij een belofte of ambtseed af. Externen tekenen een integriteitverklaring. Daarnaast heeft de VRK vertrouwenspersonen en bestaat een ‘klachtenregeling ongewenst gedrag’. De ‘Regeling Melding Vermoeden Misstanden’ van de Gemeente Haarlem is van toepassing verklaard en er is een extern meldpunt in de vorm van aansluiting bij de Onderzoeksraad Integriteit Overheid (samengegaan met de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijk Overheid). Een integriteitbeleidsplan zou nog een waardevolle toevoeging zijn om goed te sturen op wat nodig is om de integriteit te waarborgen. 22 Te plannen werkzaamheden: Ontwikkelen VRK breed beleidsplan Integriteit Evaluatie en actualisatie van de Gedragscode Medewerkers VRK. Uniforme registratie integriteitschendingen. Het doel ervan is om zowel te streven naar een goede registratie van integriteitschendingen als ook naar een uniforme wijze van registratie. Voor zowel verantwoording aan de gemeenteraad als onderzoeksdoeleinden leidt dit tot een beter inzicht in de aard van de schending als de afwikkeling ervan. Structurele registratie van nevenfuncties Werkzaamheden voor andere afdelingen: Opstellen van rechten en plichten van rekenplichtige ambtenaren (F&A of controller) Overzicht kwetsbare functies Uitzoeken of het voor de VRK nodig is om een regeling Financiële Belangen op te stellen en of er binnen de VRK functies zijn waarvoor een meldplicht geldt (F&A of controller) Eigen regeling bedrijfshulpmiddelen (FJZ) Eigen Regeling gebruik Internet en E-mail (ICT) Afspraken over de functiescheiding in de keten advies-besluit-controle Maken van een PC-reglement voor de VRK (ICT) Opstellen van inkoop en aanbestedingsbeleid (FJZ) Thema 10. Uitstroom Ambitie De VRK vindt het vanzelfsprekend dat medewerkers, na een aantal jaren bij de VRK te hebben gewerkt, hun geluk ergens anders willen beproeven. Vertrek van medewerkers kost echter tijd, geld en energie. Daarom wil zij wel voorkomen dat goed functionerende en talentvolle medewerkers vroegtijdig vertrekken, wegens negatieve ‘push factoren’. De organisatie garandeert dat medewerkers, die gaan vertrekken, tijdig hun kennis overdragen aan hun collega’s of opvolgers. Tevens wordt bij vertrek zorgvuldig afscheid genomen en wordt de werkrelatie op een passende manier afgerond. Exit interviews en vragenlijsten Om ongewenste uitstroom van talent te voorkomen is het noodzakelijk om te weten wat de redenen en achterliggen motieven van vertrekkende medewerkers zijn. Op dit moment is er wel een procedurebeschrijving en een formulier exitinterviews beschikbaar, maar van enige structurele verzameling van informatie hieruit is geen sprake. Om te kunnen beoordelen wat de vertrekredenen zijn zal het structureel houden van exit interviews nieuw leven worden ingeblazen. Aan de hand van een nog te ontwikkelen vragenlijst zal stelselmatig informatie worden verzameld ter verbetering van de kwaliteit en effectiviteit van het arbeidsklimaat. Te plannen werkzaamheden: 23 Herziening procedure exitgesprekken en inhoud vragenlijst. Hernieuwde implementatie en vormgeven van beheer van informatie. Thema 11. Implementatie en verankering van het strategisch personeelsbeleid Het is van belang om datgene wat we willen uitdragen, ook te verankeren in de reguliere bedrijfsvoering. Daaruit blijkt dat we dit werkelijk serieus nemen. Het maakt ook duidelijk en concreet wat we van alle betrokkenen verwachten. Onderzoek zal worden gedaan welke ken- en stuurgetallen voor het meten van de effecten van het beleid nodig zijn. Deze zullen worden opgenomen in de managementrapportages, die ten behoeve van de directie elk kwartaal worden opgesteld. Meten van resultaten en toetsen van beleid/ontwikkelen prestatie-indicatoren Bij de uitwerking van dit beleid worden de resultaten zo concreet (SMART) als mogelijk geformuleerd. Waar mogelijk worden streefcijfers vastgesteld, b.v. voor het aantal vrouwen in hogere functies, het aantal allochtonen en het aantal mensen met een beperking. Audits Kwaliteitsverbetering staat hoog in ons vaandel. We streven naar continue verbetering van processen en evalueren deze volgens de Damin-Circle. Ook in de komende jaren zullen er weer diverse audits plaatsvinden. MTO De resultaten van het tweejaarlijkse Medewerkers Tevredenheidsonderzoek gebruiken we onder meer voor de toetsing van de effecten van het strategisch personeelsbeleid. Ook zijn deze resultaten onderwerp van gesprek in het werkoverleg op elk organisatieonderdeel. Op grond hiervan stellen leidinggevenden verbeterplannen op. Kengetallen Met ingang van 2014 zullen de instroom, doorstroom en uitstroom naast cijfermatig ook kwalitatief worden geregistreerd. Evalueren en waar nodig beleid bijstellen Na twee jaar zal deze beleidsnota worden geëvalueerd en bijgesteld op grond van de gemeten resultaten, het MTO, bespreking met het bestuur, directie, Ondernemingsraad en medewerkers. 24 Bijlage 1. Resultatenkalender. Nr. Activiteiten Kwantiteit en kwaliteit van het medewerkersbestand Personeelsplannen op kwaliteit en kwantiteit, voor alle organisatieonderdelen / Strategisch personeelsplanning Optimaal informatiemanagement/goede managementinformatie en formatieplanning beschikbaar Kwantitatieve registratie in- door- en uitstroom Competenties per functie, herziening competentiewoordenboek en ontwikkelboek Competentiegericht werken ingevoerd 2016 2015 Q4 - 2014 Q4 - 2014 2015 Evaluatie competentiegericht werken Diversiteitbeleid ontwikkeld en ingevoerd Diversiteitbeleid geëvalueerd Werving, arbeidsmarktcommunicatie en selectie Werving- en selectiebeleid (incl. benaderen arbeidsmarkt) is geactualiseerd en geïmplementeerd. In samenwerking met de afd. Communicatie is een arbeidsmarkt communicatieplan geschreven met daarin onder meer aandacht voor de wervingskanalen (op maat), de pullfactoren van de verschillende doelgroepen en regionale Branding. Selectieprocedure is herzien Stage beleid is vormgegeven en geïmplementeerd Contacten zijn gelegd met onderwijsinstellingen Loopbaanontwikkeling, planning, bevordering van interne mobiliteit en inzetbaarheid Mobiliteitsbeleid/loopbaanbeleid is ontwikkeld en geïmplementeerd Er zijn loopbaanpaden ontworpen Inventarisatie en registratie van loopbaanwensen voortvloeiend uit de gesprekscyclus gerealiseerd. Het bespreken van loopbaan- en ontwikkelingswensen is integraal onderdeel van de gesprekscyclus. De Talent en Loopbaantraining, die er nu voor de 24-uurs dienst is, is voor iedereen beschikbaar Er is een systeem ontwikkeld van job-rotation en taakroulatie Talentscouting en traineeschip is vormgegeven Opleiding, training en ontwikkeling Opleidingsbeleid (incl. kaders opleiding en ontwikkeling) ontwikkeld en geïmplementeerd Instrumenten (door)ontwikkeld 2016-2017 2016 2017 Ontwikkeling en uitvoering leiderschapsprogramma 2014-2016 Opleiding, training en ontwikkeling aanbod gereed 2015-2016 Beoordeling van resultaten, prestaties en gedrag, geven van feedback en aanspreken op ongewenst gedrag Gesprekscyclus geïmplementeerd Training gespreksvaardigheden i.h.k.v. de gesprekscyclus georganiseerd 360° feedbackmethode ontwikkeld en ingevoerd Themabijeenkomsten aanspreken op ongewenst gedrag/integriteitschendingen georganiseerd Beloning van prestaties en gedrag en overige arbeidsvoorwaarden Functiewaarderingssysteem geëvalueerd (incl. inventarisatie van onderlinge functiewaarderingsverschillen en afwijkingen) Beloning-, promotie- en inschalingbeleid herzien en geïmplementeerd Regeling gratificaties/beleid bewust belonen herzien en geïmplementeerd Werkkostenregeling ontwikkeld en geïmplementeerd / Reiskosten als onderdeel van de werkkostenregeling Overwerkregeling herzien en verruiming dagvenster geïmplementeerd Taakinhoud en werkorganisatie Evaluatie bijeffecten van Het Nieuwe Werken VRK brede Invoering werkoverleg/deskundigheid bevorderende activiteiten t.a.v. vergadertechnieken 25 Gereed op/in 2017 2016 2015 2015 2015 2015 2016 2016 Q4- 2014 2017 2015 2015 2015 2014 2014 2016 2014 2014 2014 2014 Q4 - 2014 2014 2016-2017 2015 Onderzoek naar mogelijkheden voor taakverbreding/taakverdieping en functieroulatie E-HRM, mogelijkheden tot verdere automatisering/digitalisering onderzoeken en implementeren Arbeidsomstandigheden, verzuim en re-integratie, vitaliteit Arbeidsomstandighedenbeleid/beleidsplan ontwikkeld en geïmplementeerd Ziekteverzuimbeleid ontwikkeld (gecombineerd met arbobeleid) Organisatie Sociaal Medisch Overleg (incl. intervisie groepen) geëvalueerd Ondersteunende instrumenten voor leidinggevenden ten behoeve van de begeleiding van medewerkers in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter ontwikkeld Integriteit VRK breed beleidsplan ‘Integriteit’ ontwikkeld (i.z.m. andere disciplines) Gedragscode Medewerkers VRK geëvalueerd en geactualiseerd Uniforme registratie integriteitschendingen ingericht Structurele registratie van nevenfuncties ingericht Uitstroom Herziening procedure exitgesprekken en inhoud vragenlijst Hernieuwde implementatie en vormgeven van beheer van informatie Diversen Evaluatie van deze beleidsnotitie Onderzoek naar de ken- en stuurgetallen ten behoeve van meting van de effectiviteit van beleid 26 2016 2014-2015 2014 2014 2014 2015 2014 2014 2015 2014 2015 2014 2015-2016-2017 2014