Ziekte van Parkinson cognitie stemming en gedrag Indira Tendolkar psychiater Parkinson Centrum Nijmegen UMC St Radboud Ziekte met veel facetten lopen kramp trager spraak reuk beven Motoriek autonoom maskergelaat fijne motoriek gebogen postuur dementie Emotie angst slaap Cognitie depressie delier Herkenning non-motor problemen Depressie – Angst – Cognitieve stn. • > 50% niet herkend door arts bij poli bezoek • Nauwelijks genoemd en herkend door patiënt Shulman et al. Parkinsonism&Related Disorders 2002 Dopamine systeem Cognitie Vroeg al lichte cognitieve functie stoornissen • Trager • Aandacht /concentratie ↓ • Moeite met dubbeltaken • Overzichts en planningsproblemen • Persevereren/ minder schakelvaardig • Korte termijn geheugen stoornissen Uitingsvormen Traag Trage Trage Traag Traag verwerking reactie bovenhalen omschakelen Haastig Hak op de tak Impulsief Chaotisch Snel afgeleid Veel foutjes/corrigeren Dwangmatig Impulscontrole-stoornis Geen inzicht Cognitie beinvloedt de therapie? • • • • Aanleren methode lukt niet Impulsief i.p.v. planmatig Initieren lukt niet Omschakelen naar andere methode lukt niet. Onwil? • Chaotische aanpak oefeningen Motor subtype en cognitie PIGD meer/sneller “cognitive impairment” dan tremor type (Burn 2006, Aarsland 2006, Verbaan JNNP 2007) Tremor dominant type niet/later dement Pas als PIGD komt dan cognitief achteruit Verklaring: Andere neurochemische systemen cognitie cholinerg verval (Alves 2006) Dementie Doorsnee PD populatie 30% dement Na 15 jaar ziekte 48-80% dement (Hely 2005, Aarsland) Na 15 jaar ziekte 15-36% mild cognitive impairment Criteria dementie Geheugenstoornis ≥ 1 cognitieve stoornissen Afasie, apraxie Ruimtelijke orientatie Agnosie (herkennen/identificeren vw) Uitvoerende functies plannen organiseren volgorde aanbrengen abstract denken Beperking in sociaal/beroepsmatig functioneren Niet uitsluitend tijdens delier Dementie bij Parkinson Parkinson dementie • Uitvoerende fie. stn. • Fluctuaties Lewy Body Dementie •Fluctuaties in cognitie •Visuele hallucinaties •Parkinsonisme Vasculaire factoren Extreme traagheid Alzheimer Risico factoren PD dementie • • • • • Leeftijd Ernstiger ziek Hallucinaties Lage MMSE bij begin ziekte PIGD Aanpak dementie • Aanvullend onderzoek – Laboratorium onderzoek – Neuropyschologisch onderzoek – CT MRI hersenen – LP? – EEG? Aanpak dementie • Medicatie aanpassen (mn anticholinergica) • Onderliggende oorz: – Infectie – Metabool – Medicatie • Medicatie: cholinesterase remmers • Begeleiding patient en mantelzorger Benadering dementie • • • • • • • • • • • Zeg wie je bent en wat je komt doen. Spreek patiënt aan met vertrouwde roepnaam. Gebruik heldere en duidelijke taal (gesloten vragen) Neem de tijd Een opdracht tegelijk Niet praten en behandelen tegelijkertijd Ga na of patiënt begrepen heeft wat je zegt/vraagt Structuur bieden Zorg dat patiënt inzicht heeft in wat gebeurt Cue’s geven Foutendirect verbeteren Behandelstrategie • • • • • • • • Rustige omgeving Eén ding tegelijkertijd Neem de tijd Structuur bieden Herhalen uitleg en opdracht Cues geven Fouten direct verbeteren Niet praten en behandelen tegelijk Benadering dementie • • • • • Zet patiënt rechtop in stoel, dit vergroot de oriëntatie Goed dagnachtritme Dagprogramma met combinatie van rust en activiteit Ontmoedig overdag indutten Gebruik gepaste aanraking; bijv.hand vasthouden om het contact en de aandacht vast te houden. Psychiatrische symptomen Aarsland 1999 populatie studie ( 12 jr PD) • Depressie (40%) • Hallucinaties (27%) • Angst (20%) • Apathie (15%) • Wanen (15%) • Agitatie (15%) • Impulscontrole stoornissen 6-7% • Etc Relatie met ziekte stadium en cognitie Geen relatie met leeftijd en ziekte duur Psychiatrische symptomen Mot. fluctuaties ~ psychische fluctuaties In off zeer angstig, depressief, suicidaal, hallucinaties, wanen In on manisch ontremd Therapeutisch belangrijk nl hier juist PD medicatie veranderen Depressie DSM IV criteria ≥ 1 v/d volgende KERN criteria gedurende 2 wkn • Depressieve stemming grootste deel van dag elke dag • Verlies van interesse of plezier bij vrijwel alle act/ elke dag En ≥ 4 v/d volgende kenmerken Depressie DSM IV criteria ≥ • • • • • • • 4 v/d volgende kenmerken of eetlust en duidelijke gewichtsverandering Verstoord slaappatroon bijna dagelijks Ander activiteitenniveaus (meer rusteloos of langzamer) Moeheid verlies aan energie (geestelijk / fysiek) Gevoel van schuld, waardeloosheid Verminderde concentratie of besluitvaardigheid Denken over dood of zelfmoord Significant lijden/ sociale / beroepsmatige beperkingen Niet gevolg van middelen Niet binnen 2 maanden van rouw Depressie • • • • 20-50% van de PD patiënten Meer dan bij normale populatie Kan aan PD voorafgaan Meer burn out (8% vs 4%) • Aanpak – Uitleg – Begeleiding (psycholoog, coping strategie, cognitieve gedragstherapie) – Parkinson medicatie aanpassen – Antidepressiva – ECT Depressie Marsh 2006 soorten depressie PD • Major depression • Minor depression • Depressieve aanpassingsstn. • Off fase depressie/angst – 75% motor fluctuatie ook mood fluctuatie – “Off” depressie, angst, apathie, hallucinaties, cognitief – “On” hypomanie, hypersexueel, gedachten vlucht Impact Depressie Negatieve invloed op: • Cognitie (starkstein 1992) • Motoriek (Kuhn 1996 • ADL (Weintraub 2004, starkstein 2004) • QOL (Schrag 2003) • Ernstigere hallucinaties Minor depression at risk voor major depression (Starkstein 92, Howarth 1992) Apathie (onverschilligheid) Interesse omgeving/belangstelling iets te doen Afname doelgericht: •Spreken (gesprek aangaan bv) •Emotie •Motorisch actief zijn (klusjes inhuis etc) Onverschilligheid Stemming neutraal Geen negatieve stemming / emotionele belasting Aanpak apathie • Activeren – Leuke activiteiten op niveau – Zintuiglijke activiteiten • Let op: – Is geen depressie – Antidepressiva helpen niet – Hoeveel last heeft de patient ervan?? Psychose bij ZvP Ravina et al. Movement Disord 2007 ≥ • • • • 1 van de volgende symptomen Illusie (misinterpretatie van echte stimulus) Sense of presence Hallucinaties Wanen Psychose Slechte prognose Sneller VPH Sneller dood Parkinson medicatie draagt bij, maar niet enige factor Geen verdere verschijnselen van delier Hallucinaties • Hallucinatie = waarnemingsstoornis – Visueel – Minder vaak auditief / sensibel • Voorbode: Levendige dromen Hallucinaties bij PD Intermitterend Seconden tot minuten Vaak meerdere keren per dag Vaak in periodes van minder waakzaamheid (avond) 90% visueel Vaak mensen of dieren zich herhalend Presence hallucinations/passage halucinations Wanen Wanen = overtuigd van bepaalde gedachte Vaak echtelijke ontrouw Angst dat partner verlaat Minder frequent: grootheidswaan, somatische waan, achtervolging, religieus Aanpak psychose • Parkinson medicatie verlagen • • • • Zn levodopa monotherapie Atypische neuroleptica Rivastigmine Goede uitleg omgeving Indien mild, niets doen Delier • Bewustzijnsstoornis met ↓ aandacht • Verandering cogn. fie. of waarnemingsstn. niet door dementie • Fluctuaties over de dag • In korte tijd ontstaan • Vaak somatische oorzaak Delier somatische oorzaken Medicatie Andere onderliggende ziektes Metabole stoornissen Hypoxie etc Delier aanpak Indien nodig visus- en/of gehoorhulpmiddel Stimuli: niet te veel niet te weinig Licht aan in het donker Zichtbare klok en kalender Bekende voorwerpen en familieleden in de buurt Helpen bij reoriëntatie (hulpverleners, familieleden) Benadering: zie dementie Delier benadering Wees bedacht op over- en onderstimulatie Bij hallucinaties geen gelijk of tegenargumenten geven Goed dagnachtritme Dagprogramma met combinatie van rust en activiteit Ontmoedig overdag indutten Gebruik gepaste aanraking; bijv.hand vasthouden om het contact en de aandacht vast te houden. Gedragsstoornissen Punding m.n. dopa-agonisten “grote fascinatie repetitief, betekenisloos handelen” vb verzamelen, rangschikken, uit elkaar halen Pathologisch gokken ~ dopa-agonisten en levodopa Hypersexualiteit ~ m.n. dopa-agonisten Abnormaal eetgedrag (dwangmatig) Compulsive shopping ~ m.n. dopa-agonisten Vaak icm depressie (oorzaak gevolg?) Wees alert op • • • • • • • • Stemming Stiller teruggetrokken gedrag Onrustig gedrag Hallucinaties Achterdocht Balansproblemen Niet vorderende therapie Verschuilen achter motorische klachten Signaalfunctie paramedici • • • • Bespreek met patiënt en mantelzorger Contact neuroloog/ p-verpleegkundige Zorg dat jouw vraag beantwoord wordt Neuroloog z.n. doorverwijzing naar: – – – – Klinisch neuropsycholoog GZ psycholoog (cognitieve gedragstherapie) Psychiater Maatschappelijk werk Take home Problemen met cognitie stemming gedrag: • Ook vroeg in de ziekte • Multicausaal • Vaak niet herkend door hulpverlener en patient • Vraag er regelmatig naar • Pas therapie aan • Let op de signalen VRAAG DOOR • Goede communicatie in netwerk (incl patient/MZ)