MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING UNIFORM HEREXAMEN VWO 2011 VAK DATUM TIJD : GESCHIEDENIS : WOENSDAG 27 JULI 2011 : 10.45 – 12.45 UUR N.B. DEZE TAAK BESTAAT UIT 6 PAGINA’S EN 7 OPDRACHTEN 1. Het imperialisme is een verschijnsel dat zich sinds het begin van de mensheid heeft voorgedaan. Het Perzische Rijk, het Romeinse Imperium en het Frankische Rijk van Karel de Grote zijn enkele bekende imperialistische mogendheden uit de wereldgeschiedenis. (4) (2) (2) (2) 1.De Encyclopedie van Larousse geeft een omschrijving van het begrip imperialisme. Hoe luidt deze omschrijving? 2.Van welk soort imperialisme is er sprake als men in de verruiming van het grondgebied een uitkomst zoekt voor de bevolking? 3.Noem twee Europese landen die in de fase van het informeel imperialisme zeer actief waren. 4.Vanaf 1870 namen ook niet-Europese landen deel aan het imperialisme. Noem twee van deze landen op. Oorzaken van het moderne imperialisme Als verklaring voor de plotseling opgekomen behoefte zich veel koloniaal bezit te verwerven, zijn verschillende theorieën ontwikkeld. De meest omstreden verklaring om het complexe verschijnsel van het “New Imperialism” te verklaren is de economische. Deze gaat vooral terug op de Britse radicaal Hobson en zijn in 1902 verschenen Imperialism: A study, maar werd het bekendst door Lenins Imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme (1916). De gedachtegang is als volgt: het is eigen aan het kapitalisme, dat het kapitaal zich steeds meer concentreert in handen van steeds minder mensen of bedrijven. Dit is Marx Konzentrations-leer. Lenin zag in de opkomst van de trusts en cartels en van het financieel kapitalisme een duidelijk bewijs dat een dergelijk proces zich in het laatste kwart van de 19e eeuw aan het voltrekken was. Het gevolg van deze concentratie van kapitaal in handen van steeds minder mensen was het ineen storten van de binnenlandse markt, overproduktie en economische stagnatie. Dit overtollig kapitaal zocht een uitweg en vond die overzee. Hier waren nog voldoende mogelijkheden om kapitaal winstgevend te investeren, hier lagen nog ongeëxploȉteerde markten open. Om nu hun afzet- en inversteringsgebieden tegen de 1 van 4 moordende concurrentie van de buurlanden te beschermen en investeringen te garanderen, besloten de Europese staatslieden tot annexatie van koloniën. Imperialisme is zo een uitweg uit de crisis van het kapitalisme. Hobson was overigens wat grimmig over de mogelijkheden van het kapitalisme. Hobson geloofde dat de remedie voor de kwalen van het kapitalisme consumptievergroting zou zijn. Als men de arbeider maar beter betaalde, ontstond er vanzelf die grotere binnenlandse markt die het economisch leven zou stimuleren, waardoor imperialisme niet nodig was. Daarnaast speelden nog zoveel andere motieven een rol. Een meer getinte verklaring geeft de Duitser Wehler. Op basis van vooral Duits materiaal is hij tot de conclusie gekomen dat het imperialisme een manipulatiemiddel was in handen van conservatieve elites, om de aanzwellende arbeidersbeweging en de kleine burgerij van hun ware belangen, namelijk de klassenstrijd te vervreemden. Tegenover de economische en sociale verklaring staat de ideologische en de politieke verklaring. In de ideologische benadering staat centraal de opkomst van allerlei theorieën tegen het einde van de 19e eeuw, welke de superioriteit van het blanke ras en van de eigen natie benadrukken. Deze theorieën hadden veelal een sociaal-darwinistische kern. De Europeanen hadden aangetoond een superieure beschaving te bezitten en het was daarom hun taak de arme onontwikkelde volkeren te redden van hun bijgeloof, hun armoede en hun wrede gebruiken. In dit verband werden werkzame principes gevonden als “survival of the fittest” en “The white man’s burden”. De politieke verklaring gaat ervan uit dat de spanning binnen Europa na 1870 toenam als gevolg van de veranderende machtsverhoudingen, zoals het ontstaan van twee grote nationale staten Duitsland en Italië, die het machtsverlies van Frankrijk en het einde van de economische superioriteit van Groot-Brittanië betekende. De toegenomen internationale concurrentie leidde ertoe dat de Europese mogendheden ten aanzien van de koloniën het zekere voor het onzekere namen en dat zij waar mogelijk hun koloniaal bezit uitbreidden. Uiteindelijk gingen de Europese staatslieden koloniaal bezit als een essentiële voorwaarde voor de groot machtstatus zien. Al deze verklaringen hebben echter een tekortkoming: ze betreffen alleen Europa. Een aantal auteurs waaronder Galbraith meent dat een belangrijke sleutel in de koloniën zelf gezocht moet worden. Bron: Calje P. en den Hollander. De Nieuwste Geschiedenis(bewerkt) (Utrecht, 2005) 11. Tekstinhoudelijke vragen (2) (2) 1.Welke omschrijving geeft de tekst van imperialisme? 2.Welke twee factoren zag Lenin als een duidelijk bewijs voor de opkomst van het “New Imperialism” in het laatste kwart van de 19e eeuw? 3.Geef twee economische gevolgen van de concentratie van kapitaal in handen van een groepje mensen. 4.Verklaar waarom overtollig kapitaal een uitweg zocht en vond overzee. (2) (2) 2 van 4 (2) (2) (2) (2) (2) (2) 5.In tegenstelling tot Lenin was Hobson grimmig over de mogelijkheden van het kapitalisme. Waaruit blijkt dat? 6.Leg uit waarom volgens Hobson imperialisme niet nodig was. 7.Welke verklaring geeft de Duitser Wehler voor de oorzaak van het imperialisme? 8.Welke twee theorieën worden gebruikt aan het eind van de 19e eeuw in de ideologische verklaring van het “New Imperialism”? 9.Welke machtsverschuiving trad op binnen Europa na 1870? 10.Verklaar waarom volgens Galbraith de verklaringen van het ontstaan van het “New Imperialism” ććnzijdig worden benaderd. 111. Tekstgerelateerde vragen (4) 1. Geef aan van welke fase van het imperialisme er sprake is in de tekst. Motiveer het antwoord. 2.Toon aan dat er in de tekst sprake is van een klassiek politieke imperialisme theorie. 3.Verklaar waarom de oorzaak van het imperialisme ook in de koloniën gezocht moet worden. 4.Hoe heeft het imperialisme vóór 1870 bijgedragen tot onderontwikkeling in Spaans-Amerika? 5.Het imperialisme heeft meer negatieve gevolgen gehad voor de koloniën. Welk negatief gevolg heeft het imperialisme gehad voor de Indianen in Latijns-Amerika op economisch en op cultureel gebied? (4) (4) (4) (4) 1V. In de neokoloniale fase is er geen sprake van rechtstreekse bemoeienis van het voormalig moederland, maar wel van indirecte overheersing op verschillende manieren. (4) 1.Noem twee van de meest gebruikte middelen op economisch gebied in de neokoloniale fase. 2.Toon aan de hand van twee punten hoe cultuur imperialisme zich heden ten dage nog manifesteert. 3.Geef een voorbeeld van een land dat met succes de invloed van het moederland heeft weten te beëindigen en verklaar het antwoord. (2) (4) V. In de meeste gevallen was het nationalisme in de koloniën antiimperialistisch. Het streefde naar opheffing van de negatieve gevolgen van het kolonialisme. (4) 1. Verklaar of het Pan-Slavisme en het Pan-Arabisme gerekend kunnen worden tot het nationalisme. 3 van 4 (4) (4) 2.Noem twee externe factoren die het nationalisme in de koloniën hebben beȉnvloed. 3.Van welke vorm van nationalisme is er sprake aan het begin van de gewapende strijd in Mexico? Geef een verklaring hiervoor. V1. Nationalistische revoluties wilden een eind maken aan de buitenlandse overheersing zonder sociaal-economische veranderingen door te voeren. De koloniale struktuur bleef hetzelfde, alleen nam de gekleurde elite de plaats in van de blanken. (4) (4) 1.Welk onderscheid kan men maken bij deze type revolutie? 2.Welke type revolutie vond respectievelijk plaats in: Venezuela Brazilië India Congo 3.Omstreeks 1968 koos Peru voor een bepaalde ontwikkelingsstrategie om uit de problemen te komen. Hoe heet dit ontwikkelingsmodel en verklaar het. (4) V11. Zuid-Afrika bezit belangrijke hulpbronnen zoals goud, chroom, platina, diamant, koper en uranium. Het westen investeerde tijdens het apartheidsregime miljarden in Zuid-Afrika om nog meer te verdienen. Dit land was in geopolitiek opzicht belangrijk omdat ze het laatste blanke bolwerk in Afrika was. (4) 1.Verklaar waarom de blanken steeds hebben vol gehouden dat er geen zwarte meerderheid bestond in Zuid-Afrika. 2.Ondanks de sociaal-economische problemen in Zuid-Afrika is dit land erin geslaagd een belangrijk wereld gebeuren te organiseren in de periode juni-juli 2010. Om welk wereldgebeuren gaat het? (2) CIJFER = (SCORE + 10/10) 4 van 4 5 van 4