Inleiding historische introductieles 9 okt. 2003 kritiek – 11 september 2001 en de golfoorlog 11 september 2001 – Sarajevo 1914: begin van een nieuw tijdperk? 7 oktober 2001: Bush kondigt acties Afganistan aan ‘no neutral stand’ in 29 januari 2002: ‘state of the union’: axis of evil-speech, dichotomiethese (160161) 12 september 2002: Bush voor UNO rapport over Irak 20 september 2002: VS lanceren idee van preventieve oorlog (D. Rumsfeld, P. Wolfowitz). Nieuw? 1980-88: Ronald Reagan ‘empire of evil’ SDI (strategic defence initiative) 8 november 2002: resolutie 1441 van UNO 4 februari 2003: Colin Powell voor veiligheidsraad 18 juli 2003: zelfmoord David Kelly (UK) Oktober 2003: Robin Cook vs. Tony Blair Hans Blix, ex hoofd van Unmovic commentaar op rapport van David Kay (VS regering) I. 1 WAT IS EEN BRON ? (17-22) Overblijfsel - overlevering = overblijfsel:Bibliotheek KULeuven - Whitney Warren rector Ladeuze - Félix Morren - fries 'Furore Teutonico diruta, dono Americano restituta' = overleveringen: mondelinge of geschreven getuigenis Typologie in functie van de intentie: = artefacten: onbewust ontstaan onthullen 'onbewuste realiteit' (scherven in afvalput) = audio-visuele bronnen: unwitting testimony, coup door Tejero in Spaanse Cortes (23 febr. 1981) Gutierrez Mellado – generaal Milans del Bosch (Valencia) Types van bronnen en hun decodering: 1.1 Geschreven bronnen op de grens tussen 'Dichtung und Wahrheit' verhalende of literaire teksten (ego-documenten, J. Presser) voorbeeld 'Kroongetuige' 'pour l'histoire' door Leopold III, postume memoires, 2001: A. de Jonghe, J. Stengers, J. Gotovitch, eerste minister Pierlot. diplomatische teksten (oorkonden) sociale boekhouding 1.2 Ongeschreven bronnen 1.2.1. materiële voorwerpen: archeologische, munten, manueel vervaardigde afbeeldingen (kunst: P. Picasso), mechanisch vervaardigde afbeeldingen (foto en film, vb. Manhattan, Woody Allen,1979) 1.2.2. orale tradities: interviews (cf. infra), liederen, politiek lied Hanns Eisler (1898-1962) 'Der heimliche Aufmarsch' (uitvoerder Ernst Busch, 1900-1980) 2. ONDERSCHEID BRON - HISTORISCH WERK (22-23) primaire vs. secundaire informatie: direct of indirect informeren historische studie kan ook bron worden (bij grote schaarste) aspect deontologie van historicus (citeren) 3. EVOLUTIE IN COMPLEMENTARITEIT (24-27) BRONNENTYPES EN Orale traditie - schrift - boekdrukkunst foto/film voorbeeld: amateur-kleurenfilms uit wereldoorlog II (München, 1939 ‘Tag der Deutsche Kunst’) - digitaliseren van informatie Vooral mondelinge tradities zijn aanvulling op geschreven bronnen, theorie: Jan Vansina (1961, 1985) Afrikaanse samenleving (eigen kritische tests - 26). Momenten van zwakheid voor mondelinge tradities: 1. het traditionele misprijzen voor interview als hist. bron 2. toch nuttig voor bepaalde sectoren 3. de trukendoos van de interviewer 4. interferentie tussen ondervrager en ondervraagde Casus:Interviewtechniek toegepast door productiekern Wereldoorlog II van BRT Maurice De Wilde (Ndl: 'de bezetting' Lou de Jong, Frk:'le chagrin et la pitié') Interview wordt historische verschillende lagen: -fatische laag: transcript -muzische laag: toonband -paralinguale laag: body-talk -extra-linguale laag: achtergrond bron in M. De Wilde zelf onderwerp van studie (V. Vanden Daele): interviewtechniek op de grens van de deontologie, vb. M. Naessens, L. Degrelle. 4. IMPACT VAN COMMUNICATIE EN INFORMATIETECHNOLOGIE OP PRODUCTIE VAN BRONNEN (28-34) 4.1 Snelheid en kwaliteit van de overdracht te voet - te electronica) paard - mechanische fase (trein tot 4.2. functies van de communicatiemedia Bestemd voor een doelgroep (avvisi), gesteund door en in dienst van belangengroepen, Gleichschaltung. Goebbels en zijn vele navolgers: voorbeeld van Congo naar Zaïre, of van Joseph Désiré Mobutu tot Mobutu Sese Seko Kuku Ngbendu Wazabanga, MPR, min. Sakomhi Inongo (lit.) Nazi-Duitsland: Leni Riefenstahl ‘Triumph des Willens’ (1934) film van Nazi-partijdag in Nürenberg (hist.) Media: van toeschouwers tot participanten 4.3. impact en functie van de media Impact 'the medium is the message' (Mc.Luhan) en censuur, voorbeelden: media construeren 'collectief geheugen' foto's/beelden: context en impact -manipulatie en vervalsen: Trotski, foto's uit ghetto van Warschau (1941-43, Jürgen Stroop) impact: inspelen op onbewuste associaties 'bureaucRATS' in campagne Bush-Gore (VS, 2000) – beschuldiging van sexual harassment ( 1988: Gary Hart – Donna Rice; 1998: Clinton-Lewinsky; 2003 : A. Schwartzenegger) censuur: Vietnam-golfoorlog (foto My Lai – and babies?), Golfoorlog (embedded journalists) Casus: getuigenis R. Fisk (the Independent), gen. Brooks, journalist M. Wolf (NY Magazine) vs. Paramilitaire spin-doctor Wilkinson. kortsluitingen: noise (verbastering van infostroom), noties redundantie en entropie (Shannon & Weaver) I. 5: stockeren en produceren van informatie (35-45) 5.1: waarom bronnen bewaren? levend en dood archief 5.2: waarom gingen zovele bronnen verloren? -banale gebeurtenissen: raken niet in bron -niet bewaard, want niet belangrijk -verloren door rampspoed -verloren door afwezigheid van archiefdwang -technische oorzaken -doelbewuste vernietiging aan de bron 5.3: consulteerbaarheid illustratie: KGB-archieven, casus V. MitrochinMI6 Bronnen toegankelijk onder druk 'publieke opinie': casus P. Lumumba (1961) onderzoekscommissie 5.4.: stockeringsinstituten: archieven - de Centrale der Archieven: fantasme van 19de-eeuwse positivisten - bibliotheken historisch panopticon Droom van het ultieme archief. 5.5: bewaarplaats is niet onschuldig Herkomstbeginsel (vb. lijst deportaties Westerbork 1944: A. Frank) uit 5.6.: het drukken van historische bronnen 17de eeuw: Bollandisten, Mauristen (SaintGermain des Prés, Parijs, lid: Dom Jean Mabillon) Acta Sanctorum. Nationale bronnenedities der 19de eeuw: romantiek en positivisme: Monumenta Germaniae Historica (1819), Koninklijke Commissie voor Geschiedenis (1834). Nu: electronische databanken. Deel II: technische analyse van de bron (51-55) Authenticiteit - waarheid - echtheid Dagboek Anne Frank D. Bernauw, H. Paape, G. van der Stroom, De Dagboeken van Anne Frank, Ned. instituut voor oorlogsdocumentatie (RIOD), A'dam, 2001 R. Faurisson 1. DE VELE VORMEN VAN DE VERVALSING (51-55) 1.1 intellectueel falsum - materieel falsum Casus: valse dagboeken van Hitler - Der Stern (1983) Hugh Trevor-Roper archief Koblenz, perlon Max Domarus Konrad Kujau 1.2 pastiche: Casus: Han Van Meegeren: Vermeer Michelangelo - kardinaal Riario 1.3 Origineel - kopie -origineel en pseudo-origineel -kopie en pseudo-kopie casus: firma Brueghel, Pieter Brueghel de jonge (1564/65-1637/38) kopieert werk van zijn vader (+1569) 1.4 ontmaskeren van falsa Casus: de zaak John Drewe en John Myatt Anachronismen: Breugel 'De Storm' dendrochronologie (60) Breugel, infrarood-analyse onbewaakt ogenblik van de falsaris Casus: oorlelletje van Morelli (Lermolieff, 1874) Edgar Wind (art and anarchy, London, 1963) Van Dantzig Carlo Ginzburg (ook 160-1): Arthur Conan Doyle, Freud Toepassing: forensische geneeskunde (vb. Saddam Hoessein, onderzoek van dr. Dieter Buhmann, Duits patholoog) II. 2 CLIO'S LABORATORIUM 2.1 Paleografie (56-57) geposeerd - cursief capitalis elegans, unciaal ductus Casus: dagboek Anne Frank Robert Faurisson Jan Romein Bernauw, Paape (kritische ed. 2001) 2.2 Diplomatiek (57) kanselarij- Vrain-Lucas (zaak Chasles, 1870) R. Hilberg, Sources of Holocaust research, New York, 2001 2.3 Archeologie Clio? (57-61): ontrouw minnaar van prospectie : toeval (1991: Ötzi, Bolzano) gerichte prospectie (luchtfotografie) detail-prospectie van een reeds ontdekte site: geofysische methodes (Nistri-periscoop) opgraving (stratigrafie)interpretatie datering Carboon-14 methode dendrochronologie (60) pollenanalyse (60) New Archaeology in antropologisch vaarwater (61), processuele archeologie (ecologie) 2.3. Statistiek (61-66): Clio met de computer statistische en pre-statistische faze (Ad. Quetelet, 70) Malthus: politiek misbruikt (vb. Vichy-regime) Casus: Mortaliteit in Gent ‘ville tombeau’ tijdens de demografische ‘transitiefaze’ (19evroege 20e eeuw): J. Backs Cliometrie: New Economic History (65) II.3 Kritische diagnose van de individuele bron 3.1. herstellings- of tekstkritiek (67-75) 3.1.1. teksttraditie: origineel (autograaf, apograaf) en kopie (vidimus), ook voor niet literaire bronnen (videobanden Dutroux, R. Michaux) 3.1.2. casuïstiek: herstel bewuste en onbewuste fout originele tekst, 3.1.3. techniek van het herstellen - origineel voorhanden - een kopie bewaard, conjectuur (69) meerdere afschriften bewaard: methode Lachmann, queeste naar beste kopie, archetype, stemma codicum (stamboom) emendatie op basis van kwaliteit (non sunt numerandi... 71) 3.1.4. kritiek op methode Lachmann (72-74) -notie fout: Dom Quentin -fataal naar tweetak: J. Bédier -open of slaafs copiëren: M. Bloch, G. Pasquali (lectio difficilior, lectio melior) -phylogenetische analyse: het DNA van teksten 3.1.5. correctie en haar grenzen 3.1.6. kritisch apparaat: regest en voetnoten (84-85) II. 3.2. Oorsprongskritiek (75-76) Waar, wanneer en door wie? intellectuele, materiële, juridische auteur Falsa, interpolatie, pseudo-kopie niet-gedateerde stukken: inscripties-graffiti Villa des Roses (Elsschot) schriftkenmerken, watermerken 3.4 Interpretatiekritiek (78, ook 134-143) taal als wapen ironie, metataal en spel: dubbele betekenis, Decoderen iconografie: -votiefbeeld van Karel de Stoute door Gerard Loyet (Luik, 1471): H. Van der Velden, The donor's image (2000) -decoderen van clichés en codes: de symboliek, Van Eyck (echtpaar Arnolfini, met hondje) Decoderen van filmtaal: ‘the graduate’ Nichols, 1967) cf. p. 82: bewustzijnsgraad. (M. 3.5. Gezagskritiek (78-79) ooggetuige of niet? National Science Foundation (USA): onderzoek 1997 3.6. Bevoegdheidskritiek (79-82) Casus: kennis over holocaust in WO II: Wannsee conferentie (20 januari 1942) Glaubensunwilligkeit (Thomas Mann) 3.7. Rechtzinnigheidskritiek (82-83) Film van Francesco Maselli over rellen in Genua (G 8 top, 20-22 juli 2001, dood Carlo Guiliani) DEEL III: historische bewijsvoering III. 1 kritische juxtapositie van bronnen (89101) een werkelijkheid, vele waarheden: de logica van de leugen Casus: Watergate (1972-73), Richard Nixon, rol Washington Post (Woodward & Bernstein); 25 juni 73: getuigenis John Dean, 13 juli 1973: getuigenis Alexander Butterfield (hard bewijs) 8 augustus 1973: ontslag Nixon ‘Watergate’ model voor Irangate, Monicagate, Irakgate? Impact van ‘leugens’ over aanleiding tot ingrijpen in Irak (2002-2003): impact van 11/9 en project ‘New American Century’- kritische lectuur van huidige situatie (David Rieff, NYT, Le Monde, nov. 2003). Hard bewijs (91-92): Louis-Charles Louis XVII? doktor-legist Pelletan Capet (+ 1795): Het zwijgen van de bron: argumentum ex silentio Redeneringen in het positieve (95-101) (analogie, falsificatie) vermoeden - hypothese feiten - hard bewijs voor hypothese, verificatie (falsificatietechniek - K. Popper, 99) (dialectisch proces van vooruitgang van kennis) Casus: Libanon, Sabra en Chatila, donderdag 16 - zaterdag 18 sept. 1982 Bechir Gemayel (Falangisten) Menahem Begin (premier Is.) Ariel Sharon (min. defensie Is.) Yitzak Shamir (min. buitenl. Is.) Commissie Kahane (okt.-dec. 82) - zaak Sharon (2001-03) Elie Hoebeika (moord 24 jan. 2002) Getuigenis R. Fisk (Independent) Ooggetuige op site: Souad Drour III.2 Vaststellen van het bewijs (102-106) 2.1. soort gebeurtenissen dat wordt bestudeerd (voorbeelden: Libanon 1982 - intifada 2001-02) -eenvoudig-evenementiële materiële waarheid statistische waarheid psychologische waarheid -algemeen-evenementiële -niet-evenementiële 2.2. overvloed, schaarste en kwaliteit van de bronnen unieke bron (vita Caroli door Einhard) testis unus, testis nullus 2.3. partijdigheid der bronnen 2.4. afstand tussen historicus en feit E.A. Cohen: Sobibor Gie van den Berghe: nut en gevaar van het slachtofferperspectief Daniel Goldhagen, Hitler's willing executioners. Ordinary Germans and the Holocaust, N.Y., 1996 III.3 Welke feiten zijn belangrijk? (107-112) 3.1. eenmalig of recurrent? 3.2. grote en banale feiten quotidienneté (Annales-school, zie ook 145-147) 3.3. harde feiten en opinies positivisme: Ranke, Langlois & Seignobos 'pas de documents, pas d'histoire' mentaliteitsgeschiedenis: Annales-school Silbermann: factoren voor meningsvorming (110) media persoonlijke factoren opvoeding en onderwijs mentaliteiten: lage bewustzijnsgraad, traag evolutieritme, collectief karakter bron: fictie (films, cf. W. Allen, Manhattan: imitatiegedrag; M. Nichols, The Graduate: omslag in mentaliteit) media: rol in vorming opinies, geruchten Casus: Berlijn 9 nov. 1989, val van 'de Muur' Egon Krenz (secretaris-generaal SED) Walter Momper (burgemeester West-Berlijn, SFB) Helmut Kohl (Bondskanselier BRD) Günther Jabowski (lid politbureau SED) III. 4 Decoderen van motivaties van historische actors (pp. 113-119) 4.1. ideologie, godsdienst definities (godsdienst, geloof, kerk) Functies - band economie Max Weber (p. 124-25) - methode: behaviourisme (Berkhofer, p. 127-28) kritiek op intuïtieve aanpak (behavioral & situational approach) Casussen: USA : TV-predikanten in politiek, verkiezingen 1988: Bush/P. Robertson 4.2. sociaal-economische situatie 4.3. biologie en ras 'ras': self-fulfilling prophecy casus: Antisemitisme: D. Goldhagen, Hitler's willing executioners. Ordinary Germans and the Holocaust, N.Y., 1996 visie op Joden in Vichy-Frankrijk (Ph. Pétain) Lievens Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944), Tielt, 2000 4.4. ecologie longue durée, ecologische en biologische evenwichten (voor 1300 demografische groei, nadien: microbische eenmaking): E. Le Roy Ladurie. Strijd tegen parasieten en microben belangrijker dan klassenstrijd? 4.5. wetenschap en techniek 4.6. macht Deel IV: de frisse interdisciplinariteit wind van de De 'Nouvelle histoire': De Annales: Marc Bloch, Lucien Febvre 1 interdisciplinaire inbreng (pp. 123-134) 1.1. sociale wetenschappen 1.1.2. grote theorieën: Marx, Weber, Durkheim 1.1.3. methodes en technieken -statistiek: Juglar, Kondratieff, seculaire trend (Labrousse: Franse revolutie, p. 126) -intuïtieve en behaviouristische aanpak (Berkhofer) -typologieën, soorten samenlevingen, ideaaltypes (Pirenne: koopman-ondernemer, verraad van de burgerij) -psycho-analyse, -antropologie (Clifford Geertz, Negara: the theatre-state in 19th c. Bali P. Arnade, Realms of rituals. Burgundian ceremony and civic life in Ghent) begrippenarsenaal: nood aan systematisering, bronnenonderzoek in functie van problematiek (deductief) casussen: Jean Delumeau -(Le péché et la peur) Jacques Chiffoleau (la comptabilité de l'au-delà) 1.1.4. risico's van interactie met sociale wetenschappen: anachronismen voorbarige generalisatie overdreven conceptualiseren 'les méchants faits...' (Bloch) 1.2. De studie van taal, tekst en tekens (pp. 134-143) 1.2.1. linguïstiek, semantiek et semiotiek Coderen en decoderen: foto kanselier Schröder (2001), foto's Auschwitz 1942 1.2.2. traditie en vernieuwing taal leeft en beweegt, inhoudsanalyse contentanalysis: Giscard-Mitterrand (1974) Mitterrand-Chirac (1988) 1.2.3. semantiek Faye, Langues totalitaires (1972) 1.2.4. semiotiek: Burgers van Calais (4 aug. 1347): Jean Froissart, Jean le Bel; Auguste Rodin (1889) : Jean-Marie Moeglin, Les bourgeois de Calais. Essai sur un mythe historique, 2002. 1.2.5. belang van de context: Noam Chomsky, notie 'discours' filmtaal: 'Hannah and her sisters'(Woody Allen, 1986) 1.2.6. hermeneutiek (cf. behaviouristische aanpak) Dilthey, Gadamer, Dray, Danto intuïtieve vs. 1.2.7. structuralisme en poststructuralisme: taal verschilt volgens sociale laag F. de Saussure: parole en langue J. Derrida, toepassing op iconografie: Goodman Narratieve modellen: Michel Foucault (Archéologie du savoir, 1969) casus: homosexualiteit in het verleden, Brugge, Bourgondische tijd 2. de kinderen van de interdisciplinaire samenwerking (pp. 144-152) 2.1. weg van de illusies van Ranke 2.2. de revolutie van 'Annales' en de geschiedenis de 'Annales', de nieuwe sociale Annales d'histoire économique et sociale Annales.Economies, sociétés, civilisations Annales. Histoire, sciences sociales Marc Bloch: 'la société féodale' (1933-40) Fernand Braudel: 'la Mediterranée et le monde méditerranéen' (1947) 'Civilisation matérielle, économie et capitalisme (XVeXVIIIe siécle)' (1967-1979) E. Le Roy Ladurie: 'Montaillou' (1975) G. Duby: 'Le chevalier,la femme et le prêtre' (1981) 2.3. Nieuw links en 'new history' Past and Present emancipatorische kracht van geschiedbeoefening gender-studies 2.4. narratieve geschiedenis, storia, nieuwe cultuurgeschiedenis J. micro- Tollebeek & T. Verschaffel 'De vreugden van Houssaye. Apologie van de historische interesse' (1992) C. Ginzburg 'de kaas en de wormen' (1976) V. De kennis specificiteit van de historische 1. Verandering en continuïteit 1.1. de factor tijd 1.1.1. rechte-lijn theorieën (pp. 157-161) teleologisch: eschatologie (Augustinus), geschiedenis is Gods heilsplan marxisme geschiedenis = permanent proces v. vooruitgang rationalisten 18e eeuw (Kant, Lessing, Voltaire) idealisten (Hegel, Marx) positivisten (Comte) laatste faze = triomf van eigen ideologie (de Condorcet, Hegel) nationalistische geschiedschrijving: eigen natie als eindpunt van geschiedenis Europa-centrisme, nationalisme: effect van de scheiding der Nederlanden, factor taal? (Van Meteren, Hooft, kritiek door Geyl), nationalisme der 19de-20e eeuw, factor staat? (Pirenne, Michelet), late uitlopers: Braudel, P. Nora (lieux de mémoire), Deutsche Erinnerungsorte (H. Schulze, 2001) traditionele indeling: oudheid middeleeuwen - moderne tijden: resultaat van renaissance Dichotomiethese (contrasterende moderniseringsthese) modellen, Casus: effecten van 11 sept. 2001: Jihad vs. McWorld (Benjamin Barber, 1995), Glocaliseren 1995) (global-local: Roland Robertson, creolisering (Ulf Hannerz, Cultural complexity. Studies in the social organization of meaning, 1992) Samuel (1996) Huntingdon ‘Clash of civilisations’ opvattingen van Manuel Castells ('The information age. Economy, society and culture, Oxford 1996-98), notie ‘space of flows’; legitimizing identity resistance identity project identity 1.1.2. Cyclus-theorieën (pp. 161-163) geschiedenis = proces dat zich met wetmatigheid herhaalt, cyclus zoals bij levend organisme (band met cultuurpessimisme) Polybius Ibn Chaldoen Oswald Spengler Arnold Toynbee religie) (challenge en response, rol Optimistische visie: J.B. Vico link met natuurfenomenen (klimaat) 1.2 Immobilisme, geschiedenis zonder tijd N. Wachtel, La vision des vaincus (164) V. 2. Oorzakelijkheid 2.1. de ongrijpbare oorzaak Diverse oorzaken configureren in een kristallisatiepunt: vb. machtsovername door Hitler (1933) met steun van: middenstanders industriëlen monarchisten militaire kringen nationalisten kerkelijke kringen arbeiders (NSDAP) Diverse groepen worden verleid (sportpaleis Berlijn, 30 jan. 1933): collectieve angst wordt aangesproken (zie ook rol individu: p. 172-176) 2.2. oorzaken van verandering 2.2.1. interne dynamiek P. Bourdieu: notie ‘habitus’ 2.2.2. conflictmodel 2.2.3. evolutie of revolutie? 2.2.4. generaties 2.3 individu of anonieme massa? J. Stengers ‘Histoire d’une grande peur: la masturbation’ (1984): Samuel Tissot (1760 ‘de l’onanisme’), Kinsey rapport (1948) Casus: oorzakelijkheid - 11 sept. 2001 en creatie van een vijandbeeld Kruistocht vs. Jihad 11 sept. 2001: ‘breaking news’ (CNN: link met Taliban-regime) terrorisme: bestudeerbaar? Definities? Verschijningsvorm? Toepassing op Bin Laden en Al Qaeda: geheimhouding? Persconferentie febr. 1998 met Al Zawahri (Egyptische Jihad) Situatie Islam in conflict tussen grootmachten (USSR in Afganistan), commerciële belangen (beheersen oliereserves). Situatie in VS: belangenvermenging VS elite en oliemaatschappijen (fam. Bush, Cheney, firma Carlyle Group) Beeldvorming in verloop van conflict: Heilig Oorlog, Jihad, Kruistocht A. Maalouf, Les croisades vues par les Arabes, Parijs, 1983 B. Flori, La guerre sainte. La formation de l’idée de croisade dans l’Occident chrétien, Parijs, 2001 V.3. Gebruik geschiedenis en misbruik van de 3.1 de vele manipulatoren (177-180) P. Valéry (1931) ontgoocheling politiek misbruik en gebrek 'slagkracht' van geschiedenis over aan godsdienstige en ideologische apologie evolutie naar rationalisme patriottisme 3.2. geschiedenis als mensenrechten (180-190) A. de Baets historians) vluchtheuvel (Network of voor concerned geschiedschrijven in gevangenschap H. Pirenne M. Bloch/ F. Braudel Jawaharlal Nehru Govan Mbeki geschiedbeoefening aan de hand van Aesopus Ali Shariati (Iran) geschiedschrijving als verzetsdaad Ernst Kantorowicz (VS) Bronislaw Geremek (Polen) de historische zekerheid van de militant Ludwig Quidde Henri Grégoire Lander Corluy, De strijd om het geheugen van Israël. De New Historians en het Israëlisch-Palestijns conflict, Leuven, 2003 Benny Morris, Ilan Pappé, Avi Schlaim. 3.2.1. roots van de historiografie (183-184) West-Europese Antieke geschiedschrijving: oorsprong van kritische houding Grieken: Herodotos, Thucydides, Polybius Romeinen: Caesar, Sallustius, Tacitus Joods-Christelijke geschiedschrijving: rol opperwezen Augustinus 'de Civitate Dei' late middeleeuwen: laïcisering, volkstalen (Froissart, Philippe de Commynes) Ibn Chaldoen 3.2.2. renaissance en verlichting: de mens centraal (185-186) Twee nieuwe ontdekkingen tendenzen: reformatie en a. reformatie en contrareformatie verfijnen bronnenkritiek (Lorenzo Valla: Donatio Constantini; Bollandisten, Mauristen: dom Jean Mabillon) b. ontdekkingen, weg van Europa-centrisme Voltaire, Essai sur les moeurs et l'esprit des nations (1756) rede vervangt voorzienigheid: Vico, Montesquieu 3.2.3. experimenten en (19e-20e eeuw) (186-190) nieuwe tendenzen 1e helft 19e eeuw: romantiek (liberaal) Volksgeist: Herder Carlyle, Michelet, Ranke 2e helft 19e eeuw: positivisme (lib.) (A. Comte) Marxisme, invloed op historisme (Pirenne, Lamprecht) professionalisme (Ecole des Chartes 1821): geschiedenis wordt zaak van hoogleraren en archivarissen Na Wereldoorlog I: crisis en zoektocht naar nieuwe zekerheden -cultuurgeschiedenis en mentaliteiten: Huizinga, Burckhardt -Annales (1929) -nieuwe sociale geschiedenis -nieuwe politieke geschiedenis -neo- en post-marxisme Deel V 3.3. Objectiviteit: a noble dream? (190192) 3.4 subjectiviteit door bewuste factoren: censuur en ideologie 3.5 subjectiviteit factoren: attitudes door onbewuste 3.6 objectiviteit: bereikbaar? De historicus als rechter: het Srebrenicarapport in Nederland (J.C.H. Blom, P. Romijn, ed. Srebrenica, een ‘veilig’ gebied. Reconstructie, achtergronden, gevolgen en analyses van de val van een Safe Area, Amsterdam NIOD, 2002, 3393 blz.) gematigde perspectieftheorie Casus: moord op Patrice Lumumba president Kasavubu (pro Westers) eerste minister P. Lumumba (links nation. MNC) Moïse Tsjombé (Katanga, regionalist) 30 juni 1960: onafhankelijkheid +speech Boudewijn I en Lumumba: oorzaak? 5 sept.: Lumumba door Kasavubu afgezet chaos in Kongo, legeropstand Amerikaanse onrust (telegram Allen Dulles, CIA topman 26 aug. 1960: 'removal'), later bevestigd door senaatscommissie Church (1975) studie Madeleine Kalb 'the Congo cables' (1982), Washington Post 8 aug. 2000: getuigenis R. Johnson (nat. sec. council): Dwight Eisenhower spreekt op 18 aug. 1960 van 'elimination' Dag Hammarskjöld (VN secretaris-generaal) Mobutu, stafchef leger - adviseur:Louis Marlière België: graaf Harold d'Aspremont Lynden, minister Afrikaanse zaken Bel. adviseurs in Katanga: J. Brassine, Guy Weber 27 nov. 60 vlucht Lumumba met Mpolo en Okito 15 jan. 61 telegram van d'Aspremont naar Tsjombé 17 jan. Tsjombé geeft kap. Gat opdracht tot executie PL 1991: Jacques Brassine, Enquête sur la mort de P.L. 1999: Ludo De Witte, De moord op Lumumba 2000-02: parlementaire onderzoekscommissie