DEEL IV DE HISTORISCHE SYTHESE OF HET SPECIFIEKE VAN HISTORISCHE KENNIS 1. DE FACTOR TIJD: VERANDERING EN CONTINUÏTEIT. EEN HISTORIOGRAFISCHE WANDELING II Langlois & Seignobos: “Opérations synthetiques: la construction historique” = optimistisch receptenboek voor het historisme, waarop allerlei kritieken komen 1.1. Teleologie of theologie: rechte – lijn – theorieën. Geschiedenis en filosofie als tweelingen Teleologische benadering = doelgerichte benadering o Eschatologie = geschiedenis als Gods heilsplan: evolutietheorie is een door God geschreven scenario van zes aetates, met als eindpunt het Rijk Gods Augustinus - “Civitas Dei” - Strijd tussen Godsrijk en aardse rijk - Succes van de Kerk staat bij voorbaat vast en geeft geschiedenis zin - Weerlegt kritiek dat God en de christenen niet bij machte waren Alarik (=Visigotische koning die Rome in 410 veroverde) tegen te houden - Geschiedenis van de mensheid = strijd tussen goed en kwaad 1 Gregorius van Tours o - “Historia Francorum” - Typisch ME: geschiedenis laten aanvangen bij Adam en Eva - Eersterangs bron voor geschiedenis van de Merovingische koningen Marxisme - Marx: onderscheidde 4 periodes 1. oertijd met gemeenschappelijk bezit van de productiemiddelen 2. fase van privé – eigendom berustend op eigen arbeid 3. de kapitalistische privaateigendom van de productiemiddelen 4. de toekomstvisie : gemeenschappelijk bezit van productiemiddelen - Teleologisch: einddoel = quasi – hemelse situatie van gemeenschappelijk bezit Geschiedenis als permanent proces van vooruitgang Geschiedenis o o = permanent proces van vooruitgang waarbij de mens evolueert naar een beter bestaan of een ideaal eindpunt Rationalisten XVIII - Kant - Lessing - Voltaire Idealisten - Georg W.G. Hegel Geschiedenis = proces waarin de rede de mensheid naar een toestand van steeds meer bewust beleefde vrijheid brengt o Marx Positivisten Auguste Compte grenzeloos vertrouwen in de wetenschap Laatste fase = triomf van de eigen ideologie Bv. de Condorcet Hegel mens bereikt in 10 stappen de fase van de rede mens evolueert van kindsheid via jeugd en mannenjaren naar rijpheid 2 Kritieken op de rechte – lijn – theorieën - Verworpen door cultuurpessimist Jean - Jacques Rousseau - Verworpen door cyclushistorici Spengler en Toynbee 1.2. De nationale geschiedschrijving: verwetenschappelijkt geloof in de rechte lijn? Van de natiestaat naar de ‘lieux de mémoire’ Inleiding - Hoogtepunt nationale geschiedschrijving: XIX – XX - Eeuwenlang samenleven in een natie of cultuur gaat lijken op soortgenoten en verschilt (of stelt zich dit voor) van niet – volksgenoten - Gelijkschakeling op alle vlakken Europa – centrisme o - Overtuiging dat grootste en enige homogeniteit van feiten te vinden was binnen de kaders van de eigen, goed gekende beschaving - Kolonisatie: had superioriteit van het blanke ras ‘bewezen’ - Eigen natie kreeg hogere zending mee: de haar onderworpen volkeren civiliseren (= christianiseren!) De Nederlanden Hollando – centrische geschiedenissen - Reden ontstaan = scheiding van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden in de XVI aparte uitbouw van de geschiedenis - Emanuel van Meteren – “Historie der Nederlandscher ende haerder naburen oorlogen” (1599) - P.C.Hooft – “Nederlandsche Historiën” (1642-54) - Hugo de Groot – “Annales et historiae rerum Belgicis” (1657 – postuum) Pieter Geyl - Gaf kritiek op de Hollando – centrische geschiedschrijving - “Geschiedenis van de Nederlands stam” (1930 – 52, 4 delen) - Groot – Nederlandse optiek: taal als natiemakende factor 3 Nationalisme o Nationalisme in de XIX en XX In de hand gewerkt door: - Nationale revoltes - Ontstaan van onafhankelijke naties (België, Polen, Griekenland) - Politieke hervormingen: monarchie republiek (Frankrijk) GEVOLG: geschiedschrijving waarin de nationale gemeenschap en zijn helden worden opgehemelde Jules Michelet – “Histoire de France” - Wilde ‘totaalgeschiedenis’ schrijven - Nationale staat = volk (sziel) - Anti – klerikaal en liberaal - Heel romantisch werk Henri Pirenne - "Histoire de Belgique” - Belgische eenmaking start met het eenmakingsproces van de Bourgondische vorsten - Veel wetenschappelijker Braudel - “Identité de France” - Nuchtere analyse van de demografische, sociale en institutionele componenten die Frankrijk specifiek maken Nora - “ Les lieux de mémoire” - Inventaris van plaatsen, symbolen en teksten die cruciaal zijn voor de identiteit van Frankrijk - Drie delen: ‘ republiek, natie, de Frankrijken’ - Postmoderne kijk op de geschiedenis ‘De grootste… ‘ - Duitser Adenauer : bouwde de Duitse staat weer op op de resten van het nazi – regime (‘Wirtschaftswunder’) - Brit Churchill: WO II : herinnering aan Engeland in volle glorie (cf. kolonies) - Fransman De Gaulle: personifieerde de ‘grand état’ 4 o - Nederlander - Belg Pim Fortuyn: bood uitweg uit de verdraagzame houding maatschappij tegenover migranten Pater Damiaan Nationalisme als constructie Eric Hobsbawm (“The invention of tradition” – 1983) Benedict Anderson (“Imagined Communities. Reflections on the origin and spread of nationalism” – 1983) toonden aan dat nationale gevoelens een historische constructie is en onderhevig is aan postmoderne twijfel o Reactie tegen nationalisme Vico - “Scienza nuova” (1725) - Mensheid vormt eenheid omdat fundamentele begrippen en denkbeelden op identieke wijze door alle volkeren worden ervaren - Werkelijkheid waarin we leven = mensenwerk Voltaire & Montesquieu - Voltaire: “Essai sur les moeurs et l’esprit des nations” (1756) - Montequieu : “L’esprit des lois” (1748) - Verlaten radicaal het eurocentrisme - Aanloop voor de universele geschiedenissen 1.3. Lineair denken en indelingen van de geschiedenis: de evidentie van de historische periode Klassieke indeling - Oudheid - Middeleeuwen - Nieuwe Tijden - Nieuwste Tijden 5 These van de complementariteit Stelt dat vooruitgang essentieel ontstaat door het aan elkaar schakelen van twee componenten in een gezamenlijke activiteit die ze afzonderlijk niet zouden kunnen vervullen. Bv. blok hout + paardenhaar = borstel Dichotomiethese (variant van de these van de complementariteit) Telkens twee modellen worden tegenover elkaar geplaatst bij wijze van contrastwerking, waarbij de ene component primitiever is dan de andere. o Moderniseringsthesen - Europa als model voor de ontwikkelingslanden (westers superioriteitsgevoel ! ) - Deuken in het superioriteitsgevoel van Europa: 1. dekolonisatiegolf van de jaren 1950 - 60 2. religieus moslimfundamentalisme in de jaren ‘70 o Benjamin R. Barber - “Jihad vs McWorld. How globalism and tribalism are reshaping the world” (1995) - Toekomst heeft 2 scenario’s: * economische commerciële globalisering * verkrampt religieuze reactie o o Bedreigend voor democratie en verlichtingsdenken Samuel Huntington - “Clash of Civilisations” (1996) - Werd gelezen (samen met boek van Barber) als voorspelling van 11 / 09 Manuel Castells - “The information age” (1996 – 1998) - Al dan niet toegang hebben moderne communicatiemiddelen en informatienetwerken veroorzaakt een totaal nieuwe beleving van tijd en ruimte (space of flows) - Wie grote toegang heeft tot info heeft indruk in een tijdloos heden te leven (timeless time) - Wie deze toegang ontbeert heeft de ervaring constant in het verleden te leven - Drie soorten identiteit 6 1. legitimizing identity = legitimeit ontleend aan een staat / natie in de 19de eeuwse traditie 2. resistance identity = identiteit geboren uit doorgaans religieus gefundeerde weerstand 3. project identity = identiteit geboren uit idealistisch gefundeerd projecten: vrouwenbeweging, groene beweging… o Casus: State of the Union 2002 Gesprek tussen 2 intellectuele islamitische vrouwen: stellen vast dat de realiteit verengd wordt tot een aantal sleutelbegrippen taal als wapen: “language is being hijacked” 1.4. Cyclus – theorieën Cyclus – theorieën impliceren dat essentiële processen zich, al dan niet met regelmaat, herhalen en dat in de evolutie een zekere wetmatigheid heerst, dat ze dus nomothetisch is. Polybius Politieke regimes: schema van een zich steeds herhalend cyclus: - Jeugd - Rijpheid - Decadentie Ibn Chaldoen Vervalscenario wordt niet enkel door politiek, maar ook door klimaat en geografie beïnvloedt Oswald Spengler - Na ineenstorting Duitse rijk: verwachtte dat geheel Europa onderworpen zou zijn aan de fatale curve van aftakeling en dood, vergelijkbaar met een menselijk organisme - Visie = gekleurd door nihilisme en racisme 7 - Cultuurpessimisme > Huizinga – “In de schaduwen van morgen” waarschuwde voor alarmerend verlies aan ethische, esthetische en intellectuele normen Arnold Toynbee - “A Study of History” - Meende dat er vele parallelle beschavingen bestonden - Evolutie van een beschaving kent vier stadia: 1. natuurlijke omgeving als uitdaging (challenge) waarop al dan niet gereageerd wordt (response) uitdaging lukt, dan wordt primitieve groep een beschaving (civilization) 2. groei: actie verplaatst zich van het stoffelijke naar het geestelijke 3. ineenstorting (breakdown) door tekort aan creatief vermogen 4. ontbinding - soms vervangen door een verstening waarbij een beschaving zich voortsleept zonder helemaal te verdwijnen positief: ziet beschavingen niet als levende organen die moeten verdwijnen J.B. Vico - Optimistische visie - Elk volk doorloopt 3 fasen: 1. goden 2. helden 3. mensen wijsheid van de rede is voor iedereen weggelegd Andere cyclus – theorieën - Steunen op factoren buiten de mens - Sociaal – economische fenomenen (bv. revoltes) zouden gedetermineerd zijn door natuurverschijnselen - Fasen in dit soort onderzoek: 1. speuren naar regelmatige fluctuaties in de biologische en klimatologische sector (zonnevlekken, dendrochronologie) 2. voorbarige relaties leggen met sociologische verschijnselen - bepaalde verbanden kunnen kloppen, maar dan vooral in de agrarische maatschappij van voor 1800 - Le Roy Ladurie: stelde verband vast tussen de curve van de plukdata van de druiven en die van de graanprijzen: late pluk = koude zomer koude groeitijd voor graan hoge graanprijzen 8 1.5. ‘L’histoire immobile’: geschiedenis zonder verandering Noties van ‘l’histoire immobile’ 1. menselijk gedrag bezit stereotiepe elementen die altijd terugkeren, waardoor het individu gedetermineerd is en zijn handelingen min of meer voorspelbaar worden 2. een dusdanig trage ontwikkeling dat ze in het dagelijkse leven en zelfs binnen de termijn van één generatie niet opmerkbaar is Voorbeelden: - doorleven van middeleeuwse driestandentheorie, ook wanneer ze sociaal – economische al geheel uitgehold is - schijnbare immobiliteit in ruraal Frankrijk tussen 1300 en 1730 resulteerde uit het elkaar in evenwicht houden van tegenstrijdige factoren (bv. mortaliteit en nataliteit) (lijkt van op grote afstand immobiel, maar is op korte termijn en beperkte geografische samenhang het resultaat van stormachtige ontwikkelingen) Nathan Wachtel - “La vision des vaincus. Les indiéns du Pérou devant la conquête Espagnol“ - Voor de inca’s : breuk met hun histoire immédiate - Confrontatie met nieuwe cultuur leidde tot overnemen (acculturatie) maar ook weerstand géén eenrichtingsverkeer: inca’s namen westerse cultuur niet slaafs over, maar speelden vaak komedie en namen het slechts oppervlakkig over DUS: 2 soorten histoire immédiate: * 1 die verdween met de acculturatie * 1 die bleef over de breuk van de kolonisatie heen Immobiliteit - helpt historici oog te hebben voor het reactionaire in de samenleving - weerstanden: * schrik voor de gevolgen van ideologische verandering of technologische vernieuwing * conservatisme 9 2. OORZAKELIJKHEID 2.1. De ondraaglijke onzekerheid van de ongrijpbare oorzaak Vage definities door opdeling van het begrip o oorzaak = gebeurtenis F waardoor de loop van de gebeurtenissen die of feit F volgen, er belangrijk anders gaat uitzien dan zonder F o opsporen van de oorzaken van een complex gebeuren speuren in de antecedenten naar die feiten die meespeelden op het gebeuren te realiseren o extreem: oorzaak van een historische gebeurtenis ligt in alle gebeurtenissen die voorafgaan probleem = cruciale en bijkomstige gebeurtenissen uit elkaar halen Moeilijkheid met het begrip ‘oorzaak’ Een bepaald motief determineert niet noodzakelijk tot één, en slechts één soort, daad motief is een oorzaak waaruit geen noodzakelijk gevolg komt Casus: de machtsovername van Hitler o Context filmfragment Speech 30 januari 1933 (eerste regering waar de NSDAP mee regeert) in het sportpaleis van Berlijn o o Film van Joachim Fest - Retorische truukjes naar einde toe: parodie op gebed om in te spelen om rechts – katholieken - Speech komt spontaan over, maar is in feite tot in de puntje voorbereid (geschreven door Goebbels) Spreekt verschillende groepen aan zware economische crisis jaren ’30 (cf. beurscrash) zijn anti – marxistisch en geven joden de schuld - Middenstanders - Industriëlen internationale economie: nazi’s heropleving van de economie door grote openbare werken en oorslogseconomie = goed voor de (staal) economie ! - Monarchisten heimwee naar keizerlijke kringen : Hitler, de Führer als alternatief voor keizer 10 frustratie over WO I Hitlers stoere taal over Lebensraum zorgt voor aanhang - Militairen - Nationalisten - Kerkelijke kringen Hitler en zijn nazi’s zijn een mindere kwaal dan het communisme - Arbeiders (NSDAP) Hitlers partij als arbeiderspartij: werkloosheid aanpakken dmv grote openbare werken misnoegd over Versailles Hitler wil 1 politieke eenheid creëren voor alle Duitstaligen in Europa (=pangermanisme) Diverse wegen o Eerste weg = op zoek gaan naar daden waarin duidelijk de rol van een bewust en verantwoordelijk handelende persoon optreedt o Tweede weg = oorzaak beschouwen als de som van alle factoren die in relatie staan tot het feit waarvan men de oorzaken wil kennen o - Factoren moeten afgewogen worden om hun relatief aandeel te bepalen - Diepere tendensen beïnvloeden de sociale evolutie grondiger dan accidentele gebeurtenissen Derde weg = analytische wijsbegeerte Leo Apostel: - Specificeren van de aard van de oorzaak door het onderscheiden van begrippen zoals aanleiding, motief, middel, oorzaak, voorwaarde, invloed is zinloos - Vertrekken van historische case – studies en daarin criteria opsporen die historici gebruiken om oorzakelijkheidsverband te affirmeren of ontkennen - Einddoel = formules: “in de historische context C wordt een oorzakelijheidsrelatie aanvaard tussen feiten F1 en F2 indien de voorwaarden X en Y aanwezig zijn - Inductie is noodzakelijk = algemene uitspraken op basis van een zo groot mogelijk aantal individuele gevallen of waarnemingen van historische feiten 11 2.2. De zoektocht naar oorzaken van verandering 2.2.1. De oorzaak van de interne dynamiek, het individueel gedrag en publiek optreden Robert A. Nisbet - “The Social Bond. An introduction to the study of society” - Relatie tussen interne en externe factoren bij het ontstaan van een crisis (bv. overheid of machtsgroep die controle over de massa verliest) - Historische situaties zijn schoksgewijs en onvoorspelbaar - Voorbeeld: val van de USSR Interne factoren * voedselproblematiek spanningen * nationalistische sentimenten en frustraties Externe factoren * mislukte Afghanistan - oorlog * ontwapeningsgesprekken met VS * voorafgaande instorting van Oostbloklanden Pierre Bourdieu - Studie van de rol van het onderwijssysteem in het consolideren en reproduceren van sociale verhoudingen - Soorten kapitaal: 1. economisch kapitaal = eigendomsverhoudingen 2. sociale kapitaal = sociale netwerken 3. cultureel kapitaal = status 4. symbolisch kapitaal individuen aan de start van een ongelijk parcours dat de bestaande ongelijkheden aandikt en versterkt - ‘habitus’ = door hun opvoeding doen mensen schema’s op, ingesteldheden die hen toelaten op verschillende situaties te reageren en dit te doen binnen maatschappelijk aanvaarde gedragspatronen - Structures structurantes = sociale wereld is gekenmerkt door structuren die na verloop van tijd zelf structurerend gaan werken 12 Erving Goffman - “The presentation of self in everyday life” (1959) - “Relations in public” (1971) - Wees op het belang van hoe een individu zich in de samenleving vertoont en van het beheersen van de indruk die men wenst na te laten - Rollenspel: onderscheid tussen performance (=het spelen van een rol) en competence (=het hebben van een rol) Anthony Giddens - Ontwerpen van de ‘third way’ = weg tussen het Thatcheriaans neoliberalisme en het socialisme van de traditionele Labour - Structuratietheorie * structuren zijn zowel oorzaak als gevolg van acties * handelingen en structuren staan in een dialectische relatie * mens behoudt relatieve vrijheid van handelen, getemperd door het sociaal veld * gedrag = gevolg van praktisch bewustzijn groeit uit tot knowhow Jürgen Habermas - Beïnvloed door het marxisme - Vertegenwoordiger van de eerste Frankfurter Schule - Synthese van de opvattingen van Marx en Weber - Poging om zin te geven aan het proces van reconstructie van een samenleving in het West – Duitsland van na WO II - Publieke ruimte = plaats waar burgers op basis van collectieve en rationele keuzes gestalte kunnen geven aan de samenleving - “Strukturwandel der Öffentlichkeit: Untersuchungen zu einer Kategorie der bürgerlichen Gesellschaft” (1962) 2.2.2. De uitleg van het conflictmodel Karl Marx - Conflictmodel gebaseerd op klassenstrijd - Spanningen binnen het sociaal systeem als motor en oorzaak van verandering - Geloof dat geschiedenis wetmatig naar een superieure, communistische, klassenloze maatschappij evolueert 13 Ralf Dahrendorf - “Class and class conflict in industrial society” (1959) - Botsende groepen hebben niet enkel economische maar ook psychologisch tegengestelde belangen - Groepen onderscheiden zich door het feit dat ze al dan niet over autoriteit beschikken groei van belangengroepen - Groep aan de macht streeft naar status – quo - Overheerste groep streeft naar veranderingen door machtsmiddelen te veroveren en bestaande heerschappijsysteem te wijzigen David Nirenberg - Praktische toepassing van theorieën van Marx en Dahrendorf op concrete historische vraagstukken - Onderzoek uit 1996 naar het vervolgen van joodse en islamitische minderheden in het laatmiddeleeuwse Catalonië Conclusie: periodes van gewelduitbarstingen en vreedzaam samenleven volgen elkaar op 2.2.3. Evolutie of revolutie, het volk of de elite Revolutie o Theda Skocpol Revoluties = geheel van sociale processen waarbij het gaat om én politieke conflicten én veranderingen in de verhoudingen tussen sociale klassen o o Crane Brinton - “The Anatomy of Revolution” (1938) - revolutie als lang ziekteproces (cyclus met voortekens van verstoring, ziekteverschijnselen, revolutiekoorts, terreur en genezing) Gaetano Mosca & Vilfredo Pareto ‘elitetheorieën’ drijvende kracht achter geschiedenis = vervangen van elites en het rekruteren van nieuwe leden voor deze elites (geformuleerd in context van intellectuele ontreddering na WO II ) 14 o Charles Wright Mills - “The power elite” (1956) - Paste elitetheorie toe op de situatie in de VS - Beschrijft vervlechting van economische, politieke en militaire elites die zich aan het normale democratische spel van controle onttrokken = ‘industrieel – militaire complex’ Evolutie o o o Charles Darwin - “On the Origin of Species by Means of natural Selection” (1859) - Alle planten en dieren komen uit voorgaande vormen voort - Motor achter de evolutie is het proces van natuurlijke selectie, die zich uit in een struggle for life Herbert Spencer - Werkte het sociale evolutieschema uit van eenvoudige naar complexe samenlevingen - Deze evolutie is proces waarin niet moet worden ingegrepen: natuur zorgt voor selectie van de ‘fit’ en elimineren van de ‘unfit’ William Graham Sumner Omgekeerde klassenstrijdtheorie: privileges van de hogere sociale klassen worden perfect gelegitimeerd op basis van hun succes in de selectiestrijd 2.2.4. Generatie als uitleg Soorten generatietheorieën o o Zonder globalisatie per eeuw - Scheidingspunten = sociale generaties - Sociale generaties = groepen van mensen die omstreeks dezelfde tijd zijn geboren en dus, in theorie, door dezelfde omstandigheden zijn beïnvloed en ‘analoog’ zouden reageren Globalisatie per eeuw - Per generatie: 33,3 jaar - Per eeuw: 3 generaties organische samenhang van telkens 3 generaties (grootouders, ouders en kinderen) 15 Kritieken - Afbakeningen zijn apriorismen - Inhouden van de fasen is niet gedefinieerd - Biologische periodes zijn niet gelijklopend in tijd (verlenging / verkorting van levensverwachting) noch in ruimte (lagere levensverwachting in het Zuiden) - Beginpunt van ‘generaties’ is meestal willekeurig of in functie van een grote gebeurtenis gekozen - Begrip kan anachronistisch gebruikt worden om een bepaalde overtuiging achteraf te rechtvaardigen Karel van Isacker - “Mijn land in de kering” (1983) - Hanteert generatiebegrip om Vlaamse idealisten te karakteriseren als ‘wellicht de schoonste generatie uit de geschiedenis’ José Ortega y Gasset - Notie generatie koppelen aan die van conflict en elite - In een samenleving zijn steeds 2 generaties echt actief: zij die de macht hebben (45 – 60 jarigen) en zij die de macht ambiëren (30 – 45 jarigen) - Uit hun onderlinge confrontatie komt maatschappelijke dynamiek voort 2.2.5. Individu en de anonieme massa als verklaring: de massa of de ‘sterke man’? Vragen Maakt het individu de geschiedenis of omgekeerd? Zijn ontwikkelingen een zaak van de massa of van het individu? Is de massa een gedetermineerde entiteit? Neemt het individu zijn eigen lot en dat van anderen in handen? Personalistische en voluntaristische interpretatie nadruk op de psychologie van de historische personages o Thucydides “De mens is de maatstaf voor alle dingen” verklaarde het fenomeen oorlog vanuit de rol van de dominante persoonlijkheden 16 o Johan Huizinga Zocht verklaring voor de evolutie in het kleurrijke schouwspel van vorsten en hovelingen o Thomas Carlyle schijnwerpers richten op sterke persoonlijkheden leidde fataal tot mythevorming rond ‘helden’ en tot overschatting van hun invloed - “On Heroes, hero worshipping and the heroic in history” (1841) - Ging het verst in de helden – opvatting en het misprijzen van de rol van de anonieme mensen - Was ervan overtuigd dat de held het volk maakt en niet het volk de held - Was exponent van het romantisch individualisme: het is ondenkbaar dat de mens gedetermineerd is Vooropstellen van collectieve anonieme krachten o o Edward Gibbon - “The decline and fall of the Roman empire” (1776-1788) - Val van Rome verklaren als en kortsluiting tussen beschavingen en groepen dan als een bewust door politici geschreven scenario Romantiek ‘Volksgeist’ = soort collectief geheugen dat elk volk als geheel in zich heeft en dat tot handelen drijft, en waarin de idee van de nationale zelfstandigheid centraal staat invalshoek van de kortsluiting tussen beschavingen en groepen uitwerken met dit idee Methodologisch probleem = afwegen van de impact van beide factoren (individu en massa) hoe komt het dat bepaalde ideeën schijnbaar moeiteloos de massa overtuigen, terwijl andere de grootste last hebben om deze massa in hun ban te krijgen? Factoren die een rol spelen: - Demagogische kwaliteiten van de auteur - Technische en materiële omstandigheden - Geschiktheid van de voedingsbodem - Bereidheid tot receptie 17 Casus: Masturbatie o Context Masturbatie werd vroeger gezien als bron van alle kwaad en als oorzaak van vele ziekten. Men dacht oorspronkelijk dat de oorsprong van het toeschrijven van deze kwalen aan masturbatie gezocht moest worden in schuldgevoelens die ontstonden door: 1. het taboe rond seksualiteit MAAR: dan zou de angst voor ziekten ivm masturbatie ook in andere, niet – westerse samenlevingen moeten plaatsvinden (wat niet het geval was) 2. de Kerk had greep op emoties van de emoties van de kerkgangers (opmerking: morele traktaten uit de 15de en 16de eeuw beschouwden dit slechts als een kleine zonde) o Waarom beschouwd als bron van zoveel kwaad? 1760: Samuel Tissot: neemt opvattingen over van een obscuur boekje over onanisme (=masturbatie) waarin stond dat het ziekten veroorzaakte fabriceert quasi – wetenschappelijke uitleg rond het onderwerp en stak zijn werk vol met citaten die het geheel een zekere geloofwaardigheid moesten meegeven Overname: opvattingen van Tissot werden overgenomen in wetenschappelijke handboeken en lag zo aan de basis van veel psychisch leed en trauma’s o Gevolgen - Creëren van een angstklimaat - Masturbatie werd een hoofdzonde voor de Kerk - Selffulfilling prophecy: veel artsen kregen patiënten die de typische ziektebeelden hadden ten gevolge van masturbatie ! - Opvattingen van Tissot worden geïnterioriseerd door het publiek - Opvattingen van 1 persoon beïnvloeden ganse maatschappij ! Bv: op school: * vastbinden van handen boven het de lakens * speciale banken zodat er niets kon gebeuren in de klas 18 o Onderzoek door J. Stengers “Histoire d’une grand peur: la masturbation” (1984) Toonde aan dat de citaten die Tissot gebruikte om zijn werk geloofwaardigheid te geven ofwel niet bestonden, ofwel volledig uit de context gerukt waren Toonde aan dat het werk van Tissot slechts op 1 casus sloeg o Verdwijnen van de culpabilisatie De Amerikaanse seksuoloog Kinsey bewees statistisch met een grootschalig onderzoek dat masturbatie onschadelijk was en dat door masturbatie geen ziektebeelden ontstonden. o Conclusie - Mooi voorbeeld van hoe 1 persoon generaties lang invloed kan uitoefenen op mensen bij hun intieme gedragingen. - Tissot speelde in op de angstgevoelens in zijn tijd (link met fobie voor homoseksualiteit). - Tissot was beïnvloed door een leer die zegt dat lichaamsvloeistoffen heel kostbaar zijn en verspilling vermeden moet worden. Nieuwe revolutionaire ideeën Doordringen van nieuwe ideeën verloopt veel sneller in de grote stedelijke centra binnen gewesten die in het algemeen al aan de spits staan van vernieuwing Bv: o o - Wenen ca. 1900 (Freud, Klimt, Schiele) - Parijs, voor en na WO I (Picasso, Appolonaire) - Amsterdam, Brussel en Kopenhagen, jaren ’50 (COBRA – groep) Jan Romein - “Op het breukvlak van twee eeuwen” (1967) - Geprivilegieerde momenten zijn nodig voor versnellingsprocessen (naast toonaangevende locaties) - Rond 1900: typisch moment van omslag inzoom op dergelijke fase = ‘integrale geschiedenis’ Herbert A. Simon - Behaviourischtische aanpak - Kwantitatieve formule: macht van een personaliteit wordt gemeten aan het aantal personen dat gebonden is of zich materieel of moreel gebonden acht door een beslissing van die personaliteit 19 - Probleem: bronnen zijn vaak niet op naam van de echte auteur, maar slecht die van een fictieve Individu: gedetermineerd of niet?? o Carlyle (Romantiek) nadruk op het impulsief handelend individu o Positivisten Individueel menselijk gedrag is analyseerbaar en voorspelbaar o Marx Wetmatig determinisme van de mens door de economische context o Pirenne Wees op de afwisseling in de economische geschiedenis tussen periodes van vrijheid en tijden van strenge regelementering o Erfgenamen van het 19de eeuwse historisme Geschiedenis is een eenmalig proces, continue en irreversibel - ideologisch - gericht op het bijzondere - individualiserend - notie toeval o Erfgenamen van het marxisme en de structuralisten Mens is gedetermineerd en zijn handelen is dus in zekere mate wetmatig of voorspelbaar - toeval als iets subjectiefs en relatiefs - nomothetisch - generaliserend 20 Casus oorzakelijkheid: 11 september 2001 en de creatie van het vijandsbeeld o Vooraf “Breaking News” : CNN die de link legt met het Taliban – regime, zonder daar duidelijke aanwijzing voor te hebben vorm van het opdringen van een bepaald beeld en het in toom houden van kritiek (cf. vroegere casus) o Terrorisme - Bestudeerbaar? - Definitie? Hanteren van geweld door georganiseerde groepen met als doel én verantwoording het verwerven van rechten die tot dan toe door de overheidsinstanties geweigerd werden - Conclusie: Niet zozeer bedoeld om macht te verwerven, maar het destabiliseren van de maatschappij zdd de rechtsstaat zich moet aanpassen (om zo wss de eisen van de terroristen te bekomen) - Nieuwe variant van oorlogvoering van een kleine groep tegen een wereldmacht - Voor Amerika: 11/09: eerste keer dat ze geraakt werden door een aanslag (en dan nog zo een omvangrijke) - Europa: veel meer ervaring met terrorisme (cf. ETA, PLO, Rote Armee Fraktion, ex – IRA, CCC) - Typisch voor terrorisme = gebruik van geweld (niet noodzakelijk tegen degene die ze bestrijden: ipv geweld te gebruiken tegen de overheid, gebruiken ze het tegen burgers, gebouwen of symbolen) - Profiteren van verrassingselement (te weinig tijd voor afweer) probleem: ze zijn verborgen, dus kunnen ze niet benaderd worden en uiterst moeilijk bestreden worden (cf. opdelen in onafhankelijke cellen) 21 o Na 11 / 09 11 / 09 Media deelt mee dat er geen aanwijzing is wie er achter de aanslagen zat. Later zal blijken dat men wel degelijk vermoedde wie ervoor verantwoordelijk was, nl. Bin Laden WANT: Feb. ’98: Bin Laden en Al Zawahri kondigen in een persconferentie aan dat er acties tegen Amerika zullen komen Mei ’98: zeggen dat alle Amerikanen potentiële doelwitten zijn enige tijd later: aanslagen op Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania Hierna: vergeldingsacties van de VS: aanvallen op Soedan en Afghanistan Resultaat: groeiend conflict tussen het Midden Oosten en de Westerse Wereld + Intern conflict in de VS en VK: beperking van burgerrechten moeilijk om een multiculturele maatschappij te organiseren ! Achtergrond van Bin Laden - Zoon van een succesvol ondernemer - Jaren’70: neemt actief deel aan de jihad tegen de USSR in Afghanistan Bin Laden is objectieve bondgenoot van de VS Twee visies: * CIA: minimaliseert zijn betrokkenheid (had vooral financiële functie) * islamitische beweging ziet Bin Laden als groot charismatisch leider - Na oorlog in Afghanistan: VS laten machtsvacuüm achter Bin Laden en Taliban nemen deze in Geografisch strategische winst voor de VS: nl. sterktepunten tegen Rusland en China Economische winst: oliebronnen - Amerika verklaart Taliban en Bin Laden tot vijand (cf. Saddam, eerste en tweede golfoorlog: zelfde principe ! ) 22 Brisard Voert onderzoek uit in opdracht van de Franse Regering: onderhandelingen tussen de Taliban en de familie Bush (= repu blikeinse partij: politici, leger, agencies) in maanden voorafgaand aan 11 / 09: * Bin Laden uitleveren omdat hij gezocht werd voor aanslagen tegen Amerikaanse ambassade in ‘98 OF * Militaire acties: blokkeren van oliepijpleidingen Opmerkingen - Onderhandelingsdelegatie van Bush in Berlijn: bevat enkele belangrijke personen uit het huidige Bush – regime die ook al ervaring hadden met de strijd in Afghanistan zoveel jaren eerder met de Moedjaheddin - Mensen van het Bush – regime brachten eerder het Tonkin – incident voort (= uitlokken van de Vietnamcrisis) en brachten in Chili Pinochet aan de macht Conclusie: Bin Laden manipuleert het Westen of omgekeerd? Organisatie rond Bin Laden: beseft dat er een grote militaire actie op touw staat slapend netwerk rond Bin Laden begint voorbereiding voor aanslagen rond 11 / 09 Na 11 / 09 Oprichting van het ‘Office of Strategic Influence’ = groep die de informatie moet manipuleren Power Elite Belangenvermenging van de VS en oliemaatschappijen (Bush familie, Cheney, Carlyle – group) Belangenoorlog Conflict herleiden tot intern conflict van families Bush en Bin Laden 11 / 09 = ideale gelegenheid om de Bin Laden familie militair aan te pakken 23 3. DE GESCHIEDENIS: NUTTIG EN NODIG? 3.1. Manipulatie van het verleden 3.1.1. De geschiedenis gemanipuleerd: Clio als hoer Casus: protestbrief van historici in “Libération” o Reden protestbrief Op 23 februari 2005 werd een wet aangenomen waarin stond dat de positieve rol van Frankrijk in hun kolonisatiegeschiedenis verplicht benadrukt moest worden Debat: geschiedenis interpretaties mogen niet opgelegd worden door de wet! Probleem: wat dan met het verbieden van negationisme? o Analoog: Napoleon – herdenking op 2 december Vraag: herdenken of niet? wel: 200 jaar na overwinning in slag bij Austerlitz niet: 200 jaar na invoering van slavernij Specifieke individuen belast met het verleden GEVAAR: o o Alle historici van elke generatie weerspiegelen in hun beeldvorming van het ene, zelfde verleden de karakteristieke interesse van hun eigen tijd en groep Moderne westerse samenleving - Geschiedenis als zaak van professioneel gevormde historici - Toegang tot het verleden en de meeste bronnen = vrij ook amateur – historici en – archeologen kunnen ermee werken - Discussie over het verleden in leven houden: geschiedenis is gedeeld patrimonium van de mensheid Oudheid en Vroege ME - Adel en clerus geven toon aan - Werken beklemtonen: * militaire en genealogische feiten * kerk- en godsdienstgeschiedenis 24 o Late ME en XIX - Burgerij aan de macht burgerlijke geschiedschrijving - Nationaal politieke en parlementaire geschiedenissen - Rol van de grote politieke leiders wordt dik in de verf gezet - Opkomend arbeidersproletariaat ( burgerij) - Grote belangstelling voor sociale en economische verschijnselen Opmerking: Elke eeuw kiest andere sectoren en in elke sector wordt een nieuw beeld gecreëerd door: - nieuwe bronnen - dezelfde bronnen met nieuwe ogen bestuderen door wisselende keuzes verschuiven de criteria voor het bewaren van bronnen permanent ! Gebruik en misbruik van het verleden: kritieken o Paul Valéry - “Regards sur le monde actuel” (1931) - Geschiedenis rechtvaardigt wat het ook maar wil - Tweede dimensie: ontgoochelde intellectueel over de geringe bruikbaarheid van de geschiedeniswetenschap - Context: waanzin waarin WO I de westerse beschaving leek gestort te hebben - Oorzaken van kritiek: * falen van het positivisme * falen van het historisme en histoire événementielle o Johan Huizinga Analoge klacht: “Schaduwen van morgen” waarschuwing voor het brutale misbruik dat van de pseudo – argumentatie zal worden gemaakt in Nazi – Duitsland, in Stalins SU en later bij de pseudo – historici (negationisten die geschiedenis gebruiken om nazistisch verleden te verdedigen) o Gérard Noiriel - Studie over de ‘crisis’ waarin de geschiedenis zich zou bevinden - Waarom ‘crisis’? beoefenaars bestempelen zichzelf met enige regelmaat als verkerend in crisis MAAR: maatschappelijk aanzien van het vak blijft even groot ! 25 o Voorbeeldsfunctie Historici lieten zich verleiden om morele lessen te trekken uit het verleden en om hun tijdgenoten voorbeelden of voorbeeldige figuren uit het eigen verleden als na te volgen exempla voor te houden. o Lorenzo Valla - Geschiedenis: ingeschakeld om godsdiensten en ideologieën te becommentariëren en goed te praten - ‘donatio Constantini’ = ontmaskerd als falsum decisieve stap in de ontwikkeling van een kritische geschiedswetenschap Christelijk heilsgeschiedenis o Augustinus Historie als onderbouw in de 16de eeuwse polemiek tussen katholieken en protestanten o Toynbee Heil voor West Europa en overleven van westerse beschaving = afhankelijk van de trouw van Europa aan de christelijke godsdienst vooruitgangsidee werd geseculariseerd en overgenomen door Renaissance en Verlichting, en via Hegel doorgegeven aan het marxisme Geschiedenis om rationalistische maatschappijvisie te stutten o Niccolo Machiavelli ‘Il Principe’: zwaartepunt voor het handelen verschuift van God naar de renaissancistische cynische politicus o Giambattista Vico Formuleerde meest coherente geseculariseerde vooruitgansvisie Impact van politiek elites en ridderidealen o Geoffroi de Villehardouin en Jean de Joinville Staken hart onder de riem van de edelen die in de kruistochten hun ideaal waar maakten o Jean Froissard en hofgeschiedschrijvers 26 Creëerden voor de vorstenhuizen en de edele families een verleden dat hun prominente rol in de samenleving als prinsen, diplomaten en raadsheren legitimeerde. Verheerlijking van de nationale these o Romeinen Caesar en Livius verhieven hun vak tot les in patriottisme o Machiavelli Volgde voorbeeld door het ophemelen van de Italiaanse, in zijn geval Florentijnse stadstaat o Romantici Jules Michelet en B. Macaulay ophemelen van het 19de eeuwse Frankrijk en Engeland o Henri Pirenne - “Histoire de Belgique” - these dat binnen het gebied waar in 1830 de staat België gecreëerd werd, voordien entiteiten hebben bestaan die daar directe antecedenten voor vormden - teleologische visie: ziet het jaar 1830 als politiek eindpunt van een reeks ingewikkelde feiten 3.1.2. Geschiedenis en engagement: Clio als bevrijdster Mens stelt zich vragen over zijn herkomst, zijn identiteit in het heden en zijn toekomst. De vele, wisselende antwoorden in deze zoektocht naar essentiële drijfveren en verklaringen zijn afhankelijk van: - wisselende impact van godsdiensten en ideologieën - kritische behoefte aan kennis van de werkelijkheid West – Europese geschiedschrijving o Fundamentele bronnen - Grieks – Romeinse beschaving - Joodse en christelijke tradities 27 - Islamitische beschaving droegen bij tot: * de ontwikkeling van een gesystematiseerde wetenschappelijke analyse van fenomenen in de natuur en in de mens * formuleren van vaktaal * opbouwen van denkwijzen en methodes Schaduwzijden * negeren van rationele evidentie * slaafs onderschikken van kennis aan ideologie en dogma * vervolgen van ideologische tegenstrevers met ‘heilige oorlogen’ o o Renaissance: de humanistische mens - Superieur gevoel door hun wetenschappelijk denken en economisch handelen - Superioriteit uitdrukken in wetenschappelijk model van de universiteit als unieke plaats voor het doorgeven van kennis - Putten selectief uit de traditie van de antieken en de drie monotheïstische godsdiensten - Mens analyseren vanuit eigen logica - Hoogtepunt van dit rationele denken: 18de eeuwse Verlichting XIX Variaties op het thema van het Europees humanisme: o - Romantiek - Positivisme - Marxisme - Historisme - Relativisme - ‘nouvelles histoires’ - Dienstbaarheid van de geschiedenis aan politieke constructies en belangengroepen - Historisch inzicht als ankerpunt in verzet tegen totalitaire regimes - Eeuw van de systematische ontkenning van de elementaire rechten en waarden van de menselijke persoon - Eeuw van de eerste supranationale organisaties - Ontstaan van burgerbewegingen en KMO’s XX 28 Antoon de Baets - ‘network of concerned historians’ = soort Amnesty International voor historici - Pleidooi voor het aanleggen van een databank over het vervolgen van historici en hun optreden tegen totalitarisme - Pleidooi voor ethisch bewustzijn voor historici: “Declaration of the responsibilities of present generations towards past generations” - Dode personen hebben recht op respect inzake herinnering, getuigenis en geschiedenis - Taak historici = waken over de eerbied voor de getuigenissen uit het verleden en de ‘stemmen’ van overledenen recht doen Geschiedenis als voorvechter van de mensenrechten o Henri Pirenne en Marc Bloch Beiden door de Duitse bezetter opgepakt, maar bleven in gevangenschap geschiedenis doceren en publiceren. o o Jawaharlal Nehru - Zat 9 jaar in Britse gevangenissen - Schreef in briefvorm aan zijn dochter (en opvolgster) “Glimses of World History” = eerste wereldgeschiedenis vanuit niet – westers perspectief Ferdinand Braudel Schreef grote stukken van zijn magnum opus “Méditerrannée” in Duitse krijgsgevangenschap tijdens WO II o Govan Mbeki Schreef historische werken tijdens zijn 23 jaar gevangenschap op Robbeneiland o Ali Shariati - Historische problemen en situaties als dekmantel om over eigen situatie te schrijven 29 - o o Shariati verpakte zijn kritiek op het regime van de Sjah als een lessenreeks over het Egypte van de farao’s Hashem Aghajari - Liet kritische geluiden horen over moslimgeestelijkheid - Herdacht zijn leermeester Shariati - Kreeg onderwijsverbod, zweepslagen, opsluiting en doodstraf Ernst Kantorowicz Ontsnapte aan de nazi’s en weigerde en anti – communistische eed te onderschrijven, wat hem zijn job aan de universiteit van Berkeley kostte. o o Bronislaw Geremek - Overleefde als joodse jongen het ghetto van Warschau - Werd lid van de KP - Studieverblijven in Parijs: behoorde tot Annales – groep rond Jacques Le Goff en raakte er zijn illusies over de stalinistische variant van het communisme kwijt - Bestudeerde arbeidersorganisaties in de middeleeuwse ambachten en processen van marginalisering - Terugkeer naar Polen: nauw betrokken bij oprichting van eerste vrije vakbonden - Actief lid van de vakbond Solidarnosc - Ging in 1982 in hongerstaking Ludwig Quidde Activiteit in vredesbeweging: Nobelprijs voor de vrede Werd slachtoffer van broodroof: studie over Caligula bevatte te veel allusies op het gedrag van de Duitse keizer Wilhelm II Kreeg gevangenisstraf die later omgezet werd in ballingschap o Henri Grégoire - Werd verplicht het land te verlaten nadat een officiële commissie, waarvan hij de secretaris was, een kritisch rapport publiek had gemaakt over de activiteiten van Leopold II in Kongo - WO I : actief in het verzet - WO II : hielp Belgische en Franse vluchtelingen aan werk in de ‘New school for Social Research’ in New York 30 New Historians o Ontstaansreden 1978: officiële archivalia kwamen vrij in Israël, de VS en Groot-Brittannië over het ontstaan van de joodse staat aantal Israëlische historici verrichtten kritisch onderzoek over dit conflictueuze ontstaansmoment o o Werkwijze - Doorprikten door minutieuze, bijna positivistische analyse van de concrete omstandigheden waarmee de joodse staat ten koste van de Palestijnse bewoners gevestigd werd (‘wie es gewesen ist’) een aantal scheppingsmythes over Israël - Ondergroeven de pose van het in vergelijking met zijn Arabische buren moreel superieure land die Israël graag tegenover de buitenwereld aanneemt Teddy Katz Doctorstitel ontnomen zijn bevindingen over het afslachten in mei 1948 in Tantura (Palestijns dorp) van een 200 tal bewoners door een Israëlische brigade was ‘louter op mondelingen Palestijnse bronnen gefundeerd’ o Ilan Pappé - Verdedigde Katz - Werd bedreigd met verwijdering van de universiteit Casus: Johan Huizinga en Henri Pirenne (1872 – 1945) o (1862 – 1935) - Twee mediëvisten - Zochten contact: briefwisseling Opmerking van Pirenne in brief “Verschillende waarnemingen van een zelfde feit zijn mogelijk, het is slechts een kwestie van belichting. Het belangrijkste is echter het doen denken…” reactie op publicatie van Huizinga uit 1931 31 o Huizinga - Toonbeeld van Hollandse kleinburgerlijkheid - Schreef een werk over de positie van de nar in de ME - Contact met Neo – Kantianen - Prof. ME in Groningen aangesteld in 1905 1908: komt kijken naar een seminarie van Pirenne in Gent (maar kwam vooral voor het Lam Gods cf. Herfsttij: heel persoonlijke visie op de ME) o Methodenstreit Pirenne: wetmatigheden, nomothetisch Huizinga: cultureel, ideografisch gericht o 1914 Huizinga - Verliest echtgenote - Gaat van universiteit van Groningen naar die van Leiden - Werkt ‘Herfsttij’ af: Laat – Middeleeuwse samenleving als laatste flamboyante en decadente uitbarsting van een uitgeleefde samenleving - WO I = ver van bed (Nederland is niet bezet) Pirenne o - Zoon sneuvelt aan het front van WO I - Wordt opgepakt en zit jaren in Duitse gevangenschap - Raakt het geloof in bepaalde (Duitse) methoden die hij altijd bewonderd had omwille van de secuurheid, kwijt - Na WO I : krijgt vele eredoctoraten - Wordt rector in Gent - Incarnatie van ‘poor little Belgium’ Dirty Thirties Tegenstrijdige gedachten over Late ME Huizinga: schets in zijn Herfsttij een beeld van decadentie Pirenne: cruciale politieke stappen die zullen leiden tot de Bourgondische eenmaking en uiteindelijk tot de oprichting van België worden gezet in de Late ME 32 Staan beiden onder druk Pirenne: verlaat Gent omdat hij niet kan leven met de bij wet opgelegde vernederlandsing van de universiteit Huizinga: 27 / 28 januari 1933: geeft speech in Berlijn (2 dagen voor Hitler er zijn fameuze speech geeft) ontmoeting met voorzitter van de Duitse delegatie (Van Leers, auteur van een anti – semitisch pamflet) komt tot een discussie en de delegatie wordt naar huis gestuurd GEVOLG: Huizinga zijn werken worden gedemoniseerd en afgebroken in Duitsland reactie van Pirenne op het voorval: “Mens gaat van humaniteit over nationaliteit naar bestialiteit” o Werken van Huizinga “In de schaduwen van morgen” (1935) Over het teloorgaan van ethische en esthetische waarden: diagnose van het geestelijk lijden van onze tijd waarschuwen voor totalitaire regimes groot succes (tegen de verwachtingen in): 6 herdrukken in 6 maanden “Homo Ludens”(1938) “Proeve eener bepaling van het spelelement in de cultuur” wordt geviseerd door de Duitsers en gevangen gezet in een kamp (1942) na internationale druk: ballingschap sterft tijdens zijn ballingschap “Geschonden Wereld” “Een beschouwing over de kansen op herstel van onze beschaving” postuum uitgegeven uitweg door kritisch te bekijken van de geschiedenis en de maatschappij: optimistische visie op toekomst van West Europa 33 3.2. De wortels van de West – Europese geschiedschrijving,een historiografische wandeling III 3.2.1. Religie en staat: in den beginne waren de grote verhalen Antieke geschiedschrijving: de Grieken o o - Richtinggevend voor verloop van de westerse historiografie - Invloed: kritische houding tov de feiten Herodotos - Maakte onderscheid tussen realiteit en verbeelding ( eposschrijvers) - Geografische en etnografische samenhangen - Differentieert het essentiële van het bijkomstige - Groots opgezette synthesen over heden en verleden Thucydides Werk over Peloponnesische oorlogen > fictie; drama’s van Euripides Psychologische analyse van de historische acteurs Dialectisch werken met contrasterende personages Eerste die zich om kritische distantie en methode bekommert o Polybius - Bedacht schema dat elke beschaving een evolutie kent van groei, rijpheid en decadentie - Theorie werd later verfijnd door Machiavelli, Montesquieu en Toynbee - Cyclische geschiedschrijving Antieke geschiedschrijving: de Romeinen o Julius Caesar Verheerlijkte de militaire trefkracht van de Romeinen en zijn eigen talenten als politicus en veldheer Augustus’ res gestae = uitdrukking geven aan de wil van Rome om de toen bekende wereld te veroveren, te beschrijven en te inventariseren en zo te beheersen 34 o Sallustius Eigentijdse politieke drama’s rond: o Samenzweringen van Catilina - Zedenverval van de Romeinse aristocratie - Politieke crisis van de Romeinse Republiek Titus Livius o - - “Ab Urbe Condita” - Acht eeuwen Romeinse fierheid (sinds de stichting van Rome) Tacitus - “De origine et situ Germanorum” - Etnografische belangstelling voor de Germanen - Annalen en Histories => psychologisch indringend portret van de eerste eeuw van de keizertijd - Vader van de genadeloze oneliner - Oude Romeinse deugden uit de voorbije Republiek als maatstaf - Geschiedenis ‘sine ira et studio’ (zonder woede en met ijver) te beschrijven Godsdienstige geschiedschrijving o - Fixatie op het geschreven woord, bijbel en evangelie - Opperwezen zo dicht mogelijk bij de mens brengen via tussenschakels met menselijke trekken (Christus) - Geschiedschrijving = dienstmaagd van de religie - Naïef en kritiekloos verhalen van mirakels en de meest wonderbaarlijke fabels - In werkelijkheid verhullen deze naïviteiten enerzijds min of meer perfide sociale spelletjes om de goegemeente te overbluffen en intimideren, anderzijds gesofisticeerde strategieën om de christelijke ideologie met alle middelen te ondersteunen Augustinus V: Civitas Dei menselijke geschiedenis als deel van het goddelijk heilsplan 35 o Eusebius van Caesarea Elk feit / personage uit het Oude en Nieuwe Testament keurig chronologisch vasthaken aan gebeurtenissen uit de Romeinse geschiedenis o Flodoard van Reims o Geschiedenis van de aartsbisschoppelijke zetel van Reims voor de recentere periode onderbouwen - Heiligenlevens en geschiedenis vloeien quasi geruisloos in elkaar over Guibert van Nogent o - - “Gesta Dei per Francos” - Contemporaine verslag over de eerste kruistocht - Mohammed = booswicht: geen enkel kwaad woord over hem is te veel Galbert van Brugge - Klerk van de Graaf van Vlaanderen - ‘dagboek’ over opvolgingscrisis in het graafschap Vlaanderen door de moordaanslag op graaf Karel de Goede - Aanzet tot geleidelijk proces van laïcisering Geoffroi de Villehardouin en Froissart o Geoffroi de Villehardouin Relaas van de ridderlijke exploten tijdens de Vierde Kruistocht (in het Frans) o Froissart Prototype van de ‘grand reporter’: ooggetuige van het society gebeuren aan het hof, dat als richtinggevend voor het historisch verloop wordt voorgesteld schrijft verschillende versies van zijn kroniek om nu eens zijn Franse, dan weer zijn Engelse beschermers te behagen Late Middeleeuwen - Gebruik van de volkstaal - Stedelijk publiek als producent en consument van de geschiedenis - Italië: officiële stadsgeschiedenis wordt aangevuld met familiale geschiedenissen (‘ricordanze’) 36 o Jacob Maerlant “Spiegel Historiael” = wereldgeschiedenis o o o o Jan van Boendale - Werkt verder aan Maerlant zijn wereldgeschiedenis - “Brabantse Yeesten” : gaf hiermee een rijke traditie van Brabantse kronieken een opstart Ibn Chaldoen - Invloedrijk geleerde van de 14de eeuwse islam - Geschiedenis als cyclisch proces van beschavingen gedomineerd door klimaat en geografie - Inbreng van het goddelijke wordt fel ingeperkt: succes en verval van beschavingen is grotendeels mensenwerk George Chastellain en Olivier de la Marche - Officiële historiografen van het Bourgondische hof - Lieten sterk beeld van de hofcultuur achter: samenleving waarin het vormelijke en het demonstreren van uiterlijke status schijnbaar alles domineerde Philippe de Commynes - “Mémoires” - Schetst intrigerend portret van politieke intriges en psychologische confrontaties aan diverse hoven in Europa - Voorloper van Machiavelli 3.2.2. De mens centraal in Renaissance en Verlichting Paradoxale situaties o Eerste paradox = Op het moment dat de geschiedschrijving zich voor het eerst sinds eeuwen emancipeert van de Kerk, is ze tezelfdertijd nooit meer dan in de XVI in dienst gesteld van de verdediging van de godsdienst: Reformatie en Contrareformatie Matthias Flacius Illyricus - “Historia ecclesiastica” (1559 – 1574) - Protestants 37 - Uitdaging van de historische basis van de Roomse kerk, die niet als rechtmatige erfgenaam van de christelijke gemeenschap van de eerste eeuw werd beschouwd Cesar Baronius o - “Annales Ecclesiastici” - Katholieke reactie op Illyricus - In de lijn van het Concilie van Trente Tweede paradox = Felheid van dit ideologisch duel heeft sterk bijgedragen tot een kritischer aanpak van de historiografie: alle pijlen van de bronnenkritiek en hyperkritiek werden losgelaten op de bronnen van de andere Lorenzo Valla - Ontmaskerde de ‘Donatio Constantini’ als falsum (inhoud van de donatio : Romeinse keizer Constantijn zou de toenmalige paus Silvester een belangrijk deel van de keizerlijke bezittingen hebben geschonken) - Ontmaskering op basis van filologische analyse en een kritiek die van de logische opbouw van een betoog vertrok - Zette deur open voor verdere ontwikkeling van de bronnenkritiek Bollandisten “Acta Sanctorum” = kritische uitgave van de heiligenlevens Mauristen Dom Jean Mabillon “De re diplomatica”: kritische regels van de historische hulpwetenschappen vastleggen Verlichting en kosmopolitisme - Verlaten van het Europacentrisme en Europa in samenhang met de rest van de wereld bestuderen - Christelijke Westen ≠ centrum van de wereld - Kosmopolitisme > ontdekkingstochten: * kolonisatie van Portugezen bracht Afrika dichter bij Europa * kolonisatie van Spanje, Engeland en de anderen bracht hernieuwde kennismaking met Amerika en Azië 38 o o Voltaire - “Essai sur les moeurs et l’esprit des nations” (1756) - Indische, Amerikaanse en Chinese beschavingen waren vaak superieur aan de Europese Vico - “Scienza nuova” (1725) - Optimistisch geloof in de positieve creativiteit van het individu - Vervangen van de christelijke voorzienigheid als determinerende factor door de rede en de natuurwetten - Alle culturen doorlopen 3 fasen: * theocratische * heroïsche * rationele o o Montesquieu - “Considérations sur les causes de la grandeur et de la décadence des Romains “ (1734) - Herneemt pessimistisch cyclus – theorie van Polybius - Bewondert de opgang van de Romeinse beschaving, maar realiseert zich tevens de kwetsbaarheid ervan Edward Gibbon Verklaart de val van Rome als het resultaat van een botsing van 2 beschavingen, Rome en het christendom, waarbij het christendom, in samenwerking met de ‘heidense’ barbaren de Romeinse beschaving heeft ondermijnd. 3.2.3. De 19de en 20ste eeuw: vaktechniek, professionalisering en atomisering De grote ideologieën - Christendom - Liberalisme - Socialisme gevolgen: * ontstaan politieke partijen * christelijke historiografie: zet lijn van de ME en Renaissance verder * liberale en socialistische historiografie: eisen aandacht voor de stedelijke burgerij en volksklasse 39 hele geschiedenis herbekijken door de bril van de belangen van deze groepen, met een eigen, vernieuwde methodologie: Liberalen: personalisme en positivisme Socialisten: dialectiek Liberale geschiedschrijving; 1.XIX: Romantiek o o o Johann Gottfried (von) Herder - “Ideen zur Philosophie der Geschichte der Menschheit” (1784 – 91) - Ontwikkeling van elk volk = gedomineerd door het alles verklarende begrip van de volksgeest (Volksgeist) soort genie dat verschillend is bij elke natie - Rol van gevoelens en affecties in het handelen van historische figuren => personalistische invalshoek - onderkennen van de rol van helden Thomas Carlyle - “On Heroes” verering van de fundamentele rol van het individu als motor van de historische evolutie - “Frederick the Great” lofzang op de notie macht van de leider Jules Michelet “Histoire de France”: schildering van de inname van de Bastille door een anonieme massa, een vleesgeworden Volksziel Overgangsfiguur: Leopold von Ranke - Grondlegger van de positivistische, erudiete historiografie - Kritische instelling kan zijn fel liberaal antiklerikalisme niet verbergen - Verheerlijkte de staat en dienstbaarheid aan de staat Liberale geschiedschrijving: 2.XIX: positivisme o Auguste Comte - “Cours de philosophie positive” (1830 – 1842) - Conclusie: culturen worden bepaald door sociologische wetten 40 - Sindsdien: vraag = is de mens in essentie een vrije vogel of is hij gedetermineerd door een aantal mechanische werkende krachten of wetten? Christelijke historici: vrije wil is essentieel verklaringselement Comte: vrije wil = fictie Positivisten: hielden van aan determinisme : biologisch determinisme bij Darwin, economisch bij Marx, psychologisch bij Wilhelm Wundt optimistisch geloof in de verklaarbaarheid van het menselijk handelen en in wetmatigheden in de geschiedenis o Hippolyte Taine - Oorspronkelijk cultuurfilosoof - Geschokt door: * Franse nederlaag tegen Duitsland in 1870 * verderfelijke commune van Parijs in 1871 - ‘Les origines de la France contemporaine’ (1875 – 93) - Elke historische figuur is gedomineerd door de elementen ras, milieu (geografische factoren) en moment (historische omstandigheden) - Volk is niet de held - Revolutie ≠ moment van openbaring = zorgwekkend symptoom van een maatschappelijke ziekte o o Karl Marx - Schatplichtig aan het positivisme door zijn geloof in wetten - Beschouwt geschiedenis als gedetermineerd door economische infrastructuur - Optimistisch vertrouwen dat de mens evolueert naar een betere toekomst 2.XIX = glorietijd van de vaktechniek en de hulpwetenschappen, het beoefenen van geschiedenis is niet langer een literaire en filosofisch geïnspireerde arbeid, maar het resultaat van het aanleren van vaktechniek in academische context. XX: historisme en (neo-) marxisme o Historisme (Ranke) - Onderzoeker kan alle ideologische vooroordelen en waardeoordelen achterwege laten is meestal illusie - Geloofde in het sociaal – economisch determinisme 41 o Karl Lamprecht - middelpunt van de controverse die begin XX de Duitse historici verdeelde in ‘Lamprechtianen’ (aanhangers van de nomothetische opvatting) en neo – Kantianen (ideografische opvatting) = ‘Methodenstreit’ = ’Lamprechtstreit’ o - Lamprecht belichaamde met zijn opvattingen over het bestaan van Kulturzeitalter, een geheel van sociaal – psychologische wetmatigheden die een totale geschiedenis toeliet, deze radicale opvatting - Hoopte geschiedwetenschap te bevrijden uit impasse waarin het positivisme en zijn overdreven aandacht voor een steriele vaktechniek in zijn ogen had gevoerd Henri Pirenne - Bracht eruditie van het historisme binnen aan de Belgische universiteiten rond 1900 - Richtte seminarieonderwijs in ‘Histoire économique et sociale du moyen âge’ - 1933 - Synthese over de economische geschiedenis van de ME en het ontstaan van de steden - Pirenne was liberaal - Voor het eerst werd ook het sociaal – economische geïntegreerd in de politieke en culturele evolutie van een land ‘ Les étapes de l’histoire sociale du capitalisme’ - 1914 - Verklaart de economische evolutie door de rol van opeenvolgende generaties van kapitalistische families en hun interne dynamiek ‘ Histoire de Belgique’ - In meeste Europese landen : historisme beschouwd als neutraal en objectief - Late XIX in Duitsland en Frankrijk: ‘neutrale’ historisme gebruikt om beide nationale staten te verheerlijken - ‘Histoire de Belgique’ past in deze staatsbevestigende trend - Poneert dat België van 1830 de logische eindfase is van een lang proces van geleidelijke eenwording van de vorstendommen van de Zuidelijke Nederlanden sinds de ME 42 o Oprichting hogere archiefscholen Typisch historisme: het beoefenen van wetenschap om het pure weten zelf o - ‘Ecole des Chartes’ in Parijs - ‘Institut für Österreichische Geschichtsforschung’ in Wenen Inrichting seminarieonderwijs aan de universiteiten, als practica op grond van de bronnen - Duitsland: Ranke (Berlijn) - België: Godefroid Kurth (Luik) Pirenne (Gent) - Nederland: Petrus Johannes Blok (Groningen) Otto Opperman (Utrecht) New History en Nouvelle Histoire (XX) Historiografische activiteit in XX beperkte zich niet tot visies op de grote ideologieën. Na WO II : New History en Nouvelle Histoire ! - Ontspoorde soms in hol snobisme of commercialisering via massamedia - Leidde soms tot merkwaardige resultaten op twee vlakken: interesse voor nieuwe territoria en interesse voor nieuwe methodologische invalshoeken Jaren ‘70 Gekenmerkt door ‘Methodenstreit’: - Is geschiedenis nomothetisch of ideografisch? - Beperkt historisch onderzoek zich tot het schrijven van een sterk verhaal, met aandacht voor de ethische, esthetische en psychologische elementen als drijfveren voor de mens? - Wordt de analyse van de feiten ook met intuïtie, naast de ratio benaderd? - Speurt de historicus naar structuren en voor tijdgenoten vaak onzichtbare onderliggende structuren en conjuncturele realiteite? Otto Gerhard Oexle Toont aan hoe een opvatting dat geschiedenis voor alles uitdrukking diende te geven aan de vitale expressie van de volkswil en recht diende te doen aan het optreden van grote figuren, mee de Weimarrepublik heeft ondergraven ten voordele van uiteindelijk het aan de macht komen van het nazi – regime. 43 Ernst Kantorowicz - ‘Kaiser Friedrich der Zweite’ (1927) geliefkoosd boek van vooraanstaande nazi’s (Himmler, Göring…) - ‘The king’s two bodies’ (1957) neemt afstand van de politieke mystiek die in zijn Frederik II het zicht op de feiten en rede had belemmerd - Hedendaags postmodernisme haalt dit boek weer van onder het stof: ‘Duitse Marc Bloch’ - Oexle: bewijst hoe de Mehtodenstreit verder woedt in een nieuwe verpakking 3.3. Objectiviteit; a noble dream? Crisis: gevoel van nutteloosheid? o Postmoderne twijfel Tonen hoe naïef de zekerheden van de XIX en XX waren: het lijkt wel alsof we nooit iets kunnen bewijzen, veralgemenen of synthetiseren Dusdanig geloof inde onbereikbaarheid van de waarheid en werkelijkheid dat men ondergaat aan existentiële frustraties o Positivisten Koppige afwijzing van vernieuwing: ontkennen van methodologische twijfels. Oude positivistische droom van het ‘historisch realisme’ dat er een waarheid is, die na de gepaste bronnenkritiek ook kan gekend worden, en dat deze kennis nog objectief zou zijn, ligt zo goed als aan diggelen o Hoop? Valéry en Friedrich Nietzsche brachten deze problemen al veel vroeger naar voor en de onderzoekers zijn sindsdien de bronnen met ongekende creativiteit te lijf gegaan… Relativisme als dominante attitude o Peter Novick - Stelt dat objectiviteit gedoemd is ‘a noble dream’ te blijven - Verschillende historici geven voor dezelfde feiten, gebaseerd op dezelfde bronnen, verschillende interpretaties - Deze interpretaties zijn dan nog een voor herinterpretatie vatbaar - ‘nastreven’ of ‘objectiviteit’ is in het beste geval een inspirerende mythe 44 o Perceptie ≠ neutraal 1. structurele verschillen van individu tot individu (verschil in fysiek / neurologische kenmerken) waardoor dezelfde stimuli toch verschillende effecten bereiken in het zenuwstelsel van een persoon 2. functionele en conjuncturele elementen kunnen meespelen (stemming, ervaring, geheugen) wat de subjectiviteit van zowel de historische acteurs als de onderzoeker in de hand werkt 3. psychologie: identificeren en detecteren zijn bij de mens aangeleerd verschil in opleiding, taal en cultuurpeil van de persoon zijn bepalend voor de interpretatiecriteria waarmee men de wereld te lijf gaat - individu benadert wereld vanuit zijn eigen referentiekader - herkent dus slechts die aspecten van de wereld als ‘feit’ waarvoor zijn referentiekader de detectieprocedure bezit - individuele mens creëert niet de feiten, maar toch de referentiekaders voor die feiten 3.3.1. Subjectiviteit, bewust of onbewust Subjectiviteit Bewust uitgelokte subjectiviteit is doorgaans het eindproduct van bewuste censuur Volledig Totalitaire regimes censuur opgelegd door brutale macht en onderdrukking Selectief Verhuld in parlementaire democratieën censuur door persconcentratie en zachte dwang onder dreiging van niet gewenste neveneffecten Belang van vrije pers: voorbeelden o Watergate Onderzoeksjournalistiek van Woodward en Bernstein van de Washington Post o Sabra en Chatilla Naast onderzoekscommissie Kahane, grote rol voor de vrije Israëlische pers; The Jerusalem Post en Ha’aretz 45 o Abu Graib Tegen onthullingen van het optreden van Amerikaanse soldaten zijn door het samengaan van digitale camera’s en het internet weinig klassieke censuurmaatregelen effectief. Ideologie = Systematisch en bewust onderbouwd complex van waarden en oordelen, vanuit het belang van een groep, en gericht op het verdedigen of continu actief zijn van die groep en haar visie. Onbewust werken van ideologie o ‘Attitudes’ = onbewuste ideologische subjectiviteit = Ontelbare opvattingen en uitspraken rond waarden (geluk, macht, vrijheid) die aanleiding geven tot handelen. Die waarden komen uit de ideologieën. - Niet aangeboren, maar aangeleerd - Kunnen zowel op een rationele of irrationele en emotionele basis berusten Ideologie zelf kan ook onbewust werken - Nationale fierheid gedragen door de bevolking van een hele natie (‘proud to be an American’) - Globale schaamte van het verdriet van België in het Dutroux – tijdperk - ME: één godsdienst met monopolie en alle meningen convergeerden ideologisch ongeveer waarden worden zo evident, dat niemand ze nog als subjectief aanvoelt Max Scheler Verbreken van band tussen Kerke en staat in Late ME en opduiken van vele religieuze groepen (cf. protestantisme) schiep een grotere vrijheid in wetenschapsbeoefening Ontstaan en groei van de 19de eeuwse parlementaire democratieën opende de deur voor vrije discussie en dialectische uitwisseling van ideeën wetenschap kon tot scherpere benadering van werkelijkheid en waarheid komen 46 Norman G. Finkelstein o ‘De holocaust industry’ Holocaust = commercieel exploiteren van het joodse lijden tijdens WO II - Vraagt zich af waarom de holocaust zo een belangrijke rol inneemt in de Westerse wereld (ontkent hem dus NIET) - Vraag: is de holocaust altijd zo belangrijk geweest? - Eerste decennia: werd wat weggemoffeld, heel schuchtere houding - KEERPUNT: Zesdaagse Oorlog (1967): Israël wordt essentieel onderdeel van de uitbouw van de Amerikaanse macht in het oosten toenemende belangstelling * obsessief bezig zijn met de holocaust: bv. terugvorderen van bezittingen van joden * kwamen weining / nooit terug bij families van wie het werd afgenomen verrijking van topadvocaten versterken van het beeld van de geldgeile jood o o Andere auteurs - Guy Van den Berghe: schreef ongeveer hetzelfde, maar was niet zo succesvol (‘De uitbuiting van de holocaust’) - Peter Novick: wees op het problematisch functioneren van holocaust herdenkingen in de Amerikaanse samenleving Kritiek op Finkelstein Critici die Finkelstein zijn werk aanvallen, zetten hem op dezelfde hoogte als de negationisten, de holocaustontkenners. o David Irving Irving is een amateur historicus die een boek publiceerde over WO II vanuit het standpunt van Hitler. Hij probeerde aan te tonen dat Hitler veel minder schuld had aan de wandaden dan bv. Goebbels. argument: geen enkel document dat beveelt tot de Endlösung is door Hitler zelf ondertekend Hij spande een proces wegens broodroof aan tegen de Amerikaanse historica Deborah Lipstadt die en boek had gepubliceerd (‘Denying the Holocaust’) en Irving had aangewezen als één van de invloedrijkste en dus gevaarlijkste negationisten. 47 o Kritische opmerkingen bij de kritiek op Finkelstein Kan Finkelstein op dezelfde voet worden geplaatst met Irving? NEEN ! Finkelstein - Maakt kritische kanttekeningen bij de manier waarop voornamelijk in de VS met de historische herinnering aan de holocaust wordt omgesprongen. - Bewust ideologisch gekleurd relaas - Ontmaskert op geëngageerde wijze een op attitudes berustende subjectiviteit bij een groot deel van het Amerikaanse publiek manier van werken van Finkelstein (ontmaskeren en deconstrueren) toont de heilzame werking van het door de ‘linguistic turn’ en het postmodernisme geïntroduceerde scepticisme Irving o - Bewust ideologisch gekleurd relaas - Liegt over evidente en onweerlegbare feiten Leuchter – rapport Leuchter wordt op verzoek van Faurisson (= negationist) op onderzoek gestuurd naar Auschwitz om er te zoeken naar sporen van Zyklon B gas. Zijn conclusie was dat er nauwelijks sporen aanwezig waren, dus werden heel weinig mensen vergast. na nieuw onderzoek bleek dit rapport volledig verkeerd te zijn Holocaust is best gedocumenteerde genocide ooit holocaust ontkennen = ronduit liegen 3.3.2. De historicus als rechter Betekenis van de historicus als rechter Historici: reputatie dat ze: - op ‘objectieve’ wijze kunnen uitmaken of iets al dan niet gebeurd is - kunnen aangeven waarom iets gebeurd is zoals het uit hun onderzoek naar voren komt GEVOLGEN: - bij herhaling zijn gevoelige dossiers aan historici doorgespeeld - moeten politieke of juridische autoriteiten adviezen geven in verband met het inschatten van feiten en gebeurtenissen uit een doorgaans recent verleden 48 Casus: De moord op Lumumba Zie studentencursus: casus 33 Casus: het Srebrenica rapport - Rapport uit 2002 van het Nederlandse NIOD over de gebeurtenissen in de door de VN tot ‘safe area’ uitgeroepen Bosnische enclave van Srebrenica - Enclave was aan goede zorgen van een bataljon Nederlandse blauwhelmen overgeleverd - 11 juli 1995: slachting van duizenden moslimmannen door de troepen van = de Servische generaal Mladic Dutch Battalion kon dit niet tegenhouden - Gevolg: Nederland zat met schuldcomplex en gaf het NIOD (oorspronkelijk opgericht om over WO II onderzoekt te verrichten) opdracht dit militaire falen zo getrouw mogelijk in beeld te brengen - Srebrenicarapport: redelijk veel kritisch tegenwerk: * korte afstand tussen historicus en het feit * onderzoeksteam kon nog steeds gevoelige documenten inzien waar de buitenwereld voorlopig geen toegang tot heeft falsificatie (cf. Popper) is zo goed als onmogelijk - Lof op het rapport: deugddoende positivistische reconstructie (= eerste eis voor elke ernstige beschouwing over oorzakelijkheid) 3.3.3. Is objectiviteit dan toch bereikbaar? Problemen Elke generatie historici ontwerpt een nieuw beeld van het verleden in functie van de kennismogelijkheid van die generatie en haar interesses. - Geheel objectief willen zijn = moeten steunen op bindende wetten - Afwijzen van wetmatigheden moeilijkheid dat men onvoldoende oorzaken van de feiten kan bereiken, maar slechts enkele noodzakelijke oorzaken kan opnoemen subjectief: selectie van de feiten impliceert een standpunt 49 Gematigde perspectieftheorie Element standpunt uitschakelen lijkt ‘faux problème’ te zijn: - Enerzijds: scepticisme dat meent dat het subjectieve element een onoverkomelijke grens is om tot kennis van de waarheid te komen - Anderzijds: hoop dat absolute objectieve kennis bereikt zal zijn wanneer één standpunt algemeen aanvaard zou worden hier tussenin ligt de gematigde perspectieftheorie - Legt zich neer bij het bestaan van verschillende standpunten naast elkaar - Meent dat historicus of afdoende wijze objectiviteit betracht indien hij: * de feiten selecteert in functie van het studieobject dat hij bestudeert * ze accuraat beschrijft in harmonie met zijn specifiek standpunt en met respect voor de formele regels van de historische kritiek Lezer moet kans krijgen tot kritische verificatie Eis tot objectiviteit ≠ eis tot onverschilligheid of krampachtig onderdrukken van elke betrokkenheid DUS: - Om bepaalde problemen te kunnen aanvoelen en reacties van mensen in het verleden te kunnen begrijpen, moet men zelf geïnteresseerd zijn in die problemen - Minimum aan intuïtief aanvoelen en zich kunnen verplaatsen in andere gedachtenwerelden is noodzakelijk Geen onoverkomelijke muren optrekken - Iemand die beweert dat enkel wie in de kampen gezeten heeft, kan schrijven over de holocaust, overdrijft en onhistoriseert een stuk van het verleden door het als het ware buiten de tijd te plaatsen - Jan Romein: historicus moet maatschappelijk geëngageerd zijn: men moet marxistisch denken om het dialectisch proces van de klassenstrijd te kunnen opmerken = schromelijke overdrijving: * niet enkel observatie van het heden en zijn tekorten bepaalt de massa * klassenbewustzijn is even sterk gedetermineerd door een rijke historische bagage 50