Tom Verschaffel De historische roman, een vorm van geschiedschrijving? Conscience’s De Leeuw van Vlaanderen (1838) en de verbeelding van de natie Kennis over het verleden wordt niet alleen doorgegeven in boeken van historici en is dus niet alleen een zaak van de wetenschappelijke geschiedschrijving. Daarnaast bestaat immers een brede historische cultuur: tentoonstellingen, documentaires en televisiereeksen, bioscoopfilms en historisch theater – en vooral ook historische romans. Historische fictie in het algemeen en historische romans in het bijzonder hebben een grote(re) impact op het brede publiek. Om dit te begrijpen dienen we te bekijken wat de eigenheid is van het genre en op welke manier het verschilt van de ‘echte’ geschiedschrijving. Daarom werpen we een blik op de geschiedenis van de historische roman en op zijn wisselend succes (met onder meer een enorme populariteit ten tijde van Walter Scott, de ‘ongenade’ waarin het genre later viel, en de heropleving ten tijde van Umberto Eco), en besteden we bijzondere aandacht aan de beroemdste en meest invloedrijke historische roman uit onze nationale letterkunde, De Leeuw van Vlaanderen (1838) van Hendrik Conscience. Dit voorbeeld – van Consciences roman zelf én van de faam ervan in de negentiende en de twintigste eeuw – maakt duidelijk hoe de historische fictie de uitdrukking is van de omgang met het verleden in opeenvolgende, specifieke historische periodes. De eigenheid van de historische roman en de impact ervan op de geschiedopvattingen van het brede publiek en dus op het collectieve bewustzijn, bieden meteen ook een verklaring voor de moeilijke verhouding tussen geschiedwetenschap en historische fictie, en voor het wantrouwen van ‘echte’ historici ten aanzien van de historische romanschrijvers en hun succes. Beknopte bibliografie Serge Heirbrant, Componenten en compositie van de historische roman (Leuven 1995). Hans-Joachim Lope, L’écrivain belge devant l’histoire (Frankfurt 1993). Gevert H. Nörtemann, ‘ImagiNation. Nationale Mythologie und literarische Selbststilisierung in Belgien im 19. Jahrhundert. Henri Conscience und die Schlacht der Goldenen Sporen’, in Historische Anthropologie, 9 (2001), 27-53. Gevert H. Nörtemann, Im Spiegelkabinett der Historie. Der Mythos der Schlacht von Kortrijk und die Erfindung Flanderns im 19. Jahrhundert (Berlijn 2002). Ger Schmook, ‘De genesis van Conscience’s Leeuw van Vlaenderen’, in Koninklijke Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde. Verslagen en mededelingen, 1952, 949-996 en 1953, 245-321. Tom Verschaffel, ‘De kwade faam van Hendrik Conscience’, in Ons Erfdeel, 44 (2001), 552569. Tom Verschaffel, ‘Historici en de historische roman’, in Jo Tollebeek, Georgi Verbeeck en Tom Verschaffel (eds.) De lectuur van het verleden. Opstellen over de geschiedenis van de geschiedschrijving aangeboden aan Reginald de Schryver (Leuven 1998) 119-131. Karel Wauters, ‘Tweemaal de Guldensporenslag: Consciences Leeuw van Vlaanderen (1838) in het licht van Henri-Guillaume Mokes Philippine de Flandre (1830)’, in Verslagen en mededelingen van de Koninklijke academie voor Nederlandse taal- en letterkunde, 109 (1999), 263-317. Elisabeth Wesseling, Writing History as a Prophet. Postmodern Innovations of the Historical Novel (Amsterdam-Philadelphia 1991). Emiel Willekens, Hij leerde zijn volk lezen. Profiel van Hendrik Conscience 1812-1883 (Antwerpen 1982).